Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 08 maart 2007
gepubliceerd op 12 juni 2007

Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2007031231
pub.
12/06/2007
prom.
08/03/2007
ELI
eli/besluit/2007/03/08/2007031231/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 MAART 2007. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak


Het Verenigd College, Gelet op de op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen, inzonderheid op artikel 74, eerste lid;

Gelet op de ordonnantie van 21 november 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie inzonderheid op de artikelen 79, eerste lid, en 80, derde lid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 november 2006;

Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, gegeven op 21 november 2006;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 29 januari 2007 in toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Ordonnantie : de ordonnantie van 21 november 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;2° Diensten van het Verenigd College : de administratie bepaald in artikel 2, 1°, van de ordonnantie;3° Subsidie : elke vorm van financiële ondersteuning, zoals bepaald in artikel 2, 6°, van de ordonnantie;4° Subsidie van organieke aard : iedere subsidie waarvan het voorwerp bepaald wordt door een organieke ordonnantie of wet en waarvan het bedrag, de begunstigde en de toekenningsvoorwaarden op strikte en definitieve wijze door diezelfde ordonnantie of wet worden bepaald of door een in uitvoering van deze ordonnantie of wet genomen reglementair organiek besluit van het Verenigd College.De toekenning van deze subsidies is niet afhankelijk van het bestaan van een begrotingskrediet en de subsidies hebben een bindend karakter; 5° Subsidie van facultatieve aard : iedere subsidie waarvan het voorwerp niet bepaald wordt door een organieke ordonnantie of wet en waarvan het bedrag, de begunstigde en de toekenningsvoorwaarden niet op strikte en definitieve wijze bepaald worden door deze organieke ordonnantie of wet of door een in uitvoering van deze ordonnantie of wet genomen reglementair organiek besluit van het Verenigd College en die als rechtsgrond een bijzondere bepaling, die de aard van de subsidie preciseert, heeft in de ordonnantie houdende de algemene uitgavenbegroting.Dit type van subsidie kan worden toegekend onder de voorwaarden vastgesteld door het Verenigd College. Deze subsidies worden verleend binnen de grenzen van de jaarlijkse kredieten toegestaan door de wetgevende macht en hebben geen bindend karakter; 6° Uitgave onderworpen aan organieke regelen : iedere uitgave waarvan het voorwerp bepaald wordt door een organieke ordonnantie of wet en het bedrag, de begunstigde en de toekenningsvoorwaarden op strikte en definitieve wijze door diezelfde ordonnantie of wet worden bepaald of door een in uitvoering van deze ordonnantie of wet genomen reglementair organiek besluit van het Verenigd College;7° Ordonnantie of wet : basisordonnantie of -wet die een beleidsdomein waarvoor respectievelijk de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of de federale Overheid bevoegd is, organiseert;8° Besluit van het Verenigd College : basisbesluit van het Verenigd College dat een beleidsdomein, waarvoor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bevoegd is, organiseert.De ordonnantie vormt de rechtsbasis voor dit besluit; 9° Budgettaire compatibiliteit : de verenigbaarheid van de in het kader van de voorbereiding van de begroting gedane begrotingsvoorstellen of van de aan het voorafgaandelijk advies van de Inspecteur van Financiën, aan het advies van de commissarissen van het Verenigd College of van de gemachtigden van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, of aan het voorafgaandelijk akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, onderworpen beslissingsvoorstellen met de budgettaire beschikbaarheden van het lopende jaar of op langere termijn.

Art. 2.De begrotingscontrole wordt uitgeoefend door het Verenigd College en de Leden van het Verenigd College, tot wiens bevoegdheid de Begroting behoort, hierna de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting genoemd. Zij worden bijgestaan door de Inspecteurs van Financiën.

De administratieve controle wordt uitgeoefend door het Verenigd College en de Leden van het Verenigd College tot wiens bevoegdheid het Openbaar Ambt behoort, hierna de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt genoemd. Zij worden bijgestaan door de Inspecteurs van Financiën. HOOFDSTUK II. - Het Verenigd College

Art. 3.Overeenkomstig artikel 9 van de ordonnantie, beslist het Verenigd College over de voor het opstellen van de begroting noodzakelijke maatregelen.

Overeenkomstig artikel 80, tweede lid, van de ordonnantie, bepaalt het Verenigd College haar houding ten opzichte van de ordonnantievoorstellen en de van de Verenigde Vergadering uitgaande amendementen, waarvan de goedkeuring een weerslag zou kunnen hebben, hetzij op de ontvangsten, hetzij op de uitgaven.

Art. 4.Overeenkomstig artikel 80, eerste lid, van de ordonnantie, houdt het Verenigd College toezicht op de begrotingsuitvoering.

Art. 5.In dringende gevallen worden de bevoegdheden van het Verenigd College waarvan sprake in dit besluit, evenals deze inzake de amendementen uitgaande van het Verenigd College in verband met de begroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, uitgeoefend door de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting. HOOFDSTUK III. - De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting Afdeling 1. - Voorbereiding van de begroting

Art. 6.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, stellen, in overleg met de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College, de voorontwerpen van ordonnantie tot vaststelling van de initiële begroting en tot aanpassing van de begroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, evenals de voorontwerpen van ordonnantie houdende begeleidende maatregelen bij de begroting van de diensten van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de amendementen van het Verenigd College bij deze ontwerpen op.

De directie Boekhouding en Begroting van de diensten van het Verenigd College, belast met het opstellen van de begroting, adviseert de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, over de budgettaire compatibiliteit van de voorstellen van de diensten van het Verenigd College. Afdeling 2. - Toezicht op de begrotingsuitvoering

Onderafdeling 1. - De periodieke opvolging

Art. 7.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, lichten het Verenigd College geregeld in over de financiële en budgettaire toestand en over de vooruitzichten inzake de begrotingsuitvoering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

Onderafdeling 2. - Het voorafgaandelijk begrotingsakkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting

Art. 8.Het begrotingsakkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, behandelt uitsluitend volgende criteria : de naleving van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake begroting, de correcte budgettaire aanrekening en de budgettaire compatibiliteit.

Art. 9.Aan het voorafgaandelijk akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, worden voorgelegd de voorontwerpen van ordonnantie, de ontwerpen van besluit van het Verenigd, van omzendbrief of van beslissing : 1° waarvoor geen of onvoldoende kredieten bestaan;2° waardoor, rechtstreeks of onrechtstreeks, de ontvangsten kunnen worden beïnvloed of nieuwe uitgaven kunnen ontstaan;3° die betrekking hebben op de ontwerpen van beslissing inzake overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten die aan het Verenigd College worden voorgelegd, krachtens het besluit tot regeling van haar werking; 4° die betrekking hebben op de ontwerpen van beslissing inzake subsidies die van facultatieve aard zijn en wier bedrag hoger ligt dan 15.000 EUR.

Art. 10.De aanvraag tot het verlenen van het begrotingsakkoord wordt bij de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, ingediend door de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College.

Ieder dossier dat voor begrotingsakkoord wordt voorgelegd moet op transparante wijze de budgettaire en financiële gevolgen voor het lopende begrotingsjaar en de daaropvolgende jaren bevatten.

Art. 11.Onverminderd artikel 13 van dit besluit, heeft het ontbreken van een begrotingsakkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, tot gevolg dat de controleur van de vastleggingen en vereffeningen niet mag overgaan tot het verlenen van zijn visum en dat de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College de betrokken uitgave niet mogen verrichten.

Art. 12.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, beslissen over de door de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College ingediende aanvraag tot het verlenen van het akkoord, binnen een redelijke termijn met een maximum van tien werkdagen volgend op de ontvangst van de aanvraag. Onverminderd artikel 24, eerste lid, van dit besluit, moet deze aanvraag, op straffe van de onontvankelijkheid ervan, het advies van de bevoegde Inspecteur van Financiën bevatten.

In het geval de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, het akkoord niet kunnen verlenen, informeren zij hiervan de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College.

Onverminderd het volgende lid, worden de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, indien zij niet binnen deze tien werkdagen beslissen, geacht het advies van de bevoegde Inspecteur van Financiën te hebben gevolgd.

Indien de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, hun akkoord niet verlenen of niet binnen de tien werkdagen nadat zij een verzoek daartoe hebben gekregen, overeenkomstig artikel 24, eerste lid, van dit besluit, beslissen, kunnen de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College hun voorstel ter beslissing voorleggen aan het Verenigd College. Als het Verenigd College het voorstel goedkeurt dan geldt het begrotingsakkoord van rechtswege als gegeven.

Art. 13.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, kunnen beslissen dat voor bepaalde aangelegenheden het gunstig advies van de Inspecteur van Financiën vrijstelt van hun voorafgaandelijk akkoord.

De aangelegenheden die niet voor voorafgaandelijk advies aan de Inspecteur van Financiën moeten worden voorgelegd, zijn vrijgesteld van het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting.

Onderafdeling 3. - Beraadslagingen in toepassing van artikel 25 van de ordonnantie

Art. 14.De in artikel 25 van de ordonnantie bedoelde ontwerpen van beraadslaging van het Verenigd College worden door de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, aan het Verenigd College voorgelegd. HOOFDSTUK IV. - De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt

Art. 15.Het voorafgaandelijk akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt, is vereist in het kader van de administratieve controle die zij uitoefenen. De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt, worden bijgestaan door de Inspecteurs van Financiën.

Dit akkoord wordt in dezelfde vorm en volgens dezelfde modaliteiten gegeven als het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting.

Elke vraag tot voorafgaandelijk akkoord ingediend bij de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt, moet op transparante wijze de weerslag ervan bevatten inzake human resources en administratief beheer. HOOFDSTUK V. - De Inspecteurs van Financiën Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 16.Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, accrediteert het Verenigd College de Inspecteur van Financiën die hem ter beschikking werd gesteld.

Het bepaalt ook de modaliteiten van vervanging van de Inspecteur van Financiën in geval van ziekte of afwezigheid.

Art. 17.De Inspecteur van Financiën vervult een functie van raadgever van het Verenigd College bij de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van de begroting.

Het Verenigd College en de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, kunnen beslissen een of meerdere inspecteurs van financiën te belasten met bijzondere opdrachten in het kader van het budgettaire en financiële beleid.

In dit geval worden de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College geïnformeerd.

Art. 18.Overeenkomstig artikel 79 van de ordonnantie vervult de Inspecteur van Financiën een functie van budgettaire en financiële raadgever van de Leden van het Verenigd College bij wie hij geaccrediteerd is.

De Inspecteur van Financiën verstrekt aan de Leden van het Verenigd College bij wie hij geaccrediteerd is, alle aanbevelingen die de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de ingezette middelen kunnen verhogen, de werking van de diensten van het Verenigd College kunnen verbeteren en besparingen of ontvangsten kunnen realiseren.

De Inspecteur van Financiën brengt zijn advies uit over al de aangelegenheden die hem worden voorgelegd door de Leden van het Verenigd College bij wie hij geaccrediteerd is. Hij kan inzonderheid door hen belast worden met onderzoeken bij de door het Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie gesubsidieerde openbare of particuliere instellingen.

Art. 19.De Inspecteur van Financiën oefent eveneens een controlebevoegdheid uit in naam van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, en brengt zijn advies uit over al de aangelegenheden die zij aan hem voorleggen.

De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, kunnen de Inspecteur van Financiën belasten met een onderzoeksopdracht voor financiële en begrotingsaspecten bij de diensten van het Verenigd College. De Inspecteur van Financiën beschikt voor het vervullen van deze taak over de ruimste onderzoeksbevoegdheid.

In dit geval worden de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College geïnformeerd.

Art. 20.De adviezen van de Inspecteur van Financiën behandelen volgende criteria : de wettelijkheid, de regelmatigheid, de zuinigheid, de doeltreffendheid, de doelmatigheid en de budgettaire compatibiliteit. Hij onderzoekt bovendien de overeenstemming met de beslissingen van het Verenigd College.

De gegeven adviezen van de Inspecteur van Financiën zijn schriftelijke en gemotiveerde adviezen. Ze worden afgesloten met een gunstige of ongunstige vermelding.

Onverminderd de artikelen 32 tot 37 van dit besluit, heeft het ontbreken van het advies of een ongunstig advies van de Inspecteur van Financiën tot gevolg dat de controleur van de vastleggingen en vereffeningen niet mag overgaan tot het verlenen van zijn visum en dat de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College de betrokken uitgave niet mogen verrichten. Indien de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, in dat geval hun gemotiveerde akkoord geven, dan worden die twee verbodsregels opgeheven.

Art. 21.De aanvraag tot het verlenen van het voorafgaandelijk advies wordt door de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College of door de bevoegde gedelegeerde ordonnateur bij de Inspecteur van Financiën ingediend.

Volgens de door de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, bepaalde modaliteiten, moet ieder dossier dat voor advies wordt voorgelegd op transparante wijze de budgettaire en financiële gevolgen voor het lopende begrotingsjaar en de daaropvolgende jaren bevatten.

Art. 22.De Inspecteur van Financiën brengt zijn advies uit binnen een redelijke termijn, met een maximum van tien werkdagen na ontvangst van het verzoek van de betrokken Leden van het Verenigd College of gedelegeerde ordonnateur om een advies te verlenen. Een schriftelijke vraag om bijkomende inlichtingen vanwege de Inspecteur van Financiën schort voornoemde termijn op vanaf de datum van de vraag tot op het ogenblik dat de gevraagde inlichtingen door hem worden ontvangen.

Op grond van de gemotiveerde hoogdringendheid, kunnen de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College de termijn van tien werkdagen inkorten.

Art. 23.Het advies van de Inspecteur van Financiën wordt tegelijkertijd en onverwijld bezorgd aan de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College en aan de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting. Een afschrift van het advies wordt overgemaakt aan de leidend Ambtenaar van de diensten van het Verenigd College.

Art. 24.Eens de termijn van tien werkdagen is verstreken zonder dat een advies door de Inspecteur van Financiën werd gegeven, dan wordt het voorstel voorgelegd aan de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting.

Indien het advies van de Inspecteur van Financiën ongunstig is, dan wordt het voorstel voorgelegd aan de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting.

Art. 25.Overeenkomstig artikel 79, vierde lid, van de ordonnantie, voert de Inspecteur van Financiën zijn opdracht uit op stukken en ter plaatse. Hij heeft toegang tot alle dossiers en alle archieven van de diensten van het Verenigd College. Hij ontvangt van deze instanties alle inlichtingen die hij vraagt.

Art. 26.Op zijn verzoek mag de Inspecteur van Financiën alle vergaderingen van alle bestuurs- of raadgevende organen van de diensten van het Verenigd College bijwonen met raadgevende stem. Hij wordt ertoe uitgenodigd en ontvangt vooraf mededeling van alle documenten met betrekking tot de aangelegenheden ingeschreven op de dagorde van deze vergaderingen.

Art. 27.De opmerkingen van het Rekenhof worden systematisch en onverwijld door de betrokken Leden van het Verenigd College aan de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, en aan de Inspecteur van Financiën meegedeeld. De inspecteur geeft zijn eventuele beschouwingen over de ontwerpen van antwoord op deze opmerkingen aan de betrokken Leden van het Verenigd College.

Art. 28.Ieder jaar stelt de Inspecteur van Financiën, ter attentie van het Verenigd College, tegen uiterlijk 31 mei een technisch verslag met opmerkingen en aanbevelingen op. Afdeling 2. - Voorbereiding van de begroting

Art. 29.De Inspecteur van Financiën neemt deel aan elke ambtelijke voorbereidende vergadering met betrekking tot de opstelling en de aanpassing van de jaarlijkse begroting evenals met betrekking tot het ontwerp houdende begeleidende maatregelen bij de begroting.

Hij brengt over de budgettaire voorstellen advies uit op eigen initiatief, op verzoek van de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College of van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting. Afdeling 3. - Toezicht op de uitvoering van de begroting

Art. 30.Onverminderd de in de artikelen 32 tot 37 van dit besluit opgenomen uitzonderingen, worden aan de Inspecteur van Financiën, voor voorafgaandelijk advies, de voorontwerpen van ordonnantie, de voorontwerpen van besluit van het Verenigd College, van omzendbrief of van beslissing voorgelegd waarvoor geen of onvoldoende kredieten bestaan of waardoor, rechtstreeks of onrechtstreeks, de ontvangsten kunnen worden beïnvloed of nieuwe uitgaven kunnen ontstaan.

Art. 31.Voor overheidsopdrachten die voor advies aan de Inspecteur van Financiën moeten worden voorgelegd, wordt het advies gevraagd met betrekking tot de volgende elementen : 1° de motivering van de opdracht en de keuze van de gunningprocedure;2° het ontwerpbestek;3° het voorstel van gunning op basis van het vergelijkend verslag;4° de verrekeningen en de aanhangsels.

Art. 32.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist voor personeelsuitgaven, voor zover het gaat om de toepassing van het bestaande geldelijke en administratieve statuut.

Niettemin zijn de vacantverklaringen van op de personeelsformatie voorziene betrekkingen, de toekenning van hogere functies en de voorstellen tot contractuele aanwervingen onderworpen aan het advies van de Inspecteur van Financiën.

Art. 33.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist voor de zendingen in België en in het buitenland.

Niettemin is de toekenning van kilometercontingenten onderworpen aan het advies van de Inspecteur van Financiën.

Art. 34.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist voor de overheidsopdrachten waarvan de geraamde waarde van de opdracht (zonder BTW) de volgende drempelwaarden in EUR niet overschrijdt :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Ongeacht het bedrag van de opdracht, is het advies vereist : 1° in het geval van een openbare of beperkte aanbesteding waarbij de aanbestedende overheid voorstelt de overheidsopdracht niet aan de laagstbiedende inschrijver toe te wijzen;2° in het geval de overheidsopdracht de raming (zonder BTW) met meer dan 20 % overschrijdt. De betekening van de overheidsopdrachten voor een bedrag hoger dan 5.000 EUR (zonder BTW) wordt in elk geval maandelijks aan de Inspecteur van Financiën meegedeeld door de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College.

Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist voor overheidsopdrachten bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, in de zin van artikel 17, § 2, eerste lid, 2° en 3°, van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten die gegund worden aan de opdrachtnemer van de oorspronkelijke opdracht, indien de voormelde drempelbedragen niet overschreden worden.

De Inspecteur van Financiën kan niettemin de voorstellen tot overheidsopdrachten beneden de hiervoor vermelde bedragen toch voor advies opvragen in de door hem gemotiveerde gevallen.

Art. 35.De overeenkomsten die niet als overheidsopdrachten worden beschouwd, moeten niet voor advies aan de Inspecteur van Financiën worden voorgelegd indien het bedrag van 31.000 EUR (zonder BTW) niet overschreden wordt.

De Inspecteur van Financiën kan niettemin de voorstellen tot overeenkomsten beneden het hiervoor vermelde bedrag toch voor advies opvragen in de door hem gemotiveerde gevallen.

Art. 36.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist voor de subsidies : 1° die van organieke aard zijn; 2° die van facultatieve aard zijn en die het bedrag van 3.100 EUR niet overschrijden.

De Inspecteur van Financiën kan niettemin de voorstellen tot subsidies beneden dit bedrag toch voor advies opvragen in de door hem gemotiveerde gevallen.

Art. 37.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist voor uitgaven, andere dan de organieke subsidies, onderworpen aan organieke regelen die het voorwerp, de toekenningsvoorwaarden, de begunstigde en het bedrag ervan op strikte en definitieve wijze vaststellen.

Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist voor uitgaven gelijkgesteld aan de organieke uitgaven. De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, leggen, na advies van de inspecteur van Financiën, de lijst van deze uitgaven vast.

Het Verenigd College wordt hierover geïnformeerd.

Art. 38.De functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College kunnen voorstellen de in de artikelen 34 tot 36 van dit besluit bedoelde bedragen aan te passen voor de categorieën van uitgaven die zij bepalen.

In dat geval wordt een voorstel van akkoordprotocol opgesteld dat het volgende op gedetailleerde wijze vaststelt : 1° de nagestreefde doelstellingen;2° de aard van de betrokken uitgaven;3° de begrotingsprogramma's of gedeelten daarvan waartoe ze behoren;4° de nieuwe bedragen die van toepassing zullen zijn;5° de alternatieve modaliteiten voor risicobeheersing waarin moet worden voorzien;6° de begeleidings- en toezichtmaatregelen;7° de geldigheidsperiode van het protocol die in elk geval van bepaalde duur moet zijn. Het protocol wordt ondertekend door de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College, de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, en de Inspecteur van Financiën. Het protocol kan slechts in werking treden na de mededeling ervan aan het Verenigd College en aan het Rekenhof.

Het protocol kan op elk moment door een van de ondertekenende partijen worden opgezegd.

De in het akkoordprotocol bedoelde dossiers zijn achteraf onderworpen aan een controle van de inspectie van financiën op grond van een steekproef.

De resultaten van die controle worden overgezonden aan de andere ondertekenende partijen en worden gepubliceerd in het bij artikel 28 van dit besluit voorziene verslag.

Art. 39.De Inspecteur van Financiën behoudt zijn raadgevende bevoegdheid inzake de algemene aanwending van de kredieten betreffende de uitgaven bedoeld in de artikelen 32 tot 37 van dit besluit. HOOFDSTUK VI. - Algemene en slotbepalingen

Art. 40.Indien Leden van het Verenigd College één van de in dit besluit bedoelde voorstellen voorleggen aan het Verenigd College, voegen zij daar telkens het advies van de Inspecteur van Financiën, het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, of het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt bij, wanneer deze vereist zijn krachtens dit besluit, een vereffeningsplanning en een realisatieplanning.

Art. 41.Elk besluit van het Verenigd College of ministerieel besluit vermeldt in de aanhef, met opgave van de datum, het advies van de Inspecteur van Financiën, het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, of het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt, wanneer deze vereist zijn krachtens dit besluit.

In geval van toepassing van artikel 12, vierde lid, van dit besluit, vermeldt het besluit van het Verenigd College in zijn aanhef "Gelet op artikel 12, vierde lid, van het besluit van het Verenigd College van 8 maart 2007 betreffende de administratieve en begrotings-controle evenals de begrotingsopmaak," in de plaats van "Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, gegeven op".

In geval van toepassing van artikel 13, eerste lid, van dit besluit, vermeldt het besluit van het Verenigd College in zijn aanhef "Gelet op de beslissing van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting in toepassing van het artikel 13, eerste lid, van het besluit van het Verenigd College van 8 maart 2007 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak" in de plaats van "Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, gegeven op".

In geval van toepassing van artikel 24, eerste lid, van dit besluit vermeldt het besluit van het Verenigd College in zijn aanhef "Gelet op het artikel 24, eerste lid, van het besluit van het Verenigd College van 8 maart 2007 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak," in de plaats van "Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op".

In geval van toepassing van artikel 38 van dit besluit, vermeldt het besluit van het Verenigd College in zijn aanhef "Gelet op het protocolakkoord ondertekend op krachtens artikel 38 van het besluit van het Verenigd College van 8 maart 2007 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak," in de plaats van "Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op" en "Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en Begroting, gegeven op"

Art. 42.Het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, zoals gewijzigd, wordt opgeheven voor wat de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreft.

Art. 43.De leden van het Verenigd College zijn, ieder voor wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 44.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.

Brussel, 8 maart 2007.

Voor het Verenigd College : De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en de Begroting, G. VANHENGEL

^