Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 30 augustus 1999
gepubliceerd op 30 november 1999

Besluit van het Verenigd College tot bepaling van de regels voor het beheer van de Dienst voor geestelijke gezondheidszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1999031395
pub.
30/11/1999
prom.
30/08/1999
ELI
eli/besluit/1999/08/30/1999031395/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 AUGUSTUS 1999. - Besluit van het Verenigd College tot bepaling van de regels voor het beheer van de Dienst voor geestelijke gezondheidszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie


Het Verenigd College, Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 houdende oprichting van diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad met afzonderlijk beheer, inzonderheid op artikel 2, 1°;

Gelet op de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 140;

Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 maart en 17 augustus 1999;

Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de begroting, gegeven op 11 maart 1999;

Gelet op de beslissingen van 23 april 1998 en 11 maart 1999 van het Verenigd College over het inwinnen binnen een maand van het advies van de Raad van State;

Gelet op de adviezen van de Raad van State gegeven op 19 januari en 18 mei 1999 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid en de begroting;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° ordonnantie : de ordonnantie van 27 april 1995 houdende oprichting van diensten van het Verenigd College van de Gemeen-schappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad met afzonderlijk be-heer;2° dienst : de Dienst voor geestelijke gezondheidszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, bedoeld in artikel 2, 1°, van de ordonnantie. HOOFDSTUK II. - Beheer van de dienst Afdeling 1. - Begeleidingscomité

Art. 2.§ 1. Bij de dienst wordt een Begeleidingscomité opgericht.

Dit comité bestaat uit : 1° vier leden, aangesteld door het Verenigd College, die de Leden van het Verenigd College bevoegd voor het gezondheidsbeleid en de Leden van het Verenigd College bevoegd voor het Openbaar Ambt vertegenwoordigen;2° de Leidend Ambtenaar van de diensten van het Verenigd College;3° de medische directeur van de dienst;4° drie deskundigen, aangesteld door het Verenigd College. Hun mandaat is onverenigbaar met de uitoefening van een functie binnen de diensten van het Verenigd College.

De inspectie van Financiën woont de vergaderingen bij. § 2. Het Comité wijst op zijn eerste vergadering onder zijn leden zijn voorzitter aan.

Alleen de leden bedoeld onder § 1, 1°, hebben stemrecht.

Art. 3.Het in artikel 2 bedoelde Comité wordt er inzonderheid mee belast : 2° te zorgen voor het administratief en financieel beheer alsook voor het toezicht op de begroting van de dienst. Dienaangaande is het in het bijzonder belast met : a) het opstellen van een driejarig begrotingsplan voor de ontvangsten en uitgaven van de dienst;het plan wordt elk jaar aangepast; b) het jaarlijks opstellen van de begrotingsvoorstellen van de dienst voor het volgend jaar in overeenstemming met de begro-tingsvoorschriften van het Verenigd Colle-ge;c) de goedkeuring vóór 31 januari van de staten van uitgaven en ontvangsten, van de beheersrekeningen en van de vermogensre-keningen van het afgelopen boekjaar van de dienst;d) het bijhouden van een analytische boekhouding van de dienst;e) het toezicht op het beheer van de dienst en inzonderheid op de omvang, de rechtmatigheid en de gepastheid van zijn uitgaven, alsook op hun overeenstemming met de begrotingsvooruitzichten;2° het jaarlijkse opstellen van een verslag over de activiteiten van de dienst gedurende het afgelopen boekjaar;3° een advies uitbrengen of een voorstel doen, op eigen initiatief of op verzoek van het Verenigd College, over elke aangelegenheid in verband met de opdrachten en de werking van de dienst. Afdeling 2. - Financieel en materieel beheer van de dienst

Onderafdeling 1. - Algemeen

Art. 4.§ 1. De begroting van de dienst wordt onderverdeeld als volgt : Saldo op 1 januari : Ontvangsten : - ontvangsten afkomstig van de begroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie; - ontvangsten uit diensten verstrekt aan derden; - ontvangsten voor orde.

Uitgaven : - werkingskosten; - uitgaven voor onderzoek; - uitgaven voor orde.

Saldo op 31 december : De verrichtingen worden opgesplist volgens de economische classificatie. § 2. De kredieten van de uitgaven beogen de sommen die tijdens het beoogde begrotingsjaar verschuldigd zullen zijn.

Art. 5.De middelen van de dienst bestaan uit : 1° een op de algemene uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ingeschreven jaarlijks krediet.Met het oog hierop wordt een basisallocatie ingesteld; 2° de opbrengst van aan derden verstrekte diensten;3° de ontvangsten voor orde.

Art. 6.De middelen van de dienst bestaan uit : 1° de werkingskosten.Een specifieke basisallocatie wordt op de algemene uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ingesteld voor de aankoop van bureau- en informaticamateriaal.

De uitgaven die betrekking hebben op de bezoldegingen, allerhande vergoedingen en vervoerkosten van personeelsleden alsmede de verbruiks- en huuruitgaven in verband met het betrekken van de lokalen van de dienst worden door de algemene uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie gedragen; 2° de uitgaven voor onderzoek;3° de uitgaven voor orde. De uitgaven mogen de ontvangsten en de kredieten goedgekeurd door de Verenigde Vergadering niet overschrijden.

Art. 7.De dienst opent bij de kassier van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie rekeningen waarop zijn ontvangsten, uitgaven en tegoeden worden opgenomen.

Art. 8.De Leidend Ambtenaar van de diensten van het Verenigd College dient bij de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, het begrotingsontwerp van de dienst in met het oog op het vaststellen van het krediet dat in de algemene uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie opgenomen moet worden. Voornoemde Leden zenden vóór 1 juli van het jaar dat het begrotingsjaar voorafgaat dit begrotingsontwerp aan de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de begroting, toe.

Art. 9.Het begrotingsontwerp van de dienst wordt toegevoegd aan het ontwerp van algemene uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

Onderafdeling 2 Boekhouding en verantwoording van de rekeningen

Art. 10.De door het in artikel 2 bedoelde Comité goedgekeurde staten van uitgaven en ontvangsten, de beheersrekeningen en de vermogensrekeningen van het afgelopen boekjaar van de dienst worden door de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de begroting, vóór 30 april van het jaar volgend op dat waarop ze betrekking hebben, aan het Rekenhof overgelegd.

De verantwoordingsstukken worden ter plaatse bewaard.

Art. 11.Bij zijn ambtsneerlegging maakt de rekenplichtige een eindrekening van zijn beheer op.

Onderafdeling 3. - Beheer

Art. 12.De begroting van de dienst wordt door de Leidend Ambtenaar van de diensten van het Verenigd College beheerd. Deze leeft in de uitoefening van zijn ambt de regels na omtrent de vastlegging van de uitgaven van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

Art. 13.Vanaf het begin van een nieuw begrotingsjaar mogen de bij het verstrijken van het vorige jaar beschikbare geldmiddelen gebruikt worden.

Met uitzondering van deze bestemd voor de aankoop van bureau- en informaticamateriaal, bedoeld in artikel 6, 1°, eerste lid, kunnen de kredieten slechts éénmaal worden overgedragen.

Art. 14.De tegenover het Rekenhof verantwoordelijke rekenplichtige is belast met : 1° de inning van de vastgestelde rechten;2° de uitvoering van de betalingen;3° het beheren en bewaren van de gelden en waarden;4° het opstellen en bewaren van de in artikel 10 bedoelde bescheiden, met uitzondering van de rekening van uitvoering van de begroting;5° het bijhouden van een boekhouding van het vermogen en het periodiek opstellen van een inventaris van het vermogen. Onderafdeling 4. - Controles

Art. 15.Onverminderd het hiërarchisch gezag van het Verenigd College op de dienst, beschikt de Inspecteur van Financiën, die overeenkomstig artikel 2, § 1, derde lid, de vergaderingen van het Comité bijwoont, voor het vervullen van zijn opdracht over de ruimste bevoegdheid.

De Inspecteur van Financiën kan binnen een termijn van vier vrije dagen bij de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, beroep instellen tegen elke beslissing die hij met de wet, met de statuten of met het algemeen belang strijdig acht. Het beroep is opschortend.

Deze termijn gaat in de dag van de vergadering waarop de beslissing werd genomen, voor zover de Inspecteur van Financiën daarop aanwezig was, en, in het tegenovergestelde geval, de dag waarop de beslissing hem schriftelijk werd bekendgemaakt.

Heeft het Verenigd College bij wie het beroep door zijn Leden, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, werd ingesteld, binnen een termijn van dertig vrije dagen, ingaand dezelfde dag als de in het vorige lid bedoelde termijn, de nietigverklaring niet uitgesproken, dan wordt de beslissing definitief.

De nietigverklaring van de beslissing wordt aan het in artikel 2 bedoelde Comité betekend door de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid.

Art. 16.De uitgaven van de dienst worden slechts na het toekennen van het visum van het Rekenhof vereffend. Het Rekenhof houdt toezicht op de boekhouding van de diensten en kan op elk ogenblik elk verantwoordingsstuk, staten, inlichtingen en ophelderingen opvragen met betrekking tot de ontvangsten, uitgaven, tegoeden en schulden, die het nodig acht.

Art. 17.Het jaarlijkse verslag over de activiteit van de dienst wordt aan het Verenigd College uiterlijk op 1 juni van elk jaar voorgelegd. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 1998.

Art. 19.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid en de begroting, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 augustus 1999.

Voor het Verenigd College, De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid en de begroting, J. CHABERT

^