gepubliceerd op 02 april 1999
Permanente vorming van de middenstand Jaarlijkse aanpassing van de minimale maandelijkse stagetoelagen In uitvoering van artikel 13, § 3, van het besluit van het College van Franse Gemeenschapscommissie van 17 juli 1998 betreffende de st 1. als de stagiair houder is van hetzij een bewijs van volbrachte leertijd, hetzij een kwalificatie(...)
FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Permanente vorming van de middenstand Jaarlijkse aanpassing van de minimale maandelijkse stagetoelagen In uitvoering van artikel 13, § 3, van het besluit van het College van Franse Gemeenschapscommissie van 17 juli 1998 betreffende de stageovereenkomst bij de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, bedragen de minimale maandelijkse stagetoelagen bedoeld in artikel 13, § 1 : 1. als de stagiair houder is van hetzij een bewijs van volbrachte leertijd, hetzij een kwalificatiegetuigschrift van het 4e leerjaar technisch onderwijs of het 6e leerjaar beroepsonderwijs voor het beroep waarop de stageovereenkomst betrekking heeft : a) BEF 22 208 (550,52 euro) voor het 1e jaar;b) BEF 26 246 (650,62 euro) voor de volgende jaren.2. als de stagiair geen houder is van de één van de getuigschriften bedoeld in 1° : a) BEF 13 123 (325,31 euro), bedrag van de eersteleertijdstoelage voor het 1e jaar;b) BEF 22 208 (550,52 euro) voor het 2e jaar;c) BEF 26 246 (650,62 euro) voor het 3e jaar.3. Als het vormingsplan voorziet in een bijkomend jaar op grond van artikel 4 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 juli 1998 betreffende het plan voor afwisselende opleiding in het kader van de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen : a) BEF 13 123 (325,31 euro), bedrag van de eersteleertijdstoelage voor het 1e jaar;b) BEF 15 600 (386,71 euro) voor het 2e jaar; c) BEF 26 246 (650,62 euro) voor het 3e jaar.