gepubliceerd op 08 maart 2010
Besluit 2007/1031 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie dat het besluit wijzigt van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 7 februari 2002 houdende regeling inzake reiskosten
29 OKTOBER 2009. - Besluit 2007/1031 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie dat het besluit wijzigt van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 7 februari 2002 houdende regeling inzake reiskosten
Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten over de institutionele hervormingen, artikel 87, § 3, gewijzigd door de bijzondere wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het besluit van 7 februari 2002 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende regeling inzake reiskosten;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën verleend op 12 december 2008;
Gelet op de goedkeuring van 15 december 2008 van het lid van de College dat belast is met de begroting;
Gelet op het protocol nr. 2009/10 van 25 mei 2009 van het Sectorcomité XV van de Franse Gemeenschapscommissie;
Gelet op advies 46.958/2/V van de Raad van State verleend op 22 juli 2009 overeenkomstig artikel 84, § 1, 1ste lid, 1° van de wetten over de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op het voorstel van het lid van het College bevoegd voor het Openbaar Ambt;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikelen 127 en 128 van deze Grondwet.
Art. 2.Artikel 12 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 7 februari 2002 houdende regeling inzake reiskosten wordt vervangen door het volgende : « De toelatingen om gebruik te maken van een persoonlijk motorvoertuig voor dioenstbehoeften, zijn afhankelijk van het bijhouden van een reisboekje identiek met diegene voorzien in artikel 11 dat voor elke verplaatsing de datum, de reden, het aankomst- en vertrekuur van de verschillende verplaatsingen evenals het aantal afgelegde kilometers aangeeft.
De ambtenaren die in het bezit zijn van een graad van rang 16 of 15 worden echter van het bijhouden van zo'n boekje vrijgesteld. »
Art. 3.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende : « § 1. de jaarlijkse maximale kilometerbijdrage wordt vastgelegd op 100 000 kilometers voor de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.
Deze jaarlijke maximale kilometerbijdrage kan aangepast worden door het lid van de College dat bevoegd is voor het Openbaar Ambt via een besluit op basis van een positief advies van de inspecteur van Financiën. § 2. de leidende ambtenaar verdeelt de in de vorige paragraaf bedoelde bijdrage onder de diensten na een advies verkregen te hebben van de Directie- en controleraad over het al dan niet correct vervullen van de voorwaarden. »
Art. 4.De artikelen 14 en 15 van hetzelfde besluit werden opgeheven.
Art. 5.Artikel 16 van hetzelfde besluit dat gewijzigd werd door het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 23 februari 2006 wordt vervangen door het volgende : « § 1. de beambten die voor hun dienstreizen gebruik maken van een eigen voertuig hebben recht op een kilometervergoeding om alle kosten te dekken die ontstaan als gevolg van het voertuiggebruik.
De vergoeding dekt alle kosten die onstaan zijn door het eigen voertuig te gebruiken, behalve de All Risk-verzekeringskosten die gedekt worden door de administratie indien de beambte hiervoor een aanvraag ingediend heeft. § 2. Het bedrag voor de kilometervergoeding bestaat uit twee delen.
Het eerste deel bedraagt 80 % van het bedrag van het eerste deel van de kilometerheffing van vorig jaar, vermenigvuldigd door een breuk waarvan de noemer de consumptieprijsindex is van de maand mei van het lopende jaar; het resultaat wordt berekend tot op vijf decimalen.
Het tweede gedeelte vertegenwoordigt 20 % van de kilometervergoeding van vorig jaar vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer de som is van het gemiddelde van de dagelijkse maximumprijzen voor de brandstof Super 95 RON 10 ppm en dieselbrandstof voor het wegvervoer 10 ppm van de maand mei van het lopende jaar; het resultaat wordt berekend tot op vijf decimalen.
De dagelijkse maximumprijzen zijn degene die bekend gemaakt worden door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
Het totaalbedrag van de kilometervergoeding wordt vastgelegd tot op vier decimalen. § 3. Voor de toepassing van dit besluit, is het bedrag voor de kilometervergoeding vastgelegd op 0.3169 euro per kilometer vanaf 1 juli 2008.
Het bedrag van de kilometervergoeding wordt jaarlijks op 1 juli aangepast. »
Art. 6.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende woorden : « met behulp van het formulier voorzien in bijlage 3 van dit besluit ».
Art. 7.In hoofdstuk II, sectie 5 van hetzelfde besluit, werd er een artikel 20/1 toegevoegd dat als volgt luidt : «
Art. 20/1.De beambte dient zijn aanvraag in voor de terugbetaling van de reiskosten binnen een termijn van zes maanden na de betroffen verplaatsingen in de gevallen bedoeld in artikel 20 en 21 en binnen een termijn van drie maanden voor de verplaatsingen bedoeld in artikel 22.
Indien deze termijnen overschreden worden, heeft de beambte geen recht meer op een vergoeding die aan hem normaalgezien moet toegekend worden. »
Art. 8.In hoofdstuk II van datzelfde besluit, wordt er een sectie 6 toegevoegd dat artikel 22 bevat met als titel : « gebruik van de fiets in het kader van behoeften aan diensten ».
Art. 9.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende : « § 1. De beambte die zich met de fiets verplaatst in het kader van de dienstenbehoeften binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of erbuiten, krijgt een vergoeding indien de voorwaarden vastgelegd in § 3 en 4 van dit artikel gerespecteerd worden.
De vergoeding wordt berekend in functie van de kortste en veiligste weg met als begin- (of eind)punt de administratieve standplaats. § 2. De beambte, die zich minstens vijf keer per maand met de fiets verplaatst van zijn woning naar zijn werk, heeft recht op een vergoeding indien de voorwaarden vastgelegd in § 3 en 4 van dit artikel gerespecteerd worden.
De vergoeding wordt berekend in functie van de kortste en veiligste weg van de woning naar de administratieve standplaats. § 3. De vergoeding wordt forfaitair vastgelegd op 0,15 euro per kilometer.
De beambten die zich verplaatsen en als begin- of eindpunt hun gebruikelijke woning nemen, mogen slecht een hogere vergoeding krijgen indien de verplaatsingen als begin- en eindpunt hun administratieve standplaats hadden. § 4. De vergoeding voor het gebruik van de fiets naar het werk wordt betaald op vertoon van de schuldvorderingsverklaring voorzien in bijlage 4 van dit besluit dat zich baseert op een trimestriële opmeting.
De vergoeding voor het gebruik van de fiets in het kader van de dienstenbehoeften wordt uitbetaald op vertoon van de schuldvorderingsverklaring voorzien in bijlage 5 van dit besluit. »
Art. 10.In hetzelfde besluit werd er een bijlage 3, 4 en 5 toegevoegd die opgenomen werden als bijlage 1, 2 en 3 van dit besluit.
Art. 11.Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2009.
Art. 12.Het lid van het College dat bevoegd is voor het Openbaar ambt wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 oktober 2009.
Door het College, Benoît Cerexhe, Lid van het College belast met het Openbaar ambt Christos Doulkeridis Voorzitter van het College Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld