gepubliceerd op 04 december 2003
Besluit 2003/351 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 april 2000 betreffende de erkenning van en de toekenning van subsidies aan de diensten voor thuishulp
23 OKTOBER 2003. - Besluit 2003/351 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 april 2000 betreffende de erkenning van en de toekenning van subsidies aan de diensten voor thuishulp
Het College, Gelet op het decreet van de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 mei 1999 betreffende de erkenning van en de toekenning van subsidies aan de opvangtehuizen;
Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetgevingen inzake de subsidies toegekend in de sector Gezondheidsbeleid en Bijstand aan Personen en betreffende de wijziging van diverse uitvoeringsbesluiten voor de sectoren Bijstand aan Personen, Gezondheidszorg, Gehandicapte personen en Socio-professionele inschakeling;
Gelet op het advies van de Afdeling Bijstand en Verzorging aan Huis van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Bijstand aan Personen en Gezondheidszorg, gegeven op 25 september 2003;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 mei 2003;
Gelet op het akkoord van het Collegelid bevoegd voor Begroting;
Gelet op de beraadslaging van 17 juli 2003 van het College betreffende de vraag aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 19 augustus 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat de financiële situatie van de voornaamste diensten voor thuishulp werd ontwricht door de toepassing van de non-profit overeenkomsten en dat het onontbeerlijk blijkt om hen op de korst mogelijke termijn aanvullende middelen toe te kennen die hen moeten in staat stellen aan hun verplichtingen te voldoen;
Overwegende dat de gelijkschakeling met de andere sectoren van de Bijstrand aan Personen en de Gezondheidszorg moet worden mogelijk gemaakt voor de voordelen die door de non-profit overeenkomsten aan de diensten voor thuishulp werden toegekend, inzonderheid voor de erkenning van de anciënniteit van het personeel, de toekenning van tijdskrediet voor vakbondswerk en de werkingskosten van de diensten;
Op de voordracht van de Minister, Lid van het College, bevoegd voor Begroting, Sociale Actie en Gezin;
Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet, krachtens artikel 138 van de Grondwet.
Art. 2.In het artikel 27, 1, 3° van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 april 2000 betreffende de erkenning van en de toekenning van subsidies aan de diensten voor thuishulp, worden de woorden « voor de prestaties aan huis » geschrapt.
Art. 3.Het artikel 28, § 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende bepaling : « 4° : een forfaitair bedrag per gepresteerde uur, als tussenkomst in de werkingskosten ».
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 29bis ingevoegd, als volgt gesteld : « § 1. De uren vakbondswerk verricht door de thuishelpers en -helpsters kunnen worden gelijkgesteld met prestaties, ten belope van : - vier uren per maand en per afgevaardigde voor hun deelname aan vergaderingen van de Ondernemingsraad; - vier uren per maand en per afgevaardigde voor hun deelname aan vergaderingen van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk; - vier uren per maand en per afgevaardigde voor hun deelname aan vergaderingen van de syndicale delegatie.
De dienst moet elk trimester en voor elk type van vergadering aan het bestuur een overzicht overmaken van het aantal uren vergadering waaraan de effectieve of plaatsvervangende afgevaardigden hebben deelgenomen (gezinshelpsters, bejaardenhelpsters, huishoudhelpsters).
Deze documenten moeten door de directie of door de dienstverantwoordelijke worden ondertekend met de vermelding « voor echt en waar verklaard ».
De vergaderde uren van een plaatsvervangend lid komen enkel in aanmerking als dit lid zetelt ter vervanging van een effectief lid. § 2. De duur van de geneeskundige onderzoeken die in overeenstemming met het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (ARAB) werden uitgevoerd, kunnen gelijkgesteld worden met gepresteerde uren.
De dienst moet elk trimester, per helpster of helper, aan het bestuur een overzicht van deze uren overmaken, samen met een kopie van de attesten afgeleverd oor de dienst Preventie en Bescherming op het Werk ».
Art. 5.De bijlage V « barema van de begunstigden » bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de Bijlage I bij dit besluit.
Art. 6.De bijlage INM, sectie a en b - « Forfaitaire bedragen - Diensten voor Thuishulp » bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetgevingen inzake de subsidies toegekend in de sector Gezondheidsbeleid en Bijstand aan Personen en betreffende de wijziging van diverse uitvoeringsbesluiten voor de sectoren Bijstand aan Personen, Gezondheidszorg, Gehandicapte personen en Socio-professionele inschakeling » -, wordt vervangen door de Bijlage II bij dit besluit.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2003, met uitzondering van het artikel 5 dat in werking zal treden op 1 januari 2004.
Art. 8.Het Lid van het College bevoegd voor Begroting, Sociale Actie en Gezin wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel op 23 oktober 2003.
Voor het College : Het Lid van het College, bevoegd voor Begroting, Sociale actie en Gezin, A. HUTCHINSON De Voorzitter van het College, E. TOMAS