gepubliceerd op 23 augustus 2004
Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de leden van het College van de Franse Gemeenschapscommissie
19 JULI 2004. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de leden van het College van de Franse Gemeenschapscommissie
Het College, Gelet op de artikelen 136, 138, 166 en 176 van de Grondwet gecoördineerd bij de wet van 17 februari 1994;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, bij de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en Gewesten en bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 ter vervollediging van de federale staatsstructuur, inzonderheid op de artikelen 60, tweede lid, 74 en 75, evenals bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van verschillende bevoegdheden aan de Gewesten en Gemeenschappen;
Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapsraad van 18 juni 1990 tot organisatie van de voogdij over de Franse Gemeenschapscommissie;
Gelet op het decreet (I) van de Franse Gemeenschapscommissie van 8 juli 1993 betreffende de overdracht van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan de Franse Gemeenschapscommissie;
Gelet op het decreet (II) van de Franse Gemeenschapscommissie van 8 juli 1993 houdende oprichting van een publiekrechtelijke maatschappij belast met het bestuur van de schoolgebouwen van het door de overheid ingerichte onderwijs;
Gelet op het decreet (III) van de Franse Gemeenschapscommissie van 22 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, zoals gewijzigd bij de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid voor het College om onverwijld zijn werking te verzekeren, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° "de bijzondere wet" : de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, bij de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en Gewesten en bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;2° "het decreet" : het decreet (III) van de Franse Gemeenschapscommissie van 22 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie;
Art. 2.De heer Benoît Cerexhe, Minister-Voorzitter van het College, belast met Openbaar Ambt en Gezondheid, is bevoegd voor: - het secretariaat en de Kanselarij; - de coördinatie van het beleid van het College; - de aanhangigmakingen bij het Overlegcomité "Federale Regering - Regering van Gemeenschappen en Gewesten"; - de betrekkingen met de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest; - de internationale betrekkingen, in overleg met Mevr. Françoise Dupuis; het openbaar ambt; - het gezondheidsbeleid zoals voorzien in artikel 5, § 1, I, van de bijzondere wet en in artikel 3, 6° van het decreet.
Art. 3.De heer Charles Picqué, Minister, Lid van het College, belast met Sociale Cohesie : - de sociale cohesie zoals bedoeld in artikel 5, § 1, II, 3° van de bijzondere wet en binnen de perken bepaald door artikel 3, 7° van het decreet, en de desbetreffende infrastructuur, sociale acties en gezinnen genaamd, met uitzondering van het beleid van de bijstand aan andersvaliden voorzien in artikel 5, § 1, II, 4° van de bijzondere wet;
Art. 4.Mevr. Evelyne Huytebroeck, Minister, Lid van het College, belast met Begroting, Andersvaliden en Toerisme, is bevoegd voor : - de begroting; - het beleid van de bijstand aan andersvaliden zoals voorzien in artikel 5, § 1, II, 4° van de bijzondere wet, met inbegrip van de dienst met afzonderlijk beheer, en de desbetreffende infrastructuur; - het toerisme zoals voorzien in artikel 4, 10° van de bijzondere wet.
Art. 5.Mevr. Françoise Dupuis, Minister, Lid van het College, belast met Beroepsopleiding, Onderwijs, Cultuur en Schoolvervoer, is bevoegd voor : - het onderwijs, binnen de perken van de artikelen 60 tot 62 van de bijzondere wet van 12 januari 1989, met inbegrip van de voorschoolse opleiding in de peuterklas, de na- en buitenschoolse opleiding, de artistieke vorming en de intellectuele, morele en bijzondere vorming bedoeld in artikel 4, 11°, 12°, 13° en 14° van de bijzondere wet; - het provinciaal onderwijs zoals bedoeld in de artikelen 79bis en 80bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989, evenals de uitvoering van het decreet (I) van de Franse Gemeenschapscommissie van 8 juli 1993 betreffende de overdracht van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan de Franse Gemeenschapscommissie en van het decreet (II) van de Franse Gemeenschapscommissie van 8 juli 1993 houdende de oprichting van een publiekrechtelijke maatschappij belast met het bestuur van de schoolgebouwen van het door de overheid ingerichte onderwijs, met inbegrip van het sportcomplex en de hogeschool Lucia de Brouckère; - de beroepsomscholing en bijscholing zoals voorzien in artikel 4, 16° van de bijzondere wet en de beroepsopleiding en permanente vorming van de Middenstand, met inbegrip van de voogdij over de betrokken instellingen; - het cultuurbeleid zoals bedoeld in artikel 4 van de bijzondere wet, met uitzondering van 9°, 10° en 16° en binnen de perken opgelegd door de artikelen 60 tot 62 van de bijzondere wet van 12 januari 1989; - het cultuurbeleid zoals bedoeld in artikel 83quinquies van de bijzondere wet van 12 januari 1989; - het schoolvervoer zoals voorzien in artikel 3, 5° van het decreet; - de internationale betrekkingen in overleg met de heer Benoît Cerexhe.
Art. 6.De heer Emir Kir, Minister, Lid van het College, belast met Sociale Acties, Gezinnen en Sport, is bevoegd voor : - de sportinfrastructuur zoals bedoeld in artikel 3, 1° van het decreet; - de lichamelijke opvoeding, sport en het leven in open lucht zoals bedoeld in artikel 4, 9° van de bijzondere wet; - de sociale acties en de gezinnen, met inbegrip van de ermee verbonden sociale infrastructuur, met uitzondering van het beleid van de bijstand aan andersvaliden voorzien in artikel 5, § 1, II, 4° van de bijzondere wet.
Art. 7.Het secretariaat van het College wordt waargenomen door de kabinetschef of de adjunct-kabinetschef toegevoegd aan de Minister, Voorzitter van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.
Art. 8.Het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 16 juli 1999 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de leden van het College van de Franse Gemeenschapscommissie wordt ingetrokken.
Art. 9.De leden van het College zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van onderhavig besluit.
Art. 10.Onderhavig besluit treedt in werking op 20 juli 2004.
Brussel, 19 juli 2004.
De Minister-Voorzitter van het College belast met Openbaar Ambt en Gezondheid, B. CEREXHE De Minister, Lid van het College, belast met Sociale Cohesie, Ch. PICQUE De Minister, Lid van het College, belast met Begroting, Andersvaliden en Toerisme, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister, Lid van het College, belast met Beroepsopleiding, Onderwijs, Cultuur en Schoolvervoer, Mevr. Fr. DUPUIS De Minister, Lid van het College, belast met Sociale Acties, Gezinnen en Sport, E. KIR