gepubliceerd op 15 september 2009
Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de leden van het College van de Franse Gemeenschapscommissie
17 JULI 2009. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de leden van het College van de Franse Gemeenschapscommissie
Het College, Gelet op artikel 136, 138, 166 en 176 van de Grondwet, gecoördineerd door de wet van 17 februari 1994;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd door de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, door de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en gewesten, door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en door de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, meer bepaald door de artikelen 60, lid 2, 74 en 75, net als door de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen;
Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschap van 18 juni 1990 houdende regeling van het toezicht over de Franse Gemeenschapscommissie;
Gelet op het decreet (I) van de Franse Gemeenschapscommissie van 8 juli 1993 betreffende de overdracht van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar de Franse Gemeenschapscommissie;
Gelet op het decreet (II) van de Franse Gemeenschapscommissie van 8 juli 1993 houdende oprichting van een publiekrechterlijke maatschappij belast met het bestuur van de schoolgebouwen van het door de overheid ingerichte onderwijs;
Gelet op het decreet (III) van de Franse Gemeenschapscommissie van 22 juli 1993 betreffende de overdracht van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en naar de Franse Gemeenschapscommissie;
Gelet op de wetten van de Raad van State gecoördineerd door het koninklijk besluit van 12 januari 1973, meer bepaald artikel 3 zoals gewijzigd door de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gerechtvaardigd door de noodzaak voor het College om zijn werking onverwijld te verzekeren, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "bijzondere wet" : de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd door de bijzondere wet van 8 augustus 1988 tot hervorming der instellingen, door de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en gewesten, door de bijzondere wet van 16 januari 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en door de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen;2° "het decreet" : het decreet (III) van de Franse Gemeenschapscommissie van 22 juli 1993 betreffende de overdracht van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en naar de Franse Gemeenschapscommissie;
Art. 2.De heer Christos Doulkeridis, Minister-president van het College, verantwoordelijk voor Begroting, Onderwijs, Toerisme en Internationale betrekkingen is bevoegd voor : - het secretariaat en de Kanselarij; - de coördinatie van het beleid van het College; - het aanbrengen van zaken voor het Overlegcomité "Federale regering - Regering van de gemeenschappen en de gewesten"; - de betrekkingen met de Franse Gemeenschap en met het Waalse gewest; - de internationale betrekkingen in overleg met dhr. Emir Kir; - de begroting; - het onderwijs binnen de beperkingen van artikel 60 tot 62 van de bijzondere wet van 12 januari 1989, met inbegrip van de voorschoolse vorming in kinderdagverblijven, de naschoolse en bijschoolse vorming, de artistieke vorming en de intellectuele, morele en bijzondere vorming zoals voorzien in artikel 4, 11°, 12°, 13° en 14° van de bijzondere wet; - het provinciaal onderwijs zoals bedoeld in artikelen 79bis en 80bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989, net als voor de uitvoering van het decreet (I) van de Franse Gemeenschapscommissie van 8 juli 1993 betreffende de overdracht van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar de Franse Gemeenschapscommissie en het decreet (II) van de Franse Gemeenschapscommissie van 8 juli 1993 houdende oprichting van een publiekrechterlijke maatschappij belast met het bestuur van de schoolgebouwen van het door de overheid ingerichte onderwijs, met inbegrip van het Sportcomplex en de Hogeschool Lucia de Brouckère; - het toerisme, zoals voorzien in artikel 4, 10°, van de bijzondere wet.
Art. 3.De heer Charles Picqué, Minister, Lid van het College, verantwoordelijk voor Sociale cohesie, is bevoegd voor : - de sociale cohesie, zoals bedoeld in artikel 5, § 1, II, 3°, van de bijzondere wet en dat binnen de beperkingen opgelegd in het decreet in artikel 3, 7°, en voor de daarmee verband houdende infrastructuren.
Art. 4.De heer Benoît Cerexhe, Minister, lid van het College, verantwoordelijk voor het Openbaar Ambt, Gezondheidsbeleid en de beroepsvorming van de Middenstand, is bevoegd voor : - het openbaar ambt; - het gezondheidsbeleid, zoals voorzien in artikel 5, § 1, I, van de bijzondere wet en in artikel 3, 6° van het decreet; - de beroepsopleiding en het voortgezet onderwijs van de Middenstand, met inbegrip van het toezicht op de betrokken instellingen.
Art. 5.Mevr. Evelyne Huytebroeck, Minister, Lid van het College, verantwoordelijk voor het bijstandsbeleid voor gehandicapten, is bevoegd voor : - het bijstandsbeleid voor gehandicapten, zoals voorzien in artikel 5, § 1, II, 4° van de bijzondere wet, met inbegrip van de dienst met gescheiden beheer, en de betrokken infrastructuren;
Art. 6.De heer Emir Kir, Minister, Lid van het College, verantwoordelijk voor Beroepsonderwijs, Cultuur, Leerlingenvervoer, Sociale Actie, Gezin, Sport en Internationale betrekkingen, is bevoegd voor : - de sportinfrastructuren zoals bedoeld in artikel 3, 1° van het decreet; - de lichamelijke opvoeding, sport en het openluchtleven zoals bedoeld in artikel 4, 9° van de bijzondere wet; - de sociale actie en het gezin, met inbegrip van de daarmee verband houdende sociale infrastructuren, met uitzondering van het bijstandsbeleid voor gehandicapten voorzien in artikel 5, § 1, II, 4° van de bijzondere wet; - de beroepsomscholing en -bijscholing zoals bedoeld in artikel 4, 16°, van de bijzondere wet, met inbegrip van het toezicht op de betrokken instellingen, met uitzondering van de beroepsopleiding en het voorgezet onderwijs van de Middenstand; - het cultureel beleid, zoals gedefinieerd in artikel 4 van de bijzondere wet, met uitzondering van punten 9°, 10°, 11°, 12°, 13°, 14° en 16° en binnen de beperkingen opgelegd in artikel 60 tot 62 van de bijzondere wet van 12 januari 1989; - het cultureel beleid, zoals bedoeld in artikel 83quinquies van de bijzondere wet van 12 januari 1989; - het leerlingenvervoer zoals voorzien in artikel 3, 5° van het decreet; - de internationale betrekkingen in overleg met de heer Christos Doulkeridis.
Art. 7.Het secretariaat van het College wordt verzekerd door de Kabinetschef of adjunct-Kabinetschef van de Minister, Voorzitter van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.
Art. 8.Het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 19 juli 2004 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de leden van het College van de Franse Gemeenschapscommissie wordt geschrapt.
Art. 9.De leden van het College zijn, elk voor wat hen betreft, belast met de uitvoering van het onderhavige besluit.
Art. 10.Het onderhavige besluit sorteert effect vanaf 17 juli 2009.
Brussel, 17 juli 2009 De Minister-President van het College, verantwoordelijk voor Begroting, Onderwijs, Toerisme en Internationale betrekkingen, C. DOULKERIDIS De Minister, Lid van het College, verantwoordelijk voor Sociale cohesie, Ch. PICQUE De Minister, lid van het College, verantwoordelijk voor het Openbaar Ambt, Gezondheidsbeleid en de beroepsvorming van Middenstand, B. CEREXHE De Minister, Lid van het College, verantwoordelijk voor het bijstandsbeleid voor gehandicapten, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister, Lid van het College, verantwoordelijk voor Beroepsonderwijs, Cultuur, Leerlingenvervoer, Sociale Actie, Gezin, Sport en Internationale betrekkingen, E. KIR