Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 16 februari 2017
gepubliceerd op 09 maart 2017

Besluit 2016/732 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende uitvoering van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 februari 2016 betreffende de gezondheidspromotie

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2017011106
pub.
09/03/2017
prom.
16/02/2017
ELI
eli/besluit/2017/02/16/2017011106/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


16 FEBRUARI 2017. - Besluit 2016/732 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende uitvoering van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 februari 2016 betreffende de gezondheidspromotie


Het College, Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 februari 2016 betreffende de gezondheidspromotie;

Gelet op het decreet van 5 juni 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/06/1997 pub. 09/07/1997 numac 1997031243 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet houdende oprichting van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid sluiten houdende oprichting van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor welzijnszorg en gezondheid;

Gelet op het advies van de afdeling "gezondheidspromotie" van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor welzijnszorg en gezondheid, gegeven op 5 juli 2016;

Gelet op het evaluatieverslag van de impact van het ontwerp op de respectieve situatie van mannen en vrouwen van 14 juli 2016;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 juni 2016;

Gelet op het advies van het Lid van het College bevoegd voor de Begroting gegeven op 14 juli 2016;

Gelet op het advies 59.883/2/V van de Raad van State, gegeven op 5 september 2016, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van het Collegelid bevoegd voor Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit regelt, in toepassing van artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid als bedoeld in artikel 128 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 februari 2016 houdende de Gezondheidspromotie;2° de Minister : het Collegelid bevoegd voor Gezondheid;3° het besluit : dit uitvoeringsbesluit van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 februari 2016 houdende de Gezondheidspromotie. HOOFDSTUK 2. - Het Plan voor Gezondheidspromotie

Art. 3.Een ontwerpplan wordt opgesteld overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 3 en 5 van het decreet, in overleg met het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van de Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie. HOOFDSTUK 3. - De Stuurinstantie

Art. 4.Het Bureau is samengesteld uit de vertegenwoordiger van het College en de 2 leden van de dienst gezondheid benoemd door het College. Ze komt minstens 6 keer per jaar bijeen. Ze bereidt de dossiers voor die behandeld moeten worden.

De Stuurinstantie komt minstens 2 keer per jaar bijeen in de loop van de eerste helft van het jaar en een keer in de loop van de tweede helft.

Overeenkomstig het artikel 4 van het decreet kan de Stuurinstantie mensen uitnodigen om deel te nemen aan haar vergaderingen. Deskundigen die worden uitgenodigd en geen lid zijn van een administratie of vertegenwoordigers van een overheidsinstelling of leden van een benoemde en gesubsidieerde instelling in het kader van het decreet hebben recht op een geïndexeerd presentiegeld van 50 euro wanneer ze, voor een minimale duur van twee uur, deelnemen aan de vergaderingen van de Stuurinstantie.

Art. 5.De Stuurinstantie formuleert haar conclusies op basis van een consensus van haar leden en uitgenodigde deskundigen of vertegenwoordigers. Wanneer het onmogelijk is om tot een consensus te komen, worden de verschillende conclusies overgemaakt aan het College.

Alle permanente en uitgenodigde leden van de Stuurinstantie zijn verplicht tot geheimhouding met betrekking tot de beraadslagingen.

Hetzelfde geldt voor de documenten en informatie waarover ze kennis hebben door de uitoefening van hun opdracht.

Indien een lid ernstig tekortschiet in zijn verplichtingen, kan deze worden ontheven door het College.

Onverminderd de van toepassing zijnde voorschriften, is het College de enige die geïnformeerd wordt over de voorstellen van de Stuurinstantie en deze kan verspreiden. HOOFDSTUK 4. - De begeleidings- en ondersteuningsdiensten

Art. 6.§ 1. Op basis van het Plan, bereidt de administratie de openbare oproepen tot kandidaatstelling voor en stelt deze voor aan de Minister na advies van de Adviesraad. § 2. Na goedkeuring door het College verspreidt de administratie de openbare oproepen tot kandidaatstelling en publiceert deze op de website van de Franse Gemeenschapscommissie ten laatste 6 maanden voor het einde van de aanstellingsperiode van de diensten. § 3. De kandidaatstellingsdossiers worden ingediend volgens de modaliteiten vastgesteld door de oproepen tot kandidaatstelling. § 4. Overeenkomstig artikel 5, § 7 van het decreet van 5 juni 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/06/1997 pub. 09/07/1997 numac 1997031243 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet houdende oprichting van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid sluiten worden de kandidaatstellingsdossiers onderworpen aan het advies van de Adviesraad. § 5. De administratie onderzoekt de kandidaatstellingsdossiers en analyseert deze volgens het analyserooster bijgevoegd bij het besluit.

Ze maakt haar voorstellen betreffende de aanstellingen over aan de Minister. § 6. Het College doet uitspraak over de aanstellingen en de desbetreffende ontwerpen van overeenkomsten. Ze maakt haar beslissing over de aanstelling kenbaar en belast de Minister met het afsluiten van overeenkomsten in haar naam ten laatste twee maanden na ontvangst van de voorstellen tot aanstelling.

Art. 7.De administratie gaat over tot de in de artikelen 6 en 7 van het decreet bedoelde evaluatie en legt deze voor aan de Minister ten laatste 6 maanden voor het einde van de aanstellingsperiode van de diensten.

Bij een negatieve evaluatie van een of meerdere diensten kan het College een nieuwe openbare oproep tot kandidaatstelling publiceren om deze diensten te vervangen volgens de in artikel 6 van het besluit vastgelegde modaliteiten.

Het College verlengt, voor een periode van 5 jaar, de aanstelling van de diensten met een positieve evaluatie. HOOFDSTUK 5. - Programma's voor preventieve geneeskunde

Art. 8.Om aangesteld te worden, moet het referentiecentrum aan volgende voorwaarden voldoen : 1° haar activiteiten uitoefenen op het grondgebied van het tweetalig Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2° een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke inrichting zonder winstoogmerk zijn;3° zich ertoe verbinden de opdrachten van preventieve geneeskunde voorzien in het protocol inzake preventieve geneeskunde waarvoor de aanstelling als referentiecentrum gevraagd is, te vervullen;4° beschikken over een relevante ervaring in de preventieve geneeskunde;5° een of meerdere geneesheren of houders van een diploma van 2de of 3de cycli, gespecialiseerd in volksgezondheid en epidemiologie tewerkstellen of met hen samenwerken;6° een of meerdere geneesheren gespecialiseerd in de door het programma van preventieve geneeskunde bestreken domein waarvoor de kandidaatstelling wordt ingediend tewerkstellen of met hen samenwerken;7° beschikken over het paramedisch, technisch en administratief personeel nodig voor de vervulling van de opdracht van referentiecentrum;8° beschikken over het technisch materiaal nodig voor de verwezenlijking van het programma van preventieve geneeskunde.Deze voorwaarde kan rechtstreeks vervuld worden door de kandidaat als referentiecentrum of door een of meerdere partnerschapsovereenkomsten met betrokken partijen die belast zijn met de verwezenlijking van het programma; 9° het in 8° bedoelde materiaal en de medisch-technische kwaliteit van de prestaties van een onderneming zoals bedoeld in artikel 10 van het decreet en in artikel 13 van het besluit onderwerpen aan een controle volgens de frequentie en de modaliteiten aanbevolen door de Europese Unie in haar richtlijnen inzake de kwaliteitsborging van screenings en diagnoses;10° samenwerken in partnerschap of in overleg met de actoren van de preventieve geneeskunde en de andere actoren van de Brusselse sociale gezondheidszorg sector.

Art. 9.§ 1. De aanvragen tot aanstelling als referentiecentrum in preventieve geneeskunde moeten ingediend worden volgens de modaliteiten vastgelegd door de Minister ten laatste 6 maanden voor de aanstellingsperiode. § 2. Het aanvraagdossier bevat ten minste de volgende elementen : 1° de informatie en documenten waaruit de naleving van de in artikel 8 van het besluit bedoelde aanstellingsvoorwaarden blijkt.2° In voorkomend geval, een nota over de manier waarop de kandidaat de in artikel 8 van het decreet bedoelde opdracht denkt te vervullen alsook de in het Protocol inzake preventieve geneeskunde voorziene verplichtingen.3° een begrotingsvoorstel met betrekking tot de opdracht. § 3. Het dossier kan worden aangevuld met de volgende documenten : 1° een afschrift van de erkenningen toegekend aan de aanvrager door een andere bevoegde instantie van België voor de uitoefening van een opdracht van referentiecentrum in preventieve geneeskunde;2° het afschrift van om het even welk ISO-certificering afgeleverd door een onderneming erkend door een bevoegde instantie van België. § 4. De administratie analyseert de aanstellingsaanvragen en stelt de aanstellingsontwerpen van de referentiecentra op. § 5. Het College doet uitspraak over de aanstellingen en maakt haar beslissing kenbaar.

Art. 10.Het referentiecentrum bezorgt de administratie jaarlijks de documenten waaruit de naleving van de in artikel 8, 9° van het besluit bedoelde aanstellingsvoorwaarden blijkt.

Art. 11.§ 1. Wanneer het referentiecentrum de in artikel 8 bedoelde aanstellingsvoorwaarden niet naleeft, brengt de administratie de Stuurinstantie hiervan op de hoogte en richt het tot het referentiecentrum een waarschuwing betreffende haar tekortkomingen.

Een termijn van twee maanden wordt aan het referentiecentrum toegekend om dit te verhelpen. § 2. Indien, na afloop van deze termijn, ze niet op voldoende wijze de tekortkomingen verholpen heeft, stelt de administratie het College voor om de aanstelling te beëindigingen. Door deze beëindiging verliest het referentiecentrum elk recht op een subsidiëring zoals voorzien in artikel 9, § 3 van het decreet.

Art. 12.Bij verlies van een referentiecentrum kan het College een vervangende dienst aanstellen volgens de in artikel 9 vastgelegde modaliteiten. § 1. Het College doet uitspraak over het einde van de aanstelling en maakt haar beslissing kenbaar. § 2. Wanneer het referentiecentrum haar aanstelling wenst te beëindigen voordat de geldigheidsduur verstreken is, stelt ze het College ten minste drie maanden voor de gewenste opzegdatum hiervan in kennis.

Art. 13.De kandidaat-ondernemingen erkend door een bevoegde instantie in België om controleopdrachten te verrichten zoals bedoeld in artikel 10 van het decreet, worden volwaardig aangesteld.

Art. 14.Een beroep tegen de in artikel 9, § 2 en 10 van het decreet bedoelde beslissingen kan aangetekend worden bij de Raad van State zolang het College nog geen andere modaliteiten heeft besloten. HOOFDSTUK 6. - Actoren en netwerken voor gezondheidspromotie

Art. 15.§ 1. Op basis van het Plan, bereidt de administratie de oproepen tot projecten voor en stelt deze voor aan de Minister na advies van de Adviesraad. § 2. Na goedkeuring door het College verspreidt de administratie de oproepen tot projecten en publiceert deze op de website van de Franse Gemeenschapscommissie ten laatste 6 maanden voor het einde van de aanstellingsperiode van de actoren en de netwerken. § 3. De projecten worden ingediend volgens de modaliteiten vastgesteld door de oproep tot projecten. § 4. De administratie onderzoekt de antwoorden op de oproepen op projecten en analyseert deze volgens het analyserooster bijgevoegd bij het besluit. § 5. Overeenkomstig artikel 5, § 7 van het decreet van 5 juni 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/06/1997 pub. 09/07/1997 numac 1997031243 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet houdende oprichting van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid sluiten worden de antwoorden op oproepen tot projecten waarvan het gevraagde subsidiëringsbedrag hoger is dan 50.000 euro geïndexeerd voor minstens een van de drie aanstellingsjaren, onderworpen aan het advies van de Adviesraad. § 6. De administratie maakt haar voorstellen betreffende de aanstellingen van de actoren en netwerken en ontwerpen van overeenkomsten over aan de Minister. § 7. Het College doet uitspraak over de aanstellingen en de desbetreffende ontwerpen van overeenkomsten. Ze maakt haar beslissing over de aanstelling kenbaar en belast de Minister met het afsluiten van overeenkomsten in haar naam.

Art. 16.Voor de actoren en netwerken die een aanvraag tot aanstelling of jaarlijkse subsidie in verband met het plan indienen bij het College krachtens artikel 11, § 3 en 4 van het decreet, is de in paragrafen 4 tot 7 van artikel 15 voorziene procedure van toepassing.

Art. 17.§ 1. In het derde jaar van de aanstelling van de actor of van het netwerk, evalueert de administratie het project van de actor of van het netwerk. Indien deze positief is, maakt de administratie een voorstel tot vernieuwing van de aanstelling voor 2 jaar over aan het College. § 2. Het College verlengt de aanstelling voor 2 jaar en doet uitspraak over de desbetreffende overeenkomst. Ze maakt haar beslissing kenbaar en belast de Minister met de uitvoering ervan. HOOFDSTUK 7. - Gemeenschappelijke bepalingen voor hoofdstuk 4, 5 en 6

Art. 18.Krachtens artikel 19 van het decreet dient elke wijziging van de overeenkomsten opgenomen te worden in een aanhangsel. De partij die de wijziging wenst aan te brengen informeert de administratie minstens twee maanden voor de inwerkingtreding over de gewenste wijziging.

Na akkoordbevinding door beide partijen, doet het College uitspraak over het ontwerp van aanhangsel.

Art. 19.Krachtens artikel 19 van het decreet, wanneer een steuninstelling, een actor of een netwerk de clausules van de overeenkomst niet naleeft, brengt de administratie de Stuurinstantie hiervan op de hoogte en richt tot het steunorganisme, de actor of het netwerk een waarschuwing betreffende de tekortkomingen.

Een termijn van twee maanden wordt aan de actor of het netwerk toegekend om dit te verhelpen.

Indien, na afloop van deze termijn, het niet op voldoende wijze de tekortkomingen verholpen heeft, stelt de administratie het College voor om de aanstelling en de bijbehorende overeenkomst te beëindigen.

Het College doet uitspraak over het einde van de aanstelling.

Art. 20.Krachtens artikel 19 van het decreet, wanneer een steuninstelling, een actor of een netwerk de overeenkomst wenst te beëindigen voordat de geldigheidsduur verstreken is, stelt ze het College ten minste drie maanden voor de gewenste opzegdatum hiervan in kennis. HOOFDSTUK 8. - Subsidiëring

Art. 21.De subsidiering wordt jaarlijks geïndexeerd volgens onderstaande formule : Oorspronkelijke subsidie x gezondheidsindex van december van het jaar n-1 van het subsidiëringsjaar Gezondheidsindex van december van het jaar n-1 van het oorspronkelijk subsidiëringsjaar

Art. 22.De steuninstellingen, actoren en netwerken stellen jaarlijks de bewijsstukken voor betreffende de subsidie toegekend in het door het College vastgelegde termijn.

De bewijsstukken zijn conform de modellen bezorgd door de administratie en dienen ten minste te omvatten : 1° de ontvangsten- en uitgavenrekening betreffende de activiteiten waarvoor de subsidie wordt toegekend;2° de bewijsstukken betreffende alle uitgaven bedoeld in 1° alsook een overzicht ervan;3° een actiivteitenverslag. HOOFDSTUK 9. - Overgangsbepalingen

Art. 23.Referentiecentra die voldoen aan de voorwaarden vastgelegd in een protocol afgesloten tussen de Franse Gemeenschapscommissie en andere overheidsinstanties inzake het georganiseerde programma van preventieve geneeskunde worden ambtshalve aangeduid als referentiecentra.

Art. 24.De in 2016 toegekende subsidies aan de operatoren die hun activiteiten voor Gezondheidspromotie uitoefenen op het grondgebied van het tweetalig Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden behouden tot aanstelling van de steuninstellingen, de actoren en de netwerken voor gezondheidspromotie door het College krachtens het decreet.

Art. 25.Overeenkomstig artikel 3, § 3, tweede lid van het decreet, wordt het eerste plan opgesteld door de administratie, in samenwerking met de in 2016 gesubsidieerde instellingen voor gezondheidspromotie. HOOFDSTUK 1 0. - Slotbepalingen

Art. 26.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 27.Het Collegelid bevoegd voor Gezondheid wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Gedaan te Brussel op 16 februari 2017.

Voor het College : F. LAANAN, Voorzitter van het College C. JODOGNE, Collegelid belast met Gezondheid

Analyserooster voor een kandidaatstellingsdossier voor de aanstelling tot begeleidings- of ondersteuningsdienst of actor inzake gezondheidspromotie

Criteria

Komt volledig overeen met het criterium

Komt gedeeltelijk overeen met het criterium

Komt niet overeen met het criterium

Verantwoording en/of eventuele commentaar

AANSTELLINGSVOORWAARDEN


De kandidaat is een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstiigmerk


Hij oefent zijn activiteit uit op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Tussentijdse evaluatie


Geeft blijk van een goede kennis van het Decreet, van het toepassingsbesluit en van het Plan voor Gezondheidspromotie


. Hij geeft blijk van ervaring op vlak van Gezondheidspromotie.


[Specifiek criterium voor begeleidingsdienst ] Hij geeft blijk van voldoende ervaring in de begeleiding van actoren voor gezondheidspromotie


[Specifiek criterium voor de ondersteuningsdienst] Hij geeft blijk van ervaring op vlak van Gezondheidspromotie en meer in het bijzonder in de actie- of expertisedomeinen waarvoor de kandidaatstelling als ondersteuningsdienst wordt ingediend.

Hij geeft blijk van een goede kennis van de Brusselse actoren, van het sociaal-sanitaire netwerk en van de organisatie ervan.

Hij beschikt over het nodige personeel om de opdrachten te vervullen.

Hij beschikt over de nodige lokalen om deze opdrachten te vervullen.

Hij beschikt over voldoende meubilair en apparatuur, met name computerapparatuur, om deze opdrachten te vervullen.

Hij beantwoordt aan de voorwaarden voor toegang voor zijn publiek.

Hij oefent de opdrachten die hem worden toevertrouwd gratis uit.

Tussentijdse evaluatie


KWALITEIT VAN HET DOSSIER


Relevantie en coherentie van het dossier


Relevantie en coherentie van de motivering van de kandidaat


Relevantie en coherentie van de vastgelegde prioriteiten De prioriteiten zijn in overeenstemming met de prioriteiten vastgelegd in het Plan voor Gezondheidspromotie en de opdrachten van de dienst of van de actor.

Relevantie en coherentie van de vastgestelde doelstellingen : De vastgestelde doelstellingen houden verband met de vastgelegde prioriteiten. Ze berusten op geïdentificeerde behoeften en verwachtingen van de doelgroepen. Ze zijn in overeenstemming met de doelstellingen van de gezondheidspromotie.

Relevantie en coherentie van de projecten en activiteiten die zullen worden ingevoerd : De projecten en activiteiten die overwogen worden houden verband met de vastgestelde doelstellingen. Ze combineren verschillende actiestrategieën zoals bepaald in het Decreet en in het Plan voor Gezondheidspromotie.

Relevantie en coherentie van het evaluatieproject : Evaluatiecriteria en - indicatoren van de dienst worden bepaald in het dossier. De evaluatie begeleidt het verloop van het programma van bij het ontwerp.

De doelstellingen van de evaluatie worden aangepast aan het project.

De middelen ingezet voor het evaluatieproject zijn evenredig.

Relevantie en coherentie van de gedetailleerde begroting : De begroting is aangepast en evenredig. Elke post is voldoende uitgewerkt zodanig dat het nut ervan begrepen wordt.

Relevantie en coherentie van de actiekalender : Dankzij de actiekalender kan de opeenvolging van werkfasen en de evolutie van de dienst, jaar na jaar, begrepen worden. Deze is realistisch en houdt rekening met de middelen van de dienst/actor.

Meerwaarde en prioriteit


Het voorgestelde dossier beantwoordt aan de opdrachten die men verwacht van een begeleidings- / ondersteuningsdienst/actor.

De dienst is een aanvulling op het mechanisme van gezondheidspromotie ingevoerd door het Decreet en het Plan voor Gezondheidspromotie.

Het houdt rekening met de prioriteiten vastgelegd in het Plan.

Het besteedt aandacht aan een of meerdere problemen, actiestrategieën of publieken die als prioritair worden voorgesteld in het Plan.

Het bepaalt duidelijk de strategieën via dewelke het wil bijdragen tot de vermindering van de sociale ongelijkheden in de gezondheidszorg.

Tussentijdse evaluatie


GLOBALE EVALUATIE

Gunstig advies


Ongunstig advies


Motivering van het advies


Eventuele aanbevelingen


Gedaan te Brussel op 16 februari 2017.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit 2016/732 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 16 februari 2017 houdende uitvoering van het decreet van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 februari 2016 betreffende de gezondheidspromotie.

Voor het College : F. LAANAN, Voorzitter van het College C. JODOGNE, Collegelid belast met Gezondheid

^