Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 13 maart 1997
gepubliceerd op 11 juni 1997

Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de voorwaarden tot toekenning van tegemoetkomingen door het Brussels Franstalig Fonds voor sociale integratie van gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces ten gunste van werkgevers die gehandicapten tewerkstellen om hen beter te integreren in het arbeidsproces

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1997031161
pub.
11/06/1997
prom.
13/03/1997
ELI
eli/besluit/1997/03/13/1997031161/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 MAART 1997. Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de voorwaarden tot toekenning van tegemoetkomingen door het Brussels Franstalig Fonds voor sociale integratie van gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces ten gunste van werkgevers die gehandicapten tewerkstellen om hen beter te integreren in het arbeidsproces


Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de artikelen 138 en 178 van de Grondwet;

Gelet op het artikel 8 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle van bepaalde openbare instellingen;

Gelet op het artikel 83, §3 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op het artikel 4, 1° van de decreten van 19 en 22 juli 1993 tot toekenning van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op de decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 maart 1994 betreffende de sociale integratie van gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces;

Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 23 januari 1997 tot bevordering van de integratie van gehandicapten in het arbeidsproces, inzonderheid op het artikel 5, 2°;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 maart 1997 betreffende het globaal proces voor de sociale integratie van gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces ingesteld in overleg met iedere gehandicapte opgenomen volgens de bepalingen van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 maart 1994 inzake de sociale integratie van gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces;

Gelet op het besluit van het College van Franse Gemeenschapscommissie van 4 juli 1995 tot verdeling van de bevoegdheden van zijn leden;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 juli 1995 tot regeling van zijn werking en tot ondertekening van zijn akten, zoals gewijzigd bij de besluiten van 14 en 21 september 1995;

Gelet op het advies van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid, gegeven op 14 januari 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 januari 1997;

Gelet op het akkoord van het Lid van het College belast met Begroting, gegeven op 31 januari 1997;

Gelet op de hoogdringendheid gerechtvaardigd door het feit dat : - het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 23 januari 1997 tot bevordering van de gehandicapten in het arbeidsproces van kracht werd op 1 januari 1997; - er aanzienlijke reglementaire wijzigingen op 1 januari 1997 van kracht werden voor de ondernemingen met aangepast werk en de werknemers wier arbeidssituatie, voor sommigen althans, gewijzigd zou kunnen worden; - het dus nodig is zo vlug mogelijk vereenvoudigde formules uit te werken voor de toekenning van tegemoetkomingen aan de werkgevers zodat de tewerkstelling van gehandicapten in het gewoon arbeidscircuit aangemoedigd wordt;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 februari 1997 overeenkomstig artikel 84, lid 1, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voordracht van het Lid van het College belast met Bijstand aan Personen, Besluit : HOOFDSTUK I - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet, krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, dient men te verstaan onder : 1° bestuur: de diensten van het Brussels Franstalig Fonds voor de sociale integratie van gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces;2° decreet : het decreet van het Franse Gemeenschapscommissie van 17 maart 1994 betreffende de sociale integratie van gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces;3° werknemer : de gehandicapte die opgenomen is volgens de bepalingen van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 maart 1994 betreffende de sociale integratie van gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces, tot stand gekomen op basis van een arbeidsovereenkomst waardoor men onderworpen is aan de sociale zekerheid of middels een reglementair statuut en waarbij het globaal proces voor de sociale integratie van gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces besluit dat de tewerkstelling in het gewoon circuit goed is;4° werkgever : iedere privaat- of publiekrechtelijk persoon die een in 3° bedoelde werknemer in dienst neemt;5° bezoldiging : het daadwerkelijk door de werkgever uitbetaalde maandloon dat niet meer mag bedragen dan driemaal het gemiddeld minimum maandinkomen, zoals gewaarborgd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr.43 van 2 mei 1988, gesloten in de Nationale Arbeidsraad. HOOFDSTUK II - De tewerkstellingspremie

Art. 3.Binnen de perken van de beschikbare kredieten wordt een "tewerkstellingspremie" aan de werkgever toegekend ter compensatie van het rendementsverlies van een werknemer wiens globaal proces voor de sociale integratie van de gehandicapte en zijn inschakeling in het arbeidsproces, ingesteld krachtens artikel 6, 1° van het decreet voorziet in zijn tewerkstelling in het gewoon circuit middels een tegemoetkoming van het bestuur in zijn bezoldiging.

Art. 4.De tewerkstellingspremie is het verschil tussen de in aanmerking genomen bezoldiging en de verminderingen of vrijstellingen van sociale lasten en de andere tegemoetkomingen in de bezoldiging die kunnen worden toegekend krachtens de federale of gewestelijke bepalingen.

Art. 5.De aanvraag van de werkgever wordt per aangetekende brief verstuurd naar het bestuur op het document dat laatstgenoemde daartoe heeft bestemd.

Het bestuur beslist over de aanvraag van de werkgever en stelt zonodig een percentage vast van de tegemoetkoming in de bezoldiging betaald door de werkgever. Deze tegemoetkoming komt overeen met het rendementsverlies van de werknemer.

Het percentage van de tegemoetkoming mag niet hoger liggen dan 65 %.

Om dit percentage te bepalen, vult het bestuur het bij dit besluit gevoegde beoordelingsrooster in.

Het advies van de arbeidsgeneesheer, bedoeld in artikel 8 van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 23 januari 1997 tot bevordering van de sociale integratie van gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces, wordt onder vertrouwelijke omslag verstuurd naar de geneesheer van het bestuur.

Art. 6.De beslissing tot toekenning van de tewerkstellingspremie wordt ter kennis gebracht van de werkgever binnen dertig dagen volgend op de datum waarop het bestuur over de nodige gegevens beschikt. De premie wordt toegekend voor maximum één jaar te rekenen vanaf de datum van de aanvraag.

Zij kan evenwel hernieuwd worden op basis van een blijvend rendementsverlies van de werknemer.

Deze beslissing kan eveneens aanleiding geven tot een verplichte sociale begeleiding door een dienst die een overeenkomst heeft gesloten of die erkend is door het College van de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 7.De tewerkstellingspremie kan slechts uitbetaald worden op het einde van elke maand op voorlegging van de door het bestuur vastgestelde en door de werkgever ingediende bewijsstukken.

Deze documenten moeten, op straffe van verval, ingediend worden binnen één jaar na het verstrjiken van de maand waarop zij betrekking hebben.

De tewerkstellingspremie wordt door het bestuur uitbetaald binnen dertig te rekenen vanaf de datum van ontvangst van deze naar behoren ingevulde documenten.

Art. 8.Hebben geen recht op de tewerkstellingspremie en zijn, desgevallend, verplicht deze terug te betalen : 1° de werkgevers die één of meerdere personen ontslagen hebben om te kunnen genieten van de in dit besluit bedoelde tegemoetkoming;2° de werkgevers die niet voldoen aan de wettelijke en reglementaire voorwaarden die zij moeten vervullen als werkgever;3° de publiekrechtelijke werkgevers die per groep van 20 voltijdse betrekkingen nog niet één gehandicapte, opgenomen volgens de federale, gemeenschaps- en gewestelijke reglementering, tewerkstellen. Komen niet in aanmerking hiervoor, de banen die voorbehouden zijn aan het medisch, verplegend en verzorgend personeel, aan politieagenten en brandweermannen.

De tewerkstellingspremie wordt toegekend aan die werkgevers voor iedere bijkomende verbintenis m.b.t. deze norm.

Art. 9.De volgende werkgevers kunnen geen aanspraak maken op de tegemoetkoming in de onderstaande gevallen : 1° de ondernemingen met aangepast werk : voor de gehandicapte werknemers voor wie een tegemoetkoming in de bezoldiging en de sociale lasten wordt toegekend door een gewestelijke of gemeenschapsinstelling belast met de integratie van gehandicapten, inzoverre deze tegemoetkoming geen betrekking heeft op het begeleidingspersoneel; 2° de werkgevers : voor een werknemer die voldoet aan de voorwaarden tot toekenning van een tegemoetkoming in de bezoldiging vanwege de R.V.A. voor moeilijk te plaatsen werklozen; 3° de werkgevers : voor een werknemer voor wie ze kunnen genieten van tegemoetkomingen vanwege een gewestelijke of gemeenschapsinstelling belast met de integratie van gehandicapten krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr.26 betreffende de bezoldigingsgraad voor gehandicapten die een gewone arbeidsfunctie uitoefenen of krachtens iedere andere reglementaire bepaling ter compensatie van het tijdelijk of blijvend rendementsverlies van een werknemer. HOOFDSTUK III - De vestigingspremie

Art. 10.Het bestuur kent, binnen de perken van de beschikbare kredieten, een "vestigingspremie" toe aan iedere gehandicapte die zich vestigt op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als zelfstandige of die er een activiteit als zelfstandige uitoefent na een onderbreking wegens ongeval of ziekte of die zijn beroepsactiviteit die door zijn deficiëntie in het gedrang is gebracht en waarvan het rendementsverlies moet worden gecompenceerd, verder tracht uit te oefenen.

Art. 11.De aanvraag wordt per aangetekende brief verstuurd naar het bestuur op het document dat laatstgenoemde daartoe heeft bestemd.

Na onderzoek beslist het bestuur over de aanvraag rekening houdend met : - de indicaties en contra-indicaties op beroepsvlak voortvloeiend uit de deficiënties en vaardigheden en uit de vereisten van het beoogde werk; - de beroepsbekwaamheid van de aanvrager; - de technische, economische, financiële en sociale haalbaarheid van het project van de aanvrager door de voorlegging met name van een beginsituatie en een verwachte staat van de geraamde uitgaven en inkomsten voor de eerste twee dienstjaren van de onderneming. - de mogelijkheid voor de aanvrager om zijn project te laten opvolgen door een begeleidingscel bij de oprichting van een onderneming op initiatief van het Instituut voor de permanente opleiding van de middenklasse en de kleine en middelgrote ondernemingen.

Art. 12.Het bestuur stelt de tegemoetkoming vast op een percentage van het gemiddeld minimum maandinkomen zoals gewaarborgd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Dit percentage mag niet meer bedragen dan 50 % en komt overeen met het rendementsverlies van de aanvrager.

Om te komen tot dit percentage vult het bestuur het bij dit besluit gevoegde beoordelingsrooster in.

De betaling van de vestigingspremie gebeurt op het einde van iedere maand.

Art. 13.De vestigingspremie wordt verleend voor een periode van zes maand en kan driemaal hernieuwd worden.

De periode waarop de tegemoetkoming betrekking heeft, mag niet aanvangen vóór de dag waarop de aanvraag ontvangen werd.

Art. 14.De volgende personen krijgen geen tegemoetkoming en moeten zonodig de tegemoetkoming waarvan zij genoten zouden hebben, terugbetalen : - de aanvrager die niet voldoet aan alle wettelijke en reglementaire voorwaarden m.b.t. de uitoefening van de bedoelde beroepsactiviteit; - de aanvrager die bovenop zijn activiteit als zelfstandige een andere bezoldigde, minstens halftijdse activiteit uitoefent. HOOFDSTUK IV - De aanpassing van de werkpost

Art. 15.Binnen de perken van de beschikbare kredieten wordt aan de werkgever een tegemoetkoming in de kosten voor de aanpassing van een werkpost verleend, hetzij om een gehandicapte aan te werven, hetzij om de werknemer meer kansen te geven om een functie te bekleden die beter met zijn vaardigheden overeenstemt, hetzij om een persoon die gehandicapt wordt aan het werk te houden.

Overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk wordt de gehandicapte die een beroepsopleiding volgt in het raam van zijn globaal proces voor de sociale integratie van gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces of die tewerkgesteld is op basis van een overeenkomst voor omscholing of als zelfstandige, gelijkgesteld aan een werknemer. In het geval van een beroepsopleiding wordt de opleidingsinstelling gelijkgesteld aan een werkgever.

Art. 16.De aanvraag van de werkgever wordt per aangetekende brief verstuurd naar het bestuur op het document dat laatstgenoemde daartoe heeft bestemd.

De aanvraag mag geen betrekking hebben op de aanpassing van een werkpost die drie maand vóór de ontvangstdatum van de aanvraag, uitgevoerd is.

Het bestuur neemt een beslissing over de aanvraag van de werkgever, nadat er bij de werkgever een onderzoek verricht werd.

De beslissing tot tegemoetkoming wordt ter kennis gebracht van de werkgever binnen dertig dagen te rekenen vanaf de dag dat het bestuur over de nodige gegevens beschikt.

Art. 17.Om aanspraak te kunnen maken op een tegemoetkoming van het bestuur, moet de werkgever zich ertoe verbinden : 1° de werknemer, voor wie de werkpost werd aangepast in dienst houden gedurende minstens zes maanden vanaf de datum van de aanpassing als de tegemoetkoming van het bestuur minder dan 100.000 BEF bedraagt en gedurende minstens één jaar als zij meer dan 100.000 BEF bedraagt; 2° het bestuur op de hoogte te brengen als er een aangepaste werkpost, waarvoor een tegemoetkoming verleend wordt, vrijkomt;3° bij voorrang iedere aangepaste werkpost voorbehouden aan een andere gehandicapte werknemer die is opgenomen volgens de bepalingen van het decreet. In het geval van een beroepsopleiding in het raam van het globaal proces voor sociale integratie van gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces, is de opleidingsinstelling vrijgesteld van de onder punt 1 vermelde verplichting.

Art. 18.De werkgever moet de tegemoetkoming vanwege het bestuur terugbetalen als hij niet voldoet aan één van de voorwaarden vermeld in de punten 1° en 2° van artikel 17. HOOFDSTUK V - Opheffende en overgangsbepalingen

Art. 19.Worden opgeheven leden 2° en 3° a) van artikel 85 van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale herklassering van gehandicapten, zoals gewijzigd.

Art. 20.Wordt opgeheven het ministerieel besluit van 23 januari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden tot toekenning van een tegemoetkoming in de bezoldiging en de sociale lasten verleend door het Nationaal Fonds voor de sociale herklassering van gehandicapten aan de werkgevers die gehandicapte werknemers tewerkstellen, zoals gewijzigd.

Deze bepalingen blijven voorlopig van toepassing op de werknemer die op 31 december 1996 geniet van een dergelijke tegemoetkoming tot de termijn die voorzien is in het globaal proces voor zijn sociale integratie en inschakeling in het arbeidsproces.

Art. 21.Wordt opgeheven het ministerieel besluit van 17 november 1965 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Nationaal Fonds voor de sociale herklassering van gehandicapten aan laatstgenoemenden leningen toekent of waarborgt voor hun plaatsing.

Art. 22.Wordt opgeheven het ministerieel besluit van 17 maart 1965 tot vaststelling van de voorwaarden tot toekenning van een tegemoetkoming in de kosten voor de inrichting van een werkpost door het Nationaal Fonds voor de sociale herklassering van gehandicapten, zoals gewijzigd. HOOFDSTUK VI - Slotbepalingen

Art. 23.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1997.

Brussel, 13 maart 1997.

Namens het College van de Franse Gemeenschapscommissie : Ch. PICQUE, Lid van het College belast met Bijstand aan Personen H. HASQUIN, Voorzitter van het College Bijlage bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de voorwaarden tot toekenning van tegemoetkomingen door het brussels franstalig fonds voor sociale integratie van gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces ten gunste van werkgevers die gehandicapten tewerkstellen om hen beter te integreren in het beroepsleven Tabel voor de bepaling van het rendementsverlies van de gehandicapte werknemer om te kunnen genieten van de tewerkstellingspremie of de vestigingspremie Onderneming : Naam - Voornaam van de werknemer : FH/: Geboortedatum : Beoordelingsdatum : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Omschrijving van de items Het rendementsverlies dat wordt vertaald in een tegemoetkomingspercentage in de bezoldiging van de werknemer mag enkel voortvloeien uit zijn gebrek.

Ter vervollediging van de tabel voor de bepaling van het rendementsverlies moet ook rekening gehouden worden met : - de vereisten van de werkpost; - de eventuele aanpassing van de werkpost - het advies van de arbeidsgeneesheer; - het gemiddeld prestatievermogen van de valide werknemers die dit werk uitvoeren.

A. 1 SNELHEID Snelheid waartegen het werk verricht wordt 1. hoger dan of gelijk aan 90 % 2.tussen 70 % en 89 % 3. tussen 50 % en 69 % 4.lager dan 50 % A. 2 KWALITEIT Kwaliteit en betrouwbaarheid van het afgewerkt product (los van de andere criteria) 1. Goed werk, weinig fouten en gebreken.2. Goed werk ondanks kleine foutjes en gebreken die verholpen kunnen worden (indien men hem erop wijst) 3.Werk dat vaak door een derde moet verbeterd worden. 4. Slechte kwaliteit. A. 1 - A. 2 COMBINATIE SNELHEID - KWALITEIT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld B.1 OMZETTING VAN DE AANWIJZINGEN Mogelijkheid om de aanwijzingen om te zetten, te begrijpen en te ontvangen. 10 % Uitwisseling van de aanwijzingen, zelfs gemakkelijke, die moeilijk te begrijpen zijn (bijvoorbeeld, in geval van volledige doofheid en blindheid). 5 % Uitwisseling van de ingewikkelde aanwijzingen die moeilijk te begrijpen zijn.

B.2 AUTONOMIE - POLYVALENTIE Niveau inzake begeleiding en polyvalentie dat vereist is om het werk uit te voeren. 10 % Werkt niet alleen, heeft voortdurende begeleiding en toezicht nodig en vergeet van de ene dag op de andere de aangeleerde handelingen. 5 % Werkt op voorwaarde dat er toezicht en veel begeleiding is (meerdere malen per uur); kan alleen geen probleem oplossen; gebrek aan polyvalentie.

B.3 SOCIALE VAARDIGHEDEN EN HOUDING TEGENOVER MEERDERE Kan gemakkelijk positieve sociale contacten leggen in werksfeer en leeft aanwijzingen en orders na. 10 % Agressieve houding tegenover collega's of onvermogen om hen contacten te leggen of systematische verwerping van het gezag. 5 % Ontoereikende contacten op het werk of noodzaak om zeer regelmatig aan de orders en de voorschriften te herinneren (meerdere malen per dag).

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot vasstelling van de voorwaarden tot toekenning van tegemoetkomingen door het Brussels Franstalig Fonds voor sociale integratie van gehandicapten en hun inschakeling in het arbeidsproces ten gunste van werkgevers die gehandicapten tewerkstellen om hen beter te integreren in het beroepsleven.

Brussel, 13 maart 1997.

Namens het College van de Franse Gemeenschapscommissie : Ch. PICQUE, Lid van het College belast met Bijstand aan Personen H. HASQUIN, Voorzitter van het College

^