gepubliceerd op 29 maart 2004
Besluit 2002/838 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de bescherming van het personeel van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
12 FEBRUARI 2004. - Besluit 2002/838 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de bescherming van het personeel van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, meer bepaald op de artikelen 79 en 79bis, ingevoegd door de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het decreet II van de Raad van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, meer bepaald op artikel 4;
Gelet op het decreet III van de vergadering van de Franse Gemeenschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 22 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, meer bepaald op artikel 4;
Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;
Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, gewijzigd door de besluiten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 juli 1996, 11 december 1997, 4 maart 1999, 24 februari 2000, 18 januari 2001, 10 mei 2001, 23 mei 2002 en 10 oktober 2002;
Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 maart 1999 betreffende de loopbaan van de ambtenaren en het personeelsreglement van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, gewijzigd door de besluiten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 6 februari 2003;
Gelet op het protocol nr. 2003/15 van 11 juli 2003 van het comité van sector XV van de Franse Gemeenschapscommissie;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 oktober 2002;
Gelet op het akkoord van het Collegelid belast met de Begroting, gegeven op 13 november 2002;
Gelet op het advies nr. 36.067/2 van de Raad van State, gegeven op 26 november 2003, in toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende de noodzaak om zo spoedig mogelijk te zorgen voor de uitvoering van de reglementaire bepalingen;
Op voorstel van het Collegelid belast met Ambtenarenzaken, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet, krachtens de artikelen 138 en 178 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Het College : het College van de Franse Gemeenschapscommissie;2° De Leidende Ambtenaar : de Leidende Ambtenaar van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.
Art. 3.Dit besluit is van toepassing op de ambtenaren, stagiairs, tijdelijken en contractuelen van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, hierna genoemd de administratie.
Dit besluit is van toepassing op iedereen die werkzaam is bij de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en die in een ondergeschikt verband werkt.
Art. 4.Na een oproep tot kandidaatstelling en uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit, wijst het College in de administratie drie vertrouwenspersonen aan waarbij beide geslachten vertegenwoordigd zijn. Deze personen worden aangewezen voor een hernieuwbare periode van vier jaar.
Het College kan een einde maken aan de taken van een vertrouwenspersoon die de verplichtingen die inherent zijn aan zijn of haar functie niet nakomt, en een andere vertrouwenspersoon aanwijzen om het lopende mandaat te voleindigen.
In geval van het ontslag van een vertrouwenspersoon, wijst het College een nieuwe vertrouwenspersoon aan om het lopende mandaat te voleindigen.
Art. 5.Wanneer een met redenen omklede klacht volgens de interne procedure wordt ingediend, wordt de klacht met diens bijlagen door de bevoegde preventieadviseur bezorgd aan het College voor de ambtenaren van rang 15 en rang 16 en aan de Leidende Ambtenaar voor de overige personeelsleden van de administratie.
Art. 6.Het Collegelid bevoegd voor Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 12 februari 2004.
Door het College : E. TOMAS, Voorzitter van het College J. SIMONET, Collegelid belast met Ambtenarenzaken A. HUTCHINSON, Collegelid belast met de Begroting.