Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 11 mei 2017
gepubliceerd op 13 juni 2017

Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2015/791 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de alternerende overeenkomst en het desbetreffende opleidingsplan

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017012544
pub.
13/06/2017
prom.
11/05/2017
ELI
eli/besluit/2017/05/11/2017012544/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 MEI 2017. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2015/791 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de alternerende overeenkomst en het desbetreffende opleidingsplan


Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op het kaderakkoord tot samenwerking betreffende de alternerende opleiding, gesloten te Brussel op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, waarmee ingestemd is bij decreet van 15 januari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/01/2009 pub. 05/03/2009 numac 2009200861 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het kaderakkoord tot samenwerking betreffende de alternerende opleiding, gesloten te Brussel op 24 november 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie type decreet prom. 15/01/2009 pub. 13/02/2009 numac 2009031075 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet tot wijziging van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 mei 2004 betreffende de sociale cohesie sluiten, artikel 1, § 5 en 2ter, § 3, gewijzigd bij het aanhangsel van 27 maart 2014, waarmee ingestemd is bij decreet van 28 april 2014;

Gelet op het besluit 2015/791 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 15 juli 2015 tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de alternerende overeenkomst en het desbetreffende opleidingsplan, zoals voorzien krachtens het akkoord tot samenwerking van 24 oktober 2008 en gewijzigd bij de aanhangsels van 27 maart en 15 mei 2014;

Gelet op het advies van de Dienst Opleiding van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, SFPME, gegeven op 2 september 2016;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 5 september 2016;

Gelet op het advies van de "Office Francophone de la Formation en Alternance", gegeven op 22 augustus 2016;

Overwegende dat de alternerende overeenkomst één van de voornaamste instrumenten is in het kader van de uitvoering van de hervorming van de alternerende opleiding die wordt beoogd oor de uitvoerende organen van de partijen bij het kaderakkoord tot samenwerking betreffende de alternerende opleiding, gesloten te Brussel op 24 oktober 2008;

Overwegende dat het, een jaar na de uitvoering van de alternerende overeenkomst, nodig is er bepaalde wijzigingen in aan te brengen om het gebruik ervan te optimaliseren door het beperken van de bronnen van interpretatie die nadelig zijn voor de doelstelling van harmonisering van de overeenkomsten en statuten van de alternerende leerlingen;

Overwegende dat het van essentieel belang is dat de wijzigingsbesluiten van de besluiten met dezelfde inhoud die gelijktijdig aangenomen werden door de Regeringen en het College betreffende de alternerende overeenkomst van kracht worden op 1 september 2016;

Overwegende dat de bepalingen m.b.t. de uitvoering van het kaderakkoord tot samenwerking betreffende de alternerende opleiding absoluut in het begin van het opleidingsjaar 2016-2017 in werking moeten treden;

Overwegende dat zowel de rechtszekerheid als de perfecte voorlichting van de leerlingen in alternerende opleiding, van de operatoren en de ondernemingen over hun rechten en plichten, zoals bedoeld in de alternerende overeenkomst en het gevoegde opleidingsplan sinds 1 september 2016 moeten worden gewaarborgd;

Overwegende dat de Centra voor Alternerend Onderwijs en Opleiding, het "Institut wallon de Formation en Alternance et des Indépendants et petites et moyennes Entreprises (IFAPME)" en de Dienst Opleiding van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen geïnformeerd werden over het bijgewerkte model van alternerende overeenkomst met het oog op de aanvang van het academiejaar 2016-2017;

Overwegende dat dit besluit bijgevolg terugwerkende kracht op 1 september 2016 moet krijgen;

Dat de terugwerkende kracht van de administratieve akten aanvaard wordt wanneer ze noodzakelijk is voor de continuïteit van de openbare dienst of voor de regularisatie van een feitelijke of juridische toestand en voor zover daarbij rekening wordt gehouden met de eisen inzake rechtszekerheid en individuele rechten;

Dat de aanneming in casu van een besluit met terugwerkende kracht ertoe strekt, de rechtszekerheid te vergroten ten gunste van de betrokken partijen bij de overeenkomsten inzake alternerende opleiding ondertekend vanaf 1 september 2016, en meer bepaald de alternerende leerlingen en de partnerbedrijven in het kader van de opleiding;

Dat, bij gebrek aan een dergelijke wettelijke grondslag, overwogen zou moeten worden dat alle overeenkomsten gesloten vanaf 1 september 2016 gewijzigd zouden moeten worden;

Dat de terugwerkende kracht dus voordeel voor de betrokkenen oplevert en, in die zin, gerechtvaardigd wordt;

Gelet op het advies 60.617/2 van de Raad van State, gegeven op 4 januari 2017, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;

Op voordracht van de minister van Opleiding, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid als bedoeld in artikel 127, § 1 ervan.

Art. 2.Artikel 2, tweede lid, van het besluit 2015/791 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 15 juli 2015 betreffende de alternerende overeenkomst en het desbetreffende opleidingsplan, wordt vervangen door wat volgt: "Het bepaalt de rechten en minimale plichten van de partijen, gepreciseerd, gevraagd of gegeven op eigen initiatief door de Office francophone de la Formation en alternance, door de bevoegde ministers en leden van het College."

Art. 3.Artikel 5, § 1, wordt vervangen door: "Voor elke nieuwe alternerende overeenkomst bedraagt de proefperiode één maand en wordt ze opgeschort in geval van afwezigheid van de leerling om welke reden ook."

Art. 4.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 7.Elke wijziging met betrekking tot het type opleiding verstrekt aan de leerling en het ondernemingsnummer opgenomen in de Kruispuntbank van Ondernemingen moet het voorwerp uitmaken van een nieuwe alternerende overeenkomst."

Art. 5.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 8.De aangebrachte wijzigingen aan de alternerende overeenkomst, zoals de verandering van mentor, van Paritair Comité van het bedrijf, van inrichtingseenheid waarin de opleiding wordt gegeven, van bezoldiging van de leerling of van duur van de overeenkomst, maken het voorwerp uit van een aanhangsel bij de alternerende overeenkomst.

Elke andere wijziging, zoals de verandering van referentiepersoon, opleidingsoperator, persoonsgegevens van de leerling of uurroosters van de opleiding, maken het voorwerp uit van een bijlage. Deze bijlage wordt doorgegeven aan de ondertekenaars van de alternerende overeenkomst.

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 8/1 ingevoegd, opgesteld als volgt: "

Art. 8/1.Het bedrag van de bezoldiging van de leerling wordt berekend op basis van een percentage van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, geïndexeerd op dezelfde basis als de automatische loonindexering.

Art.X. De OFFA publiceert elk jaar op 1 januari een vademecum bestemd voor de opleidingsoperatoren, de bedrijven en de leerlingen. Het beoogt de implicaties van de alternerende overeenkomst voor zowel de leerling als voor het bedrijf en de opleidingsoperator.

Art. 7.Het bij dit besluit gevoegde model van alternerende overeenkomst vervangt bijlage I van het besluit 2015/791 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 15 juli 2015 betreffende de alternerende overeenkomst en het desbetreffende opleidingsplan.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2016.

Art. 9.De Minister bevoegd voor Opleiding wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 mei 2017.

Voor het College: De Minister-President, F. LAANAN De Minister van Opleiding, D. GOSUIN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld .

^