Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 09 juni 2022
gepubliceerd op 11 juli 2022

Besluit 2021/2691 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende telewerk

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2022015266
pub.
11/07/2022
prom.
09/06/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 JUNI 2022. - Besluit 2021/2691 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende telewerk


Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 3, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, artikel 79, § 1;

Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 maart 1994 houdende oprichting van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, artikel 22, eerste lid;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 juni 2017 betreffende telewerk;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 oktober 2021;

Gelet op het akkoord van het collegelid belast met Begroting, gegeven op 10 november 2021;

Gelet op het evaluatieverslag van 10 november 2021 over de impact van dit besluit op de respectieve situatie van vrouwen en mannen;

Gelet op het evaluatieverslag van 10 november 2021 over de impact van dit besluit op de situatie van personen met een handicap;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, gegeven op 26 november 2021;

Gelet op het protocol nr. 2020/13 van 7 oktober 2020 van het Sectorcomité XV van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het protocol nr. 2021/11 van 28 januari 2022 van het Sectorcomité XV van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het advies nr. 71.297/4 van de Raad van State, gegeven op 27 april 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van het collegelid belast met Openbaar Ambt en het collegelid belast met Beroepsopleiding;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1 - Toepassingsgebied en algemene definities

Artikel 1.Dit besluit regelt, met toepassing van artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet.

Art. 2.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van: 1° de Diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, hierna `Diensten van het College';2° het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, hierna `Bruxelles Formation'. § 2. Stagiairs en nieuw aangeworven contractuele personeelsleden mogen telewerken na een periode van drie maanden. § 3. Die termijn van drie maanden kan in onderlinge overeenstemming tussen het personeelslid en zijn leidinggevende worden verkort.

Die termijn is niet van toepassing op stagiairs van wie de stage start na een arbeidsovereenkomst gesloten met de werkgever en als zij aan de volgende voorwaarden voldoen: - gedurende ten minste drie maanden zonder onderbreking een voltijdse arbeidsovereenkomst met de werkgever hebben gehad; - in dezelfde functie worden aangesteld als die waarin zij in het kader van hun bovenvermelde arbeidsovereenkomst waren aangesteld.

Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° personeelslid: de mandaathouder, het statutair personeelslid, de stagiair en het contractueel personeel;2° stagiair: de persoon die tot de stage is toegelaten met het oog op een eventuele vaste benoeming;3° telewerk: elke vorm van organisatie en/of uitvoering van werk waarbij, met gebruikmaking van informatietechnologie, werk dat in de lokalen van de werkgever kan worden uitgevoerd, bij de telewerker thuis of op een andere telewerkplek wordt uitgevoerd;4° telewerkplek: plaats buiten de lokalen van de werkgever van waaruit het personeelslid gemachtigd is te werken overeenkomstig de bepalingen van dit besluit;5° telewerker: het personeelslid dat telewerkt;6° werkgever: de instellingen bedoeld in artikel 2, § 1;7° leidinggevende: - voor de Diensten van het College wordt verstaan `de leidinggevende van ten minste rang 13'; - voor Bruxelles Formation wordt verstaan `de medewerker die is aangewezen om een dienst, afdeling of pool te leiden; 8° bestuursorgaan: - voor de Diensten van het College wordt verstaan `de directieraad'; - voor Bruxelles Formation wordt verstaan `de leidend ambtenaar van rang 16'; 9° werkdagen: alle dagen van de week uitgezonderd zaterdagen, zondagen, feestdagen of gelijkgestelde dagen. HOOFDSTUK 2 - Algemene principes

Art. 4.Bij de vaststelling van de nadere regels van telewerk wordt te allen tijde rekening gehouden met de behoeften van de dienst en het beginsel van continuïteit van de openbare dienst.

Art. 5.Telewerk verandert niets aan het juridisch statuut van het personeelslid.

De rechten en plichten die op de telewerker van toepassing zijn, zijn identiek aan die van de andere personeelsleden van dezelfde werkgever, in het bijzonder de bepalingen inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten.

Art. 6.Voor de telewerker geldt hetzelfde werkrooster als dat wat van toepassing is wanneer hij zich op zijn werkplek bevindt. In geval van afwijking van het geldende werkrooster, geeft de werkgever zijn voorafgaande goedkeuring overeenkomstig de bepalingen van de wet van 14 december 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2000 pub. 05/01/2001 numac 2000002134 bron ministerie van ambtenarenzaken Wet tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in openbare sector sluiten tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector.

Art. 7.De telewerker moet toegang kunnen hebben tot de nuttige informatie met betrekking tot de instelling en de dienst.

Art. 8.De werkgever garandeert de telewerker een recht om onbereikbaar te zijn waarvan de nadere regels worden vastgelegd in het huishoudelijk reglement van elk van de twee instellingen bedoeld in artikel 2, § 1, van dit besluit. HOOFDSTUK 3 - Telewerkvormen en -plekken Afdeling 1. - Structureel, occasioneel en uitzonderlijk telewerk

Art. 9.Structureel telewerk is een vorm van organisatie van het werk waarbij het personeelslid op regelmatige basis mag telewerken tot drie dagen per week en maximaal tien dagen per maand.

Voor het personeelslid dat deeltijds werkt, worden die maximumaantallen telewerkdagen per week en per maand dienovereenkomstig verminderd.

Art. 10.Occasioneel telewerk is een vorm van organisatie van het werk waarbij het personeelslid dat niet in aanmerking komt voor structureel telewerk, op niet-regelmatige basis mag telewerken voor bepaalde specifieke taken.

Art. 11.§ 1. Uitzonderlijk telewerk is een vorm van organisatie van het werk waarbij het personeelslid mag of moet telewerken in uitzonderlijke omstandigheden.

Het bestuursorgaan kan beslissen af te wijken van de bepalingen van dit besluit voor de duur die het noodzakelijk acht in het licht van bovenvermelde uitzonderlijke omstandigheden, in het bijzonder de bepalingen betreffende de wekelijkse en/of maandelijkse maximumaantallen bedoeld in artikel 9. § 2. Dit telewerk wordt, naargelang de omstandigheden, ofwel geïndividualiseerd door een schriftelijke overeenkomst te sluiten, ofwel veralgemeend in het kader van collectieve maatregelen voor de organisatie van het werk die door het bestuursorgaan worden genomen, na overleg. Afdeling 2. - Telewerkplek(ken)

Art. 12.§ 1. De werknemer mag de telewerkplek(ken) kiezen mits de werkgever ermee akkoord gaat en met inachtneming van de bepalingen van deze tweede afdeling. § 2. De telewerkplek(ken) kan (kunnen) de hoofdverblijfplaats van de werknemer zijn en/of een andere plaats buiten de lokalen van de werkgever. § 3. De telewerkplek(ken) bevindt (bevinden) zich op Belgisch grondgebied. Er kunnen uitzonderingen op dat beginsel worden gemaakt: - ofwel als de hoofdverblijfplaats van de werknemer zich buiten het Belgische grondgebied bevindt; - ofwel in het kader van uitzonderlijk telewerk.

Art. 13.De werkgever kan bezwaar maken tegen de door de werknemer gekozen telewerkplek als die in strijd is met de ter zake geldende sociale en fiscale bepalingen.

Art. 14.De telewerkplek(ken) wordt (worden) vastgelegd in de principeovereenkomst bedoeld in artikel 17 of in de overeenkomst bedoeld in artikel 11, § 2.

Voor een tijdelijke telewerkplek moet de werkgever altijd zijn voorafgaande toestemming geven. HOOFDSTUK 4 - Algemene aanvraagprocedure voor structureel of occasioneel telewerk

Art. 15.§ 1. Het personeelslid kan toestemming krijgen om structureel te telewerken als zijn functie verenigbaar wordt verklaard volgens een lijst die ten minste eenmaal per jaar door het bestuursorgaan wordt opgesteld. § 2. Het personeelslid dat niet in aanmerking komt voor structureel telewerk kan toestemming krijgen om occasioneel te telewerken, tenzij zijn functie uitdrukkelijk wordt uitgesloten door een lijst die ten minste eenmaal per jaar door het bestuursorgaan wordt opgesteld.

Art. 16.§ 1. Het personeelslid kan op elk moment van het jaar bij zijn leidinggevende een algemene individuele aanvraag voor structureel of occasioneel telewerk indienen volgens de nadere regels die zijn vastgelegd door elk van de twee instellingen bedoeld in artikel 2, § 1, van dit besluit. § 2. De leidinggevende behandelt de algemene aanvraag voor structureel of occasioneel telewerk binnen een redelijke termijn en deelt zijn beslissing mee aan de dienst die met de personeelsadministratie is belast.

Bij een ongunstige beslissing van de leidinggevende wordt de kandidaat, op zijn verzoek, gehoord door het bestuursorgaan. Hij mag zich laten vergezellen door de persoon van zijn keuze. Het bestuursorgaan neemt na deze hoorzitting een definitieve beslissing binnen een redelijke termijn.

Bij een gunstige beslissing van de leidinggevende of het bestuursorgaan wordt de principeovereenkomst bedoeld in artikel 17 gesloten.

Art. 17.§ 1. De principeovereenkomst is het document waarin, met inachtneming van het algemene kader waarin bij dit besluit wordt voorzien, de leidinggevende en het personeelslid samen de individuele telewerkvoorwaarden vastleggen.

Die overeenkomst wordt gesloten uiterlijk op de laatste dag van de maand die voorafgaat aan de maand waarin het telewerken begint. De overeenkomst begint altijd op de eerste van de maand. § 2. Voor personeelsleden aangeworven op basis van een arbeidsovereenkomst, maakt de in de eerste paragraaf bedoelde overeenkomst het voorwerp uit van een aanhangsel bij hun overeenkomst.

Voor statutaire personeelsleden en stagiairs van de Diensten van het College maakt de beslissing van de werkgever waarbij de in de eerste paragraaf bedoelde overeenkomst wordt vastgesteld, het voorwerp uit van een besluit dat door de leidend ambtenaar wordt ondertekend.

Voor statutaire personeelsleden en stagiairs van Bruxelles Formation maakt de beslissing van de werkgever waarbij de in de eerste paragraaf bedoelde overeenkomst wordt vastgesteld, het voorwerp uit van een brief die door de leidend ambtenaar ter kennis wordt gegeven. § 3. De in de eerste paragraaf bedoelde overeenkomst vermeldt ten minste: 1° de telewerkplek(ken);2° het toegestane minimum- en maximumaantal telewerkdagen per maand en/of per week;3° voor structureel telewerk, indien van toepassing, de bepaling van de vaste telewerkdag(en);4° het werkrooster wanneer dat afwijkt van het werkrooster dat op het personeelslid van toepassing is wanneer hij zich in de lokalen van de werkgever bevindt;5° de begindatum en de wijze van beëindiging van de principeovereenkomst;6° de toestemming van de telewerker voor toegang tot zijn woning door de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk tijdens vastgelegde uren;7° de verbintenis van de telewerker om de door de werkgever opgelegde regels inzake IT-veiligheid na te leven;8° de verbintenis van de telewerker om de door de werkgever georganiseerde opleidingen over telewerk te volgen, in het bijzonder die met betrekking tot de regels inzake IT-veiligheid. HOOFDSTUK 5 - Organisatie van structureel en occasioneel telewerk

Art. 18.Structurele en occasionele telewerkers telewerken hele of halve dagen. De omstandigheden waarin en voorwaarden waaronder op een volledige prestatiedag een halve dag kan worden getelewerkt, worden gepreciseerd in het huishoudelijk reglement van elk van de twee instellingen bedoeld in artikel 2, § 1, van dit besluit.

Art. 19.Telewerk kan geen extra uren of overuren genereren, tenzij met de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de leidinggevende en met inachtneming van de wettelijke beperkingen.

Art. 20.Voor structureel telewerk kunnen alle telewerkdagen of een deel daarvan in de principeovereenkomst worden vastgelegd, in onderling overleg met de leidinggevende.

Voor structurele telewerkdagen die niet in de principeovereenkomst zijn vastgelegd, worden de telewerkdagen bepaald in de prestatiebeheersoftware. Dat moet uiterlijk 24 uur vóór de telewerkdag en, in geval van nood, uiterlijk vóór het begin van de werkdag gebeuren, en moet vooraf specifiek zijn toegestaan door de leidinggevende.

Voor occasioneel telewerk worden de telewerkdagen ook in de prestatiebeheersoftware bepaald, volgens dezelfde nadere regels als voor structureel telewerk.

De toepassing van bovenvermelde regels moet verenigbaar blijven met het beginsel van de continuïteit van de openbare dienst. De leidinggevende neemt de nodige maatregelen en beslissingen om die continuïteit te waarborgen.

Art. 21.Structureel telewerk en occasioneel telewerk zijn niet cumuleerbaar.

Art. 22.Iedere leidinggevende mag voor zijn team een vaste dag per week bepalen waarop niemand mag telewerken. In dat geval wordt die dag vermeld in de principeovereenkomst bedoeld in artikel 17.

Art. 23.De leidinggevende geeft de telewerker instructies en informeert hem over de uit te voeren taken en de te bereiken doelstellingen, alsook over de evaluatiemethoden van het uitgevoerde werk.

Niet-naleving van die instructies kan leiden tot intrekking van de voorafgaande principetoestemming voor telewerk door de leidinggevende, overeenkomstig de nadere regels voorzien in artikel 27. HOOFDSTUK 6 - Uitrusting en tussenkomst in de verbindings- en communicatiekosten

Art. 24.De werkgever informeert de telewerker over de beschermings- en preventiemaatregelen die in de instelling gelden inzake gezondheid en veiligheid op het werk, en in het bijzonder de vereisten met betrekking tot beeldschermen.

De telewerker kan een controlebezoek aanvragen bij de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk.

Art. 25.§ 1. De werkgever levert en installeert de IT-uitrusting die nodig is voor telewerken en neemt de kosten ervan op zich. § 2. Hij komt forfaitair tussen in de verbindings- en communicatiekosten verbonden aan structureel of uitzonderlijk telewerk voor 20 euro per maand, voor elke maand dat de periode van telewerk duurt en op voorwaarde dat het personeelslid op maandbasis ten minste het equivalent van één dag per week heeft getelewerkt. Dat bedrag is niet gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Die maandelijkse forfaitaire vergoeding kan niet tweemaal worden toegekend als het personeelslid in een bepaalde maand zowel structureel als uitzonderlijk telewerkt. § 3. De werkgever neemt maatregelen, in het bijzonder op het gebied van software, om de bescherming van de gegevens die door de telewerker voor beroepsdoeleinden worden gebruikt en verwerkt, te waarborgen.

De werkgever biedt de telewerker technische ondersteuning aan, uitsluitend voor de ter beschikking gestelde apparatuur. Die technische ondersteuning is toegankelijk volgens het werkrooster dat in de lokalen van de werkgever van kracht is.

De dienst belast met de IT-veiligheid van de werkgever kan op elk moment de verbinding van de telewerker onderbreken wanneer de integriteit en de veiligheid van de IT-uitrusting van de werkgever in het gedrang komen. Die situatie wordt beschouwd als overmacht voor de telewerker, die zijn taken niet kan voortzetten, tenzij de onderbreking te wijten is aan wangedrag of verkeerd gebruik van de ter beschikking gestelde IT-uitrusting door de telewerker.

Art. 26.De telewerker gaat zorgvuldig om met de hem toevertrouwde uitrusting. Hij respecteert de geldende regels inzake IT-veiligheid en past ze toe. Daartoe zorgt hij ervoor dat hij op de hoogte blijft van de reglementen inzake IT-veiligheid die door de werkgever worden verspreid.

De telewerker mag de hem ter beschikking gestelde apparatuur niet voor privédoeleinden gebruiken.

De telewerker is verplicht om zijn leidinggevende onmiddellijk op de hoogte te brengen van een defect aan de apparatuur of elk ander geval van overmacht waardoor hij zijn werk niet kan uitvoeren. In dat geval moet de telewerker zijn taken gaan uitvoeren in de lokalen van zijn werkgever of verlof opnemen.

De telewerker brengt de werkgever onmiddellijk op de hoogte in geval van diefstal of beschadiging van het ter beschikking gestelde materiaal door derden en bezorgt hem de gegevens die hem in staat kunnen stellen de geleden schade vergoed te krijgen.

Behalve in geval van bedrog, zware fout of gebruikelijke lichte fout van de telewerker, draagt de werkgever de kosten van het verlies of de beschadiging van de ter beschikking gestelde uitrusting en van de gegevens. HOOFDSTUK 7 - Duur en beëindiging van de principeovereenkomst

Art. 27.§ 1. De principeovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. § 2. De telewerker dient een nieuwe algemene aanvraag in ter vervanging van de overeenkomst bedoeld in artikel 17 als hij een wijziging van de praktische modaliteiten van structureel of occasioneel telewerk wil aanvragen, of in geval van interne overplaatsing. § 3. Het telewerk eindigt: 1° wanneer de arbeidsrelatie wordt beëindigd, ongeacht de wijze van beëindiging;2° op initiatief van de telewerker per brief of e-mail gericht aan de leidinggevende, met inachtneming van een opzegtermijn van 14 dagen die ingaat op de dag na de verzending;3° op initiatief van de leidinggevende: a) met inachtneming van een opzegtermijn van 30 dagen.Het bestuursorgaan brengt de beslissing per aangetekende brief ter kennis van het personeelslid. De opzegtermijn gaat in op de derde werkdag die volgt op de verzending per aangetekende brief, waarbij de postdatum als bewijs geldt. De telewerker kan binnen zeven werkdagen na het begin van de opzegtermijn per aangetekende brief beroep aantekenen bij het bestuursorgaan. Het beroep is opschortend; b) met onmiddellijke ingang en zonder voorafgaande opzegtermijn: ° als de telewerker weigert toegang te geven tot de telewerkplek voor het bezoek van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk; ° bij verkeerd gebruik of beschadiging door de telewerker van het materiaal of de infrastructuur die hem ter beschikking is gesteld; ° in geval van niet-naleving door de telewerker van de wettelijke, reglementaire, disciplinaire of, in voorkomend geval, contractuele bepalingen, onverminderd de mogelijkheid om een tuchtprocedure op te starten.

Het bestuursorgaan brengt de beslissing per aangetekende brief ter kennis van het personeelslid. De beslissing gaat in op de derde werkdag die volgt op de verzending per aangetekende brief, waarbij de postdatum als bewijs geldt. De telewerker kan binnen zeven werkdagen nadat de beslissing is genomen, per aangetekende brief beroep aantekenen bij het bestuursorgaan; c) na een voltijdse werkonderbreking van zes maanden of meer.De leidinggevende beslist of het telewerk kan worden voortgezet volgens de voorwaarden die in de principeovereenkomst zijn vastgelegd; 4° als een met telewerk verenigbaar geachte functie een onverenigbare functie wordt. § 4. Behalve in het geval dat de arbeidsrelatie wordt beëindigd, is het gevolg van de beëindiging van het telewerk dat het personeelslid terugkeert naar de lokalen van de werkgever.

De in het kader van telewerk ter beschikking gestelde apparatuur wordt aan de werkgever teruggegeven. HOOFDSTUK 8 - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 28.Bij dit besluit wordt besluit 2016/1043 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 juni 2017 betreffende telewerk opgeheven.

Art. 29.Het personeelslid dat op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit al telewerkt overeenkomstig het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 juni 2017 betreffende telewerk, dient binnen twee maanden na de inwerkingtreding van dit besluit een nieuwe algemene aanvraag in onder de voorwaarden van dit besluit.

Hij blijft niettemin telewerken onder de voorwaarden van voormeld besluit van 13 juni 2017 totdat de principeovereenkomst over telewerken bedoeld in artikel 17 van dit besluit wordt gesloten en gedurende ten hoogste zes maanden vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 30.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat op de dag na de bekendmaking van het besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 31.De leden van het College die bevoegd zijn voor Openbaar Ambt en Beroepsopleiding worden gelast, ieder voor wat hem of haar betreft, dit besluit uit te voeren.

Opgemaakt te Brussel, op 9 juni 2022.

De voorzitster van het College, belast met Openbaar Ambt B. TRACHTE Het collegelid belast met Beroepsopleiding B. CLERFAYT

^