gepubliceerd op 24 oktober 2022
Besluit 2022/528 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende uitvoering van het decreet van 21 juni 2013 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie
7 JULI 2022. - Besluit 2022/528 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende uitvoering van het decreet van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/06/2013 pub. 13/06/2014 numac 2014031420 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie sluiten houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie
Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, artikel 8, eerste lid;
Gelet op het decreet van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/06/2013 pub. 13/06/2014 numac 2014031420 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie sluiten houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie, artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, gegeven op 24 juni 2022;
Gelet op het akkoord van het collegelid belast met Begroting, gegeven op 7 juli 2022;
Gelet op het evaluatieverslag van de impact van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 7 juli 2022 op de respectieve situatie van vrouwen en mannen;
Gelet op het evaluatieverslag van de impact van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 7 juli 2022 op de situatie van personen met een handicap;
Gelet op het advies van het intra-Franstalig overleg, gegeven op 20 mei 2022;
Gelet op het advies nr. 71.461/4 van de Raad van State, gegeven op 1 juni 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voordracht van de voorzitster van het College;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt, met toepassing van artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet. HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied Afdeling I. - Definities
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° decreet: het decreet van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/06/2013 pub. 13/06/2014 numac 2014031420 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie sluiten houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie;2° begrotingsdecreet: het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 24 april 2014 houdende bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle van de administratieve diensten van de Franse Gemeenschapscommissie en de administratieve openbare instellingen die daarvan afhangen;3° College: het College van de Franse Gemeenschapscommissie;4° genderdimensie: een beleidslijn, maatregel, actie, enz.bevat een genderdimensie wanneer die een domein betreft waarbinnen vrouwen en mannen zich in een verschillende situatie bevinden; 5° genderanalyse: een analyse die het mogelijk maakt de potentiële impact van een beleidslijn, maatregel, actie, enz.op de respectieve situatie van vrouwen en mannen te evalueren; 6° geïntegreerde aanpak van de genderdimensie of `gender mainstreaming': een aanpak die bestaat in het (re)organiseren, verbeteren, ontwikkelen en evalueren van besluitvormingsprocessen met het oog op het integreren van het perspectief van gelijkheid tussen vrouwen en mannen in alle domeinen en op alle niveaus door de actoren die in het algemeen betrokken zijn bij de beleidsvorming;7° gender budgeting of genderbegroting: een evaluatie van de begrotingen vanuit een genderperspectief op alle niveaus van het begrotingsproces en de begrotingscyclus, alsook een evaluatie en eventuele heroriëntering van de ontvangsten en uitgaven met de bedoeling de gelijkheid tussen vrouwen en mannen te bevorderen;8° gendernota: de gendernota zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het decreet.Alle kredieten met betrekking tot de acties om de gelijkheid van mannen en vrouwen te verwezenlijken (of genderspecifieke kredieten) worden per programma vastgesteld; 9° gendercoördinator: de perso(o)n(en) aangeduid binnen elke bestuursdirectie en elke instelling van openbaar nut om een `gender mainstreaming'-beleid te ontwikkelen en om deel te nemen aan de gendercoördinatiegroep.Hij is/Ze zijn belast met de integratie van de genderaanpak en wordt/worden aangeduid door de bestuursdirecteurs en de leidinggevenden van de instellingen van openbaar nut; 10° begrotingscorrespondent: de perso(o)n(en) aangeduid binnen elke bestuursdirectie en elke instelling van openbaar nut die instaat/instaan voor de coördinatie, de centralisatie, de verificatie en de consolidatie van alle begrotingsinformatie;11° algemene toelichting: de algemene toelichting zoals bepaald in artikel 11, 3°, van het begrotingsdecreet en waarvan de modaliteiten worden verduidelijkt in de artikelen 20 en 21 van het begrotingsdecreet;12° begrotingsuitvoering: de begrotingsuitvoering zoals bepaald in artikel 79 van het begrotingsdecreet;13° begrotingsopmaak: de begrotingsopmaak zoals bedoeld in artikel 10 van het begrotingsdecreet;14° basisallocatie: de basisallocatie zoals bepaald in artikel 17 van het begrotingsdecreet;15° verantwoordingsfiche: een document waarin de verantwoordingen bepaald in artikel 17 van het begrotingsdecreet worden vermeld;16° evaluatieverslag van de impact of gendertest: een evaluatieverslag voorafgaand aan elke beslissingsname door het College voor elk wetgevend of regelgevend ontwerp.In het verslag wordt de respectieve situatie van vrouwen en mannen in de betrokken materie in kaart gebracht, aan de hand van naar geslacht uitgesplitste statistieken, waarbij de impact voor de gelijkheid van vrouwen en mannen wordt geëvalueerd en wordt aangegeven welke compenserende maatregelen moeten worden voorgesteld in geval van negatieve impact op vrouwen en mannen; 17° IGVM: het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. Afdeling II. - Toepassingsgebied
Art. 3.Dit besluit is van toepassing op de diensten van het College en de instellingen van openbaar nut.
De in dit besluit gebruikte mannelijke vorm is gemeenslachtig. HOOFDSTUK II. - Samenstelling van de coördinatiegroep
Art. 4.§ 1. De coördinatiegroep wordt als volgt samengesteld: 1° een ambtenaar van niveau 1 toegewezen aan de cel Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijke kansen van de dienst van het secretariaat-generaal van de diensten van het College;2° een lid van het kabinet van elk collegelid, door hem aangewezen;3° een ambtenaar van niveau 1 of 2+ van elke bestuursdirectie van de diensten van het College, aangewezen door de leidend ambtenaar van de diensten van het College;4° een ambtenaar van niveau 1 of 2+ van elke instelling van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie, aangewezen door de leidend ambtenaar van de betrokken instelling. Voor elk van de bovengenoemde leden wordt op dezelfde wijze een plaatsvervanger aangewezen. § 2. Een lid van het IGVM wordt uitgenodigd op de vergaderingen van de coördinatiegroep. § 3. De coördinatiegroep wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van het collegelid belast met Gelijke Kansen. Die laatste leidt de groep in samenwerking met de ambtenaar toegewezen aan de cel Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijke kansen van de dienst van het secretariaat-generaal van de diensten van het College.
De voorzitter zorgt voor de toezending van de agenda. § 4. De coördinatiegroep wordt bij het begin van elke legislatuur vernieuwd bij de installatie van de regering, met uitzondering van de leden van de coördinatiegroep bedoeld in § 1, eerste lid, 3° en 4°. § 5. De leden van de coördinatiegroep bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 3° en 4°, vervullen de functie van gendercoördinator binnen hun bestuursdirectie of instelling van openbaar nut. § 6. Het lid van de coördinatiegroep bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1°, vervult de functie van algemeen coördinator `gender mainstreaming'. Met toepassing van artikel 7 van het decreet is hij ermee belast het proces van integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen, maatregelen of acties van de overheid te begeleiden en te ondersteunen. § 7. Aan de leden van de coördinatiegroep worden geen bezoldigingen, toelagen, vergoedingen of presentiegelden toegekend. § 8. Voor alle leden van de coördinatiegroep wordt een opleiding 'gender mainstreaming' georganiseerd. Die opleiding wordt binnen zes maanden na de installatie van de coördinatiegroep georganiseerd door de cel Ontwikkeling van beroepsvaardigheden. § 9. De leidend ambtenaar van de diensten van het College wijst uiterlijk twee maanden na de bekendmaking van dit besluit de gendercoördinatoren aan. § 10. De leidend ambtenaren van de instellingen van openbaar nut wijzen uiterlijk twee maanden na de bekendmaking van dit besluit de gendercoördinator(en) voor hun instelling aan. HOOFDSTUK III. - Opdrachten van de coördinatiegroep
Art. 5.§ 1. De coördinatiegroep heeft als algemene opdracht: 1° de uitvoering van de `gender mainstreaming'-strategie stimuleren, sturen en ertoe bijdragen, met name via de verspreiding en het gebruik van hulpmiddelen, instrumenten en methodes in alle beleidsdomeinen van de Franse Gemeenschapscommissie;2° de samenwerking, de verspreiding van informatie en de uitwisseling van goede praktijken binnen de diensten van het College en de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie bevorderen;3° overleg en permanente coördinatie tussen de administraties en de kabinetten van de collegeleden organiseren;4° het jaarverslag over gender budgeting van de cel Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijke kansen nalezen en aanbevelingen doen. § 2. De coördinatiegroep heeft als specifieke opdrachten: 1° een ontwerpplan opstellen, rekening houdend met de door het College bepaalde prioriteiten voor de legislatuur, met als doel de genderdimensie in alle beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie te integreren, om eventuele ongelijkheden tussen vrouwen en mannen en genderbias te voorkomen of te corrigeren;2° het ontwerp van tussentijds verslag en eindverslag van de legislatuur, zoals vermeld in artikel 5 van het decreet, voorbereiden en coördineren, en zorgen voor de opvolging ervan overeenkomstig de voorschriften van hoofdstuk VI van dit besluit. § 3. In het kader van deze opdrachten kan de groep de organen, instanties of experten die betrokken zijn bij het onderzoek naar en de implementatie van de gelijkheid van vrouwen en mannen raadplegen.
Art. 6.§ 1. Het ontwerpplan bedoeld in artikel 5, § 2, 1°, wordt opgesteld bij het begin van elke legislatuur en voor de duur ervan.
Het omvat met name: 1° de strategische doelstellingen bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het decreet;2° de actielijnen bedoeld om die strategische doelstellingen en de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie te verwezenlijken. § 2. Het ontwerpplan wordt uiterlijk aan het begin van de legislatuur overgemaakt aan de minister belast met Gelijke Kansen.
De minister belast met Gelijke Kansen legt het plan uiterlijk in het jaar dat volgt op de vormingsdatum van het nieuwe College ter goedkeuring voor aan het College. HOOFDSTUK IV. - Werking van de coördinatiegroep
Art. 7.§ 1. De coördinatiegroep neemt binnen drie maanden na zijn installatie een huishoudelijk reglement aan. Het reglement wordt aangenomen met een tweederdemeerderheid van de leden. Bij het ontbreken van die meerderheid wordt het aangenomen met een gewone meerderheid tijdens de volgende vergadering. § 2. Bij de vernieuwing van de coördinatiegroep blijft het geldende reglement van toepassing, tenzij een nieuw reglement wordt aangenomen.
Art. 8.Het secretariaat van de coördinatiegroep wordt verzorgd door een lid aangeduid door de voorzitter van de groep. HOOFDSTUK V. - Implementatie van `gender mainstreaming' binnen de administraties
Art. 9.§ 1. De gendercoördinator heeft als hoofdopdrachten: 1° het ontwerp van bijdrage van zijn bestuursdirectie of instelling van openbaar nut aan het plan bedoeld in artikel 5, § 2, 1°, van dit besluit, voorbereiden;2° de bijdrage van zijn bestuursdirectie of instelling van openbaar nut aan de verslagen bedoeld in Hoofdstuk VI van dit besluit, voorbereiden;3° samenwerken met de leden van de coördinatiegroep afkomstig uit de kabinetten van de collegeleden, om een proces voor de opvolging van de evaluatieverslagen van de impact bedoeld in artikel 3, eerste lid, 2°, van het decreet, in te stellen;4° de toepassing van de methode om de genderdimensie in de hele begrotingscyclus te integreren, bedoeld in artikel 2, derde lid, van het decreet, opvolgen;5° de productie van naar geslacht uitgesplitste statistieken en de opstelling van genderindicatoren, bedoeld in artikel 4 van het decreet, opvolgen;6° de integratie van de genderdimensie in de strategische planningsinstrumenten van zijn bestuursdirectie of instelling van openbaar nut opvolgen;7° `gender mainstreaming' integreren in de plaatsingsprocedures van overheidsopdrachten en toekenningsprocedures van subsidies van zijn bestuursdirectie of instelling van openbaar nut;8° informatie over `gender mainstreaming' en de concrete implementatie ervan binnen zijn bestuursdirectie of instelling van openbaar nut verspreiden;9° ambtenaren of kabinetsleden die belast zijn met het opstellen van regelgeving zo nodig helpen bij het invullen van gendertesten. § 2. De algemeen coördinator `gender mainstreaming' ondersteunt de gendercoördinatoren bij de uitvoering van hun opdrachten. Hij kan daartoe elke passende maatregel voorstellen. 1° Hij verzamelt, coördineert en, indien nodig, synthetiseert of stelt verbeteringen voor met betrekking tot het werk van de gendercoördinatoren.2° Hij organiseert of coördineert de acties die gericht zijn op de integratie van de genderdimensie en die betrekking hebben op meer dan één bestuursdirectie of instelling van openbaar nut.3° Voor het opstellen van het jaarverslag over gender budgeting verzamelt hij alle informatie van de gendercoördinatoren en begrotingscorrespondenten en stelt hij de gendernota, de genderanalyse van alle basisallocaties van categorie 3 en de evaluatie van de genderanalyse ten opzichte van het voorgaande jaar op.
Art. 10.§ 1. De leidend ambtenaar van de diensten van het College en de leidend ambtenaren van de instellingen van openbaar nut zien, elk voor wat hen betreft, erop toe dat de gendercoördinatoren en de algemeen coördinator `gender mainstreaming' over alle nodige middelen beschikken om de interne coördinatie te verzekeren die nodig is om hun opdrachten uit te voeren. § 2. De leidend ambtenaar van de diensten van het College ziet erop toe dat de leden van de raad van bestuur rekening houden met `gender mainstreaming'. § 3. De leidend ambtenaren van de instellingen van openbaar nut zien, elk voor wat hen betreft, erop toe dat de leden van het directiecomité van hun instelling rekening houden met `gender mainstreaming'. § 4. De minister belast met Begroting en de minister belast met Gelijke Kansen van het College dragen de eindverantwoordelijkheid voor de implementatie van `gender mainstreaming' binnen de administratie en de instelling van openbaar nut. HOOFDSTUK VI. - De verslagen
Art. 11.Het tussentijds verslag bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, van het decreet, wordt gestructureerd per bevoegdheidsdomein. Voor elk van die domeinen omvat het ten minste de beschrijving, de stand van zaken, de ondervonden belemmeringen en successen, de voorgenomen verbeteringsvoorstellen en de geboekte vooruitgang van de volgende elementen: 1° de acties ondernomen in het kader van het plan bedoeld in artikel 5, § 2, 1°, van dit besluit;2° de productie, de analyse en het gebruik door de overheidsdiensten en instellingen van openbaar nut van de genderstatistieken en genderindicatoren bedoeld in artikel 4 van het decreet;3° de gendernota bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het decreet;4° de acties en initiatieven met betrekking tot het evaluatieverslag van de impact (of `gendertest') bedoeld in artikel 3, eerste lid, 2°, van het decreet;5° de acties en initiatieven met betrekking tot de integratie van de genderdimensie in alle begrotingscycli zoals bedoeld in artikel 2, derde lid, van het decreet;6° het in aanmerking nemen van `gender mainstreaming' in de plaatsingsprocedures van overheidsopdrachten en toekenningsprocedures van subsidies bedoeld in artikel 3, eerste lid, 3°, van het decreet.
Art. 12.Het eindverslag van de legislatuur, in de zin van artikel 5, eerste en vierde lid, van het decreet, wordt ook gestructureerd per bevoegdheidsdomein.
Art. 13.Het tussentijds verslag wordt uiterlijk op 14 december volgend op de indiening van het tweede ontwerp van algemene uitgavenbegroting door de minister belast met Gelijke Kansen aan de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie overgemaakt. Het eindverslag van de legislatuur wordt uiterlijk op 14 december volgend op de indiening van het vijfde ontwerp van algemene uitgavenbegroting door de minister belast met Gelijke Kansen aan de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie overgemaakt.
Art. 14.§ 1. Het model voor het evaluatieverslag van de impact op vrouwen en mannen, `gendertest' genaamd, zoals omschreven in artikel 3, eerste lid, 2°, van het decreet, is bij dit besluit gevoegd. De `gendertest' wordt ingevuld door de persoon die nieuwe regelgeving opstelt. Die persoon kan een kabinetsmedewerker zijn, of een ambtenaar van de betrokken administratie of een ambtenaar van de betrokken instelling van openbaar nut. Ondersteuning bij het invullen van deze gendertest door de betrokken gendercoördinator is mogelijk voor personen die nog niet vertrouwd zijn met de genderanalyse. Indien nodig kan de cel Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijke kansen het overnemen. § 2. De `gendertest' van een ontwerp van wetgevende of regelgevende handeling wordt uitgevoerd vóór de interkabinettenvergadering die voorafgaat aan de eerste agendering van dat ontwerp bij het College. § 3. Het resultaat van de test moet worden beschouwd als een indicatieve evaluatie van het ontwerp van wetgevende of regelgevende handeling. § 4. Elke sectoraal bevoegde minister ziet erop toe dat de gendertest wordt ingevuld en bij het ontwerp van nieuwe regelgeving wordt gevoegd. § 5. Bij het ontbreken van de `gendertest' kan een ontwerp van regelgeving niet als volledig worden beschouwd en dus niet op de agenda van het College worden geplaatst. § 6. De coördinatiegroep maakt een evaluatie van de wijze waarop de gendertesten zijn ingevuld en de conclusies daarvan worden opgenomen in het tussentijds verslag en het eindverslag, overeenkomstig artikel 11, 4°, en artikel 12. HOOFDSTUK VII. - Categorisering van de basisallocaties van de begroting
Art. 15.§ 1. De diensten van het College en de instellingen van openbaar nut passen in de begrotingscyclus en het begrotingsproces een methode voor de integratie van de genderdimensie toe die gebaseerd is op de categorisering van de basisallocaties van de begroting. Die methode maakt het mogelijk alle kredieten en bijgevolg de kredieten voor specifieke acties te identificeren om de in artikel 2, tweede lid, van het decreet bedoelde gendernota te realiseren en de genderdimensie in de hele begrotingscyclus te integreren. § 2. Elke basisallocatie wordt ingedeeld in een van de volgende vier codes: 1° code 1 of neutrale kredieten: deze kredieten hebben geen impact op de respectieve situatie van vrouwen en mannen;2° code 2 of genderspecifieke kredieten: deze kredieten bevorderen specifiek de gelijkheid tussen mannen en vrouwen;3° code 3 of naar gender in te delen kredieten: deze kredieten kunnen een (directe of indirecte) impact hebben op de respectieve situatie van mannen en vrouwen;4° code 4 of kredieten buiten het bevoegdheidsdomein: deze kredieten worden geregeld in een overeenkomst of samenwerkingsakkoord met een andere entiteit. § 3. De categorisering wordt uitgevoerd voor de volledige basisallocatie.
Wanneer kredieten van eenzelfde basisallocatie onder verschillende codes vallen, wordt de procedure voor de keuze van de code bepaald door de minister belast met Begroting en de minister belast met Gelijke Kansen. HOOFDSTUK VIII. - Procedure voor de toepassing van gender budgeting
Art. 16.§ 1. Bij het opmaken van de initiële begroting en de jaarlijkse begrotingsaanpassingen van de diensten van het College en de instellingen van openbaar nut, onderzoeken de ambtenaren van die diensten en instellingen die belast zijn met het ramen van de begrotingskredieten, in overleg met de gendercoördinatoren, ook de dossiers die zij beheren op basis van de definities opgenomen in artikel 2 van dit besluit. Dat onderzoek zal aanleiding geven tot de gemotiveerde categorisering van de basisallocaties, overeenkomstig artikel 15, § 2, van dit besluit. § 2. Na validatie van de categorisering van de basisallocaties van een programma door de verantwoordelijke van de betrokken dienst, wordt deze gemotiveerde categorisering vervolgens gecontroleerd door de betrokken gendercoördinatoren en begrotingscorrespondenten van de diensten van het College of instellingen van openbaar nut en zo nodig door hen aangepast. Het resultaat wordt vervolgens gevalideerd door de leidend ambtenaar. § 3. Elke verantwoordelijke van de diensten van het College en de instellingen van openbaar nut maakt per programma een kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie van de genderanalyse van het voorgaande jaar ten opzichte van het lopende jaar. Dat om de impact van hun begrotingsuitgaven op het gebied van gelijkheid van vrouwen en mannen te evalueren. De coördinatiegroep zal indicatoren en een vragenlijst opstellen om die evaluatie uit te voeren.
Elke evaluatie wordt overgemaakt aan de algemeen coördinator `gender mainstreaming'.
Art. 17.§ 1. De kredieten betreffende de basisallocaties van code 2 worden opgenomen in de gendernota bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het decreet. De ambtenaren die belast zijn met de categorisering van de basisallocaties van code 2 motiveren de categoriekeuze. Deze motivatie omvat het doel van de genderspecifieke projecten en de reden waarom specifieke actie noodzakelijk is.
De gendernota wordt voor de diensten van het College en de instellingen van openbaar nut ook opgenomen in de algemene toelichting van elk ontwerp van algemene uitgavenbegroting. § 2. Voor de kredieten betreffende de basisallocaties van code 3 stellen de ambtenaren die belast zijn met het ramen van de begrotingskredieten, in overleg met de gendercoördinatoren, voor elke basisallocatie een verantwoordingsfiche op waarin het resultaat van de genderanalyse wordt vermeld. § 3. De minister belast met Begroting en de minister belast met Gelijke Kansen bepalen het model voor de gendernota alsook alle andere modaliteiten, met inbegrip van de planning van de uitvoering van de categorisering van de basisallocaties en de verantwoordingsfiches voor de basisallocaties van code 3. § 4. Na validatie van de verantwoordingsfiches door de verantwoordelijke van de betrokken dienst, worden ze gecontroleerd door de betrokken gendercoördinatoren en begrotingscorrespondenten van de diensten van het College of instellingen van openbaar nut en zo nodig door hen aangepast. Het resultaat wordt gevalideerd door de leidend ambtenaar. De genderanalyse wordt uitgevoerd voor elk ontwerp van algemene uitgavenbegroting.
Art. 18.§ 1. De begrotingscorrespondenten zijn verantwoordelijk voor de coördinatie, centralisatie en consolidatie van alle informatie en documentatie met betrekking tot de categorisering van de basisallocaties en de verantwoordingsfiches. Zij maken al deze gegevens over aan de algemeen coördinator `gender mainstreaming', die de informatie bundelt en de in artikel 2, tweede lid, van het decreet bedoelde gendernota opstelt, alsook de genderanalyse van alle basisallocaties van categorie 3 en de evaluatie van de genderanalyse ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit verslag over de gender budgeting wordt vervolgens overgemaakt aan de bestuursdirecteur die belast is met de begroting.
Die maakt dat verslag en alle nodige informatie binnen de vereiste termijnen over aan de directie die belast is met de begroting van de diensten van het College, de instellingen, de Inspecteur van Financiën, de gedelegeerde van de minister of de bevoegde commissarissen van het College, de toezichthoudende minister en de ministers, met name in het kader van de opmaak van de initiële of aangepaste begroting. § 2. In uitvoering van de artikelen 16 en 17 van dit besluit maken de verantwoordelijken van de administratieve diensten alle informatie op eenvoudig verzoek over aan de gendercoördinatoren en de begrotingscorrespondenten. § 3. De coördinatiegroep staat in voor het organiseren van de noodzakelijke opleiding en begeleiding van alle personeelsleden die belast zijn met de uitvoering van dit besluit, met inbegrip van de begrotingscorrespondenten. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen
Art. 19.De genderanalyse en de gendernota bedoeld in artikel 17 van dit besluit zijn van toepassing op de begroting van de instellingen van openbaar nut voor het jaar dat volgt op de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 20.De categorisering bedoeld in artikel 15, § 2, van dit besluit is van toepassing op de begroting van de instellingen van openbaar nut voor het jaar dat volgt op de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 21.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat op de dag volgend op de bekendmaking van het besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art. 22.De collegeleden worden, elk voor wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 juli 2022.
Voor het College : B. TRACHTE, Voorzitster van het College belast met Gezondheidsbevordering, Gezin, Begroting en Openbaar Ambt R. VERVOORT, Collegelid belast met Onderwijs, Crèches, Cultuur, Bijstand aan Personen met een Handicap, Toerisme en Schoolvervoer B. CLERFAYT, Collegelid belast met Beroepsopleiding en Internationale Betrekkingen A. MARON, Collegelid belast met Welzijn en Gezondheid N. BEN HAMOU, Collegelid belast met Sociale Cohesie en Sportinfrastructuur
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit 2022/528 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 7 juli 2022 houdende uitvoering van het decreet van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/06/2013 pub. 13/06/2014 numac 2014031420 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie sluiten houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie.
Brussel, 7 juli 2022.
Voor het College : B. TRACHTE, Voorzitster van het College belast met Gezondheidsbevordering, Gezin, Begroting en Openbaar Ambt R. VERVOORT, Collegelid belast met Onderwijs, Crèches, Cultuur, Bijstand aan Personen met een Handicap, Toerisme en Schoolvervoer B. CLERFAYT, Collegelid belast met Beroepsopleiding en Internationale Betrekkingen A. MARON, Collegelid belast met Welzijn en Gezondheid N. BEN HAMOU, Collegelid belast met Sociale Cohesie en Sportinfrastructuur .