4 JUNI 1998. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 23 maart 1995 houdende regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en de toekenning van toelagen aan deze diensten

Het College, Gelet op artikelen 128, 138 en 178 van de Grondwet, gecoördineerd bij de wet van 17 februari 1994;

Gelet op het besluit van het College van 23 maart 1995 houdende regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en de toekenning van toelagen aan deze diensten en inzonderheid op artikelen 32 §1 en 43;

Gelet op het advies van de afdeling « Gezin - Sociale diensten » van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Bijstand aan personen en Gezondheid, gegeven op 7 oktober 1997;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 september 1997;

Gelet op het akkoord van het Lid van het College belast met begroting;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Overwegende dat met ingang van 1 januari 1998 het « Fonds des Equipements et des services collectifs » (Fonds voor Uitrustingen en collectieve diensten - afgekort FUCD -) niet langer de toelage voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp ten laste neemt als tegemoetkoming in de werkings- en verplaatsingkosten voor de prestaties thuis van de gezins- en bejaardenhelpers.

Overwegende dat het noodzakelijk is om vanaf 1 januari 1998 dit tekort aan te vullen door een toelage ten laste van de Franse Gemeenschapscommissie.

Op voordracht van de Minister, Lid van het College belast met Bijstand aan Personen, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikelen 115, 116, 121, 127, 128 129, 131, 132, 135, 137, 141 en 175 van de Grondwet krachtens artikelen 138 en 178 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 32 § 1 van het besluit van het College van 23 maart 1995 houdende regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhelper en de toekenning van toelagen aan deze diensten wordt een punt 4 gevoegd, luidend als volgt : « 4° een forfaitair bedrag van 12 frank per gepresteerd uur als tussenkomst in de werkingskosten voor de verstrekkingen thuis van de gezins- en bejaardenhelpers ».

Art. 3.Artikel 43 van datzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « De toelage die wordt toegekend als tussenkomst in de werkingskosten voor de verstrekkingen thuis van de gezins- en bejaardenhelpers wordt vanaf 1 januari 1999 jaarlijks aangepast aan de schommelingen van de index der consumptieprijzen. »

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1998.

Art. 5.Het Lid van het College, bevoegd voor de aangelegenheid die is bedoeld bij dit besluit, is belast met de uitvoering ervan.

Brussel, op 4 juni 1998.

Namens het College : Ch. PICQUE, Lid van het College, belast met Bijstand aan Personen H. HASQUIN, Voorzitter van het College