Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 03 juni 2004
gepubliceerd op 25 juni 2004

Besluit 2002/315 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot bepaling van de specifieke en bijkomende opdrachten van het « Institut bruxellois francophone pour la Formation professionnelle »

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2004031350
pub.
25/06/2004
prom.
03/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/03/2004031350/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JUNI 2004. - Besluit 2002/315 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot bepaling van de specifieke en bijkomende opdrachten van het « Institut bruxellois francophone pour la Formation professionnelle »


Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen inzonderheid artikel 87, § 3, zoals gewijzigd door de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 maart 1994 houdende oprichting van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, inzonderheid artikel 22;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het « Institut bruxellois francophone pour la Formation professionnelle », verleend op 1 februari 2002;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën verleend op 29 mei 2002;

Gelet op het akkoord van het lid van het College bevoegd voor de Begroting ;

Gelet op het akkoord van het lid van het College bevoegd voor het Openbaar Ambt verleend op 30 mei 2002;

Gelet op het protocol nr. 2002/13 van het Comité van de Sector XV van 11 juli 2002;

Gelet op de beraadslaging van het College van de Franse Gemeenschapscommissie op datum van 30 mei 2002 betreffende de adviesaanvraag binnen de termijn van één maand;

Gelet op het advies nr. 36.473/2 van de Raad van State verleend op 17 februari 2004 met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat niettegenstaande het feit dat men absolute voorrang dient te verlenen aan de statutaire aanwervingen, zal de opstartprocedure in samenwerking met SELOR met het oog op deze operatie voor alle niveaus (1, 2, 2+ en 3) enige tijd in beslag nemen;

Overwegende dat in bepaalde gevallen, om redenen van de behoeften van de dienst en van het principe van de voortzetting van de openbare diensten, is het niettemin onontbeerlijk ambtenaren aan te werven met een arbeidscontract;

Aangezien het « Institut bruxellois francophone pour la Formation professionnelle » over onvoldoende statutaire ambtenaren beschikt of omdat de aard van de specifieke opdrachten het vereist, wordt voorgesteld andere rekruteringswijzen te organiseren dan deze die bepaald werden in de statuten met toepassing van artikel 2, § 1, lid 2, 3°, van het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen;

Op de voordracht van het Lid van het College belast met de Beroepsomschakeling en Bijscholing;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid met toepassing van artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet.

Art. 2.Dit besluit heeft als doel, de lijst op te stellen van de bijkomende of specifieke opdrachten van het « Institut bruxellois francophone pour la Formation professionnelle » bedoeld in artikel 2, § 1, lid 2, 3°, van het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen.

Art. 3.De specifieke opdrachten zijn de opdrachten die als dusdanig zijn aangeduid door het Beheerscomité en die kunnen worden toevertrouwd aan : 1° de personeelsleden belast met functies die rechtstreeks verband houden met de implementatie en het gebruik van informaticatechnieken;2° de personeelsleden belast met de taken van wetenschappelijke of technische onderzoeken die geen deel uitmaken van de permanente bevoegdheden van de instelling;3° deskundigen om op niveau 1 en 2+ opdrachten te vervullen die een hoge beroepsbekwaamheid vereisen die verduidelijkt worden in een functieanalyse voor een beperkte duur of voor een duidelijk gedefinieerde activiteit.

Art. 4.De bijkomende taken zijn de taken die toevertrouwd kunnen worden aan : 1. de personeelsleden belast met de reiniging van de infrastructuren;2. de personeelsleden van de restauratiedienst, kantine of cafetaria;3. de laaggeschoolde personeelsleden belast met de bediening, het onderhoud en het herstel van de infrastructuren;4. de personeelsleden belast met het toezicht op de gebouwen en het materiaal;5. de personeelsleden belast met de taken van chauffeurs;6. de personeelsleden belast met de taken van conciërge.

Art. 5.Voor de toepassing van artikel 3, 3°, dient de deskundige minstens in het bezit zijn van een diploma dat toegang verleent tot de betrekkingen van niveau 1 of 2+ en te beantwoorden aan de beroepsbekwaamheden die verduidelijkt worden in een functieanalyse.

Het arbeidscontract bepaalt de taken die worden toevertrouwd aan de deskundige en zijn beroepsbekwaamheid voor een beperkte duur of voor een duidelijk gedefinieerde activiteit.

De aanduiding van deskundigen van niveau 1 wordt voorafgaandelijk onderworpen aan het akkoord van het Beheerscomité.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Art. 7.De Voorzitter van het College bevoegd voor de Beroepsomschakeling en Bijscholing en het lid van het College bevoegd voor het Openbaar Ambt worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 3 juni 2004.

E. TOMAS, Voorzitter van het College, bevoegd voor Onderwijs, Beroepsomschakeling en Bijscholing, Schoolvervoer, Cohabitatie met de plaatselijke leefgemeenschappen, Relaties met de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest, en de Internationale Betrekkingen J. SIMONET, Lid van het College, bevoegd voor het Openbaar Ambt A. HUTCHINSON, Lid van het College, bevoegd voor de Begroting.

^