1 MAART 2012. - Besluit 2010/1369 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie dat het huishoudelijk reglement van de evaluatiecommissie van de Franse Gemeenschapscommissie vaststelt

Het College, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, artikel 79 en artikel 79bis, ingevoegd door de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op decreet II van de Franse Gemeenschapsraad van 19 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, artikel 4;

Gelet op decreet III van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 22 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, artikel 4;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 december 2010;

Gelet op het akkoord van het Collegelid belast met de Begroting, gegeven op 13 januari 2011;

Gelet op het protocol nr 2011/07 van 9 juni 2011 van Sectorcomité XV van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het advies nr. 49.876/2 van de Raad van State, gegeven op 13 juli 2011, in toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van het Collegelid belast met Ambtenarenzaken, Na beraadslaging, Besluit : HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE EVALUATIECOMMISSIE HOOFDSTUK I. - De zetel

Artikel 1.De evaluatiecommissie, opgericht door artikel 16/4 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, heeft haar zetel op de administratie van de Franse Gemeenschapscommissie, Paleizenstraat 42 in 1030 Brussel. HOOFDSTUK II. - De aanhangigmaking bij de evaluatiecommissie en de oproeping van de leden

Art. 2.Na afloop van iedere evaluatieperiode maakt de voorzitter van de directieraad de lijst van te evalueren mandatarissen aan de voorzitter van de evaluatiecommissie over.

Binnen vijftien dagen van ontvangst van de lijst van te evalueren mandatarissen, vraagt de voorzitter van de evaluatiecommissie aan elke te evalueren mandataris om hem binnen de vijftien dagen vanaf ontvangst van de aanvraag het activiteitenverslag over te maken dat door hem werd opgesteld na afloop van zijn evaluatieperiode, overeenkomstig artikel 86/2, § 1 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 3.De evaluatiecommissie wordt schriftelijk door de Voorzitter, per brief en via elektronische post, bijeengeroepen.

De oproeping wordt minstens tien dagen voor de zitting aan de effectieve en plaatsvervangende leden gericht.

Art. 4.In geval van verhindering lichten de effectieve leden de voorzitter en de secretaris hiervan minstens vijf dagen voor de zitting in, behoudens behoorlijk gemotiveerde uitzonderlijke omstandigheden, om in hun vervanging te voorzien.

Art. 5.De documentatie betreffende elk dossier wordt bij de oproeping van de leden gevoegd die de agenda bevat.

Vanaf de verzending van de oproeping kan de documentatie eveneens bij de secretaris van de betrokken evaluatiecommissie, op het administratieve adres van deze, geraadpleegd worden. HOOFDSTUK III. - De oproeping van de mandatarissen

Art. 6.De Voorzitter roept de mandataris voor een evaluatieonderhoud op, minstens tien dagen voor het onderhoud, via aangetekende brief of via afgifte van de oproeping tegen ontvangstbewijs.

Deze termijn begint te lopen vanaf de verzending van de aangetekende brief waarbij de postdatum geldt, of vanaf de datum van het ontvangstbewijs. De oproeping bevat de lijst met de leden van de evaluatiecommissie.

Art. 7.De leden van de commissie moeten vóór het evaluatieonderhoud beschikken over het activiteitenverslag als bedoeld in artikel 2, lid 2 van dit reglement.

Daarom bevestigt de secretaris, vanaf ontvangst van het betroffen activiteitenverslag, de ontvangst ervan en maakt hij het aan de leden van de evaluatiecommissie over binnen de kortst mogelijke termijn en ten laatste zeven dagen vóór het evaluatieonderhoud. HOOFDSTUK IV. - De zittingen en de stemming

Art. 8.De Voorzitter opent en sluit de zittingen.

Hij leidt de debatten en ziet toe op het goede verloop van de zitting.

Art. 9.De evaluatiecommissie beraadslaagt geldig indien minstens vier leden aanwezig zijn.

Elk lid van de evaluatiecommissie, met inbegrip van de Voorzitter, is stemgerechtigd.

De beslissingen van de evaluatiecommissie worden met meerderheid van stemmen genomen. In geval van pariteit van stemmen heeft de Voorzitter of degene die zijn taken uitoefent, een beslissende stem.

De secretaris maakt het proces-verbaal van de zitting op en houdt een lijst van de aanwezigheden aan.

De beslissingen van de evaluatiecommissie worden in het proces-verbaal opgenomen en ondertekend door de Voorzitter en de secretaris.

De beslissingen worden aan het College, via het Collegelid belast met Ambtenarenzaken, overgemaakt.

De overmaking van deze stukken moet binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf het moment dat de beslissingen genomen zijn, gebeuren. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 10.Het Collegelid bevoegd voor Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 1 maart 2012.

Namens het College : Het Collegelid belast met Ambtenarenzaken, B. CEREXHE De Collegevoorzitter, C. DOULKERIDIS