Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Commissie Voor Het Bank- En Financiewezen van 21 juni 2005
gepubliceerd op 05 augustus 2005

Besluit van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 21 juni 2005 tot wijziging van het besluit van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen van 5 december 1995 over het reglement op het eigen vermogen van de beursvennootschappen

bron
commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen
numac
2005003620
pub.
05/08/2005
prom.
21/06/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIE- EN ASSURANTIEWEZEN


21 JUNI 2005. - Besluit van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 21 juni 2005 tot wijziging van het besluit van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen van 5 december 1995 over het reglement op het eigen vermogen van de beursvennootschappen


De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, inzonderheid op artikel 90;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 december 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen;

Gelet op het advies van de Nationale Bank van België;

Gelet op de raadpleging van de Belgische Federatie van het Financiewezen, Besluit :

Artikel 1.In het besluit van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen van 5 december 1995 over het reglement op het eigen vermogen van de beursvennootschappen (hierna « het reglement » genoemd) worden de in onderstaand artikel 2 vermelde wijzigingen aangebracht.

Art. 2.§ 1. In artikel 14 van het reglement, 1° wordt in § 1, 1° het eerste lid vervangen als volgt : « het eigen vermogen sensu stricto, bestaande uit de onder a) vermelde bestanddelen, na aftrek van de onder b) vermelde posten en na toevoeging van de onder c) vermelde bestanddelen.» 2° wordt in § 1, 1° een punt c) ingevoegd, luidende : « c) de aan de instelling gestorte fondsen aangetrokken via schuldtitels met onbepaalde looptijd en andere financieringsinstrumenten in verband waarmee de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen de voorwaarden bepaalt om te worden opgenomen in het eigen vermogen sensu stricto.Deze fondsen worden in aanmerking genomen ten belope van maximaal 15 % van de som van de onder a) en c) vermelde bestanddelen, na aftrek van de onder b) vermelde bestanddelen. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan toestaan dat de limiet van 15 % wordt overschreden voor de instrumenten die, inzake consistentie en mogelijkheid tot aanzuivering van verliezen, dezelfde kenmerken hebben als aandelen. » 3° wordt in § 1, 2° het punt c) aangevuld als volgt : « ...; alsook de in § 1, c) vermelde gestorte fondsen voor het deel dat wordt uitgesloten uit het eigen vermogen sensu stricto omdat de voor die bestanddelen geldende limieten bereikt zijn. » § 2. Artikel 87, § 2 wordt vervangen als volgt : « Voor de berekening van het eigen vermogen op geconsolideerde basis worden de belangen van derden in het eigen vermogen van geconsolideerde dochter-ondernemingen integraal toegevoegd aan het eigen vermogen sensu stricto op geconsolideerde basis onder voorbehoud van wat hierna wordt bepaald, onverminderd artikel 87bis, 10° : - voor de belangen van derden die de in artikel 14, § 1, 1°, c) bedoelde instrumenten vertegenwoordigen die zijn uitgegeven door verbonden ondernemingen, gelden, om in het eigen vermogen te worden opgenomen, dezelfde voorwaarden en limieten als voor de rechtstreeks door de instelling uitgegeven instrumenten; - de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan de opneming van belangen van derden in het eigen vermogen op geconsolideerde basis beperken, indien zij van oordeel is dat die eigen-vermogensbestanddelen niet effectief bijdragen tot de dekking van de in artikel 82, § 1, 3° vermelde vereisten. » § 3. Er wordt een artikel 87bis ingevoegd, luidende : « Voor de instellingen die de internationale standaarden voor jaarrekeningen gebruiken bij de opstelling van de periodieke verslagen op geconsolideerde basis die zij, met toepassing van artikel 91 van de wet van 6 april 1995, aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen richten, wordt het bij de artikelen 14, 15 en 87 gedefinieerde eigen vermogen op geconsolideerde basis aangepast als volgt : 1° De aan de instelling gestorte fondsen aangetrokken via schuldtitels met onbepaalde looptijd en andere financieringsinstrumenten die, met toepassing van de artikelen 14 en 15, in het eigen vermogen van de instelling op vennootschappelijke basis worden of zouden worden opgenomen, mogen, met toepassing van de internationale standaarden voor jaarrekeningen, in het reglementair eigen vermogen op geconsolideerde basis worden opgenomen, ongeacht hun verwerkingswijze. Wanneer, met toepassing van de artikelen 14 en 15, reglementaire limieten gelden voor de opneming van die bestanddelen in het eigen vermogen op vennootschappelijke basis, gelden die limieten mutatis mutandis ook op geconsolideerde basis. 2° Parallel met het 1° en onverminderd de bepalingen van artikel 87, worden de aan de instelling gestorte fondsen aangetrokken via schuldtitels met onbepaalde looptijd of schuldtitels die converteerbaar zijn in aandelen van de emittent, en via andere financieringsinstrumenten die in het boekhoudkundig eigen vermogen op geconsolideerde basis worden opgenomen met toepassing van de internationale standaarden voor jaarrekeningen, uitgesloten uit het reglementair eigen vermogen op geconsolideerde basis, in zoverre zij, met toepassing van de artikelen 14 en 15, niet in het eigen vermogen op vennootschappelijke basis worden of zouden worden opgenomen. Hier worden voornamelijk de in eigen aandelen converteerbare schulden en de bedragen met betrekking tot baisseposities in eigen aandelen bedoeld, die in het boekhoudkundig eigen vermogen op geconsolideerde basis worden geboekt. Het aandeel van de converteerbare schulden mag echter in het reglementair eigen vermogen worden opgenomen in zoverre de converteerbare schuld zelf in het eigen vermogen sensu stricto of in het aanvullend eigen vermogen wordt opgenomen conform de artikelen 14 en 15. 3° De niet-gerealiseerde meer- of minderwaarden op de afgeleide instrumenten die als dekking van de kasstromen worden gekwalificeerd, worden uitgesloten uit het reglementair eigen vermogen.4° De verwerking van de niet-gerealiseerde meer- of minderwaarden op voor de verkoop beschikbare financiële activa die bij de herwaarderingsreserves worden geboekt, wordt aangepast als volgt : - de niet-gerealiseerde meer- of minderwaarden op vastrentende effecten en kredieten worden niet opgenomen in het reglementair eigen vermogen; - de niet-gerealiseerde meerwaarde op aandelen en andere niet-vastrentende effecten wordt opgenomen in het aanvullend eigen vermogen ten belope van 90 % van haar boekwaarde na aftrek van de belastinglatenties. De meerwaarde wordt op nettobasis berekend op alle betrokken financiële activa. Een eventuele minderwaarde wordt afgetrokken van het eigen vermogen sensu stricto. 5° De niet-gerealiseerde meer- of minderwaarden op schuldinstrumenten van de instelling die verband houden met veranderingen in het eigen kredietrisico van de instelling en die bij de resultaten of de reserves worden geboekt (schommeling ten opzichte van vorig jaar) omdat gebruik wordt gemaakt van de optie om financiële instrumenten tegen reële waarde te waarderen, worden niet in aanmerking genomen in het reglementair eigen vermogen.Die meer- of minderwaarden worden berekend ten opzichte van de boekwaarde die de uitgegeven schuldinstrumenten zouden hebben indien geen gebruik zou worden gemaakt van de optie om financiële instrumenten tegen reële waarde te waarderen. 6° De niet-gerealiseerde meerwaarden op vastgoedbeleggingen worden afgetrokken van het eigen vermogen sensu stricto en opgenomen in het aanvullend eigen vermogen ten belope van 90 % van hun boekwaarde, na aftrek van de belastinglatenties.De niet-gerealiseerde minderwaarden worden afgetrokken van het eigen vermogen sensu stricto. De meer- of minderwaarden worden gebouw per gebouw bepaald. 7° De niet-gerealiseerde meerwaarden op materiële vaste activa worden afgetrokken van het eigen vermogen sensu stricto en opgenomen in het aanvullend eigen vermogen ten belope van 90 % van hun boekwaarde, na aftrek van de belastinglatenties.De niet-gerealiseerde minderwaarden worden afgetrokken van het eigen vermogen sensu stricto. De meer- of minderwaarden worden gebouw per gebouw bepaald. 8° De uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot bestanddelen die in aanmerking worden genomen in het eigen vermogen, in verband waarmee de instelling, aan de hand van de geraamde belastbare winst voor de volgende vijf fiscale boekjaren, niet kan aantonen dat zij ze zou kunnen gebruiken, of met betrekking tot het gedeelte dat groter is dan 10 % van het eigen vermogen sensu stricto op geconsolideerde basis, worden afgetrokken van het eigen vermogen sensu stricto.9° De activa die worden geboekt met betrekking tot de financiering van toegezegd-pensioenregelingen, worden afgetrokken van het eigen vermogen sensu stricto in zoverre de instelling niet kan aantonen dat als gevolg daarvan toekomstige economische voordelen voor haar beschikbaar zijn in de vorm van een verlaging van haar toekomstige bijdragen of een terugbetaling in contanten, hetzij rechtstreeks aan haar, hetzij onrechtstreeks aan een andere regeling die met een tekort te kampen zou hebben.De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan eisen dat die activa geheel of gedeeltelijk worden afgetrokken, indien zij vaststelt dat de door de instelling gemaakte inschatting van de mogelijkheid om economisch voordeel te halen uit die activa, onvoldoende gefundeerd is. 10° Voor de verwerking van de belangen van derden gelden dezelfde aanpassingen als vermeld in de punten 1° tot 9°.11° De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan van een instelling eisen dat zij de niet-gerealiseerde winsten en verliezen die voortvloeien uit het feit dat gebruik wordt gemaakt van de optie om financiële instrumenten tegen reële waarde te waarderen, niet opneemt in haar reglementair eigen vermogen, indien zij van oordeel is dat de betrokken instelling daarvan niet op passende wijze gebruik maakt, waardoor haar reglementair eigen vermogen op ongerechtvaardigde wijze kan worden aangedikt.12° De tussentijdse winst van het boekjaar mag worden opgenomen in het eigen vermogen sensu stricto in zoverre zij is gecontroleerd door de erkend(e) commissaris(sen)-revisor(en) van de instelling en alle voorzienbare kosten en dividenden ervan zijn afgetrokken.Als de tussentijdse winst wordt opgenomen in het aanvullend eigen vermogen, wordt de in artikel 15, § 1, derde lid, 2° bedoelde nettowinst van de handelsportefeuille niet meer in aanmerking genomen in het eigen vermogen.

In afwachting van de toerekening ervan, mag ook het positieve resultaat van het laatste afgesloten boekjaar, verminderd met de te verwachten dividenduitkering, onder dezelfde voorwaarden worden opgenomen in het aanvullend eigen vermogen. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.

Brussel, 21 juni 2005.

De Voorzitter, E. WYMEERSCH

^