Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 oktober 2024
gepubliceerd op 13 februari 2025

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging, wat de gerecycleerde granulaten en de gronden en gerecycleerde granulaten gebruikt in of op de bodem betreft, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen en tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 februari 2023 betreffende de ophaalmodaliteiten van toepassing op de producenten of houders van huishoudelijke afvalstoffen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2024010433
pub.
13/02/2025
prom.
24/10/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 OKTOBER 2024. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging, wat de gerecycleerde granulaten en de gronden en gerecycleerde granulaten gebruikt in of op de bodem betreft, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 01/12/2016 pub. 13/01/2017 numac 2016031801 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het beheer van afvalstoffen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 01/12/2016 pub. 03/02/2017 numac 2017010311 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een subsidie van 3.500.000,00 EUR aan de Brusselse gemeenten voor het jaar 2016 om voor een deel de terugbetaling te dekken van de woon-werk verplaatsingskosten van hun personeelsleden sluiten betreffende het beheer van afvalstoffen en tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 februari 2023 betreffende de ophaalmodaliteiten van toepassing op de producenten of houders van huishoudelijke afvalstoffen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/07/2000 pub. 04/08/2000 numac 2000031263 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering sluiten tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, de artikelen 6, 78/1, 78/4 en 86;

Gelet op de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems, artikel 72;

Gelet op de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen, de artikelen 9, 16, 19, 27, 34 en 46;

Gelet op de ordonnantie tot wijziging van diverse bepalingen inzake energie en klimaat en inzake afval; artikel 45;

Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 tot oprichting van het Gewestelijk Agentschap voor netheid, artikel 4, § 1, 1° ;

Gelet op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 maart 1995 betreffende de verplichte recyclage van bepaald bouw- of sloopafval;

Gelet op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 9 februari 2023 betreffende de ophaalmodaliteiten van toepassing op de producenten of houders van huishoudelijke afvalstoffen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/07/2000 pub. 04/08/2000 numac 2000031263 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering sluiten tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, artikel 3, § 2;

Gelet op de "gelijke kansentest" van 11 januari 2021, zoals vereist door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 november 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/11/2018 pub. 04/12/2018 numac 2018032248 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot uitvoering van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijke kansentest sluiten tot uitvoering van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijke kansentest;

Gelet op de mededeling van 6 juni 2023 overeenkomstig richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit gegeven op 17 mei 2023, verwijzend naar zijn standaardadvies nr. 65/2023 van 24 maart 2023;

Gelet op het advies nr. A-2023-021-CERBC van de Raad voor het Leefmilieu gegeven op 6 juni 2023;

Gelet op het advies nr. A-2023-046-BRUPARTNERS van Brupartners gegeven op 15 juni 2023;

Gelet op het advies nr. 75.863/1 van de Raad van State, gegeven op 25 april 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 29 maart 2018 tot vaststelling van de interventienormen en de saneringsnormen;

Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 04/03/1999 pub. 07/08/1999 numac 1999031224 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen sluiten tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;

Overwegende het advies van de Vereniging van Sloop- Ontmantelings- en Recyclingbedrijven (VSOR) gegeven op 2 juni 2023;

Overwegende het advies van Embuild Brussels gegeven op 16 juni 2023;

Overwegende dat de bouw- en sloopsector grote hoeveelheden uitgegraven gronden en granulaten produceert die via de waterweg vervoerd kunnen worden;

Op voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Wijziging van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen

Art. 1.1.

In artikel 1.1, § 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 01/12/2016 pub. 13/01/2017 numac 2016031801 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het beheer van afvalstoffen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 01/12/2016 pub. 03/02/2017 numac 2017010311 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een subsidie van 3.500.000,00 EUR aan de Brusselse gemeenten voor het jaar 2016 om voor een deel de terugbetaling te dekken van de woon-werk verplaatsingskosten van hun personeelsleden sluiten betreffende het beheer van afvalstoffen, worden de volgende punten toegevoegd: "48° "openbare weg": een weg zoals gedefinieerd in artikel 2, 18° van de ordonnantie van 3 juli 2008 betreffende bouwplaatsen op de openbare weg; 49° "constructie": een bouwwerk, kunstwerk, waterbouwkundig werk of een weg; 50° "partij": een afgescheiden en identificeerbare hoeveelheid afvalstoffen, stoffen of materialen van homogene milieuhygiënische kwaliteit van maximum 5.000 ton; 51° "eindgebruiker": de eigenaar, exploitant of gebruiker van het ontvangende perceel die de opdracht heeft gegeven om het gerecycleerd granulaat of de grond te gebruiken, of bij ontstentenis de aannemer belast met deze werken;52° "puin": de granulometrische steenachtige en zandige fractie en de bitumineuze fractie van bouw- en sloopafval afkomstig van bouw-, renovatie- of sloopwerken van constructies;53° "gerecycleerd granulaat": de granulometrische steenachtige en zandige fractie en de bitumineuze fractie afkomstig van de verwerking van puin; 54° "breker": een inrichting of een uitrusting voor de mechanische verwerking van puin tot gerecycleerd granulaat.".

Art. 1.2.

Het opschrift van Afdeling 1 van Hoofdstuk 2 van titel I van hetzelfde besluit wordt vervangen door: "Bepalingen betreffende de traceerbaarheid van afvalstoffen en materialen".

Art. 1.3.

In artikel 1.4 van hetzelfde besluit, worden paragrafen 6 en 7 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 6. In afwijking van de gegevens van paragrafen 1 en 2, bevat het traceerbaarheidsdocument voor gerecycleerde granulaten met een beoogd gebruik niet in of op de bodem, de gegevens vermeld in de conformiteitsverklaring zoals vastgelegd in artikelen 4.8.15 en 4.8.16 van huidig besluit en bevestigd in het afgeleverd granulatenbeheerrapport. § 7. Aanvullend bij de gegevens van paragrafen 1 en 2, bevat het traceerbaarheidsdocument voor gronden en gerecycleerde granulaten met een beoogd gebruik in of op de bodem, in voorkomend geval, de volgende gegevens: 1. de referentie en de datum van de goedkeuring van het technisch verslag en de grondverzettoelating;2. de referentie en de datum van de gelijkvormigheidsverklaring van het sanerings- of risicobeheersvoorstel; 3. de referentie en de datum van de melding tot behandeling van beperkte duur.".

Art. 1.4.

In artikel 1.5 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 6 toegevoegd die luidt als volgt: " § 6. Het traceerbaarheidsdocument van gerecycleerde granulaten wordt ingevuld en ondertekend, vóór het vervoer aanvangt, door de producent van de gerecycleerde granulaten.

Hij is verantwoordelijk voor het aanmelden van het document in het digitaal platform van de geregistreerde beheerorganisatie waarbij hij is aangesloten.

Het document wordt overhandigd aan de vervoerder.".

Art. 1.5. § 1. Het opschrift van Afdeling 2 van Hoofdstuk 2 van titel I van hetzelfde besluit wordt vervangen door: "Register en rapport van afvalstoffen en materialen". § 2. Artikel 1.7 van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd: a) het opschrift wordt vervangen door "Afvalstoffen- en materialenregister" b) in paragraaf 1 worden volgende punten toegevoegd: "5.de producent van gerecycleerde granulaten; 6. de eindgebruiker van gerecycleerde granulaten en gronden.". c) in punt 3 van paragraaf 2 wordt "." vervangen door ", en". d) in paragraaf 2 worden volgende punten toegevoegd: "4.de documenten die de productie, het beheer en het gebruik van gerecycleerde granulaten met een beoogd gebruik niet in of op de bodem aantoont, en 5. de documenten die de productie, het beheer en het gebruik van gronden en gerecycleerde granulaten met een beoogd gebruik in of op de bodem aantoont.". e) in paragrafen 3, 4 en 5 wordt "afvalstoffenregister" vervangen door "afvalstoffen- en materialenregister".f) in paragraaf 5 worden de woorden "in punten 1 tot 3° " vervangen door "in punten 1 tot 3 en 5 en 6". Art. 1.6.

In artikel 1.10.3, worden de woorden "artikelen 3.3.2, 3.4.2, 3.5.2 en 4.7.5, § 3" vervangen door "artikelen 3.3.2, 3.4.2, 3.5.2, 4.7.5, § 3, 4.8.20, 4.9.17 en 4.9.21".

Art. 1.7.

Een nieuw artikel 1.10.6 dat luidt als volgt wordt toegevoegd aan afdeling 1 met als opschrift "Gebruik van de gegevens": "Art. 1.10.6.

De gegevens in de artikelen 4.8.3, § 5 en 4.8.6 worden gebruikt in het kader van de aanvraag tot registratie of vergunning om zich te verzekeren dat de aanvrager van de registratie of vergunning aangesloten is aan een geregistreerde beheerorganisatie zoals bepaald in dit besluit en derhalve, dat hij zijn kwaliteitbeheersysteem en zelfcontrole op punt heeft gesteld inzake de traceerbaarheid van afvalstoffen.

Deze gegevens worden ook gebruikt na de afgifte van de registratie of vergunning met het oog op de controle van de naleving van dit besluit door de met het toezicht belaste personeelsleden.".

Art. 1.8.

Een nieuw artikel 1.10.7 dat luidt als volgt wordt toegevoegd aan dezelfde afdeling: "Art. 1.10.7. De in artikel 4.8.4 bedoelde gegevens worden gebruikt door de beheerorganisatie zoals bedoeld in artikel 4.8.18 om na te gaan waar en wanneer de gerecycleerde granulaten geproduceerd werden teneinde de controle van hun traceerbaarheid te verzekeren.

Deze gegevens worden nadien ook gebruikt met het oog op de controle van de naleving van dit besluit door de met het toezicht belaste personeelsleden.".

Art. 1.9.

Een nieuw artikel 1.10.8 dat luidt als volgt wordt toegevoegd aan dezelfde afdeling: "Art. 1.10.8. De in artikel 4.8.20 bedoelde gegevens worden gebruikt in het kader van de aanvraag tot registratie om te controleren of de aanvrager van de registratie over personeel beschikt dat bekwaam is op het vlak van recyclage van granulaten.

Deze gegevens worden nadien ook gebruikt met het oog op de controle van de naleving van dit besluit door de met het toezicht belaste personeelsleden.".

Art. 1.10.

Een nieuw artikel 1.10.9 dat luidt als volgt wordt toegevoegd aan dezelfde afdeling: "Art. 1.10.9. De in artikel 4.8.28 bedoelde gegevens worden gepubliceerd teneinde de mensen die dienst moeten doen op een toegelaten breker te laten weten met wie ze contact kunnen opnemen.".

Art. 1.11.

In artikel 1.11.2, worden de woorden "in artikel 2.3.1, § 2, 2° en 3° " vervangen door "in artikelen 2.3.1, § 2, 2° en 3°, 4.8.3, § 5, 4.8.6 en 4.8.20".

Art. 1.12.

In afdeling 2 met als opschrift "Verwerkingsverantwoordelijke voor de gegevens en bewaartermijn" wordt een nieuw artikel 1.11.6 toegevoegd dat luidt als volgt: "Art. 1.11.6. De verwerkingsverantwoordelijke voor de in artikelen 4.8.4 en 4.8.28 bedoelde gegevens is de beheerorganisatie bedoeld in artikel 4.8.18.

De in artikel 4.8.4 bedoelde gegevens worden drie jaar bewaard.

De in artikel 4.8.28 bedoelde gegevens worden gepubliceerd tijdens de duur van de registratie.".

Art. 1.13.

In artikel 1.12.1 wordt de referentie "1.10.5" vervangen door "1.10.9".

Art. 1.14.

In artikel 3.1.5, § 2 van hetzelfde besluit worden twee bijkomende streepjes opgesteld als volgt, toegevoegd: "- een lijst met de geregistreerde uitbaters van brekers en de vergunde brekers voor de productie van gerecycleerde granulaten conform hoofdstuk 8, titel IV; - een lijst met de geregistreerde beheerorganisaties conform hoofdstukken 8 en 9, titel IV. ".

Art. 1.15.

In hoofdstuk 6 met als opschrift "Einde-afvalfase" wordt een nieuw artikel 3.6.3 toegevoegd, dat luidt als volgt: " § 1. Overeenkomstig artikel 9 van de ordonnantie betreffende afvalstoffen, heeft een einde-afvalfase bereikt: 1. een gerecycleerd granulaat dat aan de verplichtingen van hoofdstuk 8 van titel IV heeft voldaan, met uitzondering van een gerecycleerd granulaat in een tijdelijke toepassing zoals bedoeld in artikel 4.8.1 § 4; 2. een grond die of een gerecycleerd granulaat dat aan de verplichtingen van hoofdstuk 9 van titel IV heeft voldaan. § 2. Gerecycleerde granulaten en gronden die niet zijn gebruikt in overeenstemming met het granulaten- of grondbeheerrapport voor de betrokken partij opgesteld door de uitbater van de breker, verliezen de einde-afvalfase.".

Art. 1.16.

In artikel 3.6.2, § 4 van hetzelfde besluit wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Onverminderd het vorige lid, is de toelating zoals bepaald in paragraaf 1 niet nodig voor de volgende stromen: 1. een gerecycleerd granulaat of een grond die voldoet aan de bepalingen van hoofdstuk 8 van titel IV; 2. een grond die of een gerecycleerd granulaat dat voldoet aan de bepalingen van hoofdstuk 9 van titel IV.".

Art. 1.17.

Artikel 3.7.2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door: "De verschillende afvalstromen bedoeld in artikel 3.7.1 § 1 en ingezameld in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, mogen in dezelfde container of in hetzelfde vervoersmiddel verzameld worden, voor zover deze stromen van elkaar gescheiden worden in verschillende houders."

Art. 1.18.

Artikel 3.9.2 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt: b) in paragraaf 1 worden de woorden ", groente- en fruitafval" ingevoegd tussen "categorie 3" en "en" ;c) in paragraaf 2 worden de woorden " en groente- en fruitafval" ingevoegd tussen de woorden "etensresten" en "geproduceerd".

Art. 2.Gerecycleerde granulaten In titel IV van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk 8 ingevoegd, dat de artikelen 4.8.1 tot 4.8.30 bevat, luidende: "HOOFDSTUK 8. - Gerecycleerde granulaten Afdeling 1. - Algemeen


Art. 4.8.1. § 1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de productie en het gebruik van gerecycleerde granulaten die op duurzame wijze toegepast worden en die: 1. verwerkt worden in een ander materiaal met behulp van een bindmiddel, of;2. zich niet vermengen met de bodem. § 2. De aard van het bindmiddel van de gerecycleerde granulaten die overeenkomstig paragraaf 1, punt 1, worden gebruikt, voorkomt dat de gerecycleerde granulaten zich vermengen met en uitlogen naar de bodem of het grondwater. Het bindmiddel zelf dat wordt gebruikt bij het toepassen van de gerecycleerde granulaten vermengt zich niet met, of loogt niet uit naar de bodem of het grondwater. § 3. De gerecycleerde granulaten die overeenkomstig paragraaf 1, punt 2, worden gebruikt, voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden: 1. ze brengen geen bodem- en grondwaterverontreiniging teweeg in de zin van de ordonnantie bodem;2. ze komen niet in contact met het afstromend water en het grondwater.De verharding of de afdekking is zo aangebracht dat het water maximaal wegstroomt van het toepassingsgebied; 3. ze zijn duidelijk te onderscheiden van de onderliggende en omringende bodem, zodanig dat ze eenvoudig en afzonderlijk te verwijderen zijn bij het wegvallen van de functie;4. ze hebben een stabiliserende of dragende functie voor de constructie;5. ze hebben een functionele toepassing en waarvan de dikte gemotiveerd is in de aanvraag van stedenbouwvergunning, milieuvergunning of, in voorkomend geval, in het typebestek;6. deze voorwaarden worden vermeld in het typebestek indien aanwezig. § 4. Wie beroep wilt doen op een toepassing die niet is opgenomen in paragraaf 2 of 3, dient een schriftelijke aanvraag in bij Leefmilieu Brussel. De aanvraag bevat een gedetailleerde beschrijving van de geplande toepassing van gerecycleerde granulaten en een rechtvaardiging waaruit blijkt dat de toepassing geen bodem- en grondwaterverontreiniging teweegbrengt. Leefmilieu Brussel beschikt over 30 dagen om de aanvraag goed te keuren of te weigeren. § 5. Een tijdelijke toepassing van gerecycleerde granulaten op een werf is toegestaan op voorwaarde dat: 1. de gerecycleerde granulaten voldoen aan de voorwaarden van afdeling 4 en 5 van dit hoofdstuk;2. het gebruik functioneel noodzakelijk is voor het verloop van de werf en duidelijk omschreven is in de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, milieuvergunning of werftoelating;3. het gebruik beperkt is tot de duur van de werf en voor maximaal drie jaar.Deze termijn is niet hernieuwbaar; 4. de gerecycleerde granulaten op het einde van de werf, en ten laatste drie jaar na hun plaatsing, volledig verwijderd worden. § 6. De gerecycleerde granulaten toegepast volgens de bepalingen van hoofdstuk 9 van titel IV voldoen aan huidig hoofdstuk, met uitzondering van onderafdeling 1 van afdeling 4 en artikelen 4.8.16 en 4.8.17, en aan hoofdstuk 9. § 7. Tenzij anders of specifiek bepaald, zijn titels I en III van toepassing. Afdeling 2. - Toelatingen voor de productie van gerecycleerde

granulaten met behulp van een breker

Art. 4.8.2. § 1. De uitbating van een vaste breker binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is onderworpen aan milieuvergunning voor de rubriek 48 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 04/03/1999 pub. 07/08/1999 numac 1999031224 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen sluiten tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen. § 2. Laat zich registreren volgens de voorwaarden van de ordonnantie betreffende de milieuvergunningen en de voorwaarden van artikel 4.8.3, de natuurlijke of rechtspersoon die: 1. een mobiele breker op een bouw- en sloopwerf uitbaat binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2. een mobiele of vaste breker uitbaat buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die de einde-afvalfase wil bekomen voor gerecycleerde granulaten voor gebruik in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Art. 4.8.3. Toelatingsaanvraag § 1. De aanvrager van een milieuvergunning of de verlenging ervan, zoals bepaald in artikel 4.8.2, § 1, voegt aan de aanvraag het bijkomend formulier toe dat Leefmilieu Brussel ter beschikking stelt. § 2. De aanvrager van een registratie, zoals bepaald in artikel 4.8.2, § 2, voegt aan de aanvraag het bijkomend formulier toe dat Leefmilieu Brussel ter beschikking stelt. § 3. De minimale inhoud van het formulier opgenomen in paragrafen 1 en 2 is vastgelegd in bijlage 20 van huidig besluit. § 4. De aanvrager van een milieuvergunning of een registratie met het oog op breekactiviteiten van gerecycleerde granulaten voldoet aan de bepalingen vermeld in artikel 3.1.3. Paragrafen 1 en 2 van artikel 3.1.4 zijn niet van toepassing. § 5. De uitbater van een breker sluit, voorafgaand aan de milieuvergunnings- of de registratieaanvraag, aan bij een geregistreerde beheerorganisatie. Het kwaliteitbeheersysteem zoals bepaald in artikel 4.8.5 wordt voorafgaand goedgekeurd door de geregistreerde beheerorganisatie. Afdeling 3. - Productie van gerecycleerde granulaten


Art. 4.8.4. § 1. De breker beschikt over een webgebaseerd informatiesysteem dat gekoppeld is met een GPS-volgsysteem dat autonoom en draadloos informatie doorstuurt naar een centrale server die door de geregistreerde beheerorganisatie opgevolgd wordt. Deze informatie omvat minstens: 1. de correcte positie van de installatie;2. de activiteitsstatus van de installatie;3. de productieperiode. § 2. Leefmilieu Brussel kan te allen tijde de gegevens van deze centrale server raadplegen. § 3. Een mobiele breker op een bouw- of sloopwerf verwerkt enkel puin van de desbetreffende werf. § 4. Alleen puin dat niet schadelijk is voor het milieu en de gezondheid en dat na verwerking milieuhygiënische en bouwtechnische verantwoorde eindeafvalmaterialen oplevert, wordt aanvaard door de uitbater van de breker.

Asfaltpuin wordt bij aanvaarding door de uitbater van de breker bijkomend gecontroleerd met de PAK-spraytest. Leefmilieu Brussel kan de technische details voor deze test bepalen via een code van goede praktijken. § 5. Het puin bevat de volgende stoffen en materialen niet: 1. teerhoudend asfalt;2. roofing;3. spoorwegballast;4. vlieg- en bodemassen, slakken. Het puin is niet: 1. visueel of organoleptisch verontreinigd met asbestvezels of asbestverdachte materialen, teer, andere gevaarlijke afvalstoffen en verontreinigende stoffen zoals roet, loodhoudende verven, minerale oliën, ...; 2. afkomstig van een site waar een brand heeft plaatsgevonden;3. afkomstig van bodembehandelingswerken conform de ordonnantie bodem;4. fysisch verontreinigd met meer dan 5 % (massa/massa) van gips, glas, hout, cellenbeton en kunststoffen. De fysische verontreiniging van het puin met grond en zand mag de productie van conforme gerecycleerde granulaten in de installatie niet belemmeren. De criteria worden vastgelegd in het kwaliteitbeheersysteem. § 6. Andere stoffen in een hoeveelheid waarmee de kwaliteit van de gerecycleerde granulaten in gevaar kan komen, zoals bepaald in artikel 4.8.7, zijn verboden.

Art. 4.8.5. Kwaliteitbeheersysteem § 1. De uitbater van de breker beschikt over een kwaliteitbeheersysteem zoals bepaald in artikel 3.5.4 en dit bevat bijkomend volgende elementen: 1. acceptatiecriteria en -procedure;2. strategie voor staalname en analyses;3. procedure bij aanlevering van afvalstoffen die niet voldoen aan de acceptatiecriteria. § 2. De acceptatiecriteria zijn op elk moment beschikbaar voor de afvalstoffenhouder en worden aan iedere offerte toegevoegd.

Art. 4.8.6. Algemene voorwaarden § 1. De breker voldoet aan artikel 3.5.2. § 2. De uitbater van de breker is steeds aangesloten bij een geregistreerde beheerorganisatie. § 3. De uitbater van de breker beschikt over voldoende en gekwalificeerd personeel om: 1. asbest en andere gevaarlijke stoffen te herkennen;2. doeltreffend in te staan voor het toezicht op en de controle van de productie van gerecycleerde granulaten. § 4. De uitbater van de breker beschikt over het certificaat, zoals vermeld in artikel 4.8.28, voor de productie van gerecycleerde granulaten voor gebruik in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Afdeling 4. - Voorwaarden voor gebruik

van gerecycleerde granulaten Onderafdeling 1. - Kwaliteits- en gebruikscriteria tot het bekomen van de einde-afvalfase van gerecycleerde granulaten

Art. 4.8.7. Kwaliteit § 1. Het is verboden om een partij gerecycleerde granulaten te mengen met afvalstoffen of met materialen van een betere kwaliteit om aan de voorwaarden bepaald in punten 1 tot en met 5 van paragraaf 2 te voldoen. § 2. Elke partij gerecycleerde granulaten voldoet aan de volgende cumulatieve voorwaarden: 1. de concentraties van de zware metalen voldoen aan de uitloognormen zoals opgenomen in de tabel van bijlage 22.Echter, wanneer de totaalconcentratie de norm uit deze bijlage respecteert, is de uitloogproef niet vereist; 2. de concentraties van de overige verontreinigingen zijn lager dan de normen van bijlage 22;3. de totaalconcentraties van de polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) voor de stromen asfaltgranulaat, gerecycleerde bitumineuze granulaten en zeefzand van asfalt wijken af van het hierboven vermeld punt 2.De specifieke normen voor de PAK's zijn van toepassing. Daarenboven dienen deze drie stromen niet te voldoen aan de norm betreffende de totaalconcentratie van minerale oliën zoals opgenomen in bijlage 22; 4. de verontreinigingen waarvan de uitbater de aanwezigheid vermoedt of waarvan hij, op basis;vervangen door, van eerdere onderzoeken, zelfcontrole of inventarissen, kennis heeft, én die niet opgenomen zijn in de tabel van bijlage 22, dienen te voldoen aan de interventienormen voor woonzone van de ordonnantie bodem; 5. bevat maximaal de volgende gehalten aan fysische verontreinigingen: a.vlottende verontreinigingen: 5,0 cm3/kg droge stof; b. niet-vlottende verontreinigingen: 1,0 % (massa/massa);c. glas: 2,0 % (massa/massa). § 3. In afwijking op de voorwaarden van § 2 punten 1 tot en met 4, respecteren de gerecycleerde granulaten die gebruikt worden in direct contact met het grondwater de saneringsnormen van de ordonnantie bodem. § 4. De minister kan de tabel van bijlage 22 aanpassen aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang of aan wijzigingen in Europese of regionale regelgevingen via een ministerieel besluit.

Art. 4.8.8. Gebruik § 1. Het gebruik van gerecycleerde granulaten in een "Bijzondere zone", zoals bepaald in bijlage 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 29/03/2018 pub. 02/05/2018 numac 2018030745 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen sluiten tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen, is verboden. § 2. De dikte van de aangebrachte laag van gerecycleerde granulaten is beperkt tot het strikt noodzakelijke in het kader van het bouwproject.

Onderafdeling 2. - Controle van gerecycleerde granulaten

Art. 4.8.9. Staalneming § 1. De staalneming en de analyse van gerecycleerde granulaten gebeurt overeenkomstig de code van de goede praktijken die Leefmilieu Brussel op zijn website ter beschikking stelt aan het publiek. § 2. Indien de staalnemingsstrategieën niet toelaten om voldoende representativiteit te verkrijgen van de kwaliteit van de gerecycleerde granulaten, worden bijkomende stalen genomen en geanalyseerd. § 3. De beheerorganisatie kan bijkomende stalen en analyses laten nemen als de staalnemingsstrategieën niet voldoende representatief worden geacht.

Art. 4.8.10. Analyse § 1. Een staal wordt geanalyseerd op de parameters opgenomen in bijlage 22. § 2. De beheerorganisatie kan analyses op bijkomende parameters vragen. § 3. De stalen worden bovendien geanalyseerd op de parameters waarvan de uitbater de aanwezigheid vermoedt of waarvan hij, op basis van eerdere onderzoeken, zelfcontrole of inventarissen, kennis heeft. § 4. Wanneer er aanwijzingen zijn van vluchtige stoffen voorziet de uitbater analyses van deze stoffen op enkelvoudige stalen. § 5. De analyses worden uitgevoerd door een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkend, of als erkend beschouwd, laboratorium.

De PAK-spraytest en de bepaling van de fysische verontreinigingen kunnen door de uitbater uitgevoerd worden.

Art. 4.8.11. Analyserapport § 1. De analyserapporten worden bijgehouden op elektronische manier met het oog op een uitwisseling tussen de beheerorganisatie en de betrokken uitbater van de breker. De technische specificaties waaraan de analyserapporten voldoen en de technische specificaties in verband met de uitwisseling van gegevens worden opgenomen in het kwaliteitbeheersysteem bepaald in artikel 4.8.5. § 2. Het analyserapport bevat: 1. het rapport van staalneming;2. de analysecertificaten;3. de vergelijking van de analyseresultaten ten opzichte van de te respecteren normen met aanduiding van de overschrijdingen. Onderafdeling 3. - Bevoorrading en vervoer van gerecycleerde granulaten

Art. 4.8.12. Bevoorrading van gerecycleerde granulaten De bevoorrading van gerecycleerde granulaten gebeurt enkel bij toegelaten brekers volgens de bepalingen van dit besluit.

Art. 4.8.13. Vervoer van gerecycleerde granulaten § 1. Enkel partijen gerecycleerde granulaten van dezelfde milieuhygiënische kwaliteit mogen in dezelfde container of in hetzelfde vervoersmiddel verzameld worden voor zover deze stromen van elkaar gescheiden worden in verschillende houders teneinde fysicochemische kruisverontreinigingen te voorkomen. § 2. De gerecycleerde granulaten worden, zonder tussenopslag, vervoerd naar de ontvangende site voor het beoogde gebruik. Afdeling 5. - Traceerbaarheidsprocedure

Onderafdeling 1. - Algemeen

Art. 4.8.14. § 1. De uitwisseling van de in deze afdeling voorziene documenten gebeurt via het digitaal platform dat ter beschikking gesteld wordt door de beheerorganisatie waarbij de uitbater bepaald in artikel 4.8.2 is aangesloten. § 2. De conformiteitsverklaring, die in onderafdeling 2 wordt vermeld, bestaat uit twee luiken. De minimale inhoud hiervan is vastgelegd in bijlage 19 van huidig besluit.

Onderafdeling 2. - Conformiteitsverklaring en granulatenbeheerrapport

Art. 4.8.15. Conformiteitsverklaring - Luik 1 § 1. De uitbater van een inrichting, zoals bepaald in artikel 4.8.2, stelt voor elke partij van gerecycleerde granulaten het eerste luik op van de conformiteitsverklaring. § 2. Luik 1 van de conformiteitsverklaring heeft een unieke identificatiecode per partij. § 3. Luik 1 van de conformiteitsverklaring met als bijlage het analyserapport wordt aan de beheerorganisatie overgemaakt. § 4. De conformiteitsverklaring van gerecycleerde granulaten die gebruikt worden in of op de bodem, wordt vergezeld van het goedgekeurd technisch verslag, zoals bepaald in artikelen 4.9.10 en 4.9.11.

Art. 4.8.16. Conformiteitsverklaring - Luik 2 § 1. Vóór de overbrenging van gerecycleerde granulaten naar een eindgebruiker, meldt de uitbater van de breker deze overbrenging aan de geregistreerde beheerorganisatie waaraan hij is aangesloten, door middel van het volledig ingevulde luik 2 van de conformiteitsverklaring. § 2. Indien een partij bestaat uit deelpartijen, wordt de unieke identificatiecode van de partij, zoals vermeld in artikel 4.8.15 § 2, met een aanvulling per deelpartij vervolledigd.

Art. 4.8.17. Granulatenbeheerrapport § 1. Op basis van de conformiteitsverklaring levert de geregistreerde beheerorganisatie, binnen een termijn van vijf dagen, een granulatenbeheerrapport af aan de uitbater bepaald in artikel 4.8.2 en aan de eindgebruiker. Dit granulatenbeheerrapport herneemt minstens de unieke identificatiecode van de partij, vervolledigd met de aanvulling van de deelpartij in voorkomend geval. § 2. Gerecycleerde granulaten worden enkel gebruikt in overeenstemming met de overgemaakte gegevens in luiken 1 en 2 van de conformiteitsverklaring. In geval van een wijziging in een gegeven, wordt luik 2 van de conformiteitsverklaring opnieuw naar behoren ingevuld en overgemaakt aan de geregistreerde beheerorganisatie. De beheerorganisatie levert een nieuw granulatenbeheerrapport af conform de bovenstaande paragraaf. § 3. Het granulatenbeheerrapport bevestigt dat de gerecycleerde granulaten niet in of op de bodem gebruikt worden, en dat het beoogde gebruik voldoet aan de voorwaarden vermeld in huidig hoofdstuk. § 4. Luiken 1 en 2 van de conformiteitsverklaring, alsook het analyserapport, worden op eenvoudig verzoek overgemaakt aan de eindgebruiker. Afdeling 6. - Beheerorganisatie van gerecycleerde granulaten

Onderafdeling 1. - Registratieaanvraag

Art. 4.8.18. § 1. Om in aanmerking te komen voor een registratie als een geregistreerde beheerorganisatie van gerecycleerde granulaten voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dient de aanvrager een registratie in te dienen. § 2. De registratieaanvraag gebeurt met behulp van het formulier dat Leefmilieu Brussel ter beschikking stelt. De minimale inhoud van dit formulier is vastgesteld in bijlage 21 van huidig besluit.

Art. 4.8.19. Identificatie van de aanvrager § 1. Om in aanmerking te komen als beheerorganisatie voor gerecycleerde granulaten, dient de aanvrager van een registratie te voldoen aan onderstaande voorwaarden: 1. opgericht zijn als een vereniging zonder winstoogmerk conform de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;2. voldoende representatief zijn voor de verschillende sectoren die betrokken zijn bij het gebruik van gerecycleerde granulaten;3. de werking en de structuur van de activiteit zijn in overeenstemming met de norm NBN EN ISO/IEC 17065 en zijn daartoe geaccrediteerd door BELAC of door een ander lid van de European Accreditation (EA).De accreditatie heeft betrekking op de uit te voeren activiteiten; 4. als statutair doel hebben om de taken die in dit hoofdstuk zijn toegewezen, uit te voeren, studiewerk over gerecycleerde granulaten te verrichten en informatie en advies hierover te verstrekken. § 2. De beheerorganisatie is onafhankelijk, onpartijdig en deskundig in zijn activiteitsgebied.

Art. 4.8.20. Vakbekwaamheid De aanvrager beschikt binnen zijn personeel één of meer natuurlijke personen die samen voldoen aan de volgende voorwaarden: 1. een grondige kennis hebben van de disciplines bodemkunde, geologie en scheikunde;2. een grondige kennis hebben van de codes van goede praktijk en de milieuwetgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het bijzonder de wetgeving op het gebied van milieuvergunningen, bodem- en afvalbeheer;3. minimaal drie jaar beroepservaring hebben, verworven gedurende de zes jaar voorafgaand aan de datum van de registratieaanvraag, met betrekking tot de recyclage van granulaten. De kennis vermeld in punten 1 en 2 wordt aangetoond met academische diploma's, diploma's van het hoger onderwijs van het lange type of gelijkwaardig met inbegrip van buitenlandse diploma's die als gelijkwaardig erkend zijn.

De beroepservaring vermeld in punt 3 blijkt uit een curriculum vitae, getuigschrift, referentielijst of beschrijving van de opgedane relevante ervaring, bijvoorbeeld in het kader van een gelijkaardige registratie die is verleend door de bevoegde overheden van een ander gewest of een ander land.

Art. 4.8.21. Technische en informaticamiddelen § 1. De aanvrager beschikt over de nodige technische en informaticamiddelen om zijn verplichtingen na te komen. § 2. De aanvrager beschikt minstens over: 1. een centrale server om de informatie komende van de GPS-volgsystemen van de uitbaters bepaald in artikel 4.8.2 te ontvangen en te verwerken; 2. een traceerbaarheidssysteem voor gerecycleerde granulaten niet gebruikt in of op de bodem;3. een procedure die het mogelijk maakt om een gesloten volumebalans voor gerecycleerde granulaten op te maken;4. een klachtenregister;5. een register van de analyserapporten, de conformiteitsverklaringen en de traceerbaarheidsdocumenten. Art. 4.8.22. Financiële capaciteit § 1. De aanvrager beschikt over voldoende financiële capaciteit om zijn verplichtingen na te komen. § 2. De aanvrager beschikt over een verzekeringscontract ter dekking van zijn beroepsaansprakelijkheid als beheerorganisatie binnen de dertig dagen na de beslissing tot toekenning van de registratie, en voor de duur ervan.

Art. 4.8.23. Registratieprocedure De registratieprocedure verloopt in overeenstemming met de bepalingen van titel IV bis van de ordonnantie milieuvergunningen.

Art. 4.8.24. Registratie van rechtswege De beheerorganisaties die in het bezit zijn van een registratie of een gelijkwaardige titel verstrekt in een ander Gewest worden van rechtswege geregistreerd indien ze de voorwaarden van het besluit respecteren.

De beheerorganisaties die van rechtswege geregistreerd willen worden, melden dit aan Leefmilieu Brussel.

Onderafdeling 2. - Algemene voorwaarden voor de uitoefening van de activiteit

Art. 4.8.25. Kwaliteitbeheersysteem De geregistreerde beheerorganisatie beschikt over een kwaliteitbeheersysteem zoals bepaald in artikel 3.3.3.

Art. 4.8.26. Digitaal platform § 1. De geregistreerde beheerorganisatie maakt een digitaal platform op voor de uitwisseling van de administratieve documenten. § 2. Het digitaal platform is toegankelijk voor Leefmilieu Brussel.

Art. 4.8.27. Periodieke controle § 1. De geregistreerde beheerorganisatie voert periodieke controles uit bij uitbaters bepaald in artikel 4.8.2 die bij haar zijn aangesloten. § 2. De periodieke controle heeft tot doel de zelfcontrole, zoals beschreven in het kwaliteitbeheersysteem, van de uitbaters bepaald in artikel 4.8.2 na te gaan. § 3. Er wordt één periodieke controle per 10.000 ton gerecycleerde granulaten uitgevoerd, met een maximum van acht periodieke controles per jaar. Bij een jaarlijkse productie lager dan 10.000 ton worden minimaal twee periodieke controles uitgevoerd.

De geregistreerde beheerorganisatie stelt een methodiek van periodiciteit voor in zijn kwaliteitbeheersysteem zoals bepaald in artikel 4.8.25. § 4. Een onregelmatigheid aan huidig hoofdstuk vastgesteld door de geregistreerde beheerorganisatie wordt binnen een termijn van vijf werkdagen gemeld aan Leefmilieu Brussel.

Art. 4.8.28. Certificaat § 1. De geregistreerde beheerorganisatie levert een certificaat af ter bevestiging dat de uitbater van de breker gerecycleerde granulaten conform aan dit besluit kan produceren tot de eerstvolgende periodieke controle. § 2. De geregistreerde beheerorganisatie bepaalt de modaliteiten voor het afleveren van de certificaten en neemt dit op in het kwaliteitbeheersysteem zoals bepaald in artikel 4.8.25. § 3. De geregistreerde beheerorganisatie stelt de certificaten ter beschikking aan het publiek.

Art. 4.8.29. Bijkomende controle De geregistreerde beheerorganisatie controleert jaarlijks het kwaliteitbeheersysteem van de uitbater bepaald in artikel 4.8.2 die bij haar is aangesloten.

Art. 4.8.30. Rapportering aan Leefmilieu Brussel De geregistreerde beheerorganisatie bezorgt jaarlijks aan Leefmilieu Brussel, vóór 15 maart van het jaar volgend op het boekjaar, een rapport dat minstens volgende gegevens bevat: 1. de hoeveelheid geproduceerde gerecycleerde granulaten voor een gebruik niet in of op de bodem in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, per breker op basis van de conformiteitsverklaringen en plaats van productie; 2. de hoeveelheid gebruikte gerecycleerde granulaten niet in of op de bodem in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op basis van de ontvangstmeldingen en de toepassingen zoals bepaald in artikel 4.8.1; 3. het jaarverslag van de werking van de geregistreerde beheerorganisatie met inbegrip van het aantal periodieke controles per breker. De vorm en de modaliteiten van deze rapportering worden bepaald door Leefmilieu Brussel.".

Art. 3.Gronden en gerecycleerde granulaten gebruikt in of op de bodem In titel IV van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk 9 ingevoegd, dat de artikelen 4.9.1 tot 4.9.23 bevat, luidende: "HOOFDSTUK 9. - Gronden en gerecycleerde granulaten gebruikt in of op de bodem Afdeling 1. - Algemeen


Art. 4.9.1. § 1. In dit hoofdstuk zijn de volgende definities van toepassing: 1° "grond": vaste bestanddelen van de bodem, die vrij komen naar aanleiding van ontgravingen of bodembehandeling en waarvan het gehalte aan steenachtige bodemvreemde stoffen niet hoger is dan vijfentwintig massaprocent en waarvan het gehalte aan andere bodemvreemde stoffen niet hoger is dan één massa- en volumeprocent. Ditzelfde type materiaal dat afkomstig is van een vergund grondbehandelingscentrum, een tijdelijke opslagplaats of een ontginning is inbegrepen in deze definitie; 2° "gebruik in of op de bodem": een toepassing in contact met de bodem, met als doel het opvullen van ontgravingen, het nivelleren, het stabiliseren of het ophogen van terreinen en waarbij de toepassing geen deel uitmaakt van een constructie;3° "bodemvreemde stoffen": stoffen of afvalstoffen die niet aanwezig zijn in een natuurlijke onverstoorde bodem, waaronder: - bodemvreemde stenen zoals metselwerkpuin, betonpuin en steenslag; - bodemvreemd steenachtig materiaal zoals asfaltpuin, freesasfalt, slakken, assen, sintels, glas, tegels, keramiek, kunstleien, cellenbeton, geëxpandeerde klei; - bodemvreemd niet-steenachtig materiaal zoals plastic, gips, kalk, roofing, bitumen, rubber, isolatiematerialen (zoals piepschuim), metalen (zoals bouten, moeren, schroot), hout (behandeld of onbehandeld), asbestverdacht materiaal, papier, kurk, textiel; 4° "reeds bestaande ophoging": bodemlaag die vóór 20 januari 2005 door de mens werd aangebracht om de topografie aan te passen naar zijn behoeften en die wordt gekenmerkt door een heterogene samenstelling (slib, zand, klei, bakstenen, beton, puin van metselwerk) die soms verontreinigd is door zware metalen en/of polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK);5° "werkzone": de zone die vastgesteld is in het kader van eenzelfde project en die bestaat uit een geheel van aaneensluitende percelen met soortgelijke kenmerken.Het betreft kenmerken die een betekenisvol effect op het milieu hebben of een betekenisvol risico voor de volksgezondheid inhouden. § 2. Onverminderd artikel 3, 8° van de ordonnantie afvalstoffen wordt in dit hoofdstuk verstaan onder "afvalstoffenhouder", in de aangegeven volgorde: 1. de opdrachtgever van de grondwerken op de plaats van uitgraving, zoals een bouwheer, een projectontwikkelaar, een houder van zakelijke rechten, of;2. de aannemer verantwoordelijk voor de grondwerken op de plaats van uitgraving, of;3. de inzamelaar, handelaar of makelaar van afvalstoffen, of;4. de hiervoor vergunde inzamel- of verwerkingsinrichting van afvalstoffen. § 3. Dit hoofdstuk is van toepassing op het gebruik van: 1. gronden;2. gerecycleerde granulaten die in of op de bodem gebruikt worden, in tegenstelling tot gerecycleerde granulaten behandeld in hoofdstuk 8. § 4. Tenzij anders of specifiek bepaald, zijn titels I en III van toepassing. Afdeling 2. - Voorwaarden voor gebruik

Onderafdeling 1. - Algemeen

Art. 4.9.2. § 1. Het is verboden om verschillende partijen gronden of gerecycleerde granulaten met een verschillende milieuhygiënische kwaliteit, of met andere materialen, te mengen met als doel of resultaat voor de gemengde partij een gebruik in aanmerking te laten komen die voor de niet-gemengde partijen niet is toegestaan. § 2. Om aan de voorwaarden van dit hoofdstuk te voldoen, kunnen gronden of gerecycleerde granulaten een fysische, chemische of biologische behandeling ondergaan.

Art. 4.9.3. § 1. Een door een bodemverontreinigings-deskundige vastgestelde onregelmatigheid met betrekking tot dit hoofdstuk, wordt binnen een termijn van vijf werkdagen aangegeven aan een geregistreerde beheerorganisatie.

Een door een geregistreerde beheerorganisatie vastgestelde onregelmatigheid met betrekking tot dit hoofdstuk, wordt binnen een termijn van vijf werkdagen aangegeven aan Leefmilieu Brussel. § 2. Indien gronden of gerecycleerde granulaten in of op de bodem gebruikt worden in tegenstrijd met de bepalingen van dit hoofdstuk, wordt het betrokken perceel ingeschreven in categorie 0 van de inventaris van de bodemtoestand, tenzij het reeds ingeschreven is in categorie 4.

Het verwijderen van deze gronden of gerecycleerde granulaten gebeurt overeenkomstig de bepalingen van de ordonnantie bodem.

Onderafdeling 2. - Algemeen gebruik

Art. 4.9.4. Gronden, of gerecycleerde granulaten, waarvan de concentraties aan verontreinigingen lager of gelijk zijn dan de sanerings normen van de ordonnantie bodem, kunnen in of op de bodem, of in een ander materiaal zoals bepaald door artikel 4.8.1 § 1, 1., gebruikt worden.

Art. 4.9.5. § 1. Onverminderd artikel 4.9.4 worden gronden enkel in of op de bodem gebruikt, onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1. het gehalte aan stenen of steenachtige bodemvreemde stoffen bedraagt maximaal vijf massaprocent;2. de granulometrie van de stenen of steenachtige bodemvreemde stoffen, is niet groter dan vijftig millimeter;3. het gehalte aan bodemvreemde stoffen andere dan steenachtige materialen, bedraagt maximaal één massa- en volumeprocent;4. ze bevatten geen gevaarlijke afvalstoffen;5. ze bevatten geen invasieve dier- of plantensoorten in de zin van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud en de verordening (EU) Nr.1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten. § 2. Onverminderd artikel 4.9.4 worden gerecycleerde granulaten enkel in of op de bodem gebruikt, onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1. het gehalte aan afvalstoffen andere dan de gerecycleerde granulaten zelf, bedraagt maximaal één massa- en volumeprocent;2. de dikte van de aangebrachte laag van gerecycleerde granulaten is beperkt tot het strikt noodzakelijke in het kader van het bouwproject;3. de granulometrie is lager dan 4 mm indien de gerecycleerde granulaten gebruikt worden op een perceel dat ingedeeld is in de kwetsbaarheidsklasse "woonzone" in de zin van de bodemordonnantie, met uitzondering van de gerecycleerde granulaten die ingezet worden voor specifieke toepassingen zoals vastgelegd in de code van goede praktijken;4. ze worden niet gebruikt op een perceel dat ingedeeld is in de kwetsbaarheidsklasse "bijzondere zone" zoals bepaald in bijlage 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 29/03/2018 pub. 02/05/2018 numac 2018030745 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen sluiten tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen. § 3. Onverminderd artikel 4.9.4 en paragrafen 1 en 2, voldoen gronden of gerecycleerde granulaten die niet onder een constructie gebruikt worden, ten minste aan bijkomende cumulatieve voorwaarden voor het maximale behoud van de ecosysteemfuncties: 1. het gehalte aan organisch materiaal in een wortelzone bedraagt minimum 2 %;2. het behoud van het infiltratiepotentieel van de bodem is gegarandeerd;3. het vermijden van erosie;4. het behoud van de oorspronkelijke biodiversiteit van de bodem en het terrein vóór de start van de werken. § 4. Leefmilieu Brussel kan de technische details voor deze voorwaarden bepalen via een code van goede praktijken.

Onderafdeling 3. - Gebruik van gronden op een zelfde perceel of een werkzone

Art. 4.9.6. § 1. In afwijking van de voorwaarden van artikel 4.9.4 kunnen gronden die op hetzelfde perceel van waar ze ontgraven zijn in of op de bodem gebruikt worden, indien de concentraties aan verontreinigingen lager zijn dan 80 % van de interventienormen zoals gedefinieerd in de bodemordonnantie en dit onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1. de gronden brengen geen toename van verontreiniging teweeg in de zin van artikel 3 25° van de ordonnantie bodem.In dit opzicht betreffen de overschrijdingen van de saneringsnormen in deze gronden uitsluitend (groepen van) verontreinigingen die i) de saneringsnormen van de ter plekke zijnde bodem, in de onmiddellijke omtrek van de uitgraving overschrijden en ii) die geen (groepen van) te saneren verontreinigingen zijn; 2. de verontreinigingen betreffen geen stoffen die, overeenkomstig de ordonnantie bodem, door sanering moeten behandeld worden. § 2. In afwijking van de voorwaarden van artikel 4.9.4 en 4.9.5 § 1 kan een reeds bestaande ophoging die wordt ontgraven en waarin uitsluitend een weesverontreiniging met polycyclische aromatische koolwaterstoffen of zware metalen voorkomt, op een zelfde perceel van waar ze ontgraven is in of op de bodem hergebruikt worden, onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1. het gehalte aan bodemvreemde stoffen andere dan steenachtige materialen, bedraagt maximaal één massa- en volumeprocent;2. ze bevat geen gevaarlijke afvalstoffen en ze is zelf geen gevaarlijke afvalstof;3. ze veroorzaakt geen risico of gebruiksbeperking zoals bepaald door de ordonnantie bodem;4. ze wordt gebruikt in een zone van het perceel waar een reeds bestaande ophoging van dezelfde aard aanwezig is en waarvan de maximale en gemiddelde concentraties aan polycyclische aromatische koolwaterstoffen en zware metalen gelijk of hoger zijn;5. ze overschrijdt de horizontale grenzen en de diepte van de reeds bestaande ophoging niet. § 3. In afwijking met de voorwaarden van artikel 4.9.4 kan een reeds bestaande ophoging die wordt ontgraven en waarin uitsluitend een weesverontreiniging met polycyclische aromatische koolwaterstoffen of zware metalen voorkomt, op een werkzone, in of op de bodem gebruikt worden, indien de concentraties aan deze verontreinigingen lager zijn dan 80 % van de interventienormen zoals gedefinieerd in de ordonnantie bodem en dit onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1. ze veroorzaakt geen inschrijving van een perceel of wijziging van de categorie van een perceel in de inventaris van de bodemtoestand;2. ze veroorzaakt geen risico of gebruiksbeperking zoals bepaald door de ordonnantie bodem;3. ze veroorzaakt geen toename van verontreiniging in de zin van artikel 3 25° van de ordonnantie bodem;4. ze wordt gebruikt in een zone waar een reeds bestaande ophoging van dezelfde aard aanwezig is;5. ze overschrijdt de horizontale grenzen en de diepte van de reeds bestaande ophoging niet. Onderafdeling 4. - Ander gebruik van gronden

Art. 4.9.7. In afwijking van de voorwaarden van artikel 4.9.4 kunnen gronden die verwerkt worden in een ander materiaal gebruikt worden volgens de voorwaarden van artikel 4.8.7. Afdeling 3. - Traceerbaarheidsprocedure

Onderafdeling 1. - Algemeen

Art. 4.9.8. De uitwisseling van de in deze administratieve procedure voorziene documenten gebeurt via elektronische weg.

Art. 4.9.9. De afvalstoffenhouder en de eindgebruiker nemen in de aanbestedingsdocumenten, de prijsvraag of de contractuele documenten, clausules op die waarborgen dat de regels met betrekking tot de bepalingen van dit hoofdstuk, toegepast worden.

Onderafdeling 2. - Administratieve procedure

Art. 4.9.10. Technisch verslag § 1. Het technisch verslag bepaalt de milieuhygiënische kwaliteit van de gronden en de gerecycleerde granulaten met een beoogd gebruik in of op de bodem. § 2. Het technisch verslag wordt opgesteld door een bodemverontreinigingsdeskundige volgens de codes van goede praktijken ter beschikking gesteld door Leefmilieu Brussel. § 3. Een verslag met betrekking tot het gebruik van gronden, opgesteld overeenkomstig de bepalingen van een ander Belgisch gewest, kan gelijk gesteld worden met een technisch verslag, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1. het is opgesteld door een volgens de ordonnantie bodem erkend bodemverontreinigingsdeskundige; 2. het omvat een evaluatie van de gebruiksvoorwaarden zoals bepaald in artikelen 4.9.4, 4.9.5 et 4.9.6.

Art. 4.9.11. Uitvoering, kennisgeving en goedkeuring van het technisch verslag § 1. Voor het gebruik van gronden of gerecycleerde granulaten in of op de bodem wordt een technisch verslag opgemaakt, behalve in de volgende gevallen: 1. de gronden zijn afkomstig van een perceel dat niet in de inventaris van de bodemtoestand opgenomen is of dat enkel opgenomen is in categorie 1, en waarvan het volume gronden dat op dit perceel uitgegraven wordt minder dan 250 m3 bedraagt, of;2. de gronden zijn afkomstig van een uitgraving in het kader van een bodembehandeling en ze worden gebruikt volgens de voorwaarden van de gelijkvormigheidsverklaring van het sanerings- of risicobeheersvoorstel, of volgens de voorwaarden van een behandeling van beperkte duur, overeenkomstig de bepalingen van de ordonnantie bodem, of;3. de gronden op de openbare weg ter plaatse hergebruikt worden en de werken niet plaatsvinden op een perceel in categorie 0 van de inventaris van de bodemtoestand, of;4. de gronden zijn afkomstig van een terrein buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het totale volume bedraagt minder dan 250 m3 en er zijn geen aanwijzingen dat ze verontreinigd zijn volgens de voor die gronden geldende criteria. § 2. Het opstellen van het technisch verslag is ten laste van de initiële afvalstoffenhouder. § 3. Het technisch verslag wordt aan de geregistreerde grondbeheerorganisatie overgemaakt, vóór het gebruik van de grond of de gerecycleerde granulaten. § 4. Na ontvangst van het technisch verslag heeft de geregistreerde grondbeheerorganisatie 30 dagen de tijd om: - ofwel het al dan niet goed te keuren overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk; - ofwel aanvullingen op te leggen, binnen een door hen gestelde redelijke termijn. Na ontvangst van de aanvullingen heeft de grondbeheerorganisatie vijftien dagen de tijd om het technisch verslag al dan niet goed te keuren overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk. § 5. In het document van de goedkeuring van het technisch verslag bevestigt de geregistreerde grondbeheerorganisatie, in voorkomend geval, op basis van de conclusies van het technisch verslag, onder welke voorwaarden de gronden of de gerecycleerde granulaten gebruikt kunnen worden. § 6. De goedkeuring van het technisch verslag wordt aan de volgende personen ter kennis gebracht: - de initiële afvalstoffenhouder die de verplichting heeft om het technisch verslag op te stellen; - de houder van zakelijke rechten van het perceel waarop de gronden zullen worden uitgegraven.

Art. 4.9.12. Vervoer en vervoerstoelating § 1. Voor de uitvoering van grondwerken en voor het vervoer van gronden of gerecycleerde granulaten met een beoogd gebruik in of op de bodem, is de opdrachtgever voor het vervoer, zoals bepaald in artikel 3.2.7 § 1 en de vervoerder, ingeschreven bij een geregistreerde grondbeheerorganisatie. § 2. Vóór het vervoer van gronden of gerecycleerde granulaten met een beoogd gebruik in of op de bodem, bezorgt de opdrachtgever voor het vervoer, een voorafgaande aangifte tot vervoer aan de grondbeheerorganisatie. § 3. Vóór het gebruik van gronden op hetzelfde perceel van waar ze ontgraven zijn, bezorgt de afvalstoffenhouder een aangifte tot gebruik aan de grondbeheerorganisatie. § 4. Na ontvangst van de voorafgaande aangifte zoals bepaald in paragrafen 2 en 3, maakt de geregistreerde grondbeheerorganisatie binnen een termijn van vijf dagen, aan de aangever het volgende over: - ofwel een beslissing dat de aangifte onvolledig is en waarin wordt verzocht om ze te vervolledigen. Na de ontvangst van de aanvullingen herbegint de procedure overeenkomstig de huidige paragraaf; - ofwel een beslissing die zich verzet tegen het vervoer en het gebruik van grond of de gerecycleerde granulaten, wegens niet-naleving van de voorwaarden van dit hoofdstuk; - ofwel een vervoerstoelating of een gebruikstoelating. § 5. De vervoerstoelating bevestigt het beoogde gebruik en staat toe dat de gronden of de gerecycleerde granulaten verplaatst worden naar een voorziene plaats van opslag, behandeling of gebruik. § 6. De opdrachtgever voor het vervoer maakt binnen een termijn van vijf dagen na elk transport, de traceerbaarheidsdocumenten over aan de grondbeheerorganisatie. § 7. Enkel partijen gronden of gerecycleerde granulaten van dezelfde milieuhygiënische kwaliteit mogen in dezelfde container of in hetzelfde vervoersmiddel verzameld worden, voor zover deze stromen van elkaar gescheiden worden in verschillende houders teneinde fysicochemische kruisverontreinigingen te voorkomen.

Art. 4.9.13. Ontvangstverklaring Na de ontvangst van gronden of gerecycleerde granulaten met een beoogd gebruik in of op de bodem, maakt de eindgebruiker, of de door hem gelaste aannemer of onderaannemer, binnen een termijn van vijftien dagen, een ontvangstverklaring over aan de grondbeheerorganisatie.

Door middel van deze ontvangstverklaring bevestigt ofwel de eindgebruiker ofwel de aannemer of de door hem gelaste aannemer of onderaannemer, de geleverde hoeveelheden en het beoogde gebruik overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk.

Art. 4.9.14. Grondbeheerrapport § 1. Op basis van de aangifte tot gebruik of de ontvangstverklaring levert de geregistreerde grondbeheerorganisatie een grondbeheerrapport af aan de afvalstoffenproducent en de eindgebruiker, of de door hem gelaste aannemer of onderaannemer.

Het grondbeheerrapport bevestigt het beoogde gebruik van de gronden of gerecycleerde granulaten in of op de bodem, en bevestigt dat dit gebruik voldoet aan de voorwaarden vermeld in de goedkeuring van het technisch verslag en de vervoerstoelating. § 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt geen grondbeheerrapport over gemaakt indien de gronden gebruikt werden in het kader van een door Leefmilieu Brussel toegelaten bodembehandeling.

In dit geval bevestigt de slotverklaring dat dit gebruik voldoet aan de voorwaarden van dit hoofdstuk. Afdeling 4. - Grondbeheerorganisatie


Art. 4.9.15. § 1. Om in aanmerking te komen voor een registratie als een geregistreerde grondbeheerorganisatie van gerecycleerde granulaten voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dient de aanvrager een registratie in te dienen. § 2. De registratieaanvraag gebeurt met behulp van het formulier dat Leefmilieu Brussel ter beschikking stelt. De minimale inhoud van dit formulier is vastgesteld in bijlage 21 van huidig besluit.

Art. 4.9.16. Identificatie van de aanvrager § 1°. De aanvrager van een registratie als grondbeheerorganisatie voldoet aan onderstaande voorwaarden: 1. de voorwaarden vermeld artikel 3.1.3; 2. opgericht zijn als een vereniging zonder winstoogmerk conform de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 04/04/2019 numac 2019040586 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen sluiten tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen;3. voldoende representatief zijn voor de verschillende sectoren die betrokken zijn bij het gebruik van gronden en gerecycleerde granulaten in of op de bodem.Een grondbeheerorganisatie is representatief als in de Raad van bestuur twee of meer beroepsorganisaties die voldoende representatief zijn voor de sectoren die bij het gebruik van grond, of gerecycleerde granulaten in of op de bodem betrokken zijn, een mandaat bekleden; 4. als statutair doel hebben om de taken die in dit hoofdstuk zijn toegewezen, uit te voeren, studiewerk over gronden, en gerecycleerde granulaten met een beoogd gebruik in of op de bodem, te verrichten en informatie en advies over bodemmaterialen te verstrekken. § 2. De grondbeheerorganisatie is onafhankelijk, onpartijdig en deskundig in zijn activiteitsgebied.

Art. 4.9.17. Vakbekwaamheid § 1. De aanvrager van de registratie heeft één of meer natuurlijke personen in dienst die samen voldoen aan de volgende voorwaarden: 1. een grondige kennis hebben van de disciplines bodemkunde, geologie, scheikunde, biologie en microbiologie;2. een grondige kennis hebben van de Codes van goede praktijk en de milieuwetgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het bijzonder de wetgeving op het gebied van milieuvergunningen, bodem- en afvalbeheer;3. minimaal drie jaar beroepservaring hebben, verworven gedurende de zes jaar voorafgaand aan de datum van de registratieaanvraag, met betrekking tot onderzoek en behandeling inzake bodemverontreiniging. De kennis, vermeld in punten 1° en 2°, wordt aangetoond met academische diploma's, diploma's van het hoger onderwijs van het lange type of gelijkwaardig met inbegrip van buitenlandse diploma's die als gelijkwaardig erkend zijn.

De beroepservaring, vermeld in punt 3° blijkt uit een curriculum vitae, getuigschrift, referentielijst of beschrijving van de opgedane relevante ervaring, bijvoorbeeld in het kader van een gelijkaardige registratie die is verleend door de bevoegde overheden van een ander gewest of in het buitenland.

Art. 4.9.18. Technische en informaticamiddelen § 1. De aanvrager beschikt over de nodige technische en informaticamiddelen om zijn verplichtingen na te komen.

De aanvrager beschikt minstens over de middelen om het volgende te implementeren: 1. een traceerbaarheidssysteem voor gronden en gerecycleerde granulaten met een beoogd gebruik in of op de bodem;2. een procedure die het mogelijk maakt om een gesloten volumebalans voor gronden en gerecycleerde granulaten gebruikt in of op de bodem, op te maken;3. een klachtenregister; 4. een register van de technische verslagen, met inbegrip van de goedkeuringen voorzien in artikel 4.9.11, § 4; 5. een register van vervoerstoelatingen voorzien in artikel 4.9.12, § 4; 6. een register van grondbeheerrapporten voorzien in artikel 4.9.14. § 2. De door deze middelen verzamelde gegevens zijn digitaal en worden aan Leefmilieu Brussel overgemaakt, volgens de vorm en de modaliteiten bepaald door Leefmilieu Brussel.

Art. 4.9.19. Financiële capaciteit § 1. De aanvrager beschikt over voldoende financiële capaciteit om zijn verplichtingen te verzekeren. § 2. De aanvrager beschikt over een verzekeringscontract ter dekking van zijn beroepsaansprakelijkheid als beheerorganisatie binnen de dertig dagen na de beslissing tot toekenning van de registratie, en voor de duur ervan.

Art. 4.9.20. Kwaliteitbeheersysteem De geregistreerde grondbeheerorganisatie beschikt over een kwaliteitbeheersysteem, zoals bepaald in artikel 3.3.3.

Art. 4.9.21. Registratieprocedure § 1. De registratieprocedure verloopt in overeenstemming met de titel IV bis van de ordonnantie betreffende de milieuvergunningen. § 2. Naast de elementen voorzien in bijlage 21, worden bij de aanvraag de volgende stukken gevoegd: 1. een kopie van de diploma's en de curriculum vitae, vermeld in artikel 4.9.17; 2. een onvoorwaardelijke verbintenis waarin de aanvrager verklaart dat hij de gegevens waarover hij zal beschikken, zal beheren op een wijze dat ze op eenvoudige aanvraag toegankelijk zijn voor de overheden; 3. een onvoorwaardelijke verbintenis waarin de aanvrager verklaart dat hij binnen dertig dagen na het bekomen van de registratie een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid zal sluiten als vermeld in artikel 4.9.19 § 2, en dat hij Leefmilieu Brussel van de gesloten verzekeringspolis op de hoogte zal brengen; 4. een recent attest waaruit blijkt dat de aanvrager aan zijn sociale en fiscale verplichtingen voldaan heeft. § 3. De aanvraag wordt door Leefmilieu Brussel aan een onderzoek onderworpen.

Leefmilieu Brussel kan, in het kader van dit onderzoek, de voorlegging vragen van aanvullende gegevens en/of documenten waaruit blijkt dat de aanvrager voldoet aan de in artikelen 4.9.16 tot en met 4.9.20 opgelegde voorwaarden om in aanmerking te komen voor een registratie.

De aanvrager is ertoe gehouden al deze aanvullende gegevens en/of documenten te verstrekken.

Art. 4.9.22. Leefmilieu Brussel kan in geval van schorsing of opheffing van de registratie van een grondbeheerorganisatie de volgende taken overnemen: 1. technische verslagen goedkeuren, zoals voorzien in artikel 4.9.11, § 4; 2. beslissingen inzake het vervoer nemen, zoals voorzien in artikel 4.9.12, § 4; 3. grondbeheerrapporten uitreiken, zoals voorzien in artikel 4.9.14.

Art. 4.9.23. Registratie van rechtswege De grondbeheerorganisaties die in het bezit zijn van een registratie of een gelijkwaardige titel verstrekt in een ander Gewest worden van rechtswege geregistreerd indien ze de voorwaarden van het besluit respecteren.

De grondbeheerorganisaties die van rechtswege geregistreerd willen worden, melden dit aan Leefmilieu Brussel."

Art. 4.

Wijziging van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 9 februari 2023 betreffende de ophaalmodaliteiten van toepassing op de producenten of houders van huishoudelijke afvalstoffen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/07/2000 pub. 04/08/2000 numac 2000031263 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering sluiten tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering

Art. 4.1.

In artikel 3 van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 9 februari 2023 betreffende de ophaalmodaliteiten van toepassing op de producenten of houders van huishoudelijke afvalstoffen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/07/2000 pub. 04/08/2000 numac 2000031263 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering sluiten tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering wordt paragraaf 2 opgeheven.

Art. 5.

Bijlagen In het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen, worden bijlagen 19, 20, 21 en 22 toegevoegd die, respectievelijk als bijlage I, II, III en IV gevoegd worden bij dit besluit.

Art. 6.

Overgangsbepalingen § 1. De registraties vereist naar aanleiding van de nieuwe artikelen 4.8.18 en 4.9.15 van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen, ingevoegd door artikelen 2 en 3 van huidig besluit, worden bekomen ten laatste dertien maanden na de inwerkingtreding van deze artikelen 4.8.18 en 4.9.15. § 2. De registratie vereist naar aanleiding van het nieuw artikel 4.8.2 § 2 van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen, ingevoegd door artikel 2 van huidig besluit, wordt bekomen ten laatste vierentwintig maanden na de inwerkingtreding van dit artikel 4.8.2 § 2. Gedurende deze periode kan de activiteit worden voortgezet zonder registratie. § 3. Binnen een termijn van negentien maanden na de inwerkingtreding van artikel 4.8.2 § 1, stuurt de houder van de milieuvergunning die de inrichting vergunt zoals bepaald in artikel 4.8.2 § 1 van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen, ingevoegd door artikel 2 van huidig besluit, het volledig ingevuld formulier, zoals bepaald in de nieuwe bijlage 20 van hetzelfde besluit ingevoegd door bijlage II van huidig besluit, op naar Leefmilieu Brussel. § 4. De uitbatingsvoorwaarden betreffende de gerecycleerde granulaten opgenomen in de bestaande milieuvergunningen en aangiften voor de inwerkingtreding van hetzelfde artikel 4.8.2 § 1 worden opgeheven.

Art. 7.

Opheffingsbepaling Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 maart 1995 betreffende de verplichte recyclage van bepaald bouw- of sloopafval wordt opgeheven.

Art. 8.

Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de zesde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad met uitzondering van: 1. de artikelen 1.18. en 4.1 van huidig besluit die tien dagen na de publicatie van huidig besluit in het Belgisch Staatsblad in werking treden; 2. de nieuwe artikelen 4.8.4 tot en met 4.8.17 van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen, ingevoegd door artikel 2 van huidig besluit, die dertig maanden na de publicatie van huidig besluit in het Belgisch Staatsblad in werking treden; 3. de nieuwe artikelen 4.9.8 tot en met 4.9.14 van hetzelfde besluit ingevoegd door artikel 3 van huidig besluit, die dertig maanden na de publicatie van huidig besluit in het Belgisch Staatsblad in werking treden; 4. de artikelen 1.15 en 1.16 van dit besluit, die dertig maanden na de publicatie van huidig besluit in het Belgisch Staatsblad in werking treden.

Art. 9.

Uitvoeringsbepaling De minister bevoegd voor leefmilieu is belast met de uitvoering van huidig besluit.

Brussel, 24 oktober 2024.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R.VERVOORT De Minister belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie, Participatieve Democratie, Welzijn en Gezondheid, A. MARON


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de gerecycleerde granulaten en de gronden en gerecycleerde granulaten gebruikt in of op de bodem van 24 oktober 2024 tot wijziging van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie, Participatieve Democratie, Welzijn en Gezondheid, A. MARON


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de gerecycleerde granulaten en de gronden en gerecycleerde granulaten gebruikt in of op de bodem van 24 oktober 2024 tot wijziging van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie, Participatieve Democratie, Welzijn en Gezondheid, A. MARON


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de gerecycleerde granulaten en de gronden en gerecycleerde granulaten gebruikt in of op de bodem van 24 oktober 2024 tot wijziging van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie, Participatieve Democratie, Welzijn en Gezondheid, A. MARON


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de gerecycleerde granulaten en de gronden en gerecycleerde granulaten gebruikt in of op de bodem van 24 oktober 2024 tot wijziging van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie, Participatieve Democratie, Welzijn en Gezondheid, A. MARON


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de gerecycleerde granulaten en de gronden en gerecycleerde granulaten gebruikt in of op de bodem van 24 oktober 2024 tot wijziging van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie, Participatieve Democratie, Welzijn en Gezondheid, A. MARON


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de gerecycleerde granulaten en de gronden en gerecycleerde granulaten gebruikt in of op de bodem van 24 oktober 2024 tot wijziging van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie, Participatieve Democratie, Welzijn en Gezondheid, A. MARON


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de gerecycleerde granulaten en de gronden en gerecycleerde granulaten gebruikt in of op de bodem van 24 oktober 2024 tot wijziging van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie, Participatieve Democratie, Welzijn en Gezondheid, A. MARON


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de gerecycleerde granulaten en de gronden en gerecycleerde granulaten gebruikt in of op de bodem van 24 oktober 2024 tot wijziging van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie, Participatieve Democratie, Welzijn en Gezondheid, A. MARON


^