Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2024
gepubliceerd op 29 juli 2024

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de vastlegging, de vereffening en de controle op de vastleggingen en de vereffeningen

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2024007485
pub.
29/07/2024
prom.
18/07/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 JULI 2024. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de vastlegging, de vereffening en de controle op de vastleggingen en de vereffeningen


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, artikel 8, eerste lid;

Gelet op ordonnantie van 4 april 2024 houdende de Codex van de openbare financiën van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikelen 60, 77, 78, 80, 82, en 146 tot en met 149;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 15/06/2006 pub. 10/07/2006 numac 2006031343 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de boekhoudkundige vastlegging, de vereffening en de controle op de vastleggingen en de vereffeningen sluiten inzake de boekhoudkundige vastlegging, de vereffening en de controle op de vastleggingen en de vereffeningen, gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007 en 16 januari 2014;

Gelet op de gelijkekansentest van 19 maart 2024 uitgevoerd in toepassing van artikel 2 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 april 2024;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 17 april 2024;

Gelet op het protocol nr. 2024-17 van 23 mei 2024 van het Comité van sector XV;

Gelet op advies 76.683/1 van de Raad van State, gegeven op 10 juli 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister bevoegd voor Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel;

Na beraadslaging, Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° ordonnantie : de ordonnantie van 4 april 2024 houdende de Codex van de openbare financiën van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2° diensten van de Regering : de diensten van de Regering als bepaald in artikel 2, 5° van de ordonnantie;3° autonome bestuursinstellingen van eerste categorie (hierna ABI 1 genaamd): de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie als bepaald in artikel 2, 2°, tweede lid, a) van de ordonnantie;4° autonome bestuursinstellingen van tweede categorie (hierna ABI 2 genaamd): de autonome bestuursinstellingen van tweede categorie als bepaald in artikel 2, 2°, tweede lid, b) van de ordonnantie;5° ordonnateur : de ordonnateur als bepaald in artikel 2, 6° van de ordonnantie;6° boekhoudkundige entiteit : de boekhoudkundige entiteit als bepaald in artikel 2, 16° van de ordonnantie;7° recurrente verbintenissen : de recurrente verbintenissen als bepaald in artikel 2, 17° van de ordonnantie;8° vastlegging : de vastlegging als bepaald in artikel 77, § 1, lid 1, van de ordonnantie;9° juridische verbintenis : de juridische verbintenis als bepaald in artikel 77, § 1, tweede lid, van de ordonnantie;10° vereffening : de vereffening als bepaald in artikel 80 van de ordonnantie;11° bevoegde boekhouder: de bevoegde boekhouder als bepaald in artikel 2, 32° van de ordonnantie;12° boekhoudsoftware : het betreft een geïntegreerde beheersoftware of een ander type boekhoudsoftware;13° definitieve vastlegging : de vastlegging die geregistreerd is in de boekhoudsoftware en die geviseerd is door de controle van de vastleggingen en de vereffeningen of, indien ze was vrijgesteld van een vastleggingsvisum, goedgekeurd is door de bevoegde ordonnateur in deze boekhoudsoftware, ten laatste op 31 december van het betrokken begrotingsjaar.Een vastlegging die niet aan deze eisen voldoet wordt als niet definitief beschouwd; 14° definitieve vereffening : de vereffening die geregistreerd is in de boekhoudsoftware en die geviseerd is door de controle van de vastleggingen en de vereffeningen of, indien ze was vrijgesteld van een vereffeningsvisum, goedgekeurd is door de bevoegde ordonnateur in deze boekhoudsoftware, ten laatste op 31 januari van het jaar dat volgt op het betrokken begrotingsjaar.Een vereffening die niet aan deze eisen voldoet wordt als niet definitief beschouwd; 15° rechtshandeling : de administratieve beslissing gedateerd en ondertekend door de bevoegde ordonnateur;16° betekening : een administratieve beslissing individueel meedelen aan een persoon op wie die beslissing betrekking heeft.Zij maakt de rechtshandeling tegenstelbaar aan derden en sluit de juridische verbintenis af; 17° visum verleend door de controle van de vastleggingen en de vereffeningen : het attest van de verificatie van de correcte toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen uitgevoerd door de controle van de vastleggingen en de vereffeningen op het dossier goedgekeurd door de bevoegde ordonnateur overeenkomstig de artikelen 148 en 149 van de ordonnantie;18° subsidie van organieke aard (OSO) : de subsidie van organieke aard als bepaald in artikel 1, 6° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 mei 2024 betreffende de administratieve en begrotingscontrole van de gewestelijke entiteit;19° subsidie van quasi organieke aard (QOSQO) : de subsidie van quasi organieke aard als bepaald in artikel 1, 7° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 mei 2024 betreffende de administratieve en begrotingscontrole van de gewestelijke entiteit;20° overheidsopdrachten : de overheidsopdrachten als bepaald in artikel 2, 17° van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten, als gewijzigd;21° basisallocatie : het deel van de begrotingsstructuur bepaald in artikel 1, 19° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 mei 2024 betreffende de begrotingsfondsen, het begrotingskader, de ontvangsten- en uitgavenbegroting en de begrotingswijzigingen.

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op : 1° de diensten van de Regering;2° de ABI's 1;3° de ABI's 2 zoals bepaald in artikel 4, § 1, eerste lid, van de ordonnantie. In afwijking van het eerste lid, punt 3°, is dit besluit niet van toepassing op de ABI's 2 zoals bepaald in artikel 4, § 2, eerste lid, van de ordonnantie. In afwijking van het eerste lid, punt 3°, is dit besluit niet van toepassing op de ABI's 2 zoals bepaald in artikel 4, § 2, eerste lid, van de ordonnantie.

HOOFDSTUK 2. - De vastlegging en de betekening Afdeling 1. - De vastlegging


Art. 3.Overeenkomstig artikel 77, § 1, van de ordonnantie, bestaat de vastlegging uit de aanrekening, ten laste van het vastleggingskrediet, van de bedragen die nodig zijn voor latere of gelijktijdige vereffeningen, met het oog op een juridische verbintenis.

Overeenkomstig artikel 77 van de ordonnantie, legt de bevoegde ordonnateur elke uitgave ten laste van de begroting vast in de boekhoudsoftware.

De vastlegging gebeurt in euro, tot op de eurocent. Afdeling 2. - De betekening


Art. 4.§ 1. De bevoegde ordonnateur moet de vastlegging hebben voltooid voorafgaand aan de betekening.

Door de betekening wordt de juridische verbintenis aangegaan ten overstaan van de derden. De betekening moet plaatsvinden in de loop van hetzelfde begrotingsjaar als de vastlegging waaraan ze gekoppeld is, tenzij artikel 83 van de ordonnantie van toepassing is. § 2. Uitzonderingen op § 1 zijn de gelijktijdige vastlegging alsook de voorvastlegging die geen betrekking heeft op de eerst verrichte vastlegging. § 3. De betekening van een raamovereenkomst zonder gunning van een vervolgopdracht vormt een uitzondering op § 1.

De betekening van een opdracht tegen prijslijst zonder verplichte minimumhoeveelheid vormt een uitzondering op § 1. Afdeling 3. - De bestelbon in de boekhoudsoftware


Art. 5.Voor elke overheidsopdracht waarvan het bedrag lager is dan 30.000 euro exclusief btw en die niet het voorwerp uitmaakte van een gewone of voorvastlegging, geldt de bestelbon die in de boekhoudsoftware wordt geregistreerd als een gewone vastlegging in de zin van artikel 8, 2° van dit besluit.

Bij de in de boekhoudsoftware ingevoerde bestelbon moeten alle documenten in verband met de bestelling gevoegd worden, en de bestelbon moet worden ondertekend door de bevoegde ordonnateur vooraleer hij betekend wordt aan derden.

Een vereffeningsvisum is vereist voor de vereffeningsdossiers in verband met de uitgave die voortvloeit uit deze gewone vastlegging. Afdeling 4. - De volledigheid van de dossiers


Art. 6.§ 1. Met het oog op de volledigheid van de vastleggingsdossiers met betrekking tot een overheidsopdracht, bevat het dossier dat bij de vastlegging gevoegd wordt in de boekhoudsoftware alle documenten met betrekking tot de goedkeuring van het bestek en de gunning van de opdracht, met inbegrip van alle vereiste adviezen en akkoordbevindingen. Als er al een of meer vastleggingen verricht werden in het kader van deze opdracht, dan moet er een toelichtende nota over de voorgeschiedenis van het dossier worden bijgevoegd. § 2. Met het oog op de volledigheid van de vastleggingsdossiers met betrekking tot een subsidie, bevat het dossier dat bij de vastlegging gevoegd wordt in de boekhoudsoftware alle documenten met betrekking tot de toekenning van deze subsidie, met inbegrip van alle vereiste adviezen en akkoordbevindingen. § 3. Voor de andere soorten uitgaven bevat het dossier dat bij de vastlegging gevoegd wordt in de boekhoudsoftware de rechtshandeling die machtiging verleent tot de uitgave, vergezeld van alle vereiste adviezen en akkoordbevindingen. § 4. De in §§ 1, 2 en 3 van dit artikel bedoelde documenten worden naar behoren ondertekend en gedateerd door de daartoe gemachtigde personen. § 5. Overeenkomstig artikel 149, § 2, van de ordonnantie mag de controle van de vastleggingen en de vereffeningen alle documenten opvragen die zij nodig heeft voor haar controle. De controle van de vastleggingen en vereffeningen van de diensten van de Regering stelt de lijst op met de documenten die in het kader van haar controle vereist zijn voor elke categorie van dossier. Afdeling 5. - De wijziging van de vastlegging


Art. 7.§ 1. Elke vastlegging alsook elke wijziging van de vastlegging, dat wil zeggen een verhoging, vermindering of annulering van een vastlegging, maakt het voorwerp uit van een vastleggingsbulletin, gestaafd met een verantwoordingsdossier. Met de boekhoudsoftware kan het bedrag van de vastlegging en van de verhoging, vermindering of annulering ervan geïdentificeerd worden. § 2. De vermindering of annulering van de vastlegging die een vastlegging betreft die in de loop van een begrotingsjaar is voltooid, leidt tot de overeenkomstige herstelling van het vastleggingskrediet voor datzelfde begrotingsjaar. De vermindering of de annulering van een vastlegging die voltooid werd in de loop van een voorgaand begrotingsjaar leidt daarentegen niet tot een verhoging van het beschikbare bedrag aan vastleggingskredieten voor het lopende begrotingsjaar. Afdeling 6. - De drie types van vastleggingen


Art. 8.De volgende beginselen zijn van toepassing op de vastlegging : 1°. De vastlegging is een gewone vastlegging, een voorvastlegging of een gelijktijdige vastlegging. 2°. Onverminderd de punten 3° en 4° moet de bevoegde ordonnateur een gewone vastlegging verrichten voor alle uitgaven die een impact hebben op de begroting. Deze gewone vastlegging wordt gekenmerkt door het feit dat ze voorafgaat aan de juridische verbintenis en de vereffening ervan, en dat het bedrag ervan overeenstemt met het bedrag van de juridische verbintenis. 3°. De bevoegde ordonnateur kan beslissen een voorvastlegging te verrichten als het om recurrente verbintenissen gaat, als bepaald in artikel 2, 17° van de ordonnantie, die zijn aangegaan tijdens of vóór het begin van het begrotingsjaar. Het bedrag van de voorvastlegging stemt overeen met de ramingsstaat van de uitgaven die betrekking hebben op het begrotingsjaar of die opeisbaar zijn in het begrotingsjaar. 4°. De gelijktijdige vastlegging wordt gekenmerkt door het feit dat de vastlegging gelijktijdig met de vereffening ervan plaatsvindt en aanleiding geeft tot een gelijktijdige aanrekening ten laste van de vastleggingskredieten en de vereffeningskredieten. De bevoegde ordonnateur kan beslissen een gelijktijdige vastlegging te verrichten voor de hieronder vermelde uitgaven: a) de overheidsopdrachten waarvan het bedrag lager is dan 30.000 euro exclusief btw; b) de kapitaalaflossingen, schuldgerelateerde interesten en schuldgerelateerde werkingskosten; c) uitgaven die noch overheidsopdrachten zijn waarop de wet- en regelgeving inzake overheidsopdrachten van toepassing is, noch subsidies, waarvan het bedrag lager is dan 30.000 euro exclusief btw; d) de bezoldigingen, pensioenen, kosten voor dienstopdrachten, vergoedingen, diverse toelagen en terugbetalingen van niet-verschuldigde bedragen;e) de voorschotten aan de beheerders van voorschotten;f) de begrotingsuitgaven die voortvloeien uit een annulering, zelfs gedeeltelijk, van een vastgesteld recht op een vorig jaar met betrekking tot fiscale en niet-fiscale ontvangsten;g) de verwijlinteresten;h) de bedragen die opeisbaar zijn ingevolge een gerechtelijke beslissing;i) de taksen en belastingen;j) de premies die beschouwd worden als subsidies van quasi organieke aard en waarbij de juridische verbintenis en de vereffening van de premie vrijwel gelijktijdig plaatsvinden, aangezien de premie in één keer wordt uitbetaald. HOOFDSTUK 3. - De vereffening

Art. 9.§ 1. Overeenkomstig artikel 51, derde lid, van de ordonnantie wordt het bewijsstuk van het vastgestelde recht, bedoeld in artikel 56 van de ordonnantie, ingevoerd in de boekhoudsoftware door de directie Boekhouding van het bestuur Brussel Financiën en Begroting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel voor de diensten van de Regering en, voor elke autonome bestuursinstelling, door haar respectieve boekhouddienst. § 2. De vereffening gebeurt in euro tot op de eurocent en wordt gevalideerd door de bevoegde ordonnateur, krachtens de geldende regelgeving en delegaties, op basis van het bewijsstuk van dit vastgestelde recht. § 3. Voor de dossiers verbonden met een gewone of voorvastlegging vergewist de bevoegde ordonnateur zich ervan dat de vereffening wordt aangerekend op de ermee verbonden vastlegging. Voor de dossiers verbonden met een gelijktijdige vastlegging vergewist hij zich ervan dat de vereffening op de juiste basisallocatie wordt aangerekend. § 4. De bevoegde ordonnateur vergewist zich ervan dat het dossier volledig is door te zorgen voor de documenten met betrekking tot de juridische verbintenis. Hij ziet erop toe dat deze documenten ondertekend en gedateerd worden door de daartoe gemachtigde personen.

Hoofdstuk 4. - De controle van de vastleggingen en vereffeningen Afdeling 1. - De visums

Onderafdeling 1. - Modaliteiten

Art. 10.De vastleggings-, betekenings- en vereffeningsvisums van de controle van de vastleggingen en vereffeningen worden digitaal verleend. Enkel in geval van overmacht kunnen ze op papier gegeven worden.

De Minister van Begroting is gemachtigd om te bepalen welke samenstellende elementen de vastleggingsbulletins en de betalingsbevelen verplicht moeten omvatten.

Onderafdeling 2. - Vastleggingsvisum

Art. 11.De bevoegde ordonnateur vraagt de controle van de vastleggingen en de vereffeningen om een vastleggingsvisum.

De in artikel 8, 2° van dit besluit bedoelde uitgaven vereisen voorafgaand aan hun betekening een visum tot gewone vastlegging van de controle van de vastleggingen en de vereffeningen.

De in artikel 8, 3° van dit besluit bedoelde uitgaven vereisen een visum tot voorvastlegging van de controle van de vastleggingen en de vereffeningen, overeenkomstig artikel 12, 2°.

Onderafdeling 3. - Betekeningsvisum

Art. 12.De bevoegde ordonnateur vraagt de controle van de vastleggingen en de vereffeningen om een betekeningsvisum, tegelijk met : 1°. de aanvraag voor een visum tot gewone vastlegging; 2°. de aanvraag voor een visum tot voorvastlegging voor het eerste jaar van de juridische verbintenis.

Onderafdeling 4. - Vereffeningsvisum

Art. 13.De bevoegde ordonnateur vraagt de controle van de vastleggingen en de vereffeningen om een vereffeningsvisum, op het moment van de vereffening van de begrotingsuitgave, na de controle van de voorwaarden van het vastgestelde recht als bedoeld in artikel 56 van de ordonnantie.

Onderafdeling 5. - Gelijktijdig vastleggings- en vereffeningsvisum

Art. 14.De bevoegde ordonnateur vraagt de controle van de vastleggingen en de vereffeningen om een gelijktijdig vastleggings- en vereffeningsvisum wanneer hij de uitgaven vermeld in artikel 8, 4° van dit besluit vereffent. Afdeling 2. - De uitgaven die geen visum vereisen

Onderafdeling 1. - Vrijstelling van het vastleggingsvisum

Art. 15.§ 1. Overeenkomstig artikel 148, laatste lid, van de ordonnantie vereisen de bestelbonnen aangemaakt door de boekhoudsoftware, overeenkomstig artikel 5 van dit besluit, in afwijking van artikel 148, eerste lid, 1° van de ordonnantie, geen vastleggingsvisum van de controle van de vastleggingen en de vereffeningen. § 2. Overeenkomstig artikel 148, laatste lid, van de ordonnantie zijn de subsidies van organieke aard en subsidies van quasi organieke aard vrijgesteld van een vastleggingsvisum. § 3. Overeenkomstig artikel 148, laatste lid, van de ordonnantie kan een gezamenlijk besluit van de functioneel bevoegde minister en de Minister van Begroting de uitgaven die daarin worden gepreciseerd vrijstellen van het vastleggingsvisum verstrekt door de controle van de vastleggingen en de vereffeningen.

De bevoegde ordonnateur dient voor een dergelijke vrijstelling een gemotiveerd verzoek in bij de controle van de vastleggingen en de vereffeningen.

Het besluit waarin de visumvrijstellingen worden opgesomd, wordt genomen na het advies van de controle van de vastleggingen en de vereffeningen. § 4. De in paragrafen 1, 2 en 3 vermelde visumvrijstellingen zijn ook van toepassing op de wijzigingen van deze vastleggingen zoals beschreven in artikel 7 van dit besluit.

Onderafdeling 2. - Vrijstelling van het betekeningsvisum

Art. 16.In afwijking van artikel 148, eerste lid, 3°, van de ordonnantie zijn volgende uitgaven vrijgesteld van het betekeningsvisum : 1° de uitgaven die het voorwerp uitmaken van een gelijktijdige vastlegging;2° de uitgaven die het voorwerp uitmaken van een voorvastlegging vanaf het tweede jaar van de juridische vastlegging;3° de in artikel 15 van dit besluit vermelde uitgaven. Subafdeling 3. - Vrijstelling van het vereffeningsvisum

Art. 17.§ 1. Overeenkomstig artikel 148, laatste lid, van de ordonnantie is er geen vereffeningsvisum van de controle van de vastleggingen en de vereffeningen vereist voor de subsidies van organieke aard en de subsidies van quasi organieke aard. § 2. Overeenkomstig artikel 148, laatste lid, van de ordonnantie kan een gezamenlijk besluit van de functioneel bevoegde minister en de Minister van Begroting de uitgaven die daarin worden gepreciseerd vrijstellen van het vereffeningsvisum verstrekt door de controle van de vastleggingen en de vereffeningen.

De bevoegde ordonnateur dient voor een dergelijke vrijstelling een gemotiveerd verzoek in bij de controle van de vastleggingen en de vereffeningen.

Het besluit waarin de visumvrijstellingen worden opgesomd, wordt genomen na het advies van de controle van de vastleggingen en de vereffeningen. § 3. De controle van de vastleggingen en de vereffeningen is gemachtigd om met steekproeven te werken en om voor bepaalde vereffeningen van eerder door haar geviseerde vastleggingen geen visum te verstrekken.

Onderafdeling 4. - Steekproefsgewijze a posteriori controle van de dossiers die een vrijstelling van visum genieten

Art. 18.§ 1. De subsidies die vrijgesteld zijn van een visum op basis van hun organieke of quasi organieke aard, alsook de uitgaven die vrijgesteld zijn van een visum op basis van een ministerieel besluit, als beschreven in de artikelen 15, 16 en 17 van dit besluit, kunnen a posteriori gecontroleerd worden door de controle van de vastleggingen en de vereffeningen. Deze controle wordt steekproefsgewijs uitgevoerd en heeft betrekking op de wettigheid van de uitgaven alsook op de volledigheid van de vastleggings- en vereffeningsdossiers. § 2. Als er bij de controle van de vastleggingen en de vereffeningen onregelmatigheden worden vastgesteld met betrekking tot de wettigheid van de uitgaven of als de dossiers onvolledig blijken te zijn, worden de opmerkingen van de controle meegedeeld aan de leidende ambtenaar met het oog op een regularisering van de bestaande dossiers of op wijzigingen in de toekomstige dossiers.

Als deze gevraagde regulariseringen en wijzigingen niet worden doorgevoerd, dan bezorgt de controle van de vastleggingen en de vereffeningen haar vaststellingen aan de Minister van Begroting evenals aan de functioneel bevoegde minister, die dan de per ministerieel besluit toegekende visumvrijstellingen kunnen annuleren. § 3. De uitgaven waarvoor de visumvrijstelling is geannuleerd, kunnen pas ten vroegste 24 maanden na de annuleringsdatum een nieuwe vrijstelling krijgen. Afdeling 3. - De controleur van de vastleggingen en vereffeningen, het

netwerk van de controleurs van de vastleggingen en vereffeningen en de tuchtstraffen Onderafdeling 1. - De controleur van de vastleggingen en vereffeningen

Art. 19.Voor de diensten van de Regering, evenals voor de ABI's 1, stelt de Regering, op voorstel van de Minister van Begroting en Financiën, onder de statutaire personeelsleden de controleurs van de vastleggingen en vereffeningen aan.

De controleurs van de vastleggingen en vereffeningen kunnen echter ook worden aangewezen onder de contractuele personeelsleden wanneer, bij afwezigheid van een statutair personeelslid, de continuïteit van de dienst in gevaar komt. De aanwijzing van contractuele personeelsleden wordt met bijzondere redenen omkleed.

Onderafdeling 2. - Het netwerk van de controleurs van de vastleggingen en vereffeningen

Art. 20.De gewestelijke controleurs van de vastleggingen en vereffeningen, die als zodanig zijn aangewezen overeenkomstig artikel 146 van de ordonnantie, komen regelmatig bij elkaar op initiatief van de controle van de vastleggingen en de vereffeningen van de diensten van de Regering.

Dit netwerk heeft tot doel een uitwisselingsplatform tot stand te brengen voor alle controleurs van de vastleggingen en de vereffeningen van de gewestelijke entiteit.

Onderafdeling 3. - De tuchtstraf die van toepassing is op de statutaire personeelsleden

Art. 21.. § 1. Overeenkomstig artikel 147 van de ordonnantie kan aan de controleurs van de vastleggingen en de vereffeningen geen tuchtstraf of andere maatregel die hen kan benadelen worden opgelegd zonder het voorafgaandelijke advies van het Rekenhof over het dossier waarin het verzuim wordt opgetekend en dat voorafgaandelijk aan het Rekenhof wordt bezorgd door de instantie die bevoegd is om de straf uit te spreken of om andere maatregelen te nemen. § 2. De tuchtverordening wordt ingesteld overeenkomstig de statutaire bepalingen die van toepassing zijn op het personeelslid aan wie de feiten ten laste worden gelegd. Het voorstel van tuchtstraf, vergezeld van het betreffende administratief dossier, wordt gelijktijdig betekend aan het Rekenhof en aan het betrokken personeelslid. § 3. Het Rekenhof dient zijn advies in bij de bevoegde overheid om de straf binnen de vijftien werkdagen na de in § 2 bedoelde betekening uit te spreken. § 4. De tekst van het advies wordt opgenomen in het besluit dat in de straf voorziet of de maatregel toepast.

Indien de voor het uitspreken van de tuchtstraf bevoegde overheid afwijkt van het door het Rekenhof verstrekte advies, deelt ze de motieven daarvoor mee in haar beslissing. Een kopie van het besluit wordt onmiddellijk aan de Minister van Begroting en het Rekenhof bezorgd.

Onderafdeling 4. - Ontslag van toepassing op contractuele personeelsleden

Art. 22.. Onverminderd de bepalingen van de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden, in het geval van een ontslag, het verslag en het voorstel tot ontslag gelijktijdig betekend aan het Rekenhof en aan het betrokken personeelslid.

Het Rekenhof verstrekt zijn advies binnen de vijftien werkdagen en betekent dit aan het betrokken personeelslid alsook aan de overheid bevoegd om de beslissing over het ontslag te nemen.

Indien die laatste beslist af te wijken van het door het Rekenhof verstrekte advies, deelt ze de motieven daarvoor mee in haar beslissing.

HOODFSTUK 5. - Begrotingsuitvoering

Art. 23.§ 1. Geen enkele vereffening kan worden aangerekend ten laste van een vastlegging die niet definitief is. § 2. Onverminderd de vrijstellingen waarin artikel 17 van dit besluit voorziet, mag geen enkele betaling worden uitgevoerd als de vereffening van de uitgave in kwestie geen visum heeft verkregen van de controle van de vastleggingen en de vereffeningen. Voor een uitgave die vrijgesteld is van het vereffeningsvisum mag de betaling pas verricht worden als de uitgave geldig vereffend is.

Art. 24.Worden in toepassing van artikel 60, 2°, a) van de ordonnantie beschouwd als vastgelegd in de begrotingsboekhouding van een welbepaald jaar, de vastleggingen die in dat jaar door de bevoegde ordonnateur geregistreerd werden in de boekhoudsoftware.

De boekhoudsoftware onderscheidt de definitieve van de niet-definitieve vastleggingen.

Niet-definitieve vastleggingen moeten door de bevoegde ordonnateur geannuleerd worden.

Art. 25.In toepassing van artikel 60, 2°, b) van de ordonnantie worden de facturen, schuldvorderingen en andere gelijkaardige documenten die de bevoegde boekhouder heeft geregistreerd in de boekhoudsoftware en die de bevoegde ordonnateur heeft vereffend tot 31 januari van het jaar dat volgt op het begrotingsjaar als vereffend beschouwd in de begrotingsboekhouding van een welbepaald begrotingsjaar.

De boekhoudsoftware onderscheidt de vereffeningen die door de controle van de vastleggingen en de vereffeningen geviseerd werden van de niet-geviseerde vereffeningen. De software houdt ook rekening met de vrijstellingen waarin artikel 17 van dit besluit voorziet.

Art. 26.Het in artikel 78, § 2, van de ordonnantie bedoelde bedrag van de uitstaande vastleggingen stemt overeen met het verschil tussen enerzijds de definitieve vastleggingen en anderzijds de definitieve vereffeningen ten laste van die vastleggingen in de zin van artikel 23 van dit besluit.

In toepassing van artikel 78, § 1, van de ordonnantie annuleert de bevoegde ordonnateur een vastlegging als er geen enkele verplichting meer uit kan voortvloeien, en uiterlijk na zes jaar, behalve als de onderliggende juridische verbintenis nog steeds loopt.

HOOFDSTUK 6. - Slot- en opheffingsbepalingen

Art. 27.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 15/06/2006 pub. 10/07/2006 numac 2006031343 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de boekhoudkundige vastlegging, de vereffening en de controle op de vastleggingen en de vereffeningen sluiten inzake de boekhoudkundige vastlegging, de vereffening en de controle op de vastleggingen en de vereffeningen, gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007 en 16 januari 2014, wordt opgeheven.

Art. 28.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.

In afwijking van het eerste lid treden de artikelen 15, §§ 2 en 3, en 17, §§ 1 en 2, van dit besluit in werking op 1 juni 2025.

Art. 29.De leden van de Regering zijn, ieder voor wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Voor de Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijke belang, R. Vervoort De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën en Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. Gatz


^