gepubliceerd op 29 mei 2024
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen
16 MEI 2024. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 20;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, inzonderheid op artikel 8;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, inzonderheid op artikel 140;
Gelet op de `gelijkekansentest' uitgevoerd op 25 oktober 2023 in toepassing van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest, aangevuld door het uitvoeringsbesluit van 22 november 2018, in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het advies van de Adviesraad voor Huisvesting van 12 april 2024;
Gelet op het advies van de BGHM, gegeven op 25 april 2024;
Gelet op het advies n° 75.925 van de Raad van State, gegeven op 18 april 2024, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 35 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen, wordt vervangen door wat volgt: "
Artikel 35.§ 1. De maatschappij kan een overeenkomst van prioritaire toewijzing sluiten met een of meerdere Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn voor ten hoogste 10 % van de beschikbare huurwoningen.
Deze samenwerkingsovereenkomsten hebben een maximale looptijd van drie jaar die hernieuwbaar is, en moeten worden opgesteld volgens de door de BGHM goedgekeurde standaardovereenkomst. De OVM of het OCMW kunnen de overeenkomst op uitdrukkelijke wijze beëindigen met ingang van 31 december van elk jaar. In dat geval moet de opzegging gebeuren bij aangetekend schrijven of door elk ander middel met vaste dagtekening, uiterlijk op 30 juni van het jaar in kwestie. § 2. De maatschappij bezorgt de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij uiterlijk op 30 september van elk jaar de volgende elementen: - De overeenkomst(en) gesloten tussen de OVM en een of meerdere OCMW's met ingang van 1 januari van het volgende jaar, met het oog op de goedkeuring ervan;
Het aantal overeenkomsten gesloten met een of meerdere OCMW's die al goedgekeurd zijn door de BGHM en die nog van toepassing zullen zijn op 1 januari van het volgende jaar; - Informatie, voor de onder het tweede streepje bedoelde overeenkomsten, over de voortzetting of aanpassing, vanaf 1 januari van het volgende jaar, van de daarin opgenomen bepalingen met betrekking tot de woningen in kwestie; - Informatie in verband met de eventuele opzegging op 1 januari van het volgende jaar van een of meer door de BGHM goedgekeurde overeenkomsten en een beknopte motivering. § 3. Voor de goedkeuring van de overeenkomsten gesloten overeenkomstig het eerste streepje van § 2, beschikt de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij over een termijn van vijfenveertig kalenderdagen te rekenen vanaf de dag van ontvangst van de in § 2 bedoelde elementen om een uitspraak te doen met betrekking tot de nieuwe overeenkomsten.
Deze termijn kan op vraag van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij op zestig dagen gebracht worden wanneer dat verantwoord is door de noodzaak om voor het haar voorgelegde ontwerp verduidelijkingen te bekomen of aanpassingen overeen te komen. Als deze termijn verstreken is, worden de overeenkomsten geacht te zijn goedgekeurd. § 4. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij brengt de betrokken maatschappij schriftelijk op de hoogte van haar kennisneming van de overeenkomsten die reeds door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij werden goedgekeurd, overeenkomstig § 3, en die nog van toepassing zullen zijn op 1 januari van het volgende jaar.
Indien er in het kader van deze overeenkomst een wijziging is in de bepalingen die erin zijn opgenomen met betrekking tot de woningen in kwestie, doet de BGHM een uitspraak over deze aanpassing binnen de termijnen bepaald in § 3.
De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij brengt de betrokken maatschappij eveneens schriftelijk op de hoogte van haar kennisneming van de eventuele opzegging van overeenkomsten die reeds door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij werden goedgekeurd, overeenkomstig § 3. ".
Art. 2.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: " Art. 36. § 1. Elke maatschappij sluit met erkende opvangtehuizen, die onderdak geven aan personen die het slachtoffer zijn van partner- of intrafamiliaal geweld, een of meerdere overeenkomsten voor prioritaire toewijzing van woningen die op minimum 6 % van het totaal van toewijzingen van het voorgaande jaar betrekking hebben.
Deze samenwerkingsovereenkomsten hebben een maximale looptijd van drie jaar die hernieuwbaar is, en moeten worden opgesteld overeenkomstig de door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij goedgekeurde standaardovereenkomst. De maatschappij of het opvangtehuis kunnen de overeenkomst op uitdrukkelijke wijze beëindigen met ingang van 31 december van elk jaar. In dat geval moet de opzegging gebeuren per aangetekend schrijven of door elk ander middel met vaste dagtekening, uiterlijk op 30 juni van het jaar in kwestie. § 2. De maatschappij bezorgt de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij uiterlijk op 30 september van elk jaar de volgende elementen: - De overeenkomst(en) gesloten tussen de OVM en een erkend opvangtehuis met ingang van 1 januari van het volgende jaar, met het oog op de goedkeuring ervan; - Het aantal overeenkomsten gesloten met opvangtehuizen die al goedgekeurd zijn door de BGHM en die nog van toepassing zullen zijn op 1 januari van het volgende jaar; - Informatie, voor de onder het tweede streepje bedoelde overeenkomsten, over de voortzetting of aanpassing, vanaf 1 januari van het volgende jaar, van de daarin opgenomen bepalingen met betrekking tot de woningen in kwestie; - Informatie in verband met de eventuele opzegging op 1 januari van het volgende jaar van een of meer door de BGHM goedgekeurde overeenkomsten en een beknopte motivering. § 3. Voor de goedkeuring van de overeenkomsten gesloten overeenkomstig het eerste streepje van § 2, beschikt de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij over een termijn van vijfenveertig kalenderdagen te rekenen vanaf de dag van ontvangst van de in § 2 bedoelde elementen om een uitspraak te doen over deze nieuwe overeenkomst.
Deze termijn kan op vraag van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij op zestig dagen gebracht worden wanneer dat verantwoord is door de noodzaak om voor het haar voorgelegde ontwerp verduidelijkingen te bekomen of aanpassingen overeen te komen. Als deze termijn verstreken is, worden de overeenkomsten geacht te zijn goedgekeurd. § 4. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij brengt de betrokken maatschappij schriftelijk op de hoogte van haar kennisneming van de overeenkomsten die reeds door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij werden goedgekeurd, overeenkomstig § 3, en die nog van toepassing zullen zijn op 1 januari van het volgende jaar.
Indien er in het kader van deze overeenkomst een wijziging is in de bepalingen die erin zijn opgenomen met betrekking tot de woningen in kwestie, doet de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij een uitspraak over deze aanpassing binnen de termijnen bepaald in § 3.
De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij brengt de betrokken maatschappij eveneens schriftelijk op de hoogte van haar kennisneming van de eventuele opzegging van overeenkomsten die reeds door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij werden goedgekeurd, overeenkomstig § 3.".
Art. 3.Een artikel 36 bis wordt toegevoegd dat luidt als volgt: "Art.36 bis. § 1. Elke maatschappij sluit een of meerdere overeenkomsten af, die betrekking hebben op de prioritaire toewijzing van woningen voor een minimum van 6 % van de totale toewijzingen van het voorgaande jaar, met een of meerdere Brusselse organisaties die erkend zijn overeenkomstig artikel 28 en volgende van de ordonnantie van 14 juni 2018 betreffende de noodhulp aan en de inschakeling van daklozen, artikel 3 en volgende van het decreet van 27 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031261 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen type decreet prom. 27/05/1999 pub. 18/06/1999 numac 1999031260 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor thuishulp sluiten betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen en het decreet van 8 mei 2009 betreffende het algemeen welzijnswerk, op voorwaarde dat deze organisaties garanderen dat ze ondersteuning bieden aan degenen die worden herhuisvest.
De organisaties sturen hun overeenkomsten naar Bruss'Help, de organisatie bedoeld in artikel 58 van de ordonnantie van 14 juni 2018 betreffende de noodhulp aan en de inschakeling van daklozen.
Deze samenwerkingsovereenkomsten hebben een maximale looptijd van drie jaar die hernieuwbaar is, en moeten worden opgesteld overeenkomstig de door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij goedgekeurde standaardovereenkomst. De maatschappij of de organisatie kan de overeenkomst op uitdrukkelijke wijze beëindigen met ingang van 31 december van elk jaar. In dat geval moet de opzegging gebeuren per aangetekend schrijven of door elk ander middel met vaste dagtekening, uiterlijk op 30 juni van het jaar in kwestie.
Er wordt een raamovereenkomst gesloten tussen de BGHM, de maatschappijen en Bruss'Help. Deze raamovereenkomst bepaald met name dat Bruss'Help instaat voor het selecteren van de kandidaat-huurder, het voorstellen van organisaties die begeleiding kunnen bieden aan degenen die worden herhuisvest en het jaarlijks evalueren van het mechanisme van de prioritaire toewijzing samen met de BGHM. § 2. De maatschappij bezorgt de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij uiterlijk op 30 september van elk jaar de volgende elementen: - De overeenkomst(en) gesloten tussen de OVM en een erkend organisatie met ingang van 1 januari van het volgende jaar, met het oog op de goedkeuring ervan; - Het aantal overeenkomsten gesloten met opvangtehuizen die al goedgekeurd zijn door de BGHM en die nog van toepassing zullen zijn op 1 januari van het volgende jaar; - Informatie, voor de onder het tweede streepje bedoelde overeenkomsten, over de voortzetting of aanpassing, vanaf 1 januari van het volgende jaar, van de daarin opgenomen bepalingen met betrekking tot de woningen in kwestie; - Informatie in verband met de eventuele opzegging op 1 januari van het volgende jaar van een of meer door de BGHM goedgekeurde overeenkomsten en een beknopte motivering. § 3. Voor de goedkeuring van de overeenkomsten gesloten overeenkomstig het eerste streepje van § 2, beschikt de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij over een termijn van vijfenveertig kalenderdagen te rekenen vanaf de dag van ontvangst van de in § 2 bedoelde elementen om een uitspraak te doen over deze nieuwe overeenkomst.
Deze termijn kan op vraag van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij op zestig dagen gebracht worden wanneer dat verantwoord is door de noodzaak om voor het haar voorgelegde ontwerp verduidelijkingen te bekomen of aanpassingen overeen te komen. Als deze termijn verstreken is, worden de overeenkomsten geacht te zijn goedgekeurd. § 4. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij brengt de betrokken maatschappij schriftelijk op de hoogte van haar kennisneming van de overeenkomsten die reeds door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij werden goedgekeurd, overeenkomstig § 3, en die nog van toepassing zullen zijn op 1 januari van het volgende jaar.
Indien er in het kader van deze overeenkomst een wijziging is in de bepalingen die erin zijn opgenomen met betrekking tot de woningen in kwestie, doet de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij een uitspraak over deze aanpassing binnen de termijnen bepaald in § 3.
De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij brengt de betrokken maatschappij eveneens schriftelijk op de hoogte van haar kennisneming van de eventuele opzegging van overeenkomsten die reeds door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij werden goedgekeurd, overeenkomstig § 3. § 5. In afwijking op § 2 kunnen de overeenkomsten met betrekking tot het jaar van inwerkingtreding van dit artikel op elk moment ingediend worden.
Art. 4.Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Artikel 37.§ 1. De maatschappij kan een overeenkomst voor de prioritaire toewijzing van woningen met de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij sluiten.
Deze overeenkomst vervangt artikelen 8, §§ 1 tot 4, 33 en 34.
Voor OVM's waarvan de inkomenscoëfficiënt kleiner is dan 1 kan deze overeenkomst voorzien dat, in afwijking van artikel 31, § 1, doch onverminderd artikel 64, kandidaat-huurders kunnen toegelaten worden in zoverre hun inkomsten de in artikel 31, § 1 bedoelde inkomsten met niet meer dan 4.364,99 euro overschrijden op 1 januari 2024. § 2. De maatschappij kan te dien einde en onverminderd artikel 8, § 5, een ontwerpovereenkomst met een maximale looptijd van drie jaar, die hernieuwbaar is, sluiten met de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij. In deze overeenkomst worden met name volgende elementen vermeld: - de specifieke doelstellingen van de maatschappij ter zake; - het hoogste aantal woningen dat bij de overeenkomst betrokken is; - de identificatie van de delen van het patrimonium van de maatschappij die bij de overeenkomst betrokken zijn en een beknopte motivering van de redenen voor hun selectie; - de selectiecriteria die bij de toewijzingsprocedure van woningen door de maatschappij gehanteerd worden in functie van de doelstellingen van de overeenkomst en van de sociale situatie van de kandidaat-huurders; - een eventueel aandeel voorbehouden woningen om individuele gevallen in buitengewone en dringende omstandigheden te kunnen regelen, in toepassing van artikel 33; - de eventuele bedoeling van de maatschappij om de in artikel 35 bedoelde overeenkomst(en) of iedere andere overeenkomst samen met één of meerdere openbare of private instanties te sluiten teneinde de doelstellingen te verwezenlijken die zijn vastgelegd voor een maximumduur van drie jaar. Deze overeenkomsten worden opgesteld overeenkomstig de door de BGHM aangenomen standaardovereenkomsten. § 3. De maatschappij kan de overeenkomst op uitdrukkelijke wijze beëindigen met ingang van 31 december van elk jaar. In dat geval moet de opzegging gebeuren per aangetekend schrijven gericht aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door elk ander middel met vaste dagtekening, uiterlijk op 30 juni van het jaar in kwestie.
De maatschappij of de openbare of private instantie waarmee de OVM een overeenkomst heeft gesloten in toepassing van § 2 kan deze op uitdrukkelijke wijze beëindigen met ingang van 31 december van elk jaar. In dat geval moet de opzegging gebeuren per aangetekend schrijven of door elk ander middel met vaste dagtekening, uiterlijk op 30 juni van het jaar in kwestie. § 4. De maatschappij bezorgt de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij uiterlijk op 30 september van elk jaar de volgende elementen: - De overeenkomst die gesloten moet worden met de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij met ingang van 1 januari van het volgende jaar, met het oog op de goedkeuring ervan, alsook de overeenkomsten die gesloten moet worden met een of meer openbare of private instanties; - De intentie om de reeds goedgekeurde overeenkomst met de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij voort te zetten op 1 januari van het volgende jaar; - Informatie, voor de onder het tweede streepje bedoelde overeenkomst, over de voortzetting of aanpassing, vanaf 1 januari van het volgende jaar, van de daarin opgenomen bepalingen met betrekking tot de doelstellingen, de beoogde aandelen van het woningenbestand, de beoogde soorten woningen; de selectiecriteria, alsook de wijzigingen aan de overeenkomsten met een of meer openbare of private instanties; - Informatie in verband met de eventuele opzegging op 1 januari van het volgende jaar van de overeenkomst gesloten met de BGHM en een beknopte motivering. § 5. Voor de goedkeuring van de overeenkomsten gesloten overeenkomstig het eerste streepje van § 4, beschikt de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij over een termijn van vijfenveertig kalenderdagen te rekenen vanaf de dag van ontvangst van het ontwerp om een uitspraak te doen.
Deze termijn kan op vraag van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij op zestig dagen gebracht worden wanneer dat verantwoord is door de noodzaak om voor het haar voorgelegde ontwerp verduidelijkingen te bekomen of aanpassingen overeen te komen. Als deze termijn verstreken is, worden de overeenkomsten geacht te zijn goedgekeurd. § 6. De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij brengt de betrokken maatschappij schriftelijk op de hoogte van haar kennisneming van de overeenkomsten die reeds door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij werden goedgekeurd, overeenkomstig § 5, en die nog van toepassing zullen zijn op 1 januari van het volgende jaar.
Indien er in het kader van deze overeenkomsten een wijziging is in de bepalingen die zijn opgenomen onder het derde streepje van § 4, doet de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij een uitspraak over deze aanpassing binnen de termijnen bepaald in § 5.
De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij brengt de betrokken maatschappij eveneens schriftelijk op de hoogte van haar kennisneming van de eventuele opzegging van overeenkomsten die reeds door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij werden goedgekeurd, overeenkomstig § 5. § 7. De rol van de sociaal afgevaardigde is beperkt tot de a posteriori controle van de uitvoering van de overeenkomst. De afgevaardigde neemt in zijn halfjaarlijks verslag een hoofdstuk op over de toepassing van de overeenkomst door de maatschappij en onder meer over de evaluatie van de resultaten in verhouding tot de doelstellingen. § 8. De overtreding van de bepalingen van de overeenkomst kan de beëindiging van de overeenkomst rechtvaardigen. In dit geval worden twee verslagen, het ene vanwege de maatschappij, het andere van de sociaal afgevaardigde, bij de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij aanhangig gemaakt zodat deze ter zake een beslissing kan nemen.
De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij neemt een beslissing binnen de 30 kalenderdagen na de ontvangst van voornoemde verslagen. Zijn beslissing is met redenen omkleed en wordt aan de ondertekenende partijen van de overeenkomst meegedeeld. ".
Art. 5.In art.38, worden de woorden "art. 36 bis" ingevoegd tussen de woorden "36" en "en".
Art. 6.In afwijking van de artikelen 2 en 3 van dit besluit, is de minimumpercentage van de totale toewijzingen voor het voorafgaande jaar waarvoor de overeenkomsten worden gesloten is : - 3% vanaf 1 januari 2025 ; - 4,5% vanaf 1 januari 2026; - 6% vanaf 1 januari 2027.
Art. 7.In de bijlagen 3 en 6 tot 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
Artikel 19 wordt vervangen door wat volgt: "Ingeval van niet-betaling van de huurprijs en/of de bijdragen, de huurlasten en de solidariteitsbijdrage, indien deze verschuldigd is, binnen vijftien werkdagen na de vervaldag, kan de maatschappij-verhuurder na een ingebrekestelling, interesten op de achterstallige bedragen aanrekenen, die niet hoger mogen liggen dan de wettelijke interestvoet in burgerlijke zaken.
Het voorgaande lid is niet van toepassing in geval van loonafstand die in een aparte akte aan de maatschappij-verhuurder betekend wordt.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025, met uitzondering van art. 7, dat in werking treedt op de datum van inwerkingtreding van de ordonnantie van 29 maart 2024 tot wijziging van de Brusselse Huisvestingscode.
Brussel, 16 mei 2024.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk Belang R. VERVOORT