gepubliceerd op 05 juni 2024
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot organisatie van de goedkeuringsprocedure van de gemeentelijke aanvullende parkeerretributiereglementen
22 FEBRUARI 2024. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot organisatie van de goedkeuringsprocedure van de gemeentelijke aanvullende parkeerretributiereglementen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen en artikel 8 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Gelet op de ordonnantie van 6 juli 2022 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 39, 2° en 41, Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2013 betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten, zoals gewijzigd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 oktober 2022, Gelet op de gelijkekansentest, uitgevoerd op 06 Februari 2023 overeenkomstig het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 november 2018 tot uitvoering van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest, Gelet op het advies nr. 75.133/4 van de Raad van State, gegeven op 15/01/2024, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973, Op voorstel van de Minister van Mobiliteit, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° Regering: de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;2° Parkeeragentschap: het Brussels gewestelijk parkeeragentschap als bedoeld in hoofdstuk 7 van de ordonnantie van 6 juli 2022 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3° Aanvullend retributiereglement: het gemeentelijk aanvullend reglement betreffende kortparkeren, betalend parkeren en parkeren op voorbehouden plaatsen;4° Ordonnantie: de ordonnantie van 6 juli 2022 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 2.Onderhavig besluit heeft tot doel de procedure vast te leggen voor de goedkeuring van de aanvullende retributiereglementen.
De in lid 1 bedoelde ontwerpen voor aanvullende retributiereglementen worden voor advies voorgelegd aan het Parkeeragentschap.
Art. 3.§ 1. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het Parkeeragentschap het ontwerp van aanvullend retributiereglement. § 2. Het Parkeeragentschap onderzoekt de conformiteit van het ontwerp van aanvullend retributiereglement en brengt zijn advies uit binnen 30 dagen na ontvangst van het ontwerp. Na het verstrijken van deze termijn kan worden voorbijgegaan aan het feit dat het agentschap geen advies heeft verstrekt.
Dit advies heeft minstens betrekking op: 1° de overeenstemming van de bedragen van de parkeerretributies in de gereglementeerde zones, vastgelegd op uurbasis, met de bedragen die de regering heeft vastgelegd krachtens van artikel 14, § 1 van de ordonnantie.2° de overeenstemming van de bedragen van de forfaitaire parkeerretributies in de gereglementeerde zones met de bedragen die de regering heeft vastgelegd krachtens artikel 14, § 2 van de ordonnantie.3° de overeenstemming van de soorten vrijstellingskaarten met die welke de regering heeft gedefinieerd krachtens artikel 18 van de ordonnantie.4° de overeenstemming van de prijzen van de vrijstellingskaarten met die welke de regering heeft vastgelegd krachtens artikel 18 van de ordonnantie.
Art. 4.Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van het advies of het ontbreken van advies van het Parkeeragentschap binnen de gestelde termijn en gaat desgevallend over tot het in overeenstemming brengen van de punten vermeld in het in artikel 2 bedoelde advies.
Art. 5.§ 1. Het advies van het Parkeeragentschap wordt toegevoegd aan de beraadslaging van de gemeenteraad dat het aanvullend retributiereglement goedkeurt. § 2. De "gunstige" of "ongunstige" aard van het advies van het Parkeeragentschap en in voorkomend geval de aangebrachte wijzigingen die vereist werden door het advies worden in extenso opgenomen in de beraadslaging.
De vormvereisten bedoeld in de §§ 1 en 2 zijn substantiële vormvereisten waarvan de niet- naleving leidt tot de sancties voorzien in artikels 9 en 10 van de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 6.De Minister bevoegd voor Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 februari 2024.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, de Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn, B. CLERFAYT