gepubliceerd op 26 april 2024
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van het onteigeningsplan volgens de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden ten algemenen nutte ten gunste van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek voor het goed gelegen aan de Oostendestraat 42 te 1080 Sint-Jans-Molenbeek
4 APRIL 2024. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van het onteigeningsplan volgens de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden ten algemenen nutte ten gunste van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek voor het goed gelegen aan de Oostendestraat 42 te 1080 Sint-Jans-Molenbeek
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 27 mei 1870 houdende vereenvoudiging der bestuurlijke pleegvormen in zaken van onteigening voor openbaar nut;
Gelet op de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;
Gelet op de ordonnantie van 22 februari 1990 betreffende de onteigeningen voor openbaar nut doorgevoerd en toegestaan door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
Gelet op de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering, meer bepaald de artikelen 1, 2, 4, 7 tot 9, 19 tot 34, 51 tot 59, 71, 73 tot 75, en haar uitvoeringsbesluiten;
Gelet op de ordonnantie van 23 december 2022 tot verlenging van sommige termijnen van de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering (OSH), tot toekenning van de mogelijkheid om een allerlaatste programmawijziging door te voeren en tot verlenging van een termijn bepaald in de ordonnantie van 31 mei 2018 met betrekking tot de toekenning van subsidies voor investeringen in gemeentelijke sportinfrastructuur;
Gelet op de politieverordening van 13 november 2017;
Gelet op de brief van 2 september 2021 aan de eigenaar van het genoemde perceel, waarin hem wordt gewezen op de overtreding van artikel 25 van het Algemeen Politiereglement met betrekking tot onbebouwde terreinen;
Gelet op de beraadslaging van 23 februari 2022 waarbij de gemeenteraad van Sint-Jans-Molenbeek het basisdossier van het duurzaam wijkcontract "Zwarte Vijvers" goedkeurt ;
Gelet op de brief met betrekking tot de ingebrekestelling van 12 mei 2022 waarin de eigenaar van genoemd perceel wordt verzocht actie te ondernemen om het terrein te herstellen in overeenstemming met het Algemeen Politiereglement, bij gebreke waarvan de gemeente de nodige maatregelen zou hebben genomen op kosten en risico van de eigenaar;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 juni 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 23/06/2022 pub. 06/07/2022 numac 2022021040 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een globaal bedrag van 37 500 000 euro ten gunste van de gemeenten voor de herwaardering van de wijken in het kader van de duurzame wijkcontracten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 23/06/2022 pub. 21/10/2022 numac 2022032879 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een globale subsidie van 1 050 000,00 euro aan de Brusselse lokale besturen, in het kader van het diversiteitsbeleid in het Brusselse ambtenarenapparaat voor het jaar 2022 type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 23/06/2022 pub. 10/04/2024 numac 2022032780 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de verdeling van de betrekkingen en van de subsidies inzake de professionele inschakeling van jongeren uit instellingen voor alternerend onderwijs bij de gemeentebesturen voor het schooljaar 2022-2023 sluiten waardoor een subsidie wordt verleend aan de gemeente Sint-Jans-Molenbeek in het kader van het programma van stedelijke herwaardering voor het duurzaam wijkcontract "Zwarte Vijvers";
Overwegende dat het goed waarop de onteigeningsprocedure van toepassing is, in 2021 werd geschat door de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 14 september 2022 waarbij o.a. werd beslist om de aankoop goed te keuren van het goed met een oppervlakte van 80 m2, gelegen aan de Oostendestraat 42, 1080 Sint-Jans-Molenbeek, ingeschreven in het kadaster in de 3e afdeling, sectie B, nr. 732g2, voor een maximumbedrag van 108.000 euro en de Technische Dienst van de Dienst Infrastructuur en Stedelijke Ontwikkeling op te dragen om te onderhandelen over de aankoop van dit goed;
Gelet op de aangetekende brieven van 1 december 2022 en 15 mei 2023, opgesteld door de Technische Dienst van de Dienst Infrastructuur en Stedelijke Ontwikkeling, ter kennisgeving van het bod van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek voor de aankoop van het genoemde perceel voor een bedrag van 108.000 euro;
Gelet op de beraadslaging van 18 oktober 2023 waarbij de gemeenteraad van Sint-Jans-Molenbeek de motiveringen met betrekking tot onteigening voor openbaar nut en bij dringende omstandigheden goedkeurt en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering vraagt een onteigeningsbesluit uit te vaardigen voor het goed dat als volgt in het kadaster is ingeschreven: - 3e afdeling, sectie B, nr. 732g2, gelegen aan de Oostendestraat 42 in 1080 Sint-Jans-Molenbeek;
Overwegende dat het perceel dat in het kadaster is ingeschreven in de 3e afdeling, sectie B, nr. 732g2, gelegen aan de Oostendestraat 42 in 1080 Sint-Jans-Molenbeek, deel uitmaakt van operatie 2.1.3 "Keten van gezellige pleintjes" (Karper) van het DWC "Zwarte Vijvers";
Overwegende dat de aankoop van voornoemd perceel noodzakelijk is voor de voltooiing van het programma, zoals opgenomen in operatie 2.1.3;
Overwegende dat artikel 7, 5e lid, van de organieke ordonnantie van 6 oktober 2016 bepaalt dat een onroerend goed slechts het voorwerp van een subsidie kan zijn indien de begunstigde ervan er een zakelijk recht op heeft;
Overwegende dat artikel 8 van de organieke ordonnantie van 6 oktober 2016 bepaalt dat alle aankopen van onroerende goederen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een stedelijk herwaarderingsprogramma, van de wijzigingen ervan of van de aanvullingen erop mogen gebeuren door middel van onteigening ten algemenen nutte;
Overwegende dat het voornoemde perceel is opgenomen in de voorkoopperimeter "Simonis" vastgesteld bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juni 2022;
Overwegende dat het voornoemde perceel tot op heden onbebouwd en braakliggend is;
Overwegende dat op het perceel regelmatig illegale stortingen worden vastgesteld;
Overwegende dat het gebrek aan beheer en onderhoud van het genoemde perceel risico's voor de openbare veiligheid kan opleveren, met name het storten van gevaarlijke stoffen, en illegale activiteiten in verband met de verkoop of consumptie van verdovende middelen kan herbergen;
Overwegende dat voornoemd perceel door de omwonenden wordt beschouwd als een stadskanker en schadelijk is voor het imago van de wijk;
Overwegende dat de bewoners van de wijk tijdens de burgerparticipatie in het kader van de opstelling van het basisprogramma hebben gewezen op de noodzaak het genoemde perceel door de gemeente te laten beheren om het probleem van het ongecontroleerd dumpen van afval en de ongezonde omstandigheden op te lossen;
Overwegende dat de uitvoering van het programma, in termen van openbaar nut, de verwerving door de gemeente impliceert van het genoemde perceel, dat door de gemeente kan worden ontwikkeld en in de openbare ruimte kan worden geïntegreerd;
Overwegende dat, in overeenstemming met het basisprogramma van het DWC "Zwarte Vijvers", het genoemde perceel gebruikt zou kunnen worden als speelplaats, pocketpark en/of om er sport- of kunstfaciliteiten in onder te brengen;
Overwegende dat, overeenkomstig het basisprogramma, de inrichting van het genoemde perceel als openbare ruimte de sociale cohesie binnen de wijk kan bevorderen en de uitwisselingen tussen de verschillende generaties, culturen en sociale groepen die in de wijk aanwezig zijn, kan verbeteren;
Overwegende dat de inrichting van het genoemde perceel als openbare ruimte het imago en de reputatie van de wijk kan verbeteren;
Overwegende dat de gedetailleerde bestemming en ontwikkeling zal worden bepaald door de omwonenden als onderdeel van een burgerparticipatieproces;
Overwegende dat voornoemd perceel is gelegen in het gebied dat door Leefmilieu Brussel is aangewezen als een gebied met een tekort aan groene ruimten die toegankelijk zijn voor het publiek;
Overwegende dat, in overeenstemming met het basisprogramma van het DWC "Zwarte Vijvers", de aanleg van deze ruimte deel zou uitmaken van een reeks groene openbare ruimten die het groen- en speelnetwerk in de wijk zouden versterken;
Overwegende dat het blok tussen de Karperstraat, de Oostendestraat, de Vanderdussenstraat en de Kortrijkstraat voor 84% bebouwd is, dat 13% van de oppervlakte bestaat uit ondoordringbare open ruimten en dat slechts 3% van de oppervlakte bestaat uit doordringbare open ruimten;
Overwegende dat de ontwikkeling van het genoemde perceel als een groene open ruimte en de integratie ervan in een groen netwerk in de wijk het hitte-eilandeffect zou verminderen;
Overwegende dat de ontwikkeling van voornoemd perceel als een begroeide open ruimte de creatie van habitats voor de plaatselijke flora en fauna zou kunnen aanmoedigen en de aanplant van inheemse soorten zou kunnen omvatten;
Overwegende dat voornoemd perceel zeer dicht in de buurt ligt van een door Leefmilieu Brussel afgebakende zone met een laag tot hoog overstromingsrisico;
Overwegende dat door de ontharding en de integratie ervan in een groen netwerk de waterhuishouding kan worden verbeterd en het overstromingsrisico kan worden verminderd;
Overwegende dat de eigenaar niet binnen de gevraagde termijn heeft geantwoord en dat de twee biedingen bijgevolg als geweigerd worden beschouwd;
Overwegende dat, aangezien die stappen geen resultaat hebben opgeleverd, de onteigening van het genoemde perceel in het algemeen belang moet worden overwogen, en dit in overeenstemming met artikel 8 van de organieke ordonnantie van 6 oktober 2016;
Overwegende dat de verwerving van voornoemd perceel en de onmiddellijke inbezitneming ervan noodzakelijk zijn voor de voltooiing van het programma, kunnen zij worden uitgevoerd door middel van onteigening ten algemenen nutte;
Overwegende dat, overeenkomstig de bepalingen van artikel 27, § 1 van de organieke ordonnantie van 6 oktober 2016 en artikel 3, § 1 van de ordonnantie van 23 december 2022 tot verlenging van bepaalde termijnen van voornoemde ordonnantie, de termijn voor de uitvoering van het duurzaam wijkcontract "Zwarte Vijvers" 56 maanden bedraagt vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de beslissing van de Regering om het duurzaam wijkcontract goed te keuren, d.w.z. vanaf 1 juli 2022;
Overwegende dat de gemeente verplicht is om binnen die termijn de zakelijke rechten op voornoemd perceel te verwerven, alle studies uit te voeren die nodig zijn voor de voltooiing van de operatie en de overheidsopdrachten te gunnen die nodig zijn voor de uitvoering van het project;
Overwegende dat de noodzaak om die stappen binnen de termijn van 56 maanden en met inachtneming van de in de organieke ordonnantie van 6 oktober 2016 vastgestelde termijnen te voltooien, rechtvaardigt dat een beroep wordt gedaan op de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden;
Overwegende dat de in acht te nemen termijnen niet toelaten dat het begin van de onteigeningsprocedure wordt uitgesteld of dat de gewone procedure wordt gebruikt;
Overwegende dat het daarom gerechtvaardigd is de onteigening voort te zetten volgens de regels voorzien door de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte met het oog op onmiddellijke effectieve inbezitneming en het halen van de deadlines voor de uitvoering van het project, op straffe van het onmogelijk maken van de voltooiing van het project;
Overwegende dat, aangezien de noodzaak van een onmiddellijke inbezitneming gerechtvaardigd is, de onteigening moet worden voortgezet volgens de regels voorzien door de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte zoals voorgeschreven door artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 6 oktober 2016;
Overwegende dat artikel 8, § 1, van de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering toestaat dat "alle aankopen van onroerende goederen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een stedelijk herwaarderingsprogramma, van de wijzigingen ervan of van de aanvullingen erop mogen gebeuren door middel van onteigening ten algemenen nutte" en dat artikel 8, § 3 vermeldt dat "de openbare begunstigden van de programma's voor stedelijke herwaardering mogen optreden als onteigenende overheden in het kader van deze programma's";
Overwegende dat de aankoop van dit perceel nodig is voor de realisatie van het programma van stedelijke herwaardering en dus, in overeenstemming met artikel 8 van de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering, gerealiseerd kan worden via onteigening ten algemenen nutte;
Overwegende dat het de bedoeling is om de uitvoering van een prioritair project van het herwaarderingsprogramma voor het duurzaam wijkcontract "Zwarte Vijvers" mogelijk te maken;
Overwegende dat het volledige basisdossier van het duurzame wijkcontract "Zwarte Vijvers" van 8 november 2021 tot 8 december 2021 onderworpen werd aan een openbaar onderzoek en dat de overlegcommissie tijdens haar vergadering van 21 december 2021 een gunstig advies heeft uitgebracht;
Overwegende derhalve dat het nodig is om het goed snel in bezit te nemen teneinde dit in het raam van dit programma te herwaarderen;
Overwegende derhalve dat het voor het algemeen nut noodzakelijk is over te gaan tot de inbezitneming van het perceel weergegeven op de onteigeningsplannen, en dat overeenkomstig de bepalingen van de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;
Op voorstel van de Minister-President bevoegd voor Stadsvernieuwing;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Wordt goedgekeurd het onteigeningsplan betreffende het onroerend goed dat als volgt in het kadaster is ingeschreven: -3e afdeling, sectie B, nr. 732g2, gelegen aan de Oostendestraat 42 in 1080 Sint-Jans-Molenbeek
Art. 2.Het is noodzakelijk, omwille van het openbaar nut, het perceel aangegeven op het onteigeningsplan, vermeld in artikel 1 te onmiddellijk in bezit te nemen;
Art. 3.De gemeente Sint-Jans-Molenbeek wordt gemachtigd om over te gaan tot de onteigening;
Art. 4.De rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden ten algemenen nutte, bepaald bij de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, kan op de onteigening worden toegepast.
Art. 5.De Minister-President bevoegd voor Stadsvernieuwing wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 april 2024.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken, R. VERVOORT
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld