14 MAART 2024. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14/03/2024 tot wijziging, met het oog op het instellen van meer flexibiliteit voor mantelzorgers en personen met beperkte mobiliteit, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 januari 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 25/01/2018 pub. 02/02/2018 numac 2018030279 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het instellen van een lage-emissiezone sluiten betreffende het instellen van een lage-emissiezone

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing, artikelen 3.2.16, § 2, eerste, tweede, derde en vierde lid, § 3, tweede lid en § 5, ingevoegd bij ordonnantie van 7 december 2017;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 januari 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 25/01/2018 pub. 02/02/2018 numac 2018030279 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het instellen van een lage-emissiezone sluiten betreffende het instellen van een lage-emissiezone;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën uitgebracht op 12/05/2023 en 6/11/2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 09/06/2023 en op 20/11/2023;

Gelet op het advies nr. A-2023-025 van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 11/07/2023;

Gelet op het advies nr. A-2023-057 van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 13/07/2023;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 08/09/2023;

Gelet op het advies nr. 2023-16 van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie, gegeven op 18/09/2023;

Gelet op het advies nr. 2023-6 van de Brusselse Raad voor personen met een handicap, gegeven op 20/09/2023;

Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 12/07/2023, met toepassing van artikel 5, lid 1 van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Gelet op de gelijkekansentest zoals bedoeld in artikel 2, § 1, van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijke kansentest, uitgevoerd op 09/05/2023;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 13 februari 2024 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de beslissing van 22 februari 2024 om de adviesaanvraag met nummer 75.643/16 van de rol te schrappen, overeenkomstig artikel 84, § 5 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Op voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 januari 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 25/01/2018 pub. 02/02/2018 numac 2018030279 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het instellen van een lage-emissiezone sluiten, vervangen bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 juni 2022 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 januari 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 25/01/2018 pub. 02/02/2018 numac 2018030279 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het instellen van een lage-emissiezone sluiten betreffende het instellen van een lage-emissiezone gericht op de invoering van de criteria voor 2025 - 2036 wordt aangevuld met de bepalingen onder 27° en 28°, luidende: "27° mantelzorger met sociale rechten: de mantelzorger die erkend is voor de toekenning van sociale rechten in de zin van artikel 4/1 van de wet van 12 mei 2014 betreffende de erkenning van de mantelzorger; 28° mobiele controle: de controle op de openbare weg zoals bedoeld in artikel 3.2.19 van het Wetboek.".

Art. 2.In artikel 5, § 1, 3° van hetzelfde besluit worden in de tabel de volgende wijzigingen aangebracht in de categorie L1, L2 met brandstof benzine, LPG, CNG: - In de kolom 2025 worden de woorden "Minimum Euro 5" vervangen door de woorden "Autorisé/Toegelaten"; - In de kolom 2028 worden de woorden "Interdiction/Verbod" vervangen door de woorden "Minimum Euro 5".

Art. 3.In artikel 5, § 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt: "de voertuigen, waarbij de nummerplaathouder geregistreerd is als huisvesting verlenende ouder in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister als vermeld in artikel 1, eerste lid, 31° en 32°, van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister of als ouder vermeld staat op de geboorteakte en waarbij het kind houder is van de speciale kaart bedoeld in artikel 27.4.3. van de Wegcode of van een gelijkgesteld document zoals bedoeld in artikel 27.4.1van de Wegcode. Indien het kind reeds meerderjarig is, is het noodzakelijk dat hij of zij gedomicilieerd is op het adres van de andere ouder. De afwijking kan per ouder slechts voor één enkel voertuig worden gevraagd;"; b) een nieuw 2/1° wordt ingevoegd, luidende: "de voertuigen waarvan de nummerplaathouder of een persoon die op het adres van de nummerplaathouder gedomicilieerd is, erkend is als mantelzorger met sociale rechten.De afwijking kan per mantelzorger slechts voor één enkel voertuig worden gevraagd;"; c) in de bepaling onder 3° worden de woorden "recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming en", opgeheven;d) in de bepaling onder 6° worden de woorden "artikel 4, § 3" vervangen door de woorden "artikel 4, § 2".

Art. 4.In artikel 6, § 3 van hetzelfde besluit, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Elke LEZ-dagpas dient te worden aangeschaft voordat het betrokken voertuig in de lage-emissiezone rijdt. Indien de bestuurder in de onmogelijkheid was om vooraf een LEZ-dagpas te kopen, kan deze nog aangeschaft worden, uiterlijk op de vijfde dag die volgt op de dag waarop het betrokken voertuig in de lage-emissiezone reed. Indien het voertuig tegengehouden wordt door de mobiele controle, gebeurt deze regularisatie ter plaatse."

Art. 5.In artikel 8, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "2° /1," ingevoegd tussen de woorden "2°, " en "3° ".

Art. 6.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid worden de woorden "met uitzondering van de voertuigen bedoeld in artikel 5, § 2, 1° " opgeheven;b) het derde lid wordt vervangen als volgt: "Elke registratie dient, voordat het betrokken voertuig in de lage-emissiezone rijdt, aan de hand van een elektronisch formulier te worden aangevraagd bij Brussel Fiscaliteit.Indien de bestuurder in de onmogelijkheid was om zich vooraf te registreren, kan de registratie, nog worden aangevraagd uiterlijk de vijfde dag die volgt op de dag waarop het betrokken voertuig in de lage-emissiezone reed. In geval van een technisch probleem of bij iedere verhindering inzake de elektronische communicatie, zal de aanvraag in kwestie gebeuren op papier. Indien het voertuig tegengehouden wordt door de mobiele controle, gebeurt deze regularisatie ter plaatse."

Art. 7.In bijlage 1 bij hetzelfde besluit, in de tabel onder punt "5.

Voertuigen van categorie M3, N3 of N2 waarvan de referentiemassa meer dan 2.610 kg bedraagt", in de laatste rij, tweede kolom, worden de woorden "Euro Ve" vervangen door de woorden "Euro VIe".

Art. 8.De artikelen 4 en 6, b) treedt in werking op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

De artikelen 3, a), b) en c), en 6, a), treden in werking op 1 januari 2025.

Art. 9.De minister bevoegd voor Leefmilieu, de minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor Mobiliteit worden, elk voor wat zijn specifieke bevoegdheden betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 maart 2024.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van Mobiliteit, Openbare Werken , en verkeersveiligheid E. VAN DEN BRANDT De Minister van Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en de Promotie van Meertaligheid, S. GATZ De Minister belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, de Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn, B. CLERFAYT