gepubliceerd op 10 november 2022
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2013 betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten
20 OKTOBER 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/07/2013 pub. 16/09/2013 numac 2013031742 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten sluiten betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 6 juli 2022 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het bijzonder het artikel 14 en artikel 18;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/07/2013 pub. 16/09/2013 numac 2013031742 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten sluiten betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten;
Gelet op de Gelijkekansentest uitgevoerd op 10/12/2021;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 10/12/2021;
Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 15/12/2021;
Gelet op advies nr 71677/4 van de Raad van State, gegeven op 11/07/2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Minister van Mobiliteit, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 10 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/07/2013 pub. 16/09/2013 numac 2013031742 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten sluiten betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten worden de zinnen "De nieuwe tarieven worden uiterlijk op 30 april bekendgemaakt en gaan in op 1 september.
De eerste herziening zal plaatsvinden in het derde jaar volgend op de bekendmaking van het Gewestelijk Parkeerbeleidsplan in het Belgisch Staatsblad." geschrapt.
Art. 2.Artikel 12 van hetzelfde besluit, vervangen door artikel 7 van het besluit van 27 oktober 2016, wordt vervangen als volgt: «
Art. 12.§ 1. De parkeerretributie die verschuldigd is in deze zone is: - 0,90 euro voor het eerste half uur; - 2,60 euro voor het tweede half uur; - 5,30 euro voor het tweede uur.
Het eerste kwartier is gratis, mits registratie bij de aanvang van het parkeren, ofwel elektronisch ofwel met het ticket dat de parkeermeter hiervoor beschikbaar stelt. Het gratis kwartier is nooit inbegrepen bij de aankoop van een betalend parkeerbewijs. § 2. Vanaf 1 mei 2025 en vervolgens om de drie jaar wordt het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde retributies automatisch en van rechtswege geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het nieuwe bedrag is de uitkomst van de volgende formule: elke van de in paragraaf 1 bedoelde retributies vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand januari die voorafgaat aan de datum van de indexering. Het basisindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand januari 2023.
Het tarief dat het resultaat is van de in lid 1 bedoelde berekening wordt naar beneden afgerond op één tiende euro.
De geïndexeerde bedragen mogen niet hoger zijn dan de maximumbedragen die zijn vastgesteld in artikel 14 van de ordonnantie van 6 juli 2022 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. »
Art. 3.Artikel 13 van hetzelfde besluit, wordt als volgt vervangen: «
Art. 13.§ 1. In geval van niet-betaling van de verschuldigde retributie of in geval van overschrijding van de duurtijd van de betaalde parkeertijd of in geval van overschrijding van de maximale toegelaten parkeertijd, wordt de gebruiker geacht te hebben gekozen voor de betaling van een forfaitaire retributie van 40 euro voor 2u parkeren. § 2. Vanaf 1 mei 2025 en vervolgens om de drie jaar wordt het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde retributie automatisch en van rechtswege geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het nieuwe bedrag is de uitkomst van de volgende formule: 40 euro vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand januari die voorafgaat aan de datum van de indexering. Het basisindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand januari 2023.
Het tarief dat het resultaat is van de in lid 1 bedoelde berekening wordt naar beneden afgerond op één euro.
De geïndexeerde bedragen mogen niet hoger zijn dan de maximumbedragen die zijn vastgesteld in artikel 14 van de ordonnantie van 6 juli 2022 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. »
Art. 4.Artikel 16 van hetzelfde besluit, vervangen door artikel 9 van het besluit van 27 oktober 2016, wordt vervangen als volgt: «
Art. 16.§ 1. De parkeerretributie die verschuldigd is in deze zone is: - 0,90 euro voor het eerste half uur; - 0,90 euro voor het tweede half uur; - 3,50 euro voor het tweede uur.
Het eerste kwartier is gratis, mits registratie bij de aanvang van het parkeren, ofwel elektronisch ofwel met het ticket dat de parkeermeter hiervoor beschikbaar stelt. Het gratis kwartier is nooit inbegrepen bij de aankoop van een betalend parkeerbewijs. § 2. Vanaf 1 mei 2025 en vervolgens om de drie jaar wordt het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde retributies automatisch en van rechtswege geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het nieuwe bedrag is de uitkomst van de volgende formule: elke van de in paragraaf 1 bedoelde retributies vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand januari die voorafgaat aan de datum van de indexering. Het basisindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand januari 2023.
Het tarief dat het resultaat is van de in lid 1 bedoelde berekening wordt naar beneden afgerond op één tiende euro.
De geïndexeerde bedragen mogen niet hoger zijn dan de maximumbedragen die zijn vastgesteld in artikel 14 van de ordonnantie van 6 juli 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap. »
Art. 5.Artikel 17 van hetzelfde besluit, wordt als volgt vervangen: «
Art. 17.§ 1. In geval van niet-betaling van de verschuldigde retributie of in geval van overschrijding van de duurtijd van de betaalde parkeertijd of in geval van overschrijding van de maximale toegelaten parkeertijd, wordt de gebruiker geacht te hebben gekozen voor de betaling van een forfaitaire retributie van 40 euro voor 2u parkeren. § 2. Vanaf 1 mei 2025 en vervolgens om de drie jaar wordt het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde retributie automatisch en van rechtswege geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het nieuwe bedrag is de uitkomst van de volgende formule: 40 euro vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand januari die voorafgaat aan de datum van de indexering. Het basisindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand januari 2023.
Het tarief dat het resultaat is van de in lid 1 bedoelde berekening wordt naar beneden afgerond op één euro.
De geïndexeerde bedragen mogen niet hoger zijn dan de maximumbedragen die zijn vastgesteld in artikel 14 van de ordonnantie van 6 juli 2022 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap. »
Art. 6.Artikel 20 van hetzelfde besluit, vervangen door artikel 12 van het besluit van 27 oktober 2016, wordt vervangen als volgt: «
Art. 20.§ 1. De parkeerretributie die verschuldigd is in deze zone is: - 0,90 euro voor het eerste half uur; - 2,60 euro voor het tweede half uur; - 5,30 euro voor het tweede uur. - 5,30 euro voor het derde uur. - 5,30 euro voor het vierde uur. - 2,60 euro voor het laatste half uur.
Het eerste kwartier is gratis, mits registratie bij de aanvang van het parkeren, ofwel elektronisch ofwel met het ticket dat de parkeermeter hiervoor beschikbaar stelt. Het gratis kwartier is nooit inbegrepen bij de aankoop van een betalend parkeerbewijs. § 2. Vanaf 1 mei 2025 en vervolgens om de drie jaar wordt het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde retributies automatisch en van rechtswege geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het nieuwe bedrag is de uitkomst van de volgende formule: elke van de in paragraaf 1 bedoelde retributies vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand januari die voorafgaat aan de datum van de indexering. Het basisindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand januari 2023.
Het tarief dat het resultaat is van de in lid 1 bedoelde berekening wordt naar beneden afgerond op één tiende euro.
De geïndexeerde bedragen mogen niet hoger zijn dan de maximumbedragen die zijn vastgesteld in artikel 14 van de ordonnantie van 6 juillet 2009 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. »
Art. 7.Artikel 21 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt: «
Art. 21.§ 1. In geval van niet-betaling van de verschuldigde retributie of in geval van overschrijding van de duurtijd van de betaalde parkeertijd of in geval van overschrijding van de maximale toegelaten parkeertijd, wordt de gebruiker geacht te hebben gekozen voor de betaling van een forfaitaire retributie van 45 euro voor 4u30 parkeren. § 2. Vanaf 1 mei 2025 en vervolgens om de drie jaar wordt het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde retributie automatisch en van rechtswege geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het nieuwe bedrag is de uitkomst van de volgende formule: 45 euro vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand januari die voorafgaat aan de datum van de indexering. Het basisindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand januari 2023.
Het tarief dat het resultaat is van de in lid 1 bedoelde berekening wordt naar beneden afgerond op één euro.
De geïndexeerde bedragen mogen niet hoger zijn dan de maximumbedragen die zijn vastgesteld in artikel 14 van de ordonnantie van 6 juli 2022 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. »
Art. 8.Artikel 24 van hetzelfde besluit, vervangen door artikel 14 van het besluit van 27 oktober 2016, wordt vervangen als volgt: «
Art. 24.§ 1. De parkeerretributie die verschuldigd is in deze zone is: - 0,90 euro voor het eerste half uur; - 0,90 euro voor het tweede half uur; - 3,50 euro voor het tweede uur; - 2,60 euro voor elk bijkomend uur.
Het eerste kwartier is gratis, mits registratie bij de aanvang van het parkeren, ofwel elektronisch ofwel met het ticket dat de parkeermeter hiervoor beschikbaar stelt. Het gratis kwartier is nooit inbegrepen bij de aankoop van een betalend parkeerbewijs. § 2. Vanaf 1 mei 2025 en vervolgens om de drie jaar wordt het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde retributies automatisch en van rechtswege geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het nieuwe bedrag is de uitkomst van de volgende formule: elke van de in paragraaf 1 bedoelde retributies vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand januari die voorafgaat aan de datum van de indexering. Het basisindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand januari 2023.
Het tarief dat het resultaat is van de in lid 1 bedoelde berekening wordt naar beneden afgerond op één tiende euro.
De geïndexeerde bedragen mogen niet hoger zijn dan de maximumbedragen die zijn vastgesteld in artikel 14 van de ordonnantie van 6 juli 2009 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. »
Art. 9.Artikel 25 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt: «
Art. 25.§ 1. In geval van niet-betaling van de verschuldigde retributie of in geval van overschrijding van de duur van de betaalde parkeertijd, wordt de gebruiker geacht te hebben gekozen voor de betaling van een forfaitaire retributie van 35 euro voor 4u30 parkeren. § 2. Vanaf 1 mei 2025 en vervolgens om de drie jaar wordt het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde retributie automatisch en van rechtswege geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het nieuwe bedrag is de uitkomst van de volgende formule: 35 euro vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand januari die voorafgaat aan de datum van de indexering. Het basisindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand januari 2023.
Het tarief dat het resultaat is van de in lid 1 bedoelde berekening wordt naar beneden afgerond op één euro.
De geïndexeerde bedragen mogen niet hoger zijn dan de maximumbedragen die zijn vastgesteld in artikel 14 van de ordonnantie van 6 juli 2022 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. »
Art. 10.Artikel 28 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt: «
Art. 28.§ 1. In geval van overschrijding van de toegelaten parkeertijd of wanneer de parkeerschijf die de tijd aanduidt zich niet aan de binnenzijde van de voorruit of vooraan het voertuig bevindt, wordt de gebruiker geacht te hebben gekozen voor de betaling van een forfaitaire retributie van 35 euro voor 4u30 parkeren. § 2. Vanaf 1 mei 2025 en vervolgens om de drie jaar wordt het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde retributie automatisch en van rechtswege geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het nieuwe bedrag is de uitkomst van de volgende formule: 35 euro vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand januari die voorafgaat aan de datum van de indexering. Het basisindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand januari 2023.
Het tarief dat het resultaat is van de in lid 1 bedoelde berekening wordt naar beneden afgerond op één euro.
De geïndexeerde bedragen mogen niet hoger zijn dan de maximumbedragen die zijn vastgesteld in artikel 14 van de ordonnantie van 6 juli 2009 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. »
Art. 11.Artikel 31 van hetzelfde besluit, vervangen door artikel 18 van het besluit van 27 oktober 2016, wordt vervangen als volgt: «
Art. 31.§ 1. De parkeerretributie die verschuldigd is in deze zone is: - 3 euro voor het eerste half uur; - 5 euro voor het tweede half uur; - 10 euro voor het tweede uur; - 15 euro voor het derde uur; - 15 euro voor het vierde uur; - 7,5 euro voor het laatste halfuur.
Het eerste kwartier is gratis, mits registratie bij de aanvang van het parkeren, ofwel elektronisch ofwel met het ticket dat de parkeermeter hiervoor beschikbaar stelt. Het gratis kwartier is nooit inbegrepen bij de aankoop van een betalend parkeerbewijs.
In afwijking van het eerste lid is geen parkeerretributie verschuldigd voor het eerste uur parkeren in het gedeelte van de evenementenzone dat is gelegen in een blauwe of niet-gereglementeerde zone. § 2. Vanaf 1 mei 2025 en vervolgens om de drie jaar wordt het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde retributies automatisch en van rechtswege geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het nieuwe bedrag is de uitkomst van de volgende formule: elke van de in paragraaf 1 bedoelde retributies vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand januari die voorafgaat aan de datum van de indexering. Het basisindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand januari 2023.
Het tarief dat het resultaat is van de in lid 1 bedoelde berekening wordt naar beneden afgerond op één tiende euro.
De geïndexeerde bedragen mogen niet hoger zijn dan de maximumbedragen die zijn vastgesteld in artikel 14 van de ordonnantie van 6 juli 2022 houdende organisatie van het parkeerbeleid en herdefiniëring van de opdrachten en beheerswijze van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. »
Art. 12.In artikel 51 van hetzelfde besluit, vervangen door artikel 37 van de ordonnantie van 27 oktober 2016, worden de zinnen « De gemeenteraad kan op gemotiveerde wijze beslissen om een derde vrijstellingskaart "buurtbewoner" per gezin toe te kennen, na hierover het advies te hebben ingewonnen van het Parkeeragentschap.
In voorkomend geval legt de gemeenteraad, in overleg met het Parkeeragentschap, de criteria vast die de toekenning van een derde vrijstellingskaart per gezin rechtvaardigt.
De gemeenteraad motiveert die beslissing bij het uitwerken van het Gemeentelijke Parkeeractieplan. » opgeheven.
Art. 13.Artikel 54 van hetzelfde besluit, vervangen door artikel 40 van het besluit van 27 oktober 2016, wordt vervangen als volgt: «
Art. 54.§ 1. De prijs van de vrijstellingskaarten "buurtbewoner" is: - minimum 15 euro per jaar voor de eerste vrijstellingskaart; - minimum 120 euro per jaar voor de tweede vrijstellingskaart; - minimum 500 euro per jaar voor de vrijstellingskaart "buurtbewoner" bestemd voor personen met een tweede verblijfplaats op het grondgebied van de gemeente.
De aanvrager van de vrijstellingskaart "buurtbewoner" staat in voor de eventuele kosten die zijn verbonden aan het gebruik van technologie bij de uitreiking van de vrijstellingskaart. § 2. Vanaf 1 mei 2025 en vervolgens om de drie jaar wordt de prijs van de in paragraaf 1 bedoelde vrijstellingskaarten automatisch en van rechtswege geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen. De nieuwe prijs is de uitkomst van de volgende formule: elke van de in paragraaf 1 bedoelde prijzen vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer.
Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand januari die voorafgaat aan de datum van de indexering. Het basisindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand januari 2023.
Het tarief dat het resultaat is van de in lid 1 bedoelde berekening wordt naar beneden afgerond op één euro. »
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op de 1e dag van de 6e maand volgende op die van de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 15.De Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 oktober 2022.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT