gepubliceerd op 19 november 2021
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de erkenning van de bodemverontreinigingsdeskundigen en de registratie van de bodemsaneringsaannemers
7 OKTOBER 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de erkenning van de bodemverontreinigingsdeskundigen en de registratie van de bodemsaneringsaannemers
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het
koninklijk besluit van 8 maart 1989Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
08/03/1989
pub.
07/11/2014
numac
2014031896
bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
Koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer
sluiten tot oprichting van Leefmilieu Brussel, artikel 3, § 3;
Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, de artikelen 6, § 1, 70, 71, 74bis, 75, 78/1, 78/2 en 78/4;
Gelet op de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems, de artikelen 3, 30° en 31° en 53/1;
Gelet op het besluit van 15 december 2011 betreffende de erkenning van de bodemverontreinigingsdeskundigen en de registratie van de bodemsaneringsaannemers, Gelet op het ministerieel besluit van 4 mei 2017Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 04/05/2017 pub. 23/05/2017 numac 2017012194 bron brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit betreffende de formulieren van de bodemverontreinigingsdeskundigen en de bodemsaneringsaannemers sluiten betreffende de formulieren van de bodemverontreinigingsdeskundigen en de bodemsaneringsaannemers;
Gelet op het advies nr A-2020-008-CERBC van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gegeven op 26 oktober 2020;
Gelet op het advies nr A-2020-041 van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 15 oktober 2020;
Gelet op de gelijkekansentest uitgevoerd op 10 juni 2020 in toepassing van artikel 2 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest;
Gelet op het advies 68.741/1 van de Raad van State, gegeven op 3 maart 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies 59/2021 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 23/04/2021, met toepassing van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
Gelet op het advies 69.945/1/V van de Raad van State, gegeven op 20 augustus 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Definities en algemeenheden
Artikel 1.Definities Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1. ordonnantie bodem: de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems;2. ordonnantie milieuvergunningen: de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;3. ordonnantie afvalstoffen: de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen;4. inspectiewetboek : het wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid van 25 maart 1999 5.aanvrager: de natuurlijke of de rechtspersoon die voor zichzelf een erkenningsaanvraag indient in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit; 6.bodemverontreinigingsdeskundige: bodemverontreinigingsdeskundige in de zin van artikel 3, 30° van de bodemordonnantie; 7. bodemsaneringsaannemer: bodemsaneringsaannemer in de zin van artikel 3, 31° van de bodemordonnatie;8. houder van de verplichting: de natuurlijke of de rechtspersoon die de verplichting(en) moet naleven die volgen uit de toepassing van de ordonnantie bodem, alsook bepaalde opdrachten omschreven door de ordonnantie milieuvergunningen, de ordonnantie afvalstoffen en hun uitvoeringsbesluiten;9. Leefmilieu Brussel: de instelling van openbaar nut als bedoeld in artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 8 maart 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/1989 pub. 07/11/2014 numac 2014031896 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer sluiten tot oprichting van Leefmilieu Brussel, bevestigd bij artikel 41 van de wet van 16 juni 1989 houdende diverse institutionele hervormingen;10. Minister: de Minister tot wiens bevoegdheid het Leefmilieu behoort;11. code van goede praktijk: de codes van goede praktijk die van toepassing zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of, bij gebreke hiervan, de codes van goede praktijk die van toepassing zijn in het Vlaams of Waals Gewest;12. model voor risicoanalyse van bodemverontreiniging: een model dat overeenkomt met de methodologie zoals omschreven in de artikelen 18 en 29 van de ordonnantie bodem tot vaststelling van de type-inhoud van het risico-onderzoek alsook de methodologie voor risico-evaluatie en de berekening van de risicowaarden;13. mathematisch grondwatermodel: een model dat overeenkomt met de methodologie zoals omschreven in de artikelen 18 en 29 van de ordonnantie bodem tot vaststelling van de type-inhoud van het risico-onderzoek alsook de methodologie voor risico-evaluatie en de berekening van de risicowaarden.
Art. 2.Toepassingsgebied en verwerkingsverantwoordelijke van de persoonsgegevens Het huidige besluit is van toepassing op de bodemverontreinigingsdeskundigen en de bodemsaneringsaannemers.
De persoonsgegevens die in uitvoering van dit besluit worden verzameld, worden verwerkt door Leefmilieu Brussel als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4.7 van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG.
Art. 3.Opdrachten De bepalingen van artikelen 4 tot en met 23, 38 tot en met 42, en 45 zijn van toepassing op de bodemverontreinigingsdeskundigen die instaan voor het uitvoeren van de opdrachten zoals omschreven in de ordonnantie bodem, alsook van bepaalde opdrachten omschreven door de ordonnantie milieuvergunningen, de ordonnantie afvalstoffen en hun uitvoeringsbesluiten, inzonderheid: - het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/01/1999 pub. 24/03/1999 numac 1999031058 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations sluiten tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations; - Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 01/12/2016 pub. 13/01/2017 numac 2016031801 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het beheer van afvalstoffen sluiten betreffende het beheer van afvalstoffen; - Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 08/11/2018 pub. 20/02/2019 numac 2018014864 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake grondwaterwinningen en open geothermische systemen sluiten inzake grondwaterwinningen en open geothermische systemen.
De bepalingen van artikelen 24 tot en met 37, 38 tot en met 42, en 45 van dit besluit zijn van toepassing op de bodemsaneringsaannemers die instaan voor het uitvoeren van de opdrachten zoals omschreven in de ordonnantie bodem, alsook van bepaalde opdrachten omschreven door de ordonnantie milieuvergunningen, de ordonnantie afvalstoffen en hun uitvoeringsbesluiten, inzonderheid: - het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/01/1999 pub. 24/03/1999 numac 1999031058 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations sluiten tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations; - het besluit van 1 december 2016 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het beheer van afvalstoffen.
TITEL II. - Bodemverontreinigingsdeskundige HOOFDSTUK I. - Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een erkenning als bodemverontreinigingsdeskundige
Art. 4.De aanvrager voldoet aan de voorwaarden die opgenomen zijn in dit hoofdstuk om in aanmerking te komen voor een erkenning als bodemverontreinigingsdeskundige. Afdeling 1. - Identificatie van de aanvrager
Art. 5.§ 1. Om als rechtspersoon te worden erkend: 1° is de aanvrager opgericht in overeenstemming met de Belgische wetgeving of de wetgeving van een andere Lidstaat van de Europese Economische Ruimte;2° is de aanvrager ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen of in het handels- of beroepsregister volgens de vereisten van het land waar hij gevestigd is;3° telt de aanvrager onder zijn bestuurders, zaakvoerders of personen die de vennootschap kunnen verbinden enkel personen die voldoen aan de voorwaarden in § 3 van dit artikel. § 2. Om als natuurlijke persoon te worden erkend: 1° is de aanvrager Belg of onderdaan van een andere Lidstaat van de Europese Economische Ruimte;2° als het gaat om een onderneming: is de aanvrager ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen of in het handels- of beroepsregister volgens de vereisten van het land waar hij gevestigd is;3° voldoet de aanvrager aan de voorwaarden in § 3 van dit artikel; § 3. De personen vermeld in § 1, 3° en § 2 van dit artikel voldoen aan de volgende voorwaarden: 1° niet ontzet zijn uit zijn burgerlijke of politieke rechten;2° in de laatste tien jaar niet, bij een vonnis of arrest dat in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld zijn voor een misdrijf dat door zijn aard zijn beroepsmoraal aantast. Afdeling 2. - Deskundigheden van de aanvrager
Art. 6.§ 1. Indien het gaat om een rechtspersoon, dan heeft de aanvrager één of meer natuurlijke personen in dienst, die samen voldoen aan de voorwaarden vermeld in deze paragraaf, of, indien het gaat om een natuurlijke persoon, dan voldoet de aanvrager zélf aan de voorwaarden vermeld in deze paragraaf: 1° een grondige kennis hebben van de disciplines bodemkunde, geologie, scheikunde, biologie en microbiologie;2° een algemene kennis hebben van de discipline hydrogeologie en van de stedenbouwkundige wetgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3° een grondige kennis hebben van de Codes van goede praktijk en de milieuwetgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het bijzonder de wetgeving op het gebied van milieuvergunningen, grondwater-, bodem- en afvalbeheer;4° minimaal drie jaar beroepservaring hebben, gedurende de zes jaar voorafgaand aan de datum van de erkenningsaanvraag, met onderzoek op het gebied van bodemverontreiniging, meer in het bijzonder met het opstellen van verkennende bodemonderzoeken, gedetailleerde onderzoeken, risico-onderzoeken en met risicobeheer;5° minimaal drie jaar beroepservaring hebben, gedurende de zes jaar voorafgaand aan de datum van de erkenningsaanvraag, met het opstellen van saneringsvoorstellen en het leiden van saneringswerken;6° minimaal drie jaar beroepservaring hebben, gedurende de zes jaar voorafgaand aan de datum van de erkenningsaanvraag, met het hanteren van de modellen voor risicoanalyse van bodemverontreiniging en met het interpreteren van de resultaten ervan. § 2. De aanvrager heeft, voor elk van de voorwaarden vermeld in deze paragraaf, indien het gaat om een rechtspersoon, één of meer natuurlijke personen in dienst, of contractueel ter beschikking door onderaanneming, die hieraan voldoen, of, indien het gaat om een natuurlijke persoon, voldoet zélf aan de voorwaarden vermeld in deze paragraaf of heeft één of meer natuurlijke personen contractueel ter beschikking door onderaanneming die hieraan voldoen: 1° een grondige kennis hebben van de disciplines bouwkunde en grondmechanica;2° minimaal drie jaar beroepservaring hebben, gedurende de zes jaar voorafgaand aan de datum van de erkenningsaanvraag, met het hanteren van de mathematische grondwatermodellen en met het interpreteren van de resultaten ervan;3° een grondige kennis hebben van de discipline hydrogeologie.
Art. 7.§ 1. De kennis, vermeld in artikel 6, § 1, 1° en § 2, 1°, wordt aangetoond met academische diploma's (basisopleiding van twee cycli) of diploma's van het hoger onderwijs van het lange type of ermee gelijkgestelde diploma's (met inbegrip van buitenlandse diploma's die als gelijkwaardig erkend zijn).
Een afwijking hiervan kan toegestaan worden op basis van het bewijs van gelijkaardige beroepservaring en enkel indien de persoon beschikt over een academisch diploma van de eerste cyclus of een diploma van de eerste cyclus van het hoger onderwijs van het lange type of een diploma van het hoger onderwijs van het korte type of een ermee gelijkgesteld diploma (met inbegrip van buitenlandse diploma's die als gelijkwaardig erkend zijn). Elke afwijking van deze voorwaarde wordt in de aanvraag tot erkenning als bodemverontreinigingsdeskundige verantwoord. Leefmilieu Brussel behoudt het recht om deze afwijking te weigeren. Deze beslissing wordt gemotiveerd.
De kennis, vermeld in artikel 6, § 1, 2° en 3° en § 2, 3°, wordt aangetoond met academische diploma's of diploma's van het hoger onderwijs van het lange type of ermee gelijkgestelde diploma's (met inbegrip van buitenlandse diploma's die als gelijkwaardig erkend zijn), of blijkt uit een curriculum vitae, referentielijst of getuigschrift.
De beroepservaring, vermeld in artikel 6, § 1, 4°, 5° en 6° en § 2, 2° blijkt uit een curriculum vitae, getuigschrift, referentielijst of beschrijving van de opgedane relevante ervaring, bijvoorbeeld in het kader van een gelijkaardige erkenning die is verleend door de bevoegde overheden van een ander gewest of in het buitenland.
Leefmilieu Brussel beoordeelt of de door de aanvrager voorgestelde personen beschikken over die vereiste kennis of beroepservaring. § 2. Een afwijking van de voorwaarde in artikel 6, § 1, 5° kan voor een beperkte termijn van maximum één jaar toegestaan worden wanneer de aanvrager een persoon contractueel ter beschikking heeft door onderaanneming die voldoet aan de voorwaarde, indien die persoon deze ervaring ter beschikking stelt van maximaal drie bodemverontreinigingsdeskundigen. Elke afwijking van deze voorwaarde wordt in de aanvraag tot erkenning als bodemverontreinigingsdeskundige verantwoord. Leefmilieu Brussel behoudt het recht om deze afwijking te weigeren. Deze beslissing wordt gemotiveerd. § 3. Het in dienst hebben van één of meer natuurlijke personen, in de zin van artikel 6, § 1, wordt begrepen als één of meer natuurlijke personen ter beschikking hebben op basis van een contract met een band van ondergeschiktheid of op grond van een aannemingsovereenkomst. § 4. Het contractueel ter beschikking hebben van een of meer natuurlijke personen door onderaanneming in de zin van artikel 6, § 2, wordt begrepen als de arbeid ter beschikking hebben via een aannemingsovereenkomst voor onderaanneming. De onderaannemer bepaalt in dat geval onder welke voorwaarden de opdrachten worden uitgevoerd, en legt uitsluitend verantwoording af aan de aanvrager over het uiteindelijke resultaat. Afdeling 3. - Technische middelen van en gebruikt door de aanvrager
Art. 8.De aanvrager beschikt over de nodige technische en informaticamiddelen om de opdrachten, die omschreven zijn in artikel 3, uit te voeren in overeenstemming met de bepalingen van de geldende wetgeving.
De aanvrager voldoet minstens aan de volgende voorwaarden: 1° zelf beschikken over een model voor risicoanalyse van bodemverontreiniging;2° zelf beschikken of door onderaanneming de contractuele beschikking hebben over een mathematisch grondwatermodel;3° zelf beschikken of door onderaanneming de contractuele beschikking hebben over de nodige middelen voor het uitvoeren van het veldwerk, onder meer voor het uitvoeren van boringen, het plaatsen van piëzometers, het nemen en bewaren van monsters. Afdeling 4. - Financiële middelen van de aanvrager
Art. 9.§ 1. De aanvrager beschikt over voldoende financiële middelen om de opdrachten, die omschreven zijn in artikel 3, uit te voeren in overeenstemming met de bepalingen van de geldende wetgeving. § 2. De aanvrager (i) verbindt er zich formeel en onvoorwaardelijk toe binnen de dertig dagen na de beslissing tot toekenning van de erkenning en voor de duur van de erkenning een verzekeringscontract af te sluiten ter dekking van de beroepsaansprakelijkheid als erkend bodemverontreinigingsdeskundige en (ii) stelt Leefmilieu Brussel in kennis van de afgesloten polis binnen de acht dagen van het afsluiten van de polis. § 3. 1° Indien de aanvrager een onderneming is, voldoet hij aan onderstaande voorwaarden: - niet in staat van faillissement of van vereffening verkeren of de opening van een gerechtelijke reorganisatie verkregen hebben, noch in een soortgelijke toestand verkeren als gevolg van een gelijksoortige procedure die geldt in het land waar hij gevestigd is; - niet het voorwerp zijn van een procedure van faillietverklaring of van gerechtelijk reorganisatie of van een andere soortgelijke procedure die voorkomt in de wetten en regelingen van het land waar hij gevestigd is. 2° Indien de aanvrager geen onderneming is, voldoet hij aan onderstaande voorwaarden: - niet in staat van kennelijk onvermogen verkeren, noch in soortgelijke toestand als gevolg van enige procedure die geldt in het land waar hij gevestigd is; - niet het voorwerp zijn van een procedure van collectieve schuldenregeling of van een andere soortgelijke procedure die voorkomt in de wetten en regelingen van het land waar hij gevestigd is. HOOFDSTUK II. - Erkenningsprocedure
Art. 10.De procedure verloopt in overeenstemming met de artikelen in Titel IV van de ordonnantie milieuvergunningen. Afdeling 1. - Samenstelling van het aanvraagdossier
Art. 11.De erkenningsaanvraag gebeurt aan de hand van een formulier waarvan de minimuminhoud is vastgelegd in bijlage 1. Dit formulier heeft tot doel de erkenningsaanvragen van de beoogde beroepen te beheren en de naleving van de erkenningsvoorwaarden te controleren.
Leefmilieu Brussel stelt deze formulieren ter beschikking op haar website en past ze aan aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang of aan de evolutie van de reglementering.
De aanvraag wordt ingediend in overeenstemming met de bepalingen in artikel 71, § 2, van de ordonnantie milieuvergunningen. De aanvraag kan eveneens ingediend worden via elektronische weg.
De verzamelde persoonsgegevens zullen worden bewaard tijdens de geldigheidsduur van de erkenningen, en tot een jaar volgend op het einde van de geldigheid ervan, en dit overeenkomstig de ordonnantie van 19 maart 2009 betreffende de archieven van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Afdeling 2. - Onderzoek van de aanvraag
Art. 12.Volledigheid van het aanvraagdossier De aanvraag wordt door Leefmilieu Brussel aan een onderzoek onderworpen.
Leefmilieu Brussel kan, in het kader van dit onderzoek, de voorlegging vragen van aanvullende gegevens en/of documenten waaruit blijkt dat de aanvrager voldoet aan de in hoofdstuk I van Titel II opgelegde voorwaarden om in aanmerking te komen voor een erkenning. De aanvrager verstrekt al deze aanvullende gegevens en/of documenten.
Art. 13.Raadpleging van besturen Leefmilieu Brussel kan adviezen vragen aan de milieuadministraties van de andere Gewesten of de andere Lidstaten van de Europese Economische Ruimte betreffende de deskundigen en aannemers die hun woonplaats of hun maatschappelijke zetel hebben buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en hun relevante personeelsleden, en dit om de informatie te controleren die noodzakelijk is voor de naleving van de erkenningsvoorwaarden. Afdeling 3. - Beslissing, inhoud en geldigheidsduur van de erkenning
Art. 14.Beslissing en inhoud van de erkenning Leefmilieu Brussel doet uitspraak over de aanvraag in het bijzonder rekening houdende met de elementen van de aanvraag en met de ontvangen adviezen.
Art. 15.Geldigheidsduur en nieuwe erkenning § 1. De erkenning wordt verleend voor een periode van tien jaar.
Leefmilieu Brussel kan, bij een met redenen omklede beslissing, de erkenning voor een kortere periode toekennen. § 2. Een nieuwe erkenning kan worden aangevraagd, in de vereiste vorm en termijn, vóór het verstrijking van de lopende erkenning. Als de erkenning is ingetrokken, kan de nieuwe erkennning niet eerder worden aangevraagd dan 6 maanden na de datum van intrekking. HOOFDSTUK III. - Onverenigbaarheden
Art. 16.De erkenninghouder mag zich niet in een toestand bevinden waarbij de opdrachten, die omschreven zijn in artikel 3, niet meer uitgevoerd kunnen worden op een objectieve en onafhankelijke manier.
Art. 17.Van de erkenning als bodemverontreinigingsdeskundige kan geen gebruik gemaakt worden in één of meer van de volgende gevallen: 1° als de activiteiten van de bodemverontreinigingsdeskundige in die hoedanigheid, als natuurlijke of rechtspersoon, rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk gefinancierd, gecontroleerd of beheerd worden, onder welke vorm dan ook, door de houder van de verplichting of door de bodemsaneringsaannemer die instaat voor de uitvoering van de maatregelen of werken met betrekking tot de opdrachten vermeld in artikel 3;2° als zowel de erkenninghouder als de houder van de verplichting of de bodemsaneringsaannemer die instaat voor de uitvoering van de maatregelen of werken met betrekking tot de opdrachten vermeld in artikel 3 rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk gefinancierd, gecontroleerd of beheerd worden, onder welke vorm dan ook, door éénzelfde natuurlijke of rechtspersoon;3° als de erkenninghouder of een persoon die voor rekening van de erkenninghouder een directie- of bestuursbevoegdheid uitoefent: - bloed- of aanverwant is in de rechte lijn tot en met de derde graad en in de zijlijn tot en met de vierde graad met de houder van de verplichting of met de bodemsaneringsaannemer die instaat voor de uitvoering van de maatregelen of werken met betrekking tot de opdrachten vermeld in artikel 3 of met ieder ander persoon die voor rekening van voormelde houder van de verplichting respectievelijk bodemsaneringsaannemer, een directie- of bestuursbevoegdheid uitoefent; - zelf of bij tussenpersoon eigenaar, mede-eigenaar of werkend vennoot is van de houder van de verplichting of van de bodemsaneringsaannemer die instaat voor de uitvoering van de maatregelen of werken met betrekking tot de opdrachten vermeld in artikel 3; - in rechte of in feite, zelf of bij tussenpersoon, een directie- of bestuursbevoegdheid uitoefent bij de houder van de verplichting of bij de bodemsaneringsaannemer die instaat voor de uitvoering van de maatregelen of werken met betrekking tot de opdrachten vermeld in artikel 3.
De vermelding "rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk gefinancierd, gecontroleerd of beheerd" zoals opgenomen in de punten 1° en 2° van dit artikel is niet van toepassing op de relatie dienstverlener-klant die bestaat tussen de houder van de verplichting en de bodemverontreinigingsdeskundige en tussen de houder van de verplichting en de bodemsaneringsaannemer. HOOFDSTUK IV. - Verplichtingen van de erkenninghouder
Art. 18.Naleving van de voorwaarden De erkenninghouder komt de voorwaarden van dit besluit, en meer in het bijzonder de voorwaarden in de hoofdstukken I, III en IV van Titel II, en de bijzondere voorwaarden in de erkenningsbeslissing na gedurende de volledige geldigheidsduur van zijn erkenning.
Art. 19.Uitvoering van de opdrachten De erkenninghouder is ertoe gehouden, bij het uitvoeren van de opdrachten, die omschreven zijn in artikel 3: 1° het veldwerk uit te voeren of erop toe te zien dat het uitgevoerd wordt in overeenstemming met de codes van goede praktijk;2° wanneer een bodemsaneringsaannemer een opdracht uitvoert die wordt beschreven in artikel 3: - de bodemsaneringsaannemer die instaat voor de uitvoering van de maatregelen of werken, voldoende te informeren van de bepalingen die opgenomen werden in het door Leefmilieu Brussel gelijkvormig verklaarde risicobeheersvoorstel, saneringsvoorstel of voorafgaande aangifte voor een behandeling van beperkte duur, of in de verleende milieuvergunning; - erop toe te zien dat de bodemsaneringsaannemer de maatregelen of werken uitvoert in overeenstemming met de bepalingen die opgenomen werden in voornoemd voorstel, aangifte of vergunning, of bij gebreke hiervan in de uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie bodem, de ordonnantie milieuvergunningen of de ordonnantie afvalstoffen, of bij gebreke hiervan in de codes van goede praktijk. Deze studiegelastigde heeft de nodige kennis van de procedures voor de uitvoering van deze maatregelen of werken; 3° te werken volgens de best beschikbare technieken in de zin van artikel 3, 27° van de ordonnantie bodem;4° alle monsters te laten analyseren bij een laboratorium dat hiervoor erkend is volgens de wetgeving die van toepassing is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;5° de activiteiten in het kader van de erkenning enkel te laten uitvoeren door personen die werden opgenomen in het erkenningsdossier (dit is het oorspronkelijke aanvraagdossier en de eventuele wijzigingen die werden goedgekeurd);6° in elk verslag, proces-verbaal of voorstel, opgesteld in het kader van de erkenning, te verklaren dat hij voor de uitvoering van deze opdracht niet verkeert in een van de gevallen van onverenigbaarheid, opgenomen in dit besluit;7° op de exploitatiezetel een kwaliteitshandleiding bij te houden, alsook een register met de klachten die uitgaan van klanten of van de bodemsaneringsaannemer met het oog op voortdurende verbetering en om Leefmilieu Brussel in staat te stellen zijn kwaliteitscontroleopdrachten van de erkende beroepen uit te voeren. Het register bevat voor elke klacht die minder dan tien jaar oud is, de datum, een referentienummer, de inhoud van de klacht, het gevolg dat eraan is gegeven, de correctie van de procedures en de evaluatie van deze correctie; 8° jaarlijks, voor eind januari, een jaarverslag te bezorgen aan Leefmilieu Brussel waarin de personeelsleden worden vermeld van wie de functie de deskundige in staat stelt de naleving van de erkenningsvoorwaarden, de bekwaamheden en de actualisering ervan aan te tonen, alsook de doeltreffendheid van de vereiste beroepsverzekering te controleren, wat Leefmilieu Brussel jaarlijks controleert.Dit jaarverslag wordt opgesteld aan de hand van een formulier waarvan de minimale inhoud is vastgelegd in bijlage 2.
Leefmilieu Brussel stelt deze formulieren ter beschikking op haar website en past ze aan aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang of aan de evolutie van de reglementering. 9° te beschikken over een verzekeringscontract ter dekking van de beroepsaansprakelijkheid als erkend bodemverontreinigingsdeskundige dat voldoet aan de voorwaarden in artikel 9, § 2, van dit besluit.Een geldig dekkingsattest wordt jaarlijks toegevoegd bij het jaarverslag aan Leefmilieu Brussel vermeld in punt 8° van dit artikel.
Art. 20.Opleidingen § 1. De erkenninghouder volgt de opleidingen die nodig zijn voor het uitvoeren van de opdrachten die omschreven zijn in artikel 3. § 2. De erkenninghouder is vertegenwoordigd bij elke studiedag die Leefmilieu Brussel organiseert voor bodemverontreinigingsdeskundigen. § 3. Elke persoon die wordt tewerkgesteld door de erkenninghouder, in de zin van artikel 7, § 3, die missies uitvoert in het kader van de erkenning, volgt persoonlijk, of indirect zoals vermeld in paragraaf 6 van huidig artikel, de vormingen die overeenkomen met de missies die deze persoon uitvoert, en met name in de volgende domeinen: 1° ) Evaluaties van de gezondheidsrisico's voor de mens, van de verspreidingsrisico's van de verontreiniging en van de risico's voor de ecosystemen;2° ) Sanerings- en risicobeheertechnieken waarbij rekening wordt gehouden met de best beschikbare technieken in de zin van artikel 3, 27° van de ordonnantie bodem;3° ) Vernieuwende technieken op het vlak van bodemonderzoek of -behandeling;4° ) Geïntegreerd bodembeheer, Good Soil. De gevolgde opleidingen worden voor in totaal minstens 16 uren per kalenderjaar gevolgd. § 4. De onder paragraaf 3 vermelde opleidingen worden gegeven door Leefmilieu Brussel of door een ander organisme extern aan de erkenninghouder; § 5. De onder paragraaf 2 vermelde opleidingen worden gevolgd door minimaal twee personen die zijn tewerkgesteld door de erkenninghouder, in de zin van artikel 7, § 3, tenzij anders meegedeeld door Leefmilieu Brussel. De erkenninghouder die uit een enkele natuurlijke persoon bestaat in de zin van artikel 7, § 3 woont die opleidingen alleen bij. § 6. De onder paragraaf 3 vermelde opleidingen die worden gegeven door een ander organisme, worden gevolgd door minimaal één persoon die wordt tewerkgesteld door de erkenninghouder, in de zin van artikel 7, § 3.
De erkenninghouder draagt er zorg voor dat iedere persoon die niet de noodzakelijke opleiding(en) gevolgd heeft, zoals gedefinieerd in paragrafen 2 en 3 van dit artikel, gegeven door Leefmilieu Brussel of een ander organisme, intern een evenwaardige opleiding krijgt. § 7. Een afwijking van de voorwaarden van dit artikel kan worden toegekend door Leefmilieu Brussel op gemotiveerd verzoek van de erkenninghouder.
Een afwijking kan door Leefmilieu Brussel toegekend worden op haar initiatief, indien deze van oordeel is dat de erkenninghouder in de onmogelijkheid verkeerde om de opleiding te volgen.
Art. 21.In onderaanneming uitbesteden van taken § 1. Bij het uitvoeren van opdrachten, die omschreven zijn in artikel 3, mogen enkel taken worden uitbesteed door onderaanneming als voldaan is aan de volgende voorwaarden: 1° de gegevens van de onderaannemers zijn opgenomen in het erkenningsdossier, met name de gegevens met betrekking tot hun personeelsleden of de onderaannemers zelf waarmee de naleving van de in de artikelen 6 en 7 van het besluit bedoelde erkenningsvoorwaarden kan worden aangetoond;2° de erkenninghouder blijft de eindverantwoordelijke voor de door de onderaannemer uitgevoerde taken;3° er mag geen beroep gedaan worden op onderaannemers waarvan de erkenning als bodemverontreinigingsdeskundige werd geschorst of ingetrokken . Deze voorwaarden gelden voor het door onderaanneming contractueel ter beschikking hebben, vermeld in artikel 6, artikel 7, § 2 en artikel 8, 2°. De voorwaarde in punt 2° van deze paragraaf geldt eveneens voor het door onderaanneming contractueel ter beschikking hebben, vermeld in artikel 8, 3°. § 2. Wanneer, bij het uitvoeren van de opdrachten die omschreven zijn in artikel 3, beroep wordt gedaan op een onderaannemer voor het uitvoeren van boringen, het plaatsen van piëzometers, het nemen en bewaren van monsters of voor de uitvoering van de tests die nodig zijn voor het opstellen van een risicobeheersvoorstel of een saneringsvoorstel, staat de erkenninghouder in voor de overeenstemming van deze verrichtingen met de Codes van goede praktijk die van kracht zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hiervoor is een studiegelastigde van de erkenninghouder minstens aanwezig zijn tijdens de kritieke fase van het veldwerk, zoals omschreven in de codes van goede praktijk. Deze studiegelastigde heeft de nodige kennis van de procedures voor de uitvoering van dit veldwerk.
Art. 22.Melding van veranderingen Elke erkenninghouder brengt Leefmilieu Brussel onmiddellijk op de hoogte van elke verandering van één van de elementen in het dossier betreffende zijn erkenning, onder meer: 1. De personen vermeld in artikel 6;2. de technische middelen van en gebruikt door de erkenninghouder vermeld in artikel 8;3. de financiële middelen van de erkenninghouder vermeld in artikel 9;4. de onderaannemers, zoals vermeld in artikel 6, § 1, 2° en § 2, 2°, artikel 7, § 2 en artikel 8, 2° en 3°, waarop beroep wordt gedaan. De melding van veranderingen gebeurt aan de hand van een formulier waarvan de minimuminhoud is vastgelegd in bijlage 3. Leefmilieu Brussel stelt deze formulieren ter beschikking op haar website en past ze aan aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang of aan de evolutie van de reglementering. HOOFDSTUK V. - Beoordeling van de kwaliteit van de prestaties
Art. 23.Beoordelingsmiddelen van Leefmilieu Brussel § 1. Leefmilieu Brussel stelt een beoordeling op van alle erkenninghouders op basis van criteria die vooraf worden meegedeeld aan de betreffende houders. Voor de houders is de doelstelling om hen de mogelijkheid te bieden zich met het gemiddelde van de houders te vergelijken om zichzelf te beoordelen. Voor Leefmilieu Brussel is de doelstelling om zijn kwaliteitscontroleopdrachten van de erkende beroepen uit te oefenen, overeenkomstig het Inspectiewetboek en de ordonnantie vergunningen. § 2. De beoordeling bestaat erin een score toe te kennen voor elk verslag van elke bodemverontreinigingsdeskundige en ten minste eenmaal per jaar aan elke deskundige zijn beoordeling over de verstreken periode te bezorgen, alsook de gemiddelde score van de deskundigen over dezelfde periode. De voor elk verslag gegeven score houdt rekening met de volgende criteria: - de codes van goede praktijk en de door Leefmilieu Brussel uitgebrachte adviezen over de onderzoeken, voorstellen en voorafgaande aangiftes; - de mate waarin onderzoeken, behandelingsvoorstellen en aangiftes gelijkvormig kunnen verklaard worden zonder dat er aanvullingen nodig zijn, - het aantal en de aard van aanvullingen die nodig zijn om onderzoeken, behandelingsvoorstellen en aangiftes gelijkvormig te kunnen verklaren, - de vaststellingen van de bezoeken ter plaatse door Leefmilieu Brussel en de acties die tegen de houders ondernomen worden in het kader van het inspectiewetboek. § 3. De bodemverontreinigingsdeskundige beschikt over een recht op rechtzetting van zijn beoordeling bij Leefmilieu Brussel, mits dit wordt verantwoord. § 4. De beoordeling is toegankelijk voor de betrokken erkenninghouder en de personeelsleden van Leefmilieu Brussel. Ze wordt door Leefmilieu Brussel gedurende tien jaar bewaard. § 5. In het kader van zijn kwaliteitscontroleopdrachten van de erkende beroepen kan Leefmilieu Brussel aan de erkenninghouder vragen om de kwaliteitshandleiding of het klachtenregister bedoeld in artikel 19,7° te raadplegen, wanneer het een disfunctie of een gebrekkige kwaliteit vermoedt in de uitvoering van een of meerdere opdrachten die door de houder werden vervuld. De erkenninghouder bezorgt Leefmilieu Brussel, op eenvoudig verzoek, een afschrift van het klachtenregister of van de kwaliteitshandleiding bedoeld in artikel 19, 7°. Hij bezorgt eveneens op eenvoudig verzoek de lijst en de plaatsen van uitvoering van de opdrachten voor de periode vermeld in het verzoek van Leefmilieu Brussel.
TITEL III. - Bodemsaneringsaannemer HOOFDSTUK I. - Registratievoorwaarden voor de bodemsaneringsaannemer
Art. 24.Ieder die in aanmerking wil komen voor een registratie als bodemsaneringsaannemer voldoet aan de voorwaarden die opgenomen zijn in dit hoofdstuk.
De Minister kan deze voorwaarden nader omschrijven. Afdeling 1. - Identificatie van de bodemsaneringsaannemer
Art. 25.§ 1. Elke rechtspersoon die zich laat registreren als bodemsaneringsaannemer: 1° is opgericht in overeenstemming met de Belgische wetgeving of de wetgeving van een andere Lidstaat van de Europese Economische Ruimte;2° is ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen of in het handels- of beroepsregister volgens de vereisten van het land waar hij gevestigd is;3° telt onder zijn bestuurders, zaakvoerders of personen die de vennootschap kunnen verbinden, enkel personen die voldoen aan de voorwaarden in § 3 van dit artikel;4° telt onder zijn medewerkers een referentiepersoon voor de wetgeving inzake milieuvergunningen, grondwaterbeheer, bodem en afvalstoffen; § 2. Elke natuurlijke persoon die zich laat registreren als bodemsaneringsaannemer: 1° is Belg of onderdaan van een andere Lidstaat van de Europese Economische Ruimte;2° als het gaat om een onderneming: is ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen of in het handels- of beroepsregister volgens de vereisten van het land waar hij gevestigd is;3° voldoet aan de voorwaarden in § 3 van dit artikel;4° biedt zich aan als referentiepersoon voor de wetgeving inzake milieuvergunningen, grondwaterbeheer, bodem en afvalstoffen; § 3. De personen vermeld in § 1, 3° en § 2 van dit artikel voldoen aan de volgende voorwaarden: 1° niet ontzet zijn uit zijn burgerlijke of politieke rechten;2° in de laatste tien jaar niet, bij een vonnis of arrest dat in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld zijn voor een misdrijf dat door zijn aard zijn beroepsmoraal aantast. Afdeling 2. - Financiële middelen van de bodemsaneringsaannemer
Art. 26.§ 1. Ieder die in aanmerking wil komen voor een registratie als bodemsaneringsaannemer beschikt over voldoende financiële middelen om de opdrachten die omschreven zijn in artikel 3 uit te voeren in overeenstemming met de bepalingen van de geldende wetgeving. § 2. Ieder die in aanmerking wil komen voor een registratie als bodemsaneringsaannemer (i) beschikt over een verzekeringscontract of verbindt er zich formeel en onvoorwaardelijk toe binnen de dertig dagen volgend op de datum van het ontvangstbewijs dat de registratie bevestigt en voor de duur van de registratie een verzekeringscontract af te sluiten ter dekking van de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid uitbating als geregistreerd bodemsaneringsaannemer en (ii) stelt Leefmilieu Brussel in kennis van het afsluiten van de polis binnen de acht dagen van de sluiting van de polis. § 3. 1° Indien de natuurlijke of de rechtspersoon die zich laat registreren als bodemsaneringsaannemer een onderneming is, voldoet hij aan onderstaande voorwaarden: - niet in staat van faillissement of van vereffening verkeren of de opening van een gerechtelijke reorganisatie verkregen hebben, noch in een soortgelijke toestand verkeren als gevolg van een gelijksoortige procedure die geldt in het land waar hij gevestigd is; - niet het voorwerp zijn van een procedure van faillietverklaring of van gerechtelijke reorganisatie of van een andere soortgelijke procedure die voorkomt in de wetten en regelingen van het land waar hij gevestigd is. 2° Indien de natuurlijke of de rechtspersoon die zich laat registreren als bodemsaneringsaannemer een onderneming is, voldoet hij aan onderstaande voorwaarden: - niet in staat van kennelijk onvermogen verkeren, noch in soortgelijke toestand als gevolg van enige procedure die geldt in het land waar hij gevestigd is; - niet het voorwerp zijn van een procedure van collectieve schuldenregeling of van een andere soortgelijke procedure die voorkomt in de wetten en regelingen van het land waar hij gevestigd is. HOOFDSTUK II. - Registratieprocedure
Art. 27.De procedure verloopt in overeenstemming met de artikelen in Titel IVbis van de ordonnantie milieuvergunningen.
Art. 28.Samenstelling van het registratiedossier De registratieaanvraag gebeurt aan de hand van een formulier waarvan de minimuminhoud is vastgelegd in bijlage 4. Dit formulier heeft tot doel de registratieaanvragen van de beoogde beroepen te beheren en de naleving van de registratievoorwaarden te controleren.
Leefmilieu Brussel stelt deze formulieren ter beschikking op haar website en past ze aan aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang of aan de evolutie van de reglementering.
Het registratiedossier wordt ingediend in overeenstemming met de bepalingen van de ordonnantie milieuvergunningen. Het registratiedossier kan eveneens ingediend worden via elektronische weg.
De verzamelde persoonsgegevens zullen worden bewaard tijdens de geldigheidsduur van de registraties, en tot een jaar volgend op het einde van de geldigheid ervan, en dit overeenkomstig de ordonnantie van 19 maart 2009 betreffende de archieven van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 29.Volledigheid van het aanvraagdossier Het registratiedossier wordt door Leefmilieu Brussel aan een onderzoek onderworpen.
Leefmilieu Brussel kan, in het kader van dit onderzoek, de voorlegging vragen van aanvullende gegevens en/of documenten waaruit blijkt dat de natuurlijke of rechtspersoon die zich laat registreren als bodemsaneringsaannemer voldoet aan de in hoofdstuk I van Titel III opgelegde voorwaarden om in aanmerking te komen voor een registratie.
Ieder die in aanmerking wil komen voor een registratie als bodemsaneringsaannemer verstrekt al deze aanvullende gegevens en/of documenten.
Art. 30.Geldigheidsduur De registratie heeft een onbeperkte geldigheidsduur. In geval van intrekking van de registratie, kan de natuurlijke of de rechtspersoon ten vroegste 6 maanden na datum van deze intrekking een nieuw registratiedossier als bodemsaneringsaannemer indienen. HOOFDSTUK III. - Onverenigbaarheden
Art. 31.De bodemsaneringsaannemer mag zich niet in een toestand bevinden waarbij de opdrachten die omschreven zijn in artikel 3 niet meer uitgevoerd kunnen worden op een objectieve en onafhankelijke manier.
Art. 32.Van de registratie als bodemsaneringsaannemer kan geen gebruik gemaakt worden in één of meer van de volgende gevallen - als het de uitvoering van opdrachten vermeld in artikel 3 betreft: 1° als de activiteiten van de bodemsaneringsaannemer in die hoedanigheid, als natuurlijke of rechtspersoon, rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk gefinancierd, gecontroleerd of beheerd worden, onder welke vorm dan ook, door de bodemverontreinigingsdeskundige die instaat voor het leiden van de maatregelen of werken;2° als zowel de bodemsaneringsaannemer als de bodemverontreinigingsdeskundige die instaat voor het leiden van de maatregelen of werken, rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk gefinancierd, gecontroleerd of beheerd worden, onder welke vorm dan ook, door éénzelfde natuurlijke of rechtspersoon;3° als de bodemsaneringsaannemer of een persoon die voor rekening van de bodemsaneringsaannemer een directie- of bestuursbevoegdheid uitoefent, - bloed- of aanverwant is in de rechte lijn tot en met de derde graad en in de zijlijn tot en met de vierde graad met de bodemverontreinigingsdeskundige die instaat voor het leiden van de maatregelen of werken of met ieder ander persoon die voor rekening van voormelde bodemverontreinigingsdeskundige, een directie- of bestuursbevoegdheid uitoefent; - zelf of bij tussenpersoon eigenaar, mede-eigenaar of werkend vennoot is van de bodemverontreinigingsdeskundige die instaat voor het leiden van de maatregelen of werken; - in rechte of in feite, zelf of bij tussenpersoon, een directie- of bestuursbevoegdheid uitoefent bij de bodemverontreinigingsdeskundige die instaat voor het leiden van de maatregelen of werken.
De vermelding "rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk, gefinancierd, gecontroleerd of beheerd" zoals opgenomen in de punten 1° en 2° van dit artikel is niet van toepassing op de relatie dienstverlener-klant die bestaat tussen de houder van de verplichting en de bodemverontreinigingsdeskundige en tussen de houder van de verplichting en de bodemsaneringsaannemer. HOOFDSTUK IV. - Verplichtingen van de bodemsaneringsaannemer
Art. 33.Naleving van de voorwaarden De bodemsaneringsaannemer komt de voorwaarden van dit besluit, en meer in het bijzonder de voorwaarden in de hoofdstukken I, III en IV van Titel III, en de bijzondere voorwaarden betreffende de uitoefening van zijn activiteit, na gedurende de volledige geldigheidsduur van zijn registratie.
Art. 34.Uitvoering van de opdrachten § 1. De bodemsaneringsaannemer raadpleegt, voor alle werken die hij plant, voorafgaandelijk de inventaris van de bodemtoestand. In het geval van een perceel dat is opgenomen in categorie 0, 3 of 4 van de inventaris van de bodemtoestand vraagt hij bij zijn klant na of een toelating voor behandeling vereist is alvorens de werken aan te vatten, en indien dit het geval is neemt hij contact op met de door de klant aangestelde bodemverontreinigingsdeskundige. § 2. De bodemsaneringsaannemer is ertoe gehouden bij het uitvoeren van de opdrachten, die omschreven zijn in artikel 3: 1° deze opdrachten uit te voeren in overeenstemming met de geldende milieuwetgeving (en meer in het bijzonder met de ordonnantie bodem, haar uitvoeringsbesluiten, de ordonnantie milieuvergunningen en met de wetgeving betreffende het beheer van afvalstoffen) en met de Codes van goede praktijk;2° zich te richten naar de instructies die hem worden gegeven door de ambtenaren van Leefmilieu Brussel;3° het veldwerk uit te voeren of erop toe te zien dat het uitgevoerd wordt, in overeenstemming met de codes van goede praktijk;4° zich te richten naar de instructies die hem worden gegeven door de bodemverontreinigingsdeskundige die instaat voor de opvolging van de maatregelen of werken;5° zich door de bodemverontreinigingsdeskundige die instaat voor de opvolging van de maatregelen of werken, voldoende te laten informeren van de bepalingen die opgenomen werden in het door Leefmilieu Brussel gelijkvormig verklaarde risicobeheersvoorstel of saneringsvoorstel;6° de maatregelen of werken uit te voeren in aanwezigheid van een studiegelastigde van de bodemverontreinigingsdeskundige die instaat voor de opvolging van de maatregelen of werken en dit in overeenstemming met wat omschreven is in het door Leefmilieu Brussel gelijkvormig verklaarde risicobeheersvoorstel of saneringsvoorstel;7° op de exploitatiezetel een kwaliteitshandleiding bij te houden, alsook een register met de klachten die uitgaan van klanten of bodemverontreinigingsdeskundigen met het oog op voortdurende verbetering en om Leefmilieu Brussel in staat te stellen zijn kwaliteitscontroleopdrachten van de geregistreerde beroepen uit te voeren.Het register bevat voor elke klacht die minder dan tien jaar oud is, de datum, een referentienummer, de inhoud van de klacht, het gevolg dat eraan is gegeven, de correctie van de procedures en de evaluatie van deze correctie; 8° in elk document, opgesteld in het kader van deze registratie, te verklaren dat hij voor de uitvoering van deze opdracht niet verkeert in een van de gevallen van onverenigbaarheid, opgenomen in dit besluit;9° tweejaarlijks, op de verjaardag van de registratie, een jaarverslag te bezorgen aan Leefmilieu Brussel.Het verslag wordt opgesteld aan de hand van een formulier waarvan de minimale inhoud is vastgelegd in bijlage 5. Leefmilieu Brussel stelt deze formulieren ter beschikking op haar website en past ze aan aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang of aan de evolutie van de reglementering. 10° te beschikken over een verzekeringscontract ter dekking van zijn beroepsaansprakelijkheid uitbating als erkend bodemsaneringsdeskundige dat voldoet aan de voorwaarden in artikel 26, § 2.Een geldig dekkingsattest wordt toegevoegd aan het verslag aan Leefmilieu Brussel vermeld in punt 9° van dit artikel.
Art. 35.Opleidingen § 1. De bodemsaneringsaannemer volft opleidingen die nodig zijn voor het uitvoeren van de opdrachten die omschreven zijn in artikel 3, zonder hiervoor een beroep te moeten doen op onderaanneming. § 2. De referentiepersoon van de bodemsaneringsaannemer, vermeldt in artikel 25, is aanwezig bij elke studiedag die Leefmilieu Brussel organiseert voor bodemsaneringsaannemers. § 3. De referentiepersoon ziet erop toe dat de voorwaarden van dit besluit, en de informatie vergaard tijdens de opleidingen door Leefmilieu Brussel, correct worden toegepast tijdens de opdrachten omschreven in artikel 3.
Art. 36.In onderaanneming uitbesteden van taken Bij het uitvoeren van opdrachten die omschreven zijn in artikel 3 mogen enkel taken worden uitbesteed door onderaanneming als voldaan is aan de volgende voorwaarden: 1° de bodemsaneringsaannemer blijft de eindverantwoordelijke voor de door de onderaannemer uitgevoerde taken;2° als het de uitvoering van risicobeheersmaatregelen of saneringswerken betreft, de onderaannemer die instaat voor (een deel) van de taken bij de uitvoering van de maatregelen of werken, voldoende te informeren van de bepalingen die opgenomen werden in het door Leefmilieu Brussel gelijkvormig verklaarde risicobeheersvoorstel of saneringsvoorstel;3° er op toe te zien dat de onderaannemer de taken uitvoert in overeenstemming met de geldende wetgeving en als het de uitvoering van risicobeheersmaatregelen of saneringswerken betreft, met de bepalingen die opgenomen werden in het door Leefmilieu Brussel gelijkvormig verklaarde risicobeheersvoorstel of saneringsvoorstel. HOOFDSTUK V. - Beoordeling van de kwaliteit van de prestaties
Art. 37.Beoordelingsmiddelen van Leefmilieu Brussel § 1. Leefmilieu Brussel stelt een beoordeling op van alle bodemsaneringsaannemers op basis van criteria die vooraf worden meegedeeld aan de betreffende aannemer. Voor de aannemers is de doelstelling om hen de mogelijkheid te bieden zich met het gemiddelde van de aannemers te vergelijken om zichzelf te beoordelen. Voor Leefmilieu Brussel is de doelstelling om zijn kwaliteitscontroleopdrachten van de geregistreerde beroepen uit te oefenen, overeenkomstig het Inspectiewetboek en de ordonnantie vergunningen. § 2. De beoordeling bestaat erin een score toe te kennen voor elke werf van elke aannemer en ten minste eenmaal per jaar aan elke aannemer zijn beoordeling over de verstreken periode te bezorgen, alsook de gemiddelde score van de aannemers over dezelfde periode. De voor elk verslag gegeven score houdt rekening met de volgende criteria: - de codes van goede praktijk en de door Leefmilieu Brussel uitgebrachte adviezen over het voorstel van risicobeheer of sanering, of over de voorafgaande aangifte van behandeling van beperkte duur; - de voorbereiding van de werf, waaronder de communicatie met de bodemverontreinigingsdeskundige die verantwoordelijk is voor de opvolging van de maatregelen of van de werkzaamheden; - de vaststellingen van de bezoeken ter plaatse door Leefmilieu Brussel, de klachtenverslagen en de acties die tegen de aannemers ondernomen worden in het kader van het inspectiewetboek; - de behandelingsverslagen en met name de melding van eventuele afwijkingen van de instructies die hem worden gegeven door de bodemverontreinigingsdeskundige die verantwoordelijk is voor de opvolging van de maatregelen of van de werkzaamheden. § 3. De bodemversaneringsaannemer beschikt over een recht op rechtzetting van zijn beoordeling bij Leefmilieu Brussel, mits dit wordt verantwoord. § 4. De beoordeling is toegankelijk voor de betrokken bodemsaneringsaannemer en de personeelsleden van Leefmilieu Brussel.
Ze wordt door Leefmilieu Brussel gedurende tien jaar bewaard. § 5. In het kader van zijn kwaliteitscontroleopdrachten van de erkende of geregistreerde beroepen kan Leefmilieu Brussel aan de bodemsaneringsaannemer vragen om de kwaliteitshandleiding of het klachtenregister bedoeld in artikel 34, § 2, 7° te raadplegen, wanneer het een disfunctie of een gebrekkige kwaliteit vermoedt in de uitvoering van een of meerdere opdrachten die door de aannemer werden vervuld. De bodemsaneringsaannemer bezorgt Leefmilieu Brussel onmiddellijk, op eenvoudig verzoek, een afschrift van het klachtenregister of van de kwaliteitshandleiding. Hij bezorgt eveneens op eenvoudig verzoek de lijst en de plaatsen van uitvoering van de opdrachten in de periode vermeld in het verzoek van Leefmilieu Brussel.
TITEL IV. - Commissie voor de controle van de prestaties van de bodemverontreinigingsdeskundigen en van de bodemsaneringsaannemers - samenwerkingen
Art. 38.§ 1. De commissie die opgericht is in overeenstemming met het artikel 53/1 van de ordonnantie bodem is op vrijwillige basis samengesteld uit: - vier personeelsleden van Leefmilieu Brussel en hun vervanger(s), waarvan een voorzitter en een secretaris, die tot verschillende taalrollen behoren; - twee leden van representatieve organisaties van bodemverontreinigingsdeskundigen en hun vervanger(s), die tot verschillende taalgroepen behoren en die zich vrijwillig hebben aangeboden; - twee leden van representatieve organisaties van bodemsaneringsaannemers en hun vervanger(s), die tot verschillende taalgroepen behoren, en die zich vrijwillig hebben aangeboden. § 2. Al deze leden worden op vrijwillige basis benoemd voor een hernieuwbare termijn van drie jaar. § 3. De Minister wijst aan, schorst en vervangt de leden van de commissie op voorstel van Leefmilieu Brussel.
Art. 39.§ 1. De commissie mag minstens twee maal per jaar samenkomen. § 2. De commissie wordt voorgezeten door het personeelslid van Leefmilieu Brussel met de hoogste graad. Hij legt de agenda vast. § 3. Het mandaat binnen de commissie wordt niet vergoed en de kosten gemaakt door de vertegenwoordigers van de deskundigen en van de aannemers voor de uitoefening van hun mandaat worden niet terugbetaald door Leefmilieu Brussel. § 4. Tijdens haar vergaderingen kan de commissie aan getuigen of eenieder ander persoon die zij nuttig acht om haar te informeren in het kader van haar advies, voorstellen om zich op vrijwillige basis bij haar aan te sluiten. § 5. In het kader van een adviesprocedure ten gevolge van een klacht zoals bedoeld in artikel 53/1, § 2 van de ordonnantie bodem, kan de commissie de persoon die het voorwerp van de klacht uitmaakt uitnodigen om gehoord te worden over de ten laste gelegde feiten, indien de persoon dit wenst. Deze persoon mag zich laten bijstaan door een raadsman en kan toegang krijgen tot de inhoud van de klacht. § 6. De commissie kan haar advies formuleren binnen een termijn van twee maanden vanaf de ontvangst van het verzoek van Leefmilieu Brussel in het geval van een klacht bedoeld in artikel 53/1, § 2 van de ordonnantie bodem, of vanaf de ontvangst van het verzoek tot advies van Leefmilieu Brussel bedoeld in artikel 53/1, § 3 van de ordonnantie bodem. Indien de commissie geen advies uitbrengt binnen deze termijn mag aan de adviesformaliteit voorbij gegaan worden.
Art. 40.Samenwerkingen § 1. Leefmilieu Brussel ondertekent met de federaties van bodemverontreinigingsdeskundigen enerzijds, en met de federaties van bodemsaneringsaannemers anderzijds, protocollen van akkoord. Deze voorzien in een samenwerking, in het bijzonder met betrekking tot de opstelling of de wijziging van de codes van goede praktijk die door Leefmilieu Brussel worden geschreven, tot andere technische tools of procedures die door Leefmilieu Brussel ter beschikking gesteld worden, alsook tot de actieve deelname aan studiedagen. Ook deskundigen en aannemers die niet tot federaties behoren, worden afzonderlijk geraadpleegd door Leefmilieu Brussel. § 2. Elke bodemverontreinigingsdeskundige en aannemer kan door Leefmilieu Brussel worden opgeroepen om bij te dragen tot de studiedagen die ze organiseert, bijvoorbeeld door gevalsstudies, verslagen of animaties naar voor te brengen.
TITEL V. - Overgangs- en slotbepalingen HOOFDSTUK I. - Overgangsbepalingen
Art. 41.Personen die erkend zijn als bodemverontreinigingsdeskundige in overeenstemming met de bepalingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 december 2011 betreffende de erkenning van de bodemverontreinigingsdeskundigen en de registratie van de bodemsaneringsaannemers, zijn van rechtswege erkend als bodemverontreinigingsdeskundige voor de duur van hun erkenning in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit.
Personen die geregistreerd zijn als bodemsaneringsaannemer in overeenstemming met de bepalingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 december 2011 betreffende de erkenning van de bodemverontreinigingsdeskundigen en de registratie van de bodemsaneringsaannemers zijn van rechtswege geregistreerd als bodemsaneringsaannemer in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit.
Art. 42.§ 1. De bodemverontreinigingsdeskundige beschikt over een kwaliteitshandleiding die wordt bedoeld in artikel 19, 7° : - bij de hernieuwing van de erkenning die plaatsvindt meer dan 3 maanden na de invoegetreding van dit besluit; - uiterlijk op 1 januari 2023. § 2. De saneringsaannemer beschikt uiterlijk op 1 januari 2023 over een kwaliteitshandleiding zoals bedoeld in artikel 34, § 2, 7°. HOOFDSTUK II. - Slot- en opheffingsbepalingen
Art. 43.In artikel 2, 29° en 30° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/01/1999 pub. 24/03/1999 numac 1999031058 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations sluiten tot vastlegging van de uitbatingsvoorwaarden voor benzinestations, worden de woorden "15 december 2011" vervangen door de woorden « 7 oktober 2021 ».
Art. 44.Het besluit van 15 december 2011 betreffende de erkenning van de bodemverontreinigingsdeskundigen en de registratie van de bodemsaneringsaannemers wordt opgeheven.
Art. 45.Het ministerieel besluit van 4 mei 2017Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 04/05/2017 pub. 23/05/2017 numac 2017012194 bron brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit betreffende de formulieren van de bodemverontreinigingsdeskundigen en de bodemsaneringsaannemers sluiten betreffende de formulieren van de bodemverontreinigingsdeskundigen en de bodemsaneringsaannemers wordt opgeheven.
Art. 46.De Minister die bevoegd is voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 oktober 2021.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, A. MARON
BIJLAGEN Bijlage I: Minimuminhoud van het formulier voor de erkenningsaanvraag als bodemverontreinigingsdeskundige ? Identificatie van de aanvrager: o Gegevens van de aanvrager: - Naam (natuurlijke persoon of rechtspersoon); - Rechtsvorm (rechtspersoon); - Ondernemingsnummer KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen); o Contactgegevens: - Adres (maatschappelijke zetel voor rechtspersonen, woonplaats voor natuurlijke personen); - Adres op te nemen in de lijst van erkende ondernemingen op de website van Leefmilieu Brussel; - Contactgegevens van de persoon met wie de overheidsdienst contact kan opnemen in het kader van de erkenning; - Correspondentieadres (e-mail- of postadres). o Verantwoordelijken en statuten (rechtspersonen): - Naam van personen die verbintenissen kunnen aangaan voor de vennootschap; - Statuten van de vennootschap. ? Deskundigheden van de aanvrager o Ondertekeningsbevoegdheid: - Naam van personen die verslagen mogen ondertekenen namens de onderneming; - Bewijs dat deze personen mogen ondertekenen in naam van de onderneming. o Voor elke onderaannemer: - Naam van de onderaannemer (natuurlijke persoon of rechtspersoon); - Rechtsvorm van de onderaannemer (rechtspersoon); - Ondernemingsnummer KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen); - Specifieke kennis en ervaringen via onderaanneming (cfr. artikel 6); - Adres van de onderaannemer (maatschappelijke zetel voor rechtspersonen, woonplaats voor natuurlijke personen); - Kopie van de samenwerkingsovereenkomst tussen de aanvrager en de onderaannemer waarin minstens het volgende vermeld staat: ? De namen van de personen binnen het bedrijf van de onderaannemer van wie de functie de deskundige in staat stelt de naleving van de erkenningsvoorwaarden bedoeld in de artikelen 6 en 7 van het besluit aan te tonen; ? Voor welke specifieke kennis en ervaringen een beroep wordt gedaan op de onderaannemer; ? Een verbintenis van de onderaannemer om Leefmilieu Brussel te verwittigen in geval van een stopzetting van de samenwerkingsovereenkomst. o Technische fiche: - Overzicht van de personen (werknemers en onderaannemers) die de opdrachten uitvoeren in het kader van de erkenning, met minstens de volgende vermeldingen per persoon: ? naam en voornaam; ? diploma's en/of opleidingscertificaten; ? contractvorm; ? functie binnen de onderneming; ? specifieke kennis en ervaring (cfr. artikel 6). - Bewijsstukken van de deskundigheden voor elke persoon (cfr. artikel 7): ? Diploma's en/of opleidingscertificaten; ? Curriculum Vitae; ? Lijst van uitgevoerde studies met voor elke studie minstens het type van uitgevoerde opdracht, de datum van uitvoering van de opdracht, het adres van de site (minstens met vermelding van het gewest) en de opdrachtgever; ? Eventuele aanvraag van afwijking (cfr. artikel 7 § 1 en § 2). ? Verzekering van de aanvrager: o Beschikt de aanvrager al over een verzekering beroepsaansprakelijkheid voor zijn activiteiten in het kader van de aangevraagde erkenning? o Zo ja, voeg dan een kopie toe van het attest van de verzekering beroepsaansprakelijkheid ? Dossierkosten: o Kopie van het bewijs van betaling van de dossierkosten. ? Verklaringen en verbintenissen van de aanvrager die verklaart: o Dat de gegevens in het formulier correct zijn; o Dat hij beschikt over de nodige middelen voor het uitvoeren van het veldwerk; o Dat hij kennis heeft genomen van de geldende wetgeving; o Indien hij een rechtspersoon is, dat hij niet in staat van faillissement of van vereffening verkeert en niet het voorwerp is van een faillissementsprocedure of van gerechtelijke reorganisatie; o Indien hij een natuurlijke persoon is, dat hij niet in staat van kennelijk onvermogen verkeert, en niet het voorwerp is van een procedure van collectieve schuldenregeling; o dat hij zich ertoe verbindt de analyses van de monsters en het veldwerk te laten uitvoeren in overeenstemming met artikel 19; o dat hij tegenover de Minister en benadeelde derden de verantwoordelijkheid voor de door de onderaannemer uitgevoerde activiteiten op zich neemt; o indien hij niet beschikt over een verzekeringsattest, dat hij zich ertoe verbindt om binnen de dertig dagen na het toekennen van de erkenning een verzekering beroepsaansprakelijkheid af te sluiten. ? Plaats voor de handtekening, met vermelding van de naam en de hoedanigheid van de ondertekenaar van het formulier, alsook de plaats en de datum van ondertekening. ? Overzicht van de bijlagen die bij het dossier moeten worden gevoegd, te nummeren, alsook de eventuele aanvullende bijlagen.
BIJLAGE II Minimuminhoud van het formulier betreffende het jaarverslag van de bodemverontreinigingsdeskundige ? Identificatie van de erkenning: o Nummer van de erkenning; o Vervaldatum van de erkenning. ? Identificatie van de erkenninghouder: o Gegevens van de erkenninghouder: - Naam (natuurlijke persoon of rechtspersoon); - Rechtsvorm (rechtspersoon); - Ondernemingsnummer KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen); o Contactgegevens: - Adres (maatschappelijke zetel voor rechtspersonen, woonplaats voor natuurlijke personen); - Adres op te nemen in de lijst van erkende ondermemingen op de website van Leefmilieu Brussel; - Contactgegevens van de persoon met wie de overheidsdienst contact kan opnemen in het kader van de erkenning; - Correspondentieadres (e-mail- of postadres). ? Lijst van personen die actief zijn in het kader van de erkenning (uitsluitend in te vullen voor nieuwe personen die moeten worden opgenomen in de lijst): o Ondertekeningsbevoegdheid: - Naam van personen die verslagen mogen ondertekenen namens de onderneming; - Bewijs dat deze personen mogen ondertekenen in naam van de onderneming. o Voor elke nieuwe onderaannmer: - Naam van de onderaannemer (natuurlijke persoon of rechtspersoon); - Rechtsvorm van de onderaannemer (rechtspersoon); - Ondernemingsnummer KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen); - Specifieke kennis en ervaringen via onderaanneming (cfr. artikel 6); - Adres van de onderaannemer (maatschappelijke zetel voor rechtspersonen, woonplaats voor natuurlijke personen); - Kopie van de samenwerkingsovereenkomst tussen de aanvrager en de onderaannemer waarin minstens het volgende vermeld staat: ? De namen van de personen binnen het bedrijf van de onderaannemer die de opdrachten zullen uitvoeren waarvoor de erkennigsaanvraag wordt ingediend; ? Voor welke specifieke kennis en ervaringen een beroep wordt gedaan op de onderaannemer; ? Een verbintenis van de onderaannemer om Leefmilieu Brussel te verwittigen in geval van een stopzetting van de samenwerkingsovereenkomst. o Technische fiche: - Overzicht van de personen (werknemers en onderaannemers) die de opdrachten uitvoeren in het kader van de erkenning, met minstens de volgende vermeldingen per persoon: ? naam en voornaam; ? diploma's en/of opleidingscertificaten; ? contractvorm; ? functie binnen de onderneming; ? specifieke kennis en ervaring (cfr. artikel 6). - Bewijsstukken van de deskundigheden voor elke nieuwe persoon (cfr. artikel 7): ? Diploma's en/of opleidingscertificaten; ? Curriculum Vitae; ? Lijst van uitgevoerde studies met voor elke studie minstens het type van uitgevoerde opdracht, de datum van uitvoering van de opdracht, het adres van de site (minstens met vermelding van het gewest) en de opdrachtgever; ? Eventuele aanvraag van afwijking (cfr. artikel 7 § 1 en § 2). ? Verplichte opleidingen (cfr. artikel 20): o Lijst van gevolgde opleidingen, met minimum de volgende informatie voor elke opleiding: - Naam en voornaam van de persoon die de opleiding heeft gevolgd; - Organisator van de opleiding; - Titel van de opleiding; - Duur van de opleiding; - Domein (risico's, sanering, innoverende technieken, geïntegreerd bodembeheer); - Is de opleiding al goedgekeurd door Leefmilieu Brussel? o Attest van aanwezigheid tijdens de opleidingen; o Verklaring op erewoord dat de gevolgde opleidingen intern werden gegeven aan alle personen die actief zijn in het kader van de erkenning. ? Verzekering: o Kopie van het attest van de verzekering beroepsaansprakelijkheid. ? Wijzigingen: o Beschrijving van de eventuele andere wijzigingen. ? Plaats voor de handtekening, met vermelding van de naam en de hoedanigheid van de ondertekenaar van het formulier, alsook de plaats en de datum van ondertekening. ? Overzicht van de bijlagen die bij het dossier moeten worden gevoegd, te nummeren, alsook de eventuele aanvullende bijlagen.
Bijlage III: Minimuminhoud van het formulier voor kennisgeving van wijziging van het dossier van de erkenning als bodemverontreinigingsdeskundige ? Identificatie van de erkenning: o Nummer van de erkenning; o Vervaldatum van de erkenning. ? Identificatie van de erkenninghouder: o Gegevens van de erkenninghouder: - Naam (natuurlijke persoon of rechtspersoon); - Rechtsvorm (rechtspersoon); - Ondernemingsnummer KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen); o Contactgegevens: - Adres (maatschappelijke zetel voor rechtspersonen, woonplaats voor natuurlijke personen); - Adres op te nemen in de lijst van erkende ondermemingen op de website van Leefmilieu Brussel; - Contactgegevens van de persoon met wie de overheidsdienst contact kan opnemen in het kader van de erkenning; - Correspondentieadres (e-mail- of postadres). ? Lijst van personen die actief zijn in het kader van de erkenning (uitsluitend in te vullen voor nieuwe personen die moeten worden opgenomen in de lijst): o Ondertekeningsbevoegdheid: - Naam van personen die verslagen mogen ondertekenen namens de onderneming; - Bewijs dat deze personen mogen ondertekenen in naam van de onderneming. o Voor elke nieuwe onderaannmer: - Naam van de onderaannemer (natuurlijke persoon of rechtspersoon); - Rechtsvorm van de onderaannemer (rechtspersoon); - Ondernemingsnummer KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen); - Specifieke kennis en ervaringen via onderaanneming (cfr. artikel 6); - Adres van de onderaannemer (maatschappelijke zetel voor rechtspersonen, woonplaats voor natuurlijke personen); - Kopie van de samenwerkingsovereenkomst tussen de aanvrager en de onderaannemer waarin minstens het volgende vermeld staat: ? De namen van de personen binnen het bedrijf van de onderaannemer van wie de functie de deskundige in staat stelt de naleving van de erkenningsvoorwaarden bedoeld in de artikelen 6 en 7 van het besluit aan te tonen; ? Voor welke specifieke kennis en ervaringen een beroep wordt gedaan op de onderaannemer; ? Een verbintenis van de onderaannemer om Leefmilieu Brussel te verwittigen in geval van een stopzetting van de samenwerkingsovereenkomst. o Technische fiche: - Overzicht van de personen (werknemers en onderaannemers) die de opdrachten uitvoeren in het kader van de erkenning, met minstens de volgende vermeldingen per persoon: ? naam en voornaam; ? diploma's en/of opleidingscertificaten; ? contractvorm; ? functie binnen de onderneming; ? specifieke kennis en ervaring (cfr. artikel 6). - Bewijsstukken van de deskundigheden voor elke nieuwe persoon (cfr. artikel 7): ? Diploma's en/of opleidingscertificaten; ? Curriculum Vitae; ? Lijst van uitgevoerde studies met voor elke studie minstens het type van uitgevoerde opdracht, de datum van uitvoering van de opdracht, het adres van de site (minstens met vermelding van het gewest) en de opdrachtgever; ? Eventuele aanvraag van afwijking (cfr. artikel 7 § 1 en § 2). ? Wijzigingen: o Beschrijving van de eventuele andere wijzigingen. ? Plaats voor de handtekening, met vermelding van de naam en de hoedanigheid van de ondertekenaar van het formulier, alsook de plaats en de datum van ondertekening. ? Overzicht van de bijlagen die bij het dossier moeten worden gevoegd, te nummeren, alsook de eventuele aanvullende bijlage Bijlage IV: Minimuminhoud van het formulier voor de registratieaanvraag als bodemsaneringsaannemer ? Identificatie van de aanvrager: o Gegevens van de aanvrager: - Naam (natuurlijke persoon of rechtspersoon); - Rechtsvorm (rechtspersoon); - Ondernemingsnummer KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen); o Contactgegevens: - Adres (maatschappelijke zetel voor rechtspersonen, woonplaats voor natuurlijke personen); - Adres op te nemen in de lijst van erkende ondernemingen op de website van Leefmilieu Brussel; - Gegevens van de referentiepersoon (bedoeld in artikel 25) met wie de overheidsdienst contact moet opnemen in het kader van de registratie; - Correspondentieadres (e-mail- of postadres). o Verantwoordelijken en statuten (rechtspersonen): - Lijst van personen die verbintenissen kunnen aangaan voor de vennootschap; - Statuten van de vennootschap. ? Verzekering van de aanvrager: o Beschikt de aanvrager al over een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid uitbating voor zijn activiteiten in het kader van de aangevraagde registratie? o Zo ja, voeg een kopie toe van het attest van de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid uitbating. ? Verklaringen en verbintenissen van de aanvrager die verklaart: o Dat de gegevens in het formulier correct zijn; o Dat hij kennis heeft genomen van de geldende wetgeving; o Indien hij een rechtspersoon is, dat hij niet in staat van faillissement of van vereffening verkeert en niet het voorwerp is van een faillissementsprocedure of van gerechtelijke reorganisatie; o Indien hij een natuurlijke persoon is, dat hij niet in staat van kennelijk onvermogen verkeert, en niet het voorwerp is van een procedure van collectieve schuldenregeling; o dat hij tegenover de Minister en benadeelde derden de verantwoordelijkheid voor de door de ondereraannemer uitgevoerde activiteitein op zich neemt; o indien hij niet beschikt over een verzekeringsattest, dat hij zich ertoe verbindt binnen de dertig dagen na het toekennen van de registratie een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid uitbatingaf te sluiten. ? Plaats voor de handtekening, met vermelding van de naam en de hoedanigheid van de ondertekenaar van het formulier, alsook de plaats en de datum van ondertekening. ? Overzicht van de bijlagen die bij het dossier moeten worden gevoegd, te nummeren, alsook de eventuele aanvullende bijlagen.
Bijlage V: Minimuminhoud van het formulier betreffende het verslag van de registratie als bodemsaneringsaannemer ? Identificatie van de registratie: o Registratienummer; ? Identificatie van de houder van de registratie: o Gegevens van de registratiehouder: - Naam (natuurlijke persoon of rechtspersoon); - Rechtsvorm (rechtspersoon); - Ondernemingsnummer KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen); o Contactgegevens: - Adres (maatschappelijke zetel voor rechtspersonen, woonplaats voor natuurlijke personen); - Adres op te nemen in de lijst van erkende ondernemingen op de website van Leefmilieu Brussel; - Contactgegevens van de referentiepersoon bedoeld in artikel 29 voor de overheidsdienst in het kader van de registratie; - Correspondentieadres (e-mail- of postadres). ? Verzekering: o Kopie van het attest van de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid uitbating. ? Wijzigingen: o Beschrijving van de eventuele andere wijzigingen. ? Plaats voor de handtekening, met vermelding van de naam en de hoedanigheid van de ondertekenaar van het formulier, alsook de plaats en de datum van ondertekening. ? Overzicht van de bijlagen die bij het dossier moeten worden gevoegd, te nummeren, alsook de eventuele aanvullende bijlagen.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 7 oktober 2021 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de erkenning van de bodemverontreinigingsdeskundigen en de registratie van de bodemsaneringsaannemers.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Leefmilieu, A. MARON