gepubliceerd op 28 januari 2021
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanvulling van de in artikel 2, § 1, 3° van het Wetboek van inspectie van 25 maart 1999 bedoelde lijst met de rechtstreeks toepasselijke bepalingen van de Verordening 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen
14 JANUARI 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanvulling van de in artikel 2, § 1, 3° van het Wetboek van inspectie van 25 maart 1999 bedoelde lijst met de rechtstreeks toepasselijke bepalingen van de Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Wetboek van 25 maart 1999 van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid, artikel 2, § 2 ;
Gelet op de Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen;
Gelet op de gelijke kansentest zoals beoogd in artikel 2, § 1 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijke kansentest, uitgevoerd op 29 mei 2020 ;
Gelet op het ontbreken van een advies van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;
Gelet op het advies nr. A-2020-022 van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gegeven op 16 juli 2020 ;
Gelet op het advies nr. 68.050/1 van de Raad van State, gegeven op 20 oktober 2020 krachtens artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State ;
Op voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In punt 3° van artikel 2, § 1 van het Wetboek van 25 maart 1999 van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid wordt het tweede streepje vervangen als volgt : « - Artikel 3, §§ 1 en 2, artikel 4, §§ 1 en 2, artikel 5, §§ 1 en 2 en artikel 7, §§ 1 tot en met 4 van de Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen, in de mate deze de vervaardiging en het gebruik van persistente organische verontreinigende stoffen en het afvalbeheer regelen; »
Art. 2.De minister die bevoegd is voor leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 januari 2021.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON