gepubliceerd op 28 april 2020
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten nr. 2020/008 betreffende het transport van overledenen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19
23 APRIL 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten nr. 2020/008 betreffende het transport van overledenen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19
De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Gelet op de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, artikel 2;
Gelet op de ordonnantie van 29 november 2018 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, artikel 16, derde lid;
Gelet op de hoogdringendheid;
Gelet op het advies nr. 67.223/4 van de Raad van State, gegeven op 15 april 2020, in uitvoering van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het coronavirus COVID-19 op 11 maart 2020 door de WHO bestempeld werd als een pandemie;
Overwegende dat krachtens artikel 2 van de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 de Regering alle passende maatregelen kan nemen om, onder bedreiging van ernstig gevaar, elke situatie die een probleem vormt te voorkomen en met spoed aan te pakken binnen het strikte kader van de COVID-19-pandemie en de gevolgen ervan;
Overwegende dat iedereen die is overleden (zelfs een onnatuurlijke dood) drager kan zijn van het COVID-19-virus, zolang deze infectie niet is uitgesloten; Dat bijgevolg is dezelfde voorzichtigheid geboden zowel bij een overlijden als gevolg van COVID-19 als bij elk ander overlijden;
Overwegende dat niet enkel het medisch personeel dient te worden ondersteund en beschermd, maar dat ook de naasten van de overledene die aanwezig zijn op het moment van overlijden dienen te worden beschermd;
Overwegende dat het om verdere besmetting te vermijden noodzakelijk is dat de overledene onmiddellijk naar het funerarium of mortuarium wordt gebracht, van zodra de geneesheer die het overlijden heeft vastgesteld een attest heeft opgemaakt dat stelt dat het een natuurlijk overlijden betreft en dat er geen gevaar is voor de volksgezondheid;
Overwegende dat, hoewel de Regering kan worden verzocht om de datum te bepalen waarop een besluit in werking treedt, het redelijk is om haar in de huidige omstandigheden te machtigen om te beslissen over de datum waarop het besluit niet langer van kracht zal zijn;
Dat de in dit volmachtbesluit genoemde maatregel op dit punt uitzonderlijk is in die zin dat het aangeeft deze maatregel te beëindigen zodra blijkt dat deze niet langer gerechtvaardigd is, of te verlengen indien hij nog nodig blijkt;
Dat, indien nodig en in geval van verlenging of verergering van de bovengenoemde uitzonderlijke gezondheidsomstandigheden, deze uitzonderlijke maatregel zal worden herzien of verlengd;
Overwegende dat, rekening houdende met de bijzondere hoogdringendheid, het is aangewezen om overeenkomstig artikel 2 van de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Regering met spoed het advies van de Raad van State in te winnen.
Overwegende dat krachtens artikel 4, § 1 en § 2 van de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19, dit besluit moet worden bekrachtigd door het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Besluit :
Artikel 1.In afwijking van artikel 16, derde lid, van de ordonnantie van 29 november 2018 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging vindt het transport van overledenen naar het funerarium of mortuarium onmiddellijk plaats van zodra de geneesheer die het overlijden heeft vastgesteld, een attest heeft opgesteld dat bevestigd dat het een natuurlijke dood betreft en dat er geen risico voor de volksgezondheid is.
Art. 2.De maatregelen voorzien in dit besluit zijn van toepassing gedurende een periode van 60 dagen vanaf de dag van inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking daags na de dag waarop het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 23 april 2020.
Voor de Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT