Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019
gepubliceerd op 18 juni 2019

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot regeling van het inplanten, de exploitatie en de controle van stormbekkens

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2019013027
pub.
18/06/2019
prom.
23/05/2019
ELI
eli/besluit/2019/05/23/2019013027/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 MEI 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot regeling van het inplanten, de exploitatie en de controle van stormbekkens


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;

Gelet op artikel 8 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, met name de artikelen 4, 6, § 2, 7 en 66, § 1;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 04/03/1999 pub. 07/08/1999 numac 1999031224 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen sluiten tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.

Gelet op de test voor gelijke kansen die is uitgevoerd op 5 februari 2019 overeenkomstig artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 november 2018 ter uitvoering van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de test voor gelijke kansen;

Gelet op het advies van de Raad voor Leefmilieu, via het Comité van watergebruikers dat binnen deze raad werd opgericht, dat verstrekt is op 13 maart 2019;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat verstrekt is op 21 maart 2019;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 65.961/1, van 10 mei 2019, in overeenstemming met artikel 84, § 1, lid 1, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu en Waterbeleid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Onderwerp, toepassingsgebied en definities Afdeling 1. - Onderwerp en toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Dit besluit legt het juridisch kader vast met betrekking tot het inplanten, de exploitatie en de controle van de stormbekkens, zoals bepaald in artikel 2, door ze te onderwerpen aan de voorafgaande aangifte in overeenstemming met de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen. § 2. Dit besluit bepaalt de algemene exploitatievoorwaarden van de stormbekkens zoals bedoeld in rubriek 179, nieuw ingevoegd door artikel 7 van dit besluit, van de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 04/03/1999 pub. 07/08/1999 numac 1999031224 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen sluiten tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen. § 3. Dit besluit is zowel van toepassing op de toekomstige stormbekkens als op de bestaande overeenkomstig artikel 7, § 3, 4°, van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.

De artikelen 4 en 6, § 1, zijn echter alleen van toepassing op toekomstige stormbekkens. § 4. Vallen niet onder het toepassingsgebied van onderhavig besluit: 1° de stormbekkens met een capaciteit van minder dan 10 m3;2° opvangvoorzieningen voor regenwater in de open lucht, over het algemeen begroeid en met wanden die niet kunstmatig zijn;3° de infrastructuren van bufferopslag van stedelijk afvalwater in de zin van artikel 5, 58° van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot vaststelling van een kader voor het waterbeleid;4° inrichtingen voor de opslag van regenwater, uitsluitend met het oog op de terugwinning ervan Afdeling 2.- Definities

Art. 2.De definities van artikel 3 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen zijn van toepassing voor dit besluit.

Bovendien wordt verstaan onder: 1° : "stormbekken": een ondergrondse of bovengrondse kunstwerk met kunstmatige wanden, ontworpen om het regenwater tijdelijk geheel of gedeeltelijk op te slaan en vervolgens gecontroleerd vrij te geven;2° : "bestaand stormbekken": stormbekken zoals gedefinieerd in punt 1° dat gebouwd is of waarvoor een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning is ingediend vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit;3° : "toekomstig stormbekken": stormbekken zoals gedefinieerd in punt 1° dat op de datum van inwerkingtreding van dit besluit nog niet het voorwerp is geweest van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning. HOOFDSTUK II. - Indiening van de aanvraag om een stormbekken uit te baten

Art. 3.Iedere uitbater van een stormbekken moet het vooraf bij de bevoegde overheid aangeven met behulp van het formulier dat door de gemeente ter beschikking wordt gesteld of dat beschikbaar is op de website van Leefmilieu Brussel.

Indien de afvoer van het stormbekken deel uitmaakt van het hydrografische netwerk zoals vermeld in de Atlas van het hydrografische netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of van een gescheiden regenwaternetwerk, gaat de aangifte vergezeld van de machtiging van de beheerder van dit netwerk. HOOFDSTUK III. - Voorwaarden voor het inplanten van het stormbekken

Art. 4.§ 1. Onverminderd de dimensionering van het kunstwerk en het regelingssysteem van het verliesdebiet op basis van de voorschriften van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening die aangenomen is overeenkomstig de artikelen 89/1 tot en met 89/5 van het Brussels Wetboek voor Ruimtelijke Ordening, of, in voorkomend geval, een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening, moet elk toekomstig stormbekken, ongeacht of het zich ondergronds of aan de oppervlakte bevindt, met de volgende elementen uitgerust zijn: - een specifieke inspectiekamer aan de uitgang van de structuur om het uitgaande debiet te controleren; - een regelingssysteem voor het verliesdebiet dat ten minste 20 cm boven de vloer wordt geplaatst; - een toegang met een ladder in de buurt van de uitrusting om het verliesdebiet aan te passen en te regelen, zodat de goede werking ervan gemakkelijk kan worden gecontroleerd en, indien nodig, gereinigd; - een pompkamer op het lage punt om de eventuele reiniging te vergemakkelijken; - een overloop in het bovenste gedeelte; - een waarschuwingssysteem om de exploitant te waarschuwen voor problemen of defecten in het ledigingsproces wanneer dit niet door de zwaartekracht wordt uitgevoerd. § 2. Elk toekomstig ondergronds stormbekken moet ook voldoen aan de volgende toegankelijkheidseisen: - het is uitgerust met een ronde of vierkante inspectiekamer met een minimale binnenmaat van 800 mm, waardoor de toegang voor onderhoud en inspectie gewaarborgd is; - het heeft een minimumhoogte van 1,60 meter; - het is uitgerust met ten minste één toegangsluik en één ventilatieopening; - Het of de toegangsluik(en) heeft/hebben een vrije opening van minimaal 700 mm en zijn van klasse D400 wanneer ze onder een begaanbare weg worden geplaatst. § 3. Ieder stormbekken met een capaciteit gelijk of meer dan 25 m3 is uitgerust met een elektrische aansluiting en een apparaat voor telemetrie of afstandcontrole. § 4. Wanneer er een inrichting voor de opslag van regenwater uitsluitend voor de terugwinning ervan is voorzien dat met het stormbekken verbonden is, moet die laatste stroomafwaarts van een dergelijke inrichting worden geplaatst. § 5. Ieder stormbekken is op een diepte geplaatst waarbij de bodem ervan als referentie dient om een volledige lediging door zwaartekracht naar de afvoer mogelijk te maken. Bij gebrek hieraan moet de diepte ervan toelaten om de watervolume die door zwaartekracht afgevoerd kan worden, te maximaliseren. HOOFDSTUK IV. - Uitbatingsvoorwaarden

Art. 5.De uitbater voert onderhoudswerkzaamheden uit (functionele inspectie van alle mechanische en elektrotechnische componenten, onderhoud en reiniging van de eventuele pomp, controleert de dichtheid van de aansluitingen, controleert de aanwezigheid van slib en de hoogte ervan, enz.) overeenkomstig de aanbevelingen van de constructeur en de installateur, en zo dikwijls als dat nodig is om een normale werking van het stormbekken te garanderen die geen bijkomend overstromingsrisico oplevert. HOOFDSTUK V. - Controle op de ingebruikneming en periodieke controles

Art. 6.§ 1. Voorafgaand aan het inplanten en de exploitatie van ieder toekomstig stormbekken, en onverminderd de controle op de naleving van de stedenbouwkundige voorschriften, is de uitbater ertoe gehouden om het stormbekken aan een controle voor ingebruikneming te onderwerpen.

Deze controle wordt door de wateroperator die voor het rioleringsnet verantwoordelijk is of door de beheerder van het hydrografische netwerk in functie van de afvoer van het stormbekken uitgevoerd. Hij vergewist er zich van dat het kunstwerk conform de in artikel 4 van dit besluit vastgestelde voorwaarden is en maakt een bezoekrapport aan de bevoegde overheid over. § 2. In de loop van de exploitatie wordt het stormbekken periodiek om de vijf jaar door de wateroperator die voor het rioleringsnet verantwoordelijk is of door de beheerder van het hydrografische netwerk gecontroleerd met als doel de goede werking van het stormbekken en zijn uitrusting te controleren (regulator van het debiet, alarmsysteem, ophaalpomp, ...).

In geval van gebreken die ter gelegenheid van deze controle vastgesteld worden, waarschuwt de controleur onmiddellijk de bevoegde overheid. HOOFDSTUK V. - Wijzigings- en slotbepalingen

Art. 7.In de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 04/03/1999 pub. 07/08/1999 numac 1999031224 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen sluiten tot vaststelling van de lijst van ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, zoals laatst gewijzigd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 april 2019 betreffende gastanks en -flessen voor blusgassen, verbonden met een automatisch blussysteem, wordt een nieuwe rubriek nr. 179 toegevoegd, die luidt als volgt:

N° Rub.

Dénomination

Classe

Mot clé

Nr. Rubr.

Benaming

Klasse

Sleutelwoord

179

Bassins d'orage d'eaux pluviales d'une capacité égale ou supérieure à 10m3

3

Rétention temporaire eaux pluviales

179

Stormbekkens voor regenwater met een capaciteit gelijk of hoger dan 10m3

3

Tijdelijke opname van regenwater


Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2019.

Art. 9.De minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 mei 2019.

Voor de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT Minister van Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, C. FREMAULT

^