gepubliceerd op 05 juli 2018
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een subsidie van 18.577.000,00 EUR aan de gemeenten tot gedeeltelijke financiering van de loonsverhoging van het personeel van de gemeenten, de OCMW's, de verenigingen gevormd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk XII van de organieke wet d.d. 8 juli 1976 op de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn waarvan de raad van bestuur uit OCMW's bestaat, de openbare ziekenhuizen waarvan de gemeenten het tekort ten laste nemen en de Berg van Barmhartigheid
9 MEI 2018. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een subsidie van 18.577.000,00 EUR aan de gemeenten tot gedeeltelijke financiering van de loonsverhoging van het personeel van de gemeenten, de OCMW's, de verenigingen gevormd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk XII van de organieke wet d.d. 8 juli 1976 op de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn waarvan de raad van bestuur uit OCMW's bestaat, de openbare ziekenhuizen waarvan de gemeenten het tekort ten laste nemen en de Berg van Barmhartigheid
DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, Gelet op de ordonnantie van 15 december 2017 houdende de algemene begroting der uitgaven van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2018, inzonderheid op het beschikbaar krediet ingeschreven op de basisallocatie 10.004.27.06.43.21;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;
Gelet op het protocol nr. 01/2 betreffende een sectoraal akkoord 2000/2001 afgesloten in het comité C van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Overwegende dat het sectoraal akkoord 2000/2001 voorziet in de toekenning van een weddeverhoging van ten hoogste 2 % van de weddeschalen voor de personeelsleden van de plaatselijke besturen (gemeenten, Berg van Barmhartigheid, OCMW's, de verenigingen gevormd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk XII van de organieke wet d.d. 8 juli 1976 op de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn waarvan de raad van bestuur uit OCMW's bestaat, en de openbare ziekenhuizen);
Overwegende dat deze weddeverhoging zodanig is dat ze de personeelsleden van de plaatselijke besturen motiveert om hun taken van gemeentelijk nut goed uit te voeren;
Overwegende dat de personeelsuitgaven een aanzienlijke en terugkerende last vormen;
Overwegende dat de financiële toestand van de betrokken plaatselijke besturen de toekenning van deze verhoging vaak in de weg staat;
Overwegende dat de tegemoetkoming van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de vorm van een toelage de plaatselijke besturen in staat stelt hun personeelsleden te valoriseren, terwijl de last die met deze verhoging gepaard gaat, minder zwaar gemaakt wordt;
Op de voordracht van de Minister belast met Plaatselijke Besturen, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Binnen de perken van de begrotingskredieten die op de basisallocatie 10.004.27.06.43.21 van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het jaar 2018 zijn ingeschreven, wordt een subsidie van 18.577.000,00 EUR toegekend aan de gemeenten die in uitvoering van het sectoraal akkoord 2000/2001 de weddeschalen hebben verhoogd met 2 % voor het personeel van de gemeenten, de OCMW's, de verenigingen gevormd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk XII van de organieke wet d.d. 8 juli 1976 op de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn waarvan de raad van bestuur uit OCMW's bestaat, de openbare ziekenhuizen wiens tekort ze ten laste nemen en de Berg van Barmhartigheid gevestigd op hun grondgebied.
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde subsidie wordt toegekend met het oog op de gedeeltelijke financiering, voor de periode van 1 januari tot 31 december 2018, van de verhoging van de weddeschalen van de personeelsleden van de plaatselijke besturen met 2 %;
Art. 3.§ 1 - De betaling van de in artikel 1 bedoelde subsidies gebeurd in twee delen: Het voorschot van 75 % van het totaal bedrag dat door het Bestuur Plaatselijke Besturen voor het dienstjaar 2016 is toegekend zal worden overgeschreven tegen overlegging van: - een schuldvordering die uiterlijk op 30 juni 2018 naar de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel moet worden verstuurd volgens de modaliteiten bepaald in § 3; - een op basis van de beoordelingsindicatoren ingevulde boordtabel. § 2 - Het saldo zal uitgekeerd worden: - na ontvangst en analyse van de in § 4 bedoelde verantwoordingsstukken, ten belope van het bedrag van de uitgaven die gedaan werden tijdens de periode van 1 januari tot en met 31 december; - tegen overlegging van een boordtabel ingevuld wat betreft de behaalde resultaten; - tegen overlegging van een schuldvordering gericht aan de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel volgens de modaliteiten bepaald in § 3, binnen de termijn van 15 dagen nadat de begunstigde het verzoek van de bevoegde ordonnateur heeft ontvangen.
Na de controle van de bewijsstukken beschikt de begunstigde, vanaf de ontvangst van de brief van de ordonnateur over 15 dagen tijd om zijn argumenten voor te leggen indien hij niet akkoord gaat met de voorgestelde bedragen.
De bevoegde ordonnateur neemt de eindbeslissing na analyse van de door de begunstigde uiteengezette middelen. § 3 De bedoelde schuldvorderingen moeten als origineel exemplaar ingediend worden bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel - Brussel Financiën en Begroting - CCN - Lokaal 8.119, Vooruitgangstraat 80 bus 1, 1035 Brussel, of rechtstreeks in PDF-formaat naar invoice@gob.brussels.
De schuldvordering vermeldt: - de reden van de betaling, - het bedrag waarvan betaling wordt gevraagd, - het nummer van het visum voor de vastlegging - het bankrekeningnummer waarop dit bedrag gestort moet worden.
Bovendien moet deze schuldvordering opgesteld worden op papier met briefhoofd, gedateerd en ondertekend door een persoon die gemachtigd is de begunstigde te binden.
Bij aanmaak of wijziging van bankgegevens moet er een schriftelijke verklaring van de begunstigde afzonderlijk verstuurd worden naar volgend adres: Master Data - Brussel Financiën en Begroting CCN - 8ste verdieping (bureau 8119), Vooruitgangstraat 80 bus 1 te 1035 Brussel § 4 De verantwoordingsstukken moeten uiterlijk op 31 mei 2019 ingediend worden bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, Brussel Plaatselijke Besturen - Directie Gesubsidieerde initiatieven - City Center, Kruidtuinlaan 20, te 1035 Brussel. Deze termijn dient strikt in acht genomen te worden.
De begunstigde moet ervoor zorgen dat het dossier volledig en in één keer wordt ingediend. Geen enkel bijkomend stuk zal aanvaard worden na de hierbovenvermelde datum.
De controle van deze stukken door de beherende administratieve dienst moet het mogelijk maken uit te maken of de vastgelegde uitgaven werkelijk plaatsvonden voor de verwezenlijking van de acties waarin dit besluit voorziet.
Art. 4.De Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen of zijn Administratie mag de begunstigde alle bijkomende gegevens vragen die nodig zijn voor de behandeling van het dossier en mag alle daartoe aangewezen stappen ondernemen om ze ter plaatse te bekomen.
Art. 5.De Directie van de Gesubsidieerde Initiatieven van Brussel Plaatselijke Besturen van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel is aangewezen als de administratieve dienst die ermee belast is in te staan voor een goed beheer van de bij dit besluit toegekende kredieten.
Wat de evaluatie betreft, heeft de administratie als opdracht om in overleg met de begunstigden, op basis van de boordtabel waarin de resultaten zijn ingevuld, na te gaan of de doelstellingen werden bereikt.
Dit document moet aan de Directie Gesubsidieerde Initiatieven bezorgd worden samen met de in artikel 3 bedoelde verantwoordingsstukken en moeten de acties tijdens het betrokken jaar betreffen.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.
Art. 7.De Minister bevoegd voor Plaatselijke besturen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 mei 2018.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen, R. VERVOORT