Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 2017
gepubliceerd op 31 maart 2017

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende verwerping van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van de gemeente Anderlecht

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017030189
pub.
31/03/2017
prom.
23/03/2017
ELI
eli/besluit/2017/03/23/2017030189/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 MAART 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende verwerping van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van de gemeente Anderlecht


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, inzonderheid op de artikelen 91 tot en met 93;

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;

Gelet op het gewestelijk bestemmingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001;

Gelet op de gewestelijke stedenbouwkundige verordening, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/11/2006 pub. 19/12/2006 numac 2006031598 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot goedkeuring van de Titels I tot VIII van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening, van toepassing op het volledige grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten;

Gelet op het ontwerp van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van de gemeente Anderlecht, die haar volledige grondgebied omvat;

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 23 juni 2016 waarop de gemeente Anderlecht het ontwerp van algemene gemeentelijke stedenbouwkundige verordening voorlopig heeft aangenomen, en besloten heeft het ontwerp aan een openbaar onderzoek te onderwerpen;

Gelet op het openbaar onderzoek, dat plaatsvond van 30 augustus tot 30 september 2016, betreffende het ontwerp van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening;

Gelet op het advies van de overlegcommissie van 22 november 2016;

Gelet op het advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, dat laattijdig werd betekend;

Gelet op de wijzigingen die de gemeente na de raadpleging van de adviesinstanties en het brede publiek aan het ontwerp van verordening heeft aangebracht;

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad op 22 december 2016 waarbij de gemeente Anderlecht de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening definitief heeft aangenomen;

Overwegende dat deze verordening een algemene verordening is, die het volledige grondgebied van de gemeente omvat;

Overwegende dat in specifieke regels voorzien is voor de gebieden van stedelijke industrie en de ondernemingsgebieden in stedelijke omgeving;

Overwegende dat de algemene doelstellingen van de huidige verordening als volgt luiden : - Het comfort van de inwoners vergroten; - De normen met betrekking tot bouwwerken en hun naaste omgeving aanpassen aan de actuele technieken en bouwwijzen; - Rekening houden met de nieuwe ecologische bekommernissen; - De bijzondere kenmerken van het bouwkundige erfgoed respecteren en bewaren; - Bepaalde gemeentelijke bijzonderheden, zoals de "tuinwijken", de "ondernemingsgebieden" of "grote vrijstaande gebouwen" anders behandelen; - Drie bestaande gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen afschaffen en vervangen, namelijk: - De door gemeenteraad van de gemeente Anderlecht op 29 december 1932 aangenomen algemene bouwverordening, en haar voorbijgestreefde bepalingen; - De op 13 juni 2015 als door de regering goedgekeurd beschouwde verordening op het plaatsen van een terras, een etalage met koopwaren, een braadspit en een distributeur op de openbare ruimte; - De op 23 juni 2006 als door de regering goedgekeurd beschouwde verordening houdende plaatsing van parabolische buitenantennes;

Overwegende dat de gemeentelijke verordening van Anderlecht onverenigbaar is met het lopende hervormingsvoorstel van de gewestelijke instrumenten;

Overwegende dat ze niet spoort met de wil van de regering zoals die blijkt uit het op 23 december 2016 in derde lezing aangenomen ontwerp van ordonnantie tot wijziging van het BWRO, namelijk snoeien in het aantal gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen die het volledige gemeentegrondgebied en dezelfde aangelegenheden als de gewestelijke stedenbouwkundige verordening omvatten, en de toevlucht tot de aanname van gemeenteverordeningen tot bepaalde gebieden of bijzonderheden wil beperken, voor welbepaalde naar thema en locatie afgebakende vraagstukken; dat de regering vragende partij is voor de opheffing van achterhaalde gemeenteverordeningen; dat het streven van de gemeente Anderlecht in die zin wordt toegejuicht; dat, ook al wordt de nieuwe gemeentelijke verordening verworpen, dit doel toch wordt bereikt, via het bekrachtigen van het nieuwe BWRO; dat het BWRO de afgeschafte gemeentelijke bouwverordeningen immers vermeldt; dat de verordening van Anderlecht van 29 december 1932 op die lijst voorkomt;

Dat de gemeentelijke verordening vragen oproept op het vlak van haar verenigbaarheid met de toekomstige gewestelijke stedenbouwkundige verordening waarvan de hervorming bij de regering gaande is;

Overwegende dat een algemene stedenbouwkundige verordening per definitie tot doel heeft op alle gebieden en bestemmingsgebieden van het grondgebied dat ze beheert van toepassing te zijn; dat uit de lectuur van de verordening blijkt dat haar voorschriften, welbepaalde onderdelen niet te na gesproken, enkel gelden voor de woongebieden en de woningen;

Overwegende dat een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening de hogere regels van een geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening moet naleven; dat artikel 3 van hoofdstuk II van titel III van de GSV voorziet in een hoogte onder de dakkapel die lager is dan de plafondhoogte onder het dak bepaald door artikel 4 van titel II van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening; dat deze bepaling in strijd is met het principe van de hiërarchie van de normen;

Overwegende dat de gemeentelijke verordening plannen en inlichtingen oplegt die bijkomend zijn aan de voorschriften van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning; dat de inleiding van de verordening echter bepaalt dat deze aanvullende documenten niet in aanmerking worden genomen voor de verklaring van volledigheid van een vergunningsaanvraag; dat deze situatie voor rechtsonzekerheid zorgt met betrekking tot het al dan niet volledige karakter van de betrokken toekomstige vergunningsaanvragen; dat de eis van bijkomende documenten de administratieve last verzwaart;

Overwegende dat de afstandseisen van de verordening voor de inplantingen in ondernemingsgebieden in stedelijke omgeving niet in het voordeel zijn van de bebouwbare gebieden; dat de doelstellingen van het demografische GBP niet worden nageleefd;

Overwegende dat talrijke bepalingen van de gemeentelijke verordening niet dwingend zijn, of vaag verwoord of voor subjectieve interpretatie vatbaar zijn; dat dergelijke bepalingen in een verordenende tekst misplaatst zijn;

Overwegende dat de nieuwe gemeentelijke verordening van Anderlecht volgens haar inleiding de algemene bouwverordening van de gemeente Anderlecht van 29 december 1932 en haar voorbijgestreefde bepalingen opheft; dat de verordening echter geen uitdrukkelijke opheffingsbepaling bevat; dat dus twijfel blijft bestaan over de volledige of gedeeltelijke afschaffing van de verordening; dat hetzelfde geldt voor de verordening op het plaatsen van een terras, een etalage met koopwaren, een braadspit en een distributeur op de openbare ruimte van 13 juni 2015 en voor de verordening houdende plaatsing van parabolische buitenantennes van 23 juni 2016;

Op voordracht van de minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Ruimtelijke Ordening, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Wordt geweigerd, de op de gemeenteraad van de gemeente Anderlecht tijdens de zitting van 22 december 2016 definitief aangenomen gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.

Art. 2.De minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 maart 2017.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Ruimtelijke Ordening, R. VERVOORT

^