gepubliceerd op 13 januari 2015
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de energienormen die van toepassing zijn op de projecten van werken die bijdragen tot een rationeel energiegebruik in de gebouwen die toebehoren aan de gemeenten en O.C.M.W.'s en die gesubsidieerd worden in het kader van artikel 17, 4°, van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen
11 DECEMBER 2014. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de energienormen die van toepassing zijn op de projecten van werken die bijdragen tot een rationeel energiegebruik in de gebouwen die toebehoren aan de gemeenten en O.C.M.W.'s en die gesubsidieerd worden in het kader van artikel 17, 4°, van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen, inzonderheid artikel 22, § 1, vijfde lid, 4° ;
Gelet op het besluit van 4 juni 2009 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de energienormen die van toepassing zijn op de gesubsidieerde projecten van werken die bijdragen tot een rationeel energiegebruik in de gebouwen die toebehoren aan de gemeenten en O.C.M.W.'s;
Gelet op het advies 56.293/3 van de Raad van State gegeven op 3 juni in toepassing van artikel 84, § 1, 2°, van de wetten op de Raad van State gecoördineerde om 12 januari 1973;
Gelet op de advies van de Inspectie van Financiën;
Gelet op het akkoord van de Minister van de Begroting;
Op de voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Onderhavig besluit zet Richtlijn 2012/27/EU van het Europees parlement en van de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG gedeeltelijk om.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : 1° Ordonnantie : de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen;2° Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;3° Investeringsproject : het in het kader van artikel 17, 4° van de ordonnantie gesubsidieerde investeringsproject.
Art. 3.Het investeringsproject leeft de technische criteria die door het Brussels Instituut voor Milieubeheer worden gepubliceerd krachtens artikel 5, § 1, 3° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 februari 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 09/02/2012 pub. 21/02/2012 numac 2012031071 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toekenning van financiële steun op het vlak van energie sluiten betreffende de toekenning van financiële steun op het vlak van energie, ter uitvoering van artikel 4, § 1, 1°, van dat besluit.
Art. 4.§ 1. De technische voorwaarden bedoeld in artikel 3 zijn deze die door het Brussels Instituut voor Milieubeheer uiterlijk op 1 januari van het beschouwde jaar gepubliceerd worden, zoals bepaald in artikel 1, 7° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 februari 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 09/02/2012 pub. 21/02/2012 numac 2012031071 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toekenning van financiële steun op het vlak van energie sluiten betreffende de toekenning van financiële steun op het vlak van energie of, bij ontstentenis van publicatie, deze die het jaar voordien gepubliceerd werden. § 2. De technische voorwaarden bedoeld in artikel 3 die van toepassing zijn op het in het kader van artikel 17, 4° van de ordonnantie gesubsidieerde investeringsproject zijn deze van het jaar waarin de aanvraag om principiële instemming met de toekenning van subsidies voor dat project bij het bevoegde Bestuur wordt ingediend.
Art. 5.De technische voorwaarden bedoeld in artikel 3 zijn van toepassing op alle werken, al dan niet aan een onderworpen aan een stedenbouwkundige vergunning, die betrekking hebben op het investeringsproject.
Art. 6.Het besluit van 4 juni 2009 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de energienormen die van toepassing zijn op de gesubsidieerde projecten van werken die bijdragen tot een rationeel energiegebruik in de gebouwen die toebehoren aan de gemeenten en O.C.M.W.'s wordt opgeheven.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2015.
Art. 8.De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die bevoegd voor de Plaatselijke Besturen, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 11 december 2014.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, R. VERVOORT
Verslag aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering Betreft : besluit tot vaststelling van de energienormen die van toepassing zijn op de projecten van werken die bijdragen tot een rationeel energiegebruik in de gebouwen die toebehoren aan de gemeenten en O.C.M.W.'s en die gesubsidieerd worden in het kader van artikel 17, 4° van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen.
Achtergrond Op 24 maart 2011 besliste de Regering de Minister-President ermee te belasten een ontwerpbesluit voor te leggen tot wijziging van het besluit van 4 juni 2009 tot vaststelling van de energienormen die van toepassing zijn op de gesubsidieerde projecten van werken die bijdragen tot een rationeel energiegebruik in de gebouwen die toebehoren aan de gemeenten en O.C.M.W.'s (artikel 17, 4° van de ordonnantie) op grond van een gezamenlijk door de technische diensten van de Directie Gesubsidieerde Werken en de technische diensten van Leefmilieu Brussel uitgevoerde evaluatie. Men dient evenwel vast te stellen dat tot op heden de projecten die in het kader van het DIP 2010-2012 opgestart werden, nog niet allemaal afgerond zijn en dat het derhalve technisch onmogelijk is een volledige evaluatie uit te voeren.
Tijdens de aan deze evaluatie gewijde vergaderingen van de technische diensten van de Directie Gesubsidieerde Werken en de technische diensten van Leefmilieu Brussel is desalniettemin gebleken dat het noodzakelijk is een harmonisatie door te voeren van de jaarlijks vastgelegde technische voorwaarden voor het verkrijgen van de premies die toegekend worden op basis van het programma van uitvoering dat de Regering goedkeurt krachtens artikel 24, § 2 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en artikel 18bis, § 2 van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook van de voorwaarden voor het verkrijgen van subsidies die toegekend worden aan projecten van werken die bijdragen tot een rationeel energiegebruik in de gebouwen die toebehoren aan de gemeenten en O.C.M.W.'s in het kader van artikel 17, 4° van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen.
Toelichting Gelet op de omvang van de wijzigingen die aan te brengen zijn aan het besluit van 4 juni 2009 tot vaststelling van de energienormen die van toepassing zijn op de gesubsidieerde projecten van werken die bijdragen tot een rationeel energiegebruik in de gebouwen die toebehoren aan de gemeenten en O.C.M.W.'s (artikel 17, 4° van de ordonnantie), werd ervoor gekozen om de Regering voor te stellen het voormelde besluit op te heffen en een nieuw besluit betreffende hetzelfde voorwerp goed te keuren.
Bij de opmaak van het nieuwe besluit werden de volgende ordonnanties en een besluit in overweging genomen : 1. de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid artikel 24, § 2, derde lid;2. de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid artikel 18bis, § 2, tweede lid;3. de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen;4. het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 februari 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 09/02/2012 pub. 21/02/2012 numac 2012031071 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toekenning van financiële steun op het vlak van energie sluiten betreffende de toekenning van financiële steun op het vlak van energie, inzonderheid artikel 5, § 1, 3°. Bij de opmaak van het nieuwe besluit werd tevens rekening gehouden met het feit dat de door het Gewest gesubsidieerde projecten van werken ter bevordering van een rationeel energiegebruik tot doel moeten hebben : 1. de verbetering van de energieprestatie van gebouwen te stimuleren, rekening houdend met de klimatologische omstandigheden en de lokale bijzonderheden, alsook met de eisen inzake het binnenklimaat en de verhouding kost/efficiëntie;2. het binnenklimaat van gebouwen te verbeteren;3. de behoeften aan primaire energie tot een minimum te beperken;4. de CO2-uitstoot te verlagen;5. het goede voorbeeld te tonen aan de privésector. Er dient op gewezen dat het hoger vermelde programma van uitvoering jaarlijks goedgekeurd wordt door de Regering, terwijl de projecten van werken die gesubsidieerd worden in het kader van de ordonnantie van 16 juli 1998 verbonden zijn aan driejarige investeringsprogramma's.
Verder valt nog op te merken dat de jaarlijks vastgelegde technische voorwaarden voor het verkrijgen van de premies die toegekend worden op basis van het programma van uitvoering, van toepassing zijn vanaf 1 januari van het betrokken jaar.
Gezien om te worden toegevoegd aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 december 2014.
In naam van de Regering : De Minister-President bevoegd voor de Plaatselijke Besturen, R. VERVOORT