25 SEPTEMBER 2014. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een toelage van 1 869 040,00 euro aan de Brusselse gemeenten voor het jaar 2014 in het kader van het Programma Preventie Schoolverzuim

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 19 december 2013 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2014, inzonderheid op het beschikbare krediet ingeschreven op de basisallocatie 10.005.27.02.43.21;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 12 september 2014;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 25 september 2014;

Overwegende dat dit initiatief de integratie van kwetsbare jongeren beoogt in het kader van de bestrijding van schoolverzuim en als zodanig absolute prioriteit verdient vanwege de overheid;

Op voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Binnen de grenzen van de begrotingskredieten die hiertoe ingeschreven zijn op de basisallocatie 10.005.27.02.43.21 van de ordonnantie van 19 december 2013 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het dienstjaar 2014, wordt een toelage ten bedrage van 1 869 040,00 euro toegekend aan de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Bovenvermelde subsidie wordt verdeeld door de cel Coördinatie na analyse van de in het kader van de projectenoproep ingediende projecten. § 2. De totale bedragen die aan elke begunstigde gemeente toegekend worden overeenkomstig de bepalingen van de voorgaande paragraaf worden vermeld in de bijlage bij dit besluit. Een kopie van de fiches met de verdeling van de subsidie per project wordt er eveneens bijgevoegd.

Art. 2.Deze subsidies worden toegekend met het oog op het ten laste nemen, tussen 1 september 2014 en 30 juni 2015, van de kosten voor de prestaties (lesperiodes) van hulppersoneel en de werkingskosten van de projecten van het Programma Preventie Schoolverzuim die in elke gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden ontwikkeld.

Overeenkomstig artikel 16, 5°, tweede lid van de ordonnantie van 19 december 2013 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2014 en met het oog op het waarborgen van de continuïteit van de acties die plaatsvinden, worden de gemeenten gemachtigd om de voorziene acties uit te voeren vóór de ondertekening van dit besluit, zijnde vanaf 1 september 2014.

Art. 3.§ 1. De subsidie zal in twee schijven worden uitgekeerd op de bankrekening van de begunstigde gemeente.

Een voorschot van 60 % zal gestort worden tegen overlegging van een schuldvordering, die uiterlijk op 15 oktober 2014 naar het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk gewest moet worden verstuurd volgens de modaliteiten bepaald in § 2 Het saldo zal worden uitgekeerd na ontvangst en analyse van de in § 3 bedoelde verantwoordingsstukken, op basis van een schuldvordering gericht aan het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens de modaliteiten bepaald in § 2, binnen een termijn van 15 dagen nadat de begunstigde gemeente het verzoek van de bevoegde ordonnateur heeft ontvangen; § 2. De in § 1 bedoelde schuldvorderingen moeten als origineel exemplaar ingediend worden bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Directie Comptabiliteit, CCN, lokaal 8.119, Vooruitgangstraat 80, bus 1, te 1035 Brussel.

De schuldvordering vermeldt : - de reden van de betaling, - het bedrag waarvan betaling wordt gevraagd, - het nummer van het visum voor de vastlegging, - het bankrekeningnummer waarop dit bedrag gestort moet worden.

Bovendien moet deze schuldvordering opgesteld worden op papier met briefhoofd, gedateerd en ondertekend door een persoon die gemachtigd is de begunstigde te binden. § 3. De in te dienen verantwoordingsstukken betreffen de personeels- en de werkingskosten die ingeschreven moeten worden in de samenvattende tabellen. Die tabellen zullen naar aanleiding van de kennisgeving van het huidige besluit door de Administratie overgemaakt worden.

Die tabellen moeten voor elke gemeente de naam van de school, het nummer en de titel van het project vermelden en het bedrag van de subsidie dat aan het project werd toegekend.

Ze moeten ook de volgende elementen bevatten : Voor de prestaties verstrekt door de afzonderlijke hulppersoneelsleden : De overzichtstabel (één per project) van de geleverde prestaties, die de verschillende uitgaven vermeldt die plaatsvonden in de periode tussen 1 september 2014 en 30 juni 2015. Die tabel moet voor waar en echt verklaard, getekend en gedateerd worden door de schooldirectie die duidelijk moet worden geïdentificeerd.

Die tabel moet de volgende elementen bevatten : - de lijst met alle hulppersoneelsleden, - hun kwalificatie (student, leerkracht, expert), - het aantal gepresteerde uren, - het uurloon (forfait), - het betaalde bedrag.

Voor de prestaties verstrekt door de verenigingen : De overzichtstabel (één per project) van de geleverde prestaties, die chronologisch de verschillende uitgaven vermeldt die plaatsvonden in de periode gaande tussen 1 september 2014 tot 30 juni 2015.

Die tabel moet voor waar en echt verklaard worden, getekend en gedateerd door de directie van de vereniging en medeondertekend door de schooldirectie en moet de volgende elementen bevatten : - het aantal betrokken hulppersoneelsleden; - met hun kwalificatie (student, leerkracht, expert); - het aantal gepresteerde uren; - het uurloon (forfait); - het betaalde bedrag.

De prestaties die in aanmerking worden genomen betreffen enkel lesperiodes met uitsluiting van alle andere kosten.

De overzichtstabellen moeten met een totaal afgesloten worden.

Zowel schooldirectie als de directie van de vereniging moeten duidelijk worden geïdentificeerd.

Voor de werkingskostenkosten, per project : De kosten met betrekking tot de actiemiddelen (maximaal 4 % van het bedrag van de prestaties) moeten opgenomen worden in een overzichtstabel die de verschillende uitgaven die plaatsvonden in de periode van 1 september 2014 tot 30 juni 2015 chronologisch en genummerd vermeldt.

Bij de tabel die afgesloten moet worden met een totaal moeten bewijskrachtige facturen of kastickets gevoegd worden.

Als werkingskosten worden enkel in aanmerking genomen : - de kosten voor de aankoop van klein materiaal en uitrusting (met uitzondering van computermateriaal); - de verplaatsingskosten met betrekking tot de georganiseerde activiteiten (zelfs telefoonkosten voor sommige bemiddelingsprojecten) en toegangsbewijzen.

Voor elke uitgave moet een betalingsbewijs overgemaakt worden, dat moet overeenkomen met de subsidieperiode, namelijk van 1 september 2014 tot 30 juni 2015.

Elk van de bovenvermelde tabellen moet door de gemeentelijke coördinator(trice) worden ondertekend. § 4. De gemeenten verbinden zich ertoe de fiches houdende verdeling van de subsidie alsook de tabellen en de nodige richtlijnen zo snel mogelijk aan de betrokken scholen en rechthebbenden te bezorgen. § 5. De bewijsstukken moeten uiterlijk op 30 september 2015 ingediend worden bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Bestuur Plaatselijke Besturen, Directie Gesubsidieerde Initiatieven, City Center, Kruidtuinlaan 20, te 1035 Brussel.

De begunstigde gemeenten moeten ervoor zorgen dat het dossier volledig en in één keer wordt ingediend. Geen enkel bijkomend stuk zal aanvaard worden na de hierboven vermelde datum.

Indien een uitgave gesubsidieerd wordt door meerdere overheden, moet een uitsplitsing volgens subsidiërende overheid bezorgd worden.

Uit de controle van de verantwoordingsstukken door de beherende administratieve dienst moet blijken dat alle vastgelegde uitgaven daadwerkelijk verricht werden voor de realisatie van de acties waarvoor de subsidie verleend wordt. § 6. Indien na de controle van de verantwoordingsstukken het bedrag van de aanvaarde verantwoordingsstukken lager ligt dan het toegekende subsidiebedrag, dan zal de subsidie maar uitbetaald worden ten belope van de aanvaarde verantwoordingsstukken.

Na de controle van de bewijsstukken beschikt de begunstigde gemeente vanaf de ontvangst van de brief van de ordonnateur over 15 dagen tijd om zijn argumenten voor te leggen indien hij niet akkoord gaat met de voorgestelde bedragen.

De bevoegde ordonnateur neemt de eindbeslissing na analyse van de door de begunstigde gemeente uiteengezette middelen.

Art. 4.De gemeenten verbinden zich ertoe, binnen de 15 dagen nadat ze die ontvangen hebben, de bedragen van het voorschot en het saldo, bestemd voor de scholen en rechthebbenden, over te schrijven.

Daarnaast verbinden de gemeenten zich ertoe een kopie van deze overschrijving op de rekening van de rechthebbenden te versturen naar het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Bestuur Plaatselijke Besturen, Directie Gesubsidieerde Initiatieven zodra die heeft plaatsgevonden.

Bij gebrek aan dergelijk bewijs, kan het Gewest de terugbetaling van de betrokken voorschotten en/of het saldo vorderen.

Art. 5.De begunstigde dient ervoor te zorgen de nodige gegevens die door de Coördinatie Schoolverzuim gevraagd werden, binnen de gestelde termijn te verzamelen en over te maken om de evaluatie van de projecten zo optimaal mogelijk te laten gebeuren.

Art. 6.De Directie Gesubsidieerde Initiatieven van het Bestuur Plaatselijke Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt aangewezen als de administratieve dienst die ermee belast is in te staan voor een goed beheer van de bij dit besluit toegekende kredieten.

Art. 7.De Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen of zijn Administratie mag de begunstigde alle bijkomende gegevens vragen die nodig zijn voor de behandeling van het dossier en mag alle daartoe aangewezen stappen ondernemen om ze ter plaatse te verkrijgen.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2014.

Art. 9.De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor de Plaatselijke Besturen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 september 2014.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, R. VERVOORT

Bijlage Basisallocatie 10.005.27.02.43.21

Communes/Gemeenten

Total/Totaal

Communes/Gemeenten

Total/Totaal

Anderlecht

119 375,00 €

Koekelberg

28 953,00 €

Auderghem/Oudergem

35 338,00 €

Molenbeek-Saint-Jean/ Sint-Jans-Molenbeek

239 522,00 €

Berchem-Sainte-Agathe/ Sint-Agatha-Berchem

41 196,00 €

Saint-Gilles/Sint-Gillis

150 578,00 €

Bruxelles/Brussel

306 596,00 €

Saint-Josse-ten-Noode/ Sint-Joost-ten-Node

58 869,00 €

Etterbeek

124 756,00 €

Schaerbeek/Schaarbeek

217 635,00 €

Evere

58 804,00 €

Uccle/Ukkel

68 898,00 €

Forest/ Vorst

70 870,00 €

Watermael-Boitsfort/ Watermaal-Bosvoorde

17 354,00 €

Ganshoren

45 346,00 €

Woluwe-Saint-Lambert/ Sint-Lambrechts-Woluwe

47 841,00 €

Ixelles/Elsene

95 381,00 €

Woluwe-Saint-Pierre/ Sint-Pieters-Woluwe

71 866,00 €

Jette

69 862,00 €

Total/Totaal : 1 869 040,00 €

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 september 2014.

Brussel, 25 september 2014.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, R. VERVOORT