gepubliceerd op 24 oktober 2014
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een subsidie van 8.355.362,00 EUR tot financiering van een levensduurtepremie van 360,00 EUR per jaar, voor het in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonende personeel van de plaatselijke besturen
24 APRIL 2014. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een subsidie van 8.355.362,00 EUR tot financiering van een levensduurtepremie van 360,00 EUR per jaar, voor het in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonende personeel van de plaatselijke besturen (gemeenten, O.C.M.W.'s, verenigingen gevormd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten op de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn waarvan de raad van bestuur uit O.C.M.W.'s bestaat, de openbare ziekenhuizen waarvan de gemeenten het tekort ten laste nemen en de Berg van Barmhartigheid)
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 6, § 1, VIII, gewijzigd door de bijzondere wetten van 13 juli 2001, 25 april 2004 en 13 september 2004;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 4, gewijzigd door de bijzondere wetten van 5 mei 1993, 16 juli 1993 en 27 maart 2006;
Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, de artikelen 92 tot 95;
Gelet op de ordonnantie van 19 december 2013 houdende de algemene begroting der uitgaven van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2014, inzonderheid op het beschikbaar krediet ingeschreven op de basisallocatie 10.004.27.08.43.22;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;
Gelet op het protocol 2012/4 betreffende de levensduurtepremie afgesloten in het comité C van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het protocol 2014/01, punt A betreffende de levensduurtepremie afgesloten in het comité C van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Overwegende de significante meerkost die het wonen in Brussel met zich meebrengt, hetzij door de hoge prijzen voor de aankoop van een bouwgrond of een woning, hetzij door de hoge huurprijzen, zoals blijkt uit de huishoudbudgetonderzoek en het rapport « kerncijfers vastgoed » van de Federale Overheidsdienst Economie van 22 februari 2010;
Overwegende meer bepaald dat uit een huishoudbudgetonderzoek van de Federale Overheidsdienst Economie met betrekking tot het jaar 2008 blijkt dat hoewel het totale consumptiebudget per gezin in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest lager is dan in het Vlaams en in het Waals Gewest, het in absolute cijfers uitgedrukte deel van dit budget dat besteed wordt aan de eerste of tweede woning in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest daarentegen wel hoger is; dat de gezinnen in de drie gewesten gemiddeld volgend percentage van hun budget besteden aan wonen : 23,6 % in Vlaanderen, 25 % in Wallonië en 27 %, dus het hoogste aandeel, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Overwegende ook dat de studie van de Federale Overheidsdienst Economie, getiteld « kerncijfers vastgoed » aantoont dat de verkoopprijzen van vastgoed in de verschillende gewesten van het land sterk van elkaar verschillen; dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor alle woonvormen het gewest is waar de vastgoedprijs het hoogst is, dat de prijs van een gewoon woonhuis in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gemiddeld 1,8 keer meer bedraagt dan in Vlaanderen, en 2,5 keer meer dan in het Waals Gewest; dat voor alle gemeenten samen dezelfde redenering geldt voor de huurprijs, die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hoger is dan in de andere gewesten;
Overwegende dat geen enkele bepaling verbiedt om de domiciliëring van het personeel van de plaatselijke besturen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te stimuleren om het Gewest aantrekkelijker te maken met het oog op de keuze van de woonplaats; dat de personeelsleden van de plaatselijke besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door het feit dat zij woonachtig zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in dit opzicht bijdragen tot de economische groei van het Gewest via hun dagelijkse consumptie evenals tot de gemeentelijke en gewestelijke inkomsten, via de gemeentelijke en gewestelijke opcentiemen op de personenbelasting; dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als subsidiërende overheid van deze plaatselijke besturen een dergelijk beleid mag aanmoedigen; dat deze premie, gelet op het lage bedrag ervan, geen belemmering kan vormen voor het vrije verkeer en de vrije keuze van woonplaats; dat rekening houdend met de gemiddelde bezoldiging van deze personeelsleden, het weinig waarschijnlijk is dat een personeelslid dat buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest woont, qua kosten van het levensonderhoud en huisvesting benadeeld wordt ten opzichte een ander personeelslid dat wel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest woont; dat de discriminatie die kan bestaan tussen de personeelsleden van de plaatselijke besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, al naargelang zij binnen of buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen, in de eerste plaats afhangt van de woonplaats die zij hebben gekozen; dat voor het overige de personeelsleden van de plaatselijke besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen een tussenkomst genieten voor hun verplaatsingen met het openbaar vervoer, berekend in verhouding tot de af te leggen afstand;
Op de voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Binnen de perken van de begrotingskredieten die zijn ingeschreven op basisallocatie 10.004.27.08.43.22 van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor 2014, wordt een subsidie van 8.355.362,00 EUR toegekend aan de gemeenten die in uitvoering van het sectoraal akkoord 2012/04 en 2014/01-punt A een levensduurtepremie hebben toegekend aan het in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonend personeel van de plaatselijke besturen.
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde subsidie wordt toegekend met het oog op de financiering, voor de periode van 1 januari tot 31 december 2014, van een levensduurtepremie van 360,00 EUR per jaar, uitgedrukt in voltijdse equivalent, werkgeversbijdragen inbegrepen, aan de personeelsleden van de gemeenten, O.C.M.W. 's, de verenigingen gevormd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk XII van de organieke wet dd 8 juli 1976 op de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn waarvan de raad van bestuur uit O.C.M.W.'s bestaat, en de openbare ziekenhuizen waarvan zij het tekort ten laste nemen en de Berg van Barmhartigheid op hun grondgebied die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen.
Deze premie wordt maandelijks betaald aan het in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonende personeel van het plaatselijke besturen onder dezelfde voorwaarden als de wedde, en dit ongeacht hun graad, wettelijke graden inbegrepen. Deze premie wordt niet geïndexeerd. Het onderwijzend personeel dat door de Franse Gemeenschap wordt bezoldigd heeft geen recht op deze premie.
De gemeenteraad stelt een reglement vast dat de individuele toekenning van deze premie regelt.
Om het individueel toe te kennen bedrag van de premie te kennen, maakt elke gemeente vooraf een berekening voor alle rechthebbenden van de gemeente samen, waarbij het totaal van alle voltijdse equivalenten in aanmerking wordt genomen, teneinde de totale kost van de patronale lasten te kennen.
Het aan elke gemeente toegekend subsidiebedrag dient met deze totale kost verminderd te worden, opdat het resterende gedeelte uiteindelijk over alle rechthebbenden kan verdeeld worden.
Deze werkwijze respecteert de sociale wetgeving en zorgt ervoor dat per gemeente, aan elke rechthebbende eenzelfde premie wordt uitbetaald, ongeacht zijn statuut.
Art. 3.§ 1. De betaling van de in artikel 1 bedoelde subsidies gebeurt in twee delen : Een eerste schijf van 5.430.986,00 EUR wordt betaald in 2014 op basis van volgende gegevens : de statistische gegevens, per 31 december 2010, bezorgd door de RZS-PPO met betrekking tot het personeel van de gemeenten en de O.C.M.W.'s die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen; de statistische gegevens bezorgd door de werkgevers voor het personeel van de hoofdstukken XII en de IRIS-ziekenhuizen.
Deze gegevens zijn opgenomen in bijgevoegde tabel.
Het voorschot wordt uitbetaald tegen overlegging van een schuldvordering die melding moet maken van de reden van de betaling, het bedrag waarvan betaling wordt gevraagd, het visumnummer voor de vastlegging en het bankrekeningnummer waarop het bedrag moet worden gestort. De schuldvordering dient uiterlijk op 30 september 2014 naar het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verstuurd te worden volgens de modaliteiten bepaald in § 2.
Het saldo wordt uitbetaald na ontvangst en analyse van de in § 3 bedoelde verantwoordingsstukken. Nadat voornoemde stukken gecontroleerd zijn, wordt de gemeente door de Directie Gesubsidieerde Initiatieven van het Bestuur Plaatselijke Besturen verzocht een schuldvordering over te maken met vermelding van het eindbedrag dat hem toegekend is na onderzoek van het dossier.
De schuldvordering moet de reden van de betaling vermelden, alsook het nr. van het visum voor de vastlegging en de bankrekening waarop het bedrag betaald dient te worden. Deze schuldvordering moet gericht worden aan het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens de modaliteiten bepaald in § 2 binnen een termijn van 15 dagen nadat de gemeente het verzoek van het Bestuur Plaatselijk Besturen heeft ontvangen.
Het aandeel van het voorschot en het saldo dat toekomt aan het O.C.M.W., de verenigingen gevormd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk XII van de organieke wet dd 8 juli 1976 op de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn waarvan de raad van bestuur uit O.C.M.W.'s bestaat en eventueel aan de Berg van Barmhartigheid en aan het ziekenhuis of de ziekenhuizen, dient onmiddellijk aan deze instellingen doorgestort te worden. Binnen de 15 dagen dient een stortingsbewijs bezorgd te worden aan de subsidiërende overheid. § 2. De in § 1 bedoelde schuldvorderingen moeten als origineel exemplaar ingediend worden bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Directie Comptabiliteit - lokaal 8.119 - CCN 8e verdieping, Vooruitgangstraat 80, bus 1, 1035 Brussel. § 3. De verantwoordingsstukken moeten verplicht op 31 mei 2015 ingediend worden bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Directie Gesubsidieerde initiatieven - City Center, Kruidtuinlaan 20, 1e verdieping te 1035 Brussel. Deze termijn dient strikt in acht genomen te worden.
De begunstigde moet ervoor zorgen dat het dossier volledig en in één keer wordt ingediend.
Geen enkel bijkomend stuk zal aanvaard worden na de hierboven vermelde datum.
De bewijsstukken zullen worden opgesteld als volgt : 1° Per instelling, moet er een lijst opgemaakt worden van de personeelsleden die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen.Dit document dient eensluidend verklaard te worden door de burgemeester en de gemeentesecretaris. 2° Deze tabel moet per entiteit het totale aantal personeelsleden van de lokale besturen vermelden dat van 1 januari tot 31 december van het jaar in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest woont, de familienaam en voornaam van deze persoon, de datum van indienstneming, de graad, het geslacht, de taalrol, het adres, het arbeidsstelsel, het aantal maanden dat recht geeft op de premie, het totale bedrag dat aan deze persoon wordt toegekend. De premie zal berekend worden op basis van het weddenpercentage waarop het personeelslid recht heeft in verhouding tot een voltijdse betrekking, vermenigvuldigd met het bedrag van 360,00 EUR. Voor het personeelslid dat zijn of haar domicilie wijzigt, wordt de levensduurtepremie uitbetaald vanaf de maand die volgt op de datum van zijn of haar inschrijving in het bevolkingsregister van één van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De toekenning van de levensduurtepremie eindigt op de eerste dag van de maand die volgt op de schrapping van het personeelslid uit het bevolkingsregister één van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, behalve indien hij of zij is ingeschreven in de bevolkingsregisters van een andere gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 4.De directie Gesubsidieerde initiatieven van het Bestuur Plaatselijke Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is aangewezen als de administratieve dienst die toeziet op het goed beheer van de door dit besluit toegekende kredieten.
Art. 5.De Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen of zijn Administratie mag de begunstigde alle bijkomende gegevens vragen die nodig zijn voor de behandeling van het dossier en mag alle daartoe aangewezen stappen ondernemen om ze ter plaatse te bekomen.
Art. 6.De Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Brussel, 24 april 2014.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen, R. VERVOORT
Bijlage : voorschotten
Gegevens per 31 december 2010-RSZPPL dienst statistieken-DmfAPPL Données au 31 décembre 2010-ONSSAPL service statistique-DmfAPL
Benaming
Personeel van de plaatselijke besturen
Aantal personeelsleden dat in het BHG woont
Voorschot aan de plaatselijke besturen
Dénomination
Personnel des pouvoirs locaux
Nombre d'agents habitant R.B.C. Avances par pouvoirs locaux
Administration communale d'Anderlecht
1340
842
193.185,32
Gemeentebestuur Anderlecht
Administration communale d'Auderghem
442
332
76.172,83
Gemeentebestuur Oudergem
Ville de Bruxelles
4171
2699
619.248,42
Stad Brussel
Administration communale d'Etterbeek
695
463
106.228,98
Gemeentebestuur van Etterbeek
Administration communale d'Evere
541
368
84.432,54
Gemeentebestuur van Evere
Administration communale d'Ixelles
1497
1063
243.890,73
Gemeentebestuur van Elsene
Administration communale d'Uccle
1202
698
160.146,50
Gemeentebestuur van Ukkel
Administration communale Berchem-Ste-Agathe
243
174
39.921,91
Gemeentebestuur van Sint-Agatha-Berchem
Administration commune de Forest
816
489
112.194,32
Gemeentebestuur van Vorst
Administration communale de Ganshoren
214
140
32.121,07
Gemeentebestuur van Ganshoren
Administration communale de Jette
717
495
113.570,94
Gemeentebestuur van Jette
Administration communale de Koekelberg
268
195
44.740,07
Gemeentebestuur van Koekelberg
Administration communale Molenbeek-St-Jean
1290
958
219.799,92
Gemeentebestuur van Sint-Jans-Molenbeek
Administration communale de Saint Gilles
827
634
145.462,58
Gemeentebestuur van Sint-Gillis
Administration communale de Schaerbeek
1293
948
217.505,56
Gemeentebestuur van Schaarbeek
Administration communale de St-Josse-ten-Noode
612
439
100.722,51
Gemeentebestuur van Sint-Joost-ten-Node
Administration communale de Watermael-Boitsfort
421
329
75.484,52
Gemeentebestuur van Watermaal-Bosvoorde
Administration communale de Woluwé-St-Lambert
905
631
144.774,27
Gemeentebestuur van Sint-Lambrechts-Woluwe
Administration communale de Woluwe-St-Pierre
563
370
84.891,41
Gemeentebestuur van Sint-Pieters-Woluwe
C.P.A.S. d'Anderlecht
595
338
89.021,26
O.C.M.W. van Anderlecht
C.P.A.S. d'Auderghem
156
122
27.991,22
Gemeentebestuur Oudergem
C.P.A.S. d'Etterbeek
397
308
70.666,36
O.C.M.W. van Etterbeek
C.P.A.S. d'Evere
217
157
36.021,49
O.C.M.W. van Evere
C.P.A.S. d'Ixelles
625
468
107.376,16
O.C.M.W. van Elsene
C.P.A.S. d'Uccle
573
389
89.250,70
O.C.M.W. van Ukkel
C.P.A.S. de Berchem Ste Agathe
161
106
24.320,24
O.C.M.W. van Sint-Agatha-Berchem
C.P.A.S. de Bruxelles
2253
1518
348.284,22
O.C.M.W. van Brussel
C.P.A.S. de Forest
367
286
65.618,77
O.C.M.W. van Vorst
C.P.A.S. de Ganshoren
214
155
35.562,62
O.C.M.W. van Ganshoren
C.P.A.S. de Jette
313
235
53.917,52
O.C.M.W. van Jette
C.P.A.S. de Koekelberg
146
114
26.155,73
O.C.M.W. van Koekelberg
C.P.A.S. de Molenbeek St Jean
856
652
149.592,43
O.C.M.W. van Sint-Jans-Molenbeek
C.P.A.S. de Saint-Gilles
519
412
94.527,73
O.C.M.W. van Sint-Gillis
C.P.A.S. de St Josse Ten Noode
287
209
47.952,17
O.C.M.W. van Sint-Joost-ten-Node
C.P.A.S. de Schaerbeek
791
627
143.856,52
O.C.M.W. van Schaarbeek
C.P.A.S. de Watermael-Boitsfort
206
157
36.021,49
O.C.M.W. van Watermaal-Bosvoorde
C.P.A.S. de Woluwé St Lambert
157
101
23.173,06
O.C.M.W. van Sint-Lambrechts-Woluwé
C.P.A.S. de Woluwé St Pierre
235
170
39.004,16
O.C.M.W. van Sint-Pieters-Woluwe
Total - Totaal
27125
18841
4.322.808,27
Ziekenhuizen
Personeel van de plaatselijke besturen
Aantal personeelsleden dat in het BHG woont
Voorschot aan de plaatselijke besturen
Hôpitaux
Personnel des pouvoirs locaux
Nombre d'agents habitant R.B.C. Avances par pouvoirs locaux
HIS
1094
251.003,25
IZZ
CHU Saint-Pierre
1213
278.306,16
UMC Sint-Pieter
Brugmann
1214
278.535,60
Brugmann
Huderf
339
77.778,89
UKZKF
Bordet
508
116.553,61
Bordet
TOTAL - Totaal
4368
1.002.177,51
Hoofdstuk XII
Personeel van de plaatselijke besturen
Aantal personeelsleden dat in het BHG woont
Voorschot aan de plaatselijke besturen
Chapitre XII
Personnel des pouvoirs locaux
Nombre d'agents habitant R.B.C. Avances par pouvoirs locaux
Cuisines Bruxelloises
250
158
36.250,93
Brusselse Keukens
Maisons de Quartier
49
39
8.948,01
Buurthuizen
Valida
403
253
58.047,37
Valida
Total - Totaal
702
450
103.246,31
Mont de Piété
29
12
2.753,23
Berg van Barmhartigheid
Total général - Algemeen totaal
27856
23671
5.430.985,33
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014.
Brussel, 24 april 2014.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Openbare Netheid, R. VERVOORT