gepubliceerd op 06 juni 2012
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
24 MEI 2012. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 26/09/2002 pub. 26/11/2002 numac 2002031554 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 26/09/2002 pub. 26/11/2002 numac 2002031559 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vijfde wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op de instellingen van openbaar nut, artikel 11;
Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, artikel 8, tweede lid;
Gelet op de ordonnantie van 3 december 1992. betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de aanhorigheden ervan in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, artikel 17, gewijzigd bij de ordonnantie van 6 november 2003;
Gelet op de ordonnantie van 18 januari 2001. houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, de artikelen 23, derde lid en 34, § 1;
Gelet op de ordonnantie van 26 juni 2003. houdende oprichting van het Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel, artikel 9;
Gelet op artikel 30 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingcode, toegevoegd door de ordonnantie van 1 april 2004;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 26/09/2002 pub. 26/11/2002 numac 2002031554 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 26/09/2002 pub. 26/11/2002 numac 2002031559 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vijfde wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 3 mei 2011;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 12 mei 2011;
Gelet op het protocol nr. 2011/27 van Sector XV van 13 juli 2011;
Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij van 20 december 2011;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de Gewestelijke Vennootschap van de Haven van Brussel van 23 december 2011;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling van 12 januari 2012;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 5 december 2011;
Gelet op het advies nr 50.599/2 van de Raad van State, gegeven 14 december 2011 in uitvoering van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Pensioenen, gegeven op 16 april 2012;
Op voorstel van de Minister van Openbaar Ambt;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Afdeling 3 van Hoofdstuk VI van Titel VII van Boek I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 26/09/2002 pub. 26/11/2002 numac 2002031554 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 26/09/2002 pub. 26/11/2002 numac 2002031559 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vijfde wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die de artikelen 230bis tot 234 omvat, als gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 april 2003 en 4 juni 2009, wordt vervangen door volgende bepalingen : « Afdeling 3. - Verminderde prestaties om medische redenen
Art. 230bis.De ambtenaar kan vragen om zijn ambt met verminderde prestaties om medische redenen uit te oefenen : 1° om zich opnieuw aan te passen aan het normale arbeidsritme, na een ononderbroken afwezigheid wegens ziekte van tenminste dertig dagen;2° wanneer hij wegens een langdurige medische ongeschiktheid verhinderd is voltijds te werken na een ononderbroken afwezigheid wegens ziekte van tenminste dertig dagen; De beoordeling van de medische toestand van de ambtenaar en de toekenning van de verminderde prestaties om medische redenen gebeurt door een arts van de medische controledienst bedoeld in artikel 227, eerste lid.
Art. 225.§ 1. De ambtenaar bedoeld in artikel 230bis, 1°, kan zijn ambt opnieuw opnemen ten belope van 50 %, 60 % of 80 % van zijn normale prestaties voor een periode van maximum drie maanden.
De verminderde prestaties mogen worden toegestaan voor een periode van één maand. Verlengingen mogen worden toegestaan voor ten hoogste dezelfde periode, indien de medische controledienst bedoeld in artikel 227, eerste lid, oordeelt dat de gezondheidstoestand van de ambtenaar dit wettigt. De bepalingen van artikel 233 zijn van toepassing. § 2. De ambtenaar bedoeld in artikel 230bis, 2°, kan zijn ambt opnieuw opnemen ten belope van 50 %, 60 % of 80 % van zijn normale prestaties voor een periode van maximum twaalf maanden, tenzij de arts van de medische controledienst bedoeld in artikel 227, eerste lid, oordeelt dat het nieuw onderzoek vroeger moet plaatsvinden.
Verlengingen mogen worden toegestaan voor ten hoogste twaalf maanden, indien de medische controledienst bedoeld in artikel 227, eerste lid, bij een nieuw onderzoek oordeelt dat de gezondheidstoestand van de ambtenaar dit wettigt. De bepalingen van artikel 233 zijn van toepassing. § 3. Bij elk onderzoek oordeelt de arts van de medische controledienst bedoeld in artikel 227, eerste lid, of de ambtenaar geschikt is om 50 %, 60 % of 80 % van zijn normale prestaties te leveren.
Tijdens een lopende periode van verminderde prestaties om medische redenen kan de in § 2 bedoelde ambtenaar een nieuw medisch onderzoek aanvragen bij de medische controledienst bedoeld in artikel 227, eerste lid, met het oog op het aanpassen van zijn arbeidsstelsel. § 4. De verminderde prestaties bedoeld in § 1 worden elke dag verricht, tenzij de arts van de medische controledienst bedoeld in artikel 227, eerste lid, er anders over beslist.
De in § 2 bedoelde verminderde prestaties worden verricht volgens een verdeling van de prestaties over de week, conform het advies van de arts van de medische controledienst bedoeld in artikel 227, eerste lid.
Art. 232.§ 1. De dagen dat een ambtenaar afwezig is tijdens deze periode van verminderde prestaties om medische redenen worden beschouwd als verlof. Dit verlof wordt met een periode van dienstactiviteit gelijkgesteld.
De ambtenaar die zijn ambt uitoefent met verminderde prestaties om medische redenen, moet niettemin zijn vakantieverlofdagen opnemen met volledige dagen. § 2. De ambtenaar bedoeld in artikel 230bis, 1° en 2° geniet zijn volledige wedde voor de eerste drie maanden van de verminderde prestaties om medische redenen.
De ambtenaar bedoeld in artikel 230bis, 2°, geniet vanaf de vierde maand de wedde die verschuldigd is voor de verminderde prestaties, vermeerderd met 60 % van de wedde die verschuldigd zou zijn voor de prestaties die niet worden verstrekt. § 3. De verminderde prestaties om medische redenen worden opgeschort door : 1° de loopbaanonderbreking;2° de halftijdse vervroegde uittreding;3° de vrijwillige vierdagenweek;4° de verminderde prestaties om persoonlijke redenen;5° de afwezigheid van lange duur om persoonlijke redenen;6° het bevallingsverlof;7° het ouderschapsverlof;8° het verlof voor de opvang met het oog op adoptie en pleegvoogdij of plaatsing in een onthaalgezin naar aanleiding van een rechterlijke beslissing. De machtiging om verminderde prestaties om medische redenen te verrichten, wordt tijdelijk onderbroken tijdens een afwezigheid wegens ziekte, arbeidsongeval, een ongeval op de weg van en naar het werk en een beroepsziekte.
Art. 233.§ 1. De ambtenaar die verminderde prestaties om medische redenen wenst te genieten, dient het advies verkregen te hebben van de arts van de medische controledienst bedoeld in artikel 227, eerste lid, ten minste vijf werkdagen voor de aanvang van de verminderde prestaties.
De ambtenaar bedoeld in artikel 230bis, 1°, dient een geneeskundig getuigschrift en een plan voor re-integratie voor te leggen van zijn behandelende arts. In het plan voor re-integratie vermeldt de behandelende arts de vermoedelijke datum van de volledige werkhervatting.
De ambtenaar bedoeld in artikel 230bis, 2°, dient een omstandig geneeskundig verslag voor te leggen van een geneesheer-specialist. § 2. De arts van de medische controledienst bedoeld in artikel 227, eerste lid, spreekt zich uit over de medische geschiktheid van de ambtenaar om zijn ambt ten belope van 50 %, 60 % of 80 % van de normale prestaties weer op te nemen. Hij overhandigt zo spoedig mogelijk, eventueel na de behandelende arts bedoeld in artikel 233, § 1, tweede lid, te hebben geraadpleegd, zijn bevindingen schriftelijk aan de ambtenaar. § 3. Na de overhandiging van de bevindingen door de arts van de medische controledienst bedoeld in artikel 227, eerste lid, in het kader van een aanvraag voor verminderde prestaties om medische redenen bedoeld in artikel 230bis, 1° en 2°, kan de ambtenaar, indien hij niet akkoord gaat met deze bevindingen, vragen dat een arts-scheidsrechter wordt aangewezen overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 227, tweede lid.
De arts-scheidsrechter voert het medisch onderzoek uit en beslist in het medisch geschil binnen drie werkdagen na zijn aanwijzing. Elke andere vaststelling blijft beschermd door het beroepsgeheim.
De kosten van deze procedure, alsmede de eventuele verplaatsingskosten van de ambtenaar, vallen ten last van de in het ongelijk gestelde partij.
De arts-scheidsrechter brengt diegene die het geneeskundig getuigschrift heeft afgeleverd en de arts van de medische controledienst bedoeld in artikel 227, eerste lid, op de hoogte van zijn beslissing. de medische controledienst bedoeld in artikel 227, eerste lid, en de ambtenaar worden onmiddellijk bij een ter post aangetekende brief verwittigd door de arts-scheidsrechter.
Art. 234.Indien de medische controledienst bedoeld in artikel 227, eerste lid, van oordeel is dat een ambtenaar geschikt is om zijn ambt terug op te nemen ten belope van 50 %, 60 % of 80 % van zijn normale prestaties dan geeft hij daarvan kennis aan de directeur-generaal of de adjunct-directeur-generaal.
De directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal nodigen de ambtenaar uit het werk te hervatten en staan hem toe voornoemde verminderde prestaties te verrichten voor zover deze verenigbaar zijn met de vereisten van de goede werking van de dienst.
Indien de ambtenaar geen gevolg geeft aan deze vraag om het werk te hervatten, wordt hij in non-activiteit geplaatst. »
Art. 2.De Minister bevoegd voor Openbaar Ambt wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 mei 2012.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE