22 SEPTEMBER 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van het onteigeningsplan nr. 6996 van de stad Brussel

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rechtspleging bij dringende omstandigheden inzake onteigening voor openbaar nut;

Gelet op de ordonnantie van 22 februari 1990 betreffende de onteigeningen voor openbaar nut doorgevoerd en toegestaan door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

Gelet op de ordonnantie van 7 oktober 1993 houdende organisatie van herwaardering van de wijken, inzonderheid op het artikel 6;

Gelet op het overleg van de gemeenteraad van 22 october 2007 tot goedkeuring van het programma van het wijkcontract Roodhuis, gelet op de beraadslaging van 23 november 2009 tot goedkeuring van het aangepast programma;

Gelet op de volgende prioritaire operaties : - 5.3 voor het oprichten van een kinderdagverblijf, van een polyvalente zaal en het aanleggen van een speelplein, - 5.4 voor de inrichting van een lokaal voor de Dienst Netheid, - 1.9 voor het optrekken van 5 woningen, - 1.8 voor het optrekken van 10 woningen;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2007 waarbij een subsidie wordt verleend aan de Stad Brussel voor de verwezenlijking van het programma voor de herwaardering van de wijk Roodhuis;

Gelet op het openbaar onderzoek van 3 februari 2011 tot 4 maart 2011 over het onteigeningsplan;

Gelet op de beraadslaging van 15 mei 2011 waarbij de gemeenteraad van de Stad Brussel het onteigeningsplan nr. 6996A betreffende de als volgt gekadastreerde goederen goedkeurt : Afdeling 15, Sectie D

- nr. 9890 153m7 - nr. 9890 153n7 - nr. 10364 155/02z - nr. 11287 263y7 - nr. 10157 263K7 Gelet op het programma van het wijkcontract Roodhuis en in het bijzonder het luik 1, de prioritaire operaties nr. 1.8 (Ciplet 7) en nr. 1.9 (Ciplet 11) die de construtie van in totaal 15 woningen beogen;

Overwegende dat deze operaties volledig aansluiten bij de doelstellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de Stad Brussel om het aanbod aan sociale woningen te verhogen in de te herwaarderen wijken; dat het beoogde terrein een van de zelfdame onbebouwde terreinen binnen de bastgestelde werkingsperimeter is;

Overwegende de noodzaak om zo snel mogelijk sociale woningen te huur te kunnen stellen, gelet op de belangrijke vraag ter zake;

Gelet op het programma van het wijkcontract Roodhuis en in het bijzonder het luik 5, de prioritaire operaties nr. 5.3 (Maria-Christina 164 en Gravin van Vlaanderen 69) en 5.4 Kerkeveld 53), de eerste beoogt de oprichting van een kinderdagverblijf en de tweede de inrichting van een lokaal voor de Dienst Netheid van de Stad;

Overwegende dat deze operaties volledig aansluiten bij de doelstellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de Stad Brussel om het aanbod aan onthaalstructuren voor jonge kinderen te verhogen, en de dienstverlening aan de bevolking op het vlak van netheid te verbeteren in de te herwaarderen wijken;

Overwegende de noodzaak om zo snel mogelijk crècheplaatsen te kunnen ter beschikking stellen, gelet op de belangrijke noden ter zake;

Overwegende dat het optrekken van sociale woningen evenals het oprichten van een gemeentelijk kinderdagverblijf onder het algemeen belang vallen; dat de aankoop van deze percelen door de Stad vereist;

Overwegende de opmerkingen die gedurende het openbaar onderzoek geformuleerd worden;

Overwegende dat de eigenaars van het goed gelegen te Cipletstraat 11-13 verbaasd zijn dat de Stad heeft laten weten niet meer geïnteresseerd zijn in het nr. 13, terwijl dit perceel nooit werd voorzien in de onteigening;

Overwegende dat ze anderzijds bezorgd zijn dat het behoud van de onteigening van nr. 11 een eventuele toekomstige verkoop zou bemoeilijken, terwijl de intentie van de Stad is om, zonder het daarom uit te oefenen, haar onteigeningsrecht te behouden tot de significante oprichting van een geschikt project dat in de geest van het wijkcontract is;

Overwegende dat de eigenaars van het goed gelegen te Kerkveldstraat 53 hun angst hebben geuit omtrent het verder verhuren van de verdiepingen, terwijl de onteigening enkel nog het gelijkvloers betreft en dat de opslagplaats van de Dienst Netheid van de Stad geen incompatibele activiteit vormt met de huisvesting;

Overwegende dat één klacht werd geuit door de afgevaardigde van de onderneming, eigenaar van het nr. 7, de Cipletstraat, tegen de waarde die hem werd voorgesteld, terwijl de onderhandelingen lopende zijn op normale basis en dat bij onenigheid de procedure zal afgehandeld worden via gerechtelijke weg;

Overwegende dat de raad van de onderneming, eigenaar van het goed gelegen te Gravin van Vlaanderenstraat 69 en Maria-Christinastraat 164, laat weten dat het verdwijnen van de toegang aan de achterkant van het handelsgebouw van een grootdistributie gelegen te Marie-Christinastraat, grote gevolgen zal hebben en een negatieve invloed op de waarde van het goed, terwijl de Stad de toegang zo zal behouden omdat ze hem gedeeltelijk nodig heeft als berijdbare toegang en voetpad voor de kribbe voorzien binnen het huizenblok;

Gelet op het gunstig advies van de Overlegcommissie van 15 maart 2011;

Overwegende dat, de voorstellen tot onderhandse aankoop door de eigenaren van de percelen verworpen zijn;

Overwegende dat de termijn van het wijkcontract Roodhuis afloopt op 16 december 2011;

Overwegende dat het daarom noodzakelijk is om, omwille van openbaar nut, tot de inbezitneming over te gaan van de percelen die voorkomen op de onteigeningsplannen en dit in overeenkomst met de bepalingen van de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rechtspleging bij dringende omstandigheden inzake onteigening voor openbaar nut, Besluit :

Artikel 1.Goedgekeurd wordt het onteigeningsplan nr. 6996A betreffende het als volgt gekadastreerde roerende en onroerend goederen goedkeurt : Afdeling 15, Sectie D

- nr. 9890 153m7 - nr. 9890 153n7 - nr. 10364 155/02z - nr. 11287 263y7 - nr. 10157 263K7.

Art. 2.Het is noodzakelijk om, omwille van openbaar nut, de onmiddellijke inbezitneming van de percelen aangegeven op artikel 1 en die op het onteigeningsplan vermeld zijn te vorderen.

Art. 3.De Stad Brussel wordt gemachtigd om over te gaan tot de onteigening.

Art. 4.De rechtspleging bij dringende omstandighede, bepaald bij de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, kan op de onteigening worden toegepast.

Brussel, 22 september 2011.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK