gepubliceerd op 21 september 2011
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 september 2011 betreffende de aanplakking en de verwittiging, voorgeschreven voor de toegestane stedenbouwkundige handelingen en werken
8 SEPTEMBER 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 september 2011 betreffende de aanplakking en de verwittiging, voorgeschreven voor de toegestane stedenbouwkundige handelingen en werken
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 3 juli 1992 betreffende de aanplakking die is voorgeschreven voor de toegestane stedenbouwkundige handelingen en werken;
Gelet op het advies 49.899/2/V van de Raad van State uitgebracht op 19 juli 2011 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de voorgestelde wijzigingen geen aanzienlijke impact hebben op de ontwikkeling van het Gewest, is het niet nodig het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie overeenkomstig artikel 7, tweede lid van het BWRO in te winnen;
Op de voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Ruimtelijke Ordening;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « BWRO » : het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening.2° « infrastructuurwerken » : het aanleggen, het wijzigen, het verbouwen of het afschaffen van wegen, bruggen, tunnels, parkeerruimten op het openbaar domein, spoorwegen, metro, hydraulische werken, rioleringen, kanalen, havens, geluidswerende inrichtingen en van de leidingen en installaties voor energie- en grondstoffenvervoer en voor telecommunicatie. HOOFDSTUK II. - Verplichting van aanplakking
Art. 2.De door artikel 194/2, eerste lid, van het BWRO vereiste mededeling is conform het bij dit besluit gevoegde affichemodel.
Art. 3.Het advies vermeldt de naam van de betreffende gemeente, het type vergunning dat werd afgegeven, de datum van afgifte van de vergunning en die van haar eventuele uitdrukkelijke of stilzwijgende verlenging, de vergunningverlenende overheid, het voorwerp van de vergunning, de duur van de werken, de naam, het adres en het telefoonnummer waar de aannemer of de werfbeheerder bereikbaar is, evenals het uurrooster van de werf.
Art. 4.Het advies wordt ten minste acht dagen vóór de aanvang van de werken of vóór overgegaan wordt tot de handelingen waarvoor de vergunning afgegeven werd, aangeplakt.
Art. 5.§ 1. Het aanplakbiljet wordt in het zwart op wit papier van formaat DIN A3 gedrukt. Het wordt op de grens van het goed en gelijklopend met de openbare weg aangebracht op een hoogte van 1,50 meter, indien nodig op een schutting of op een paal met paneel, zodat het gemakkelijk kan gelezen worden. Tijdens de hele duur van de bekendmaking moet het aanplakbiljet goed zichtbaar en leesbaar blijven. § 2. Als het om een stedenbouwkundige vergunning gaat die betrekking heeft op infrastructuurwerken, dient de mededeling minstens op twee plaatsen van het betrokken weggedeelte op dezelfde wijze aangeplakt te worden.
Indien de handelingen en werken betrekking hebben op een weggedeelte van meer dan 100 meter lang of op meerdere weggedeelten, dan moet de mededeling naargelang het geval iedere 100 meter of op elk weggedeelte worden aangeplakt. § 3. Indien de handelingen of werken betrekking hebben op een vloeroppervlakte van meer dan 1 000 m2, dan dient de tekst van de bijlage bovendien op een paneel van minstens 4 m2 in grote letters aangebracht te worden. HOOFDSTUK III. - Verplichting van aanplakking
Art. 6.In de in artikel 194/2, derde lid, van het BWRO bedoelde bekendmaking, deelt de houder van de vergunning volgende informatie mee : 1° de referenties van de vergunning : referenties van het dossier, adres van het goed, datum van de afgifte van de vergunning, overheid die de vergunning heeft afgegeven;2° zijn naam of maatschappelijk doel;3° de aanvangsdatum van de handelingen of werken;4° de datum van de aanplakking van het advies dat vermeldt dat de vergunning werd afgegeven;5° de naam, het adres en het telefoonnummer van de aannemer of van de werfbeheerder.
Art. 7.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 3 juli 1992 betreffende de aanplakking voorgeschreven voor de toegestane handelingen en werken inzake stedenbouw, wordt opgeheven.
Art. 8.De Minister die bevoegd is voor Stedenbouw wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 september 2011.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE