Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 07 juli 2011
gepubliceerd op 03 augustus 2011

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de oprichting van het Technisch Comité van de reisagentschappen

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2011031372
pub.
03/08/2011
prom.
07/07/2011
ELI
eli/besluit/2011/07/07/2011031372/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 JULI 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de oprichting van het Technisch Comité van de reisagentschappen


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming van de instellingen van 8 augustus 1980;

Gelet op artikel 8 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

Gelet op de artikelen 5, § 3, 9, § 2 en 11 van de ordonnantie van 22 april 2010 houdende het statuut van de reisagentschappen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 maart 2011;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 31 maart 2011;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad, gegeven op 28 april 2011;

Gelet op het advies 49.774/3 van de Raad van State, gegeven op 21 juni 2011, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister bevoegd voor Economie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Definities In dit besluit verstaat men onder : 1° « ordonnantie » : de ordonnantie van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 22 april 2010 houdende het statuut van de reisagentschappen;2° « reisagentschap » : elke natuurlijke of rechtspersoon als bedoeld in artikel 1, § 2, 2°, van de ordonnantie;3° « vergunning » : de vergunning als bedoeld in artikel 2, §§ 1 en 2 van de ordonnantie;4° « gedelegeerd ambtenaar » : ambtenaar gemachtigd door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, als bedoeld in de artikelen 3, 5, 7, 8, 9, 12, 13 en 14 van de ordonnantie;5° « instelling van hoger onderwijs » : elke instelling van hoger onderwijs of universiteit, gevestigd in België of in een andere lidstaat van de Europese Unie of uit de Europese Vrijhandelsassociatie zodra de Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties op deze Staten van toepassing zal zijn.6° « Minister » : de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie.

Art. 2.Oprichting van het Technisch Comité Een Technisch Comité van de reisagentschappen wordt opgericht, belast met de opdrachten zoals omschreven in artikel 11 van de ordonnantie.

Art. 3.Samenstelling § 1. Het Technisch Comité is uit 6 leden samengesteld. § 2. Het Technisch Comité wordt door een van zijn leden die de titel van Voorzitter draagt voorgezeten.

Het Technisch Comité bevat eveneens een Vice-voorzitter die de rol speelt van Voorzitter in geval van afwezigheid van deze. In geval van afwezigheid van de Vice-voorzitter, oefent het oudste lid de functie van voorzitter uit. § 3. De helft van de leden van het Technisch Comité beschikt over relevante ervaring, van minstens tien jaar in de sector van de reisagentschappen of in een aanverwante sector.

De andere helft van de leden van het Technisch Comité hebben in de tien jaar voorafgaand aan de indiening van hun kandidatuur, en gedurende minstens vijf jaar, een mandaat van docent in de sector van het toerisme, in een instelling van hoger onderwijs uitgeoefend.

De leden van het Technisch Comité mogen geen actieve operatoren in de sector van de reisagentschappen of concurrerend in een aanverwante sector zijn. Als een lid terug in de sector van de reisagentschappen of in een aanverwante sector actief wordt, neemt zijn mandaat binnen het Technisch Comité automatisch een einde. § 4. Het Technisch Comité bevat maximaal twee op drie leden van dezelfde taalrol.

De taalrol van een lid van het Technisch Comité wordt bepaald in functie van de landstaal waarin zijn hoogste diploma werd uitgereikt.

De houder van een diploma dat niet door de Franse of Vlaamse Gemeenschap werd uitgereikt, kiest op het moment van indiening van zijn kandidatuur zijn taalrol De Voorzitter en de Vice-voorzitter behoren tot een verschillende taalrol. § 5. Wanneer het Technisch Comité gevraagd wordt om een advies te verlenen over de ontwerpen van regelgeving met betrekking tot de reisagentschappen, kan de gedelegeerd ambtenaar of de persoon die hij aanduidt het technisch comité met raadgevende stem bijstaan.

Hij kan het Technisch Comité niet bijstaan wanneer het comité een beslissing neemt over de toekenning, de weigering, de opschorting of de intrekking van een vergunning. § 6. Indien hij dit nuttig acht, kan de Voorzitter een deskundige, die geen lid is van het Technisch Comité uitnodigen, om de vergaderingen bij te wonen. De deskundige beschikt over een raadgevende stem.

Wanneer het Technisch Comité gevraagd wordt om een advies te verlenen inzake toekenning, weigering, opschorting of intrekking van vergunningen, dan mag de deskundige geen economische operator zijn die in de sector van de reisagentschappen of concurrerend in een aanverwante sector actief is. § 7. Wanneer het Technisch Comité wordt gevraagd om een advies te verlenen over de ontwerpen van regelgeving met betrekking tot de reisagentschappen, dan nodigt hij een vertegenwoordiger van elke beroepsfederatie van de sector van reisagentschappen uit om de vergadering bij te wonen. Deze vertegenwoordiger beschikt over een raadgevende stem.

De beroepsfederatie die binnen het Technisch Comité wil vertegenwoordigd worden wanneer het comité zich over de ontwerpen van regelgeving met betrekking tot de reisagentschappen uitspreekt, moet aan het secretariaat van het Technisch Comité de identiteit en de professionele gegevens meedelen van de persoon die gevraagd wordt om haar binnen het Technisch Comité te vertegenwoordigen. § 8. Het secretariaat wordt waargenomen door het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Administratie Economie en Tewerkstelling, dat geen lid is van het Technisch Comité.

Het secretariaat wordt belast met de voorstelling van de dossiers aan de leden van het Technisch Comité en het opstellen van de processen-verbaal.

Het secretariaat mag niet door de gedelegeerd ambtenaar worden waargenomen.

Art. 4.Benoemingsprocedure § 1. Iedere persoon die beantwoordt aan de voorwaarden zoals beschreven in artikel 3, § 3, die binnen het Technisch Comité een vacante betrekking wil innemen, dient zijn kandidatuur in bij de Minister, volgens de modaliteiten vastgelegd in de bekendmaking van de vacante betrekking, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. § 2. De Minister verwijdert de kandidaturen die onontvankelijk zijn of die niet aan de vereisten beantwoorden.

Na overgegaan te zijn tot een vergelijking van de diploma's en de verdiensten van de kandidaten waarvan de kandidatuur ontvankelijk werd verklaard, stelt de Minister een dubbele lijst van de kandidaturen volgens orde van voorkeur op : de eerste lijst bevat de rangschikking van de kandidaatstellingen van personen die relevante ervaring in de sector van de reisagentschappen of aanverwante sector kunnen voorleggen, een tweede lijst bevat de rangschikking van de kandidaatstellingen van personen die doceren inzake toerisme.

Naast elke naam van de kandidaat wordt er aangeduid tot welke taalrol hij behoort. § 3. Op basis van de dubbele lijst als bedoeld in de voorgaande paragraaf, duidt de Minister de leden van het Technisch Comité aan.

Hij duidt ook de Voorzitter en de Vice-voorzitter van het technisch comité aan.

Art. 5.Beraadslagingen en stemmingen § 1. Op vraag van de voorzitter worden de leden door de secretaris voor de vergaderingen van het Technisch Comité opgeroepen, en dit minstens acht dagen vóór de vergadering plaatsvindt. De agenda van de vergaderingen en alle documenten nuttig ter voorbereiding worden aan de leden samen met de oproep meegedeeld.

Wanneer het Technisch Comité over een ontwerp van regelgeving inzake reisagentschappen beraadslaagt, worden de gedelegeerd ambtenaar alsook de vertegenwoordigers van de beroepsorganisaties die zich bij het secretariaat van het Technisch Comité hebben aangemeld en die de Voorzitter besloten heeft uit te nodigen, eveneens opgeroepen. § 2. Het Technisch Comité neemt geldige beslissingen wanneer de helft van zijn leden plus één aanwezig zijn.

Het advies door het Technisch Comité wordt geldig verleend bij gewone meerderheid van stemmen.

De Voorzitter beschikt over een doorslaggevende stem in geval van verdeeldheid van stemmen. De Vice-voorzitter beschikt enkel over een doorslaggevende stem wanneer de Voorzitter afwezig is. Het oudste lid beschikt enkel over een doorslaggevende stem wanneer de Voorzitter en de Vice-voorzitter afwezig zijn.

Art. 6.Onpartijdigheid § 1. Wanneer het Technisch Comité een uitspraak doet over een aanvraag tot vergunning of een opschorting of een intrekking van een vergunning, dan deelt de gedelegeerd ambtenaar aan de betrokkene, middels aangetekend schrijven als bedoeld in artikel 5, § 2, tweede lid, en artikel 9, § 2, eerste lid van de ordonnantie, de lijst met namen van de leden van het Technisch Comité mee.

De betrokkene kan de wraking van een of meerdere leden van het Technisch Comité vragen, wanneer hij aantoont dat de aanwezigheid van een of meerdere leden ernstige twijfels doet rijzen met betrekking tot de onpartijdigheid van het Technisch Comité. Het Technisch Comité spreekt zich uit over het wrakingsverzoek, waarbij het lid voor wie de wraking wordt verzocht niet kan zetelen. § 2. Wanneer het Technisch Comité een uitspraak doet over een aanvraag tot vergunning of een opschorting of een intrekking van vergunning, is elk lid van het Technisch Comité, onafhankelijk van het mechanisme tot wraking voorzien in § 1, gehouden om zich in geval van belangenconflict terug te trekken.

Het huishoudelijk reglement van het Technisch Comité stelt de gevallen vast waarin er van een onweerlegbaar vermoeden van belangenconflict sprake is.

Art. 7.Duur De duur van het mandaat van de leden van het Technisch Comité is vier jaar. Dit mandaat is hernieuwbaar.

Art. 8.Huishoudelijk reglement Het Technisch Comité stelt een huishoudelijk reglement op dat hij ter goedkeuring voorlegt aan de Minister.

Art. 9.Periodiciteit van de vergaderingen § 1. Het Technisch Comité komt samen binnen de dertig dagen volgend op de indiening van een aanvraag tot vergunning. § 2. Wanneer beoogd wordt om de vergunning in te trekken of op te schorten, dan komt het Technisch Comité bijeen ten vroegste vijftien dagen en ten laatste dertig dagen volgend op de aanhangigmaking bij het Technisch Comité door de gedelegeerd ambtenaar in toepassing van artikel 9, § 2, 1e lid van de ordonnantie. § 3. Wanneer hij wordt gevraagd om zich uit te spreken over een ontwerp van regelgeving met betrekking tot de reisagentschappen, dan komt het Technisch Comité binnen de vijftien dagen bijeen, te rekenen vanaf de overdracht van het ontwerp. § 4. Het Technisch Comité komt minstens één keer per jaar samen.

Art. 10.Presentiegeld Er wordt aan de leden van het Technisch Comité presentiegeld toegekend ten bedrage van euro 16,50 vastgesteld tegen het indexcijfer 138,01 per vergadering die ze effectief hebben bijgewoond.

De leden van het Technisch Comité kunnen bovendien aanspraak maken op een verplaatsingsvergoeding per kilometer die identiek is aan deze van de ambtenaren van rang A3 van het Ministere van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de verplaatsingen met de wagen of met de fiets.

Verplaatsingen met het openbaar vervoer worden terugbetaald bij het voorleggen van de bewijsstukken.

Art. 11.Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op de datum van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Hij doet op dezelfde datum artikel 11, 1°, van de Ordonnantie in werking treden.

Art. 12.Eindbepaling De Minister wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 juli 2011.

Vanwege de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE

^