gepubliceerd op 20 juni 2011
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 28 november 2002 houdende oprichting van de Raad voor Economische Coördinatie
1 JUNI 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 28 november 2002 houdende oprichting van de Raad voor Economische Coördinatie
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, gewijzigd door de wet van 8 augustus 1988, door de bijzondere wet van 16 januari 1989 en door de bijzondere wet van 16 juli 1993 ter vervollediging van de federale staatsstructuur;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, gewijzigd door de bijzondere wetten van 5 mei en 16 juli 1993;
Gelet op het besluit van 28 november 2002 houdende oprichting van de Raad voor Economische Coördinatie;
Overwegende het belang voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van het opnieuw definiëren van de opdrachten van de Raad voor Economische Coördinatie in verband met de bedrijven en projectbezielers van economische aard.
Overwegende dat het advies van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en ook van het Brussels Instituut voor Onderzoek en Innovatie, van de vereniging zonder winstgevend doel Atrium en van het Agentschap voor Territoriale ontwikkeling VZW, noodzakelijk zijn voor het volbrengen van de opdrachten van de Raad voor Economische Coördinatie;
Op voordracht van de Minister van Economie, Besluit :
Artikel 1.Artikel 2, § 2, van het besluit van 28 november 2002 wordt aangevuld als volgt : De gewestelijke overheidsondernemingen en hun vertegenwoordigers zijn: ? de Algemeen bestuurder en de directeur generaal van Economische expansie van de GOMB; ? de Voorzitter en de Vice-voorzitter van de GIMB; ? De Algemeen Directeur en de Adjunct-algemeen Directeur van het B.I.M.; ? De Algemeen Directeur en de Adjunct-algemeen Directeur van de BGDA (ACTIRIS); ? De Algemeen Directeur en de Adjunct-algemeen Directeur van de Haven van Brussel; ? De Voorzitter en de Vice-voorzitter van het Waarborgfonds; ? De Algemeen Directeur van het Bestuur Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; ? De Directeur van de Dienst Buitenlandse Handel en Buitenlandse investeringen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; ? De Directeur van de Directie Stedenbouwkunde van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; ? De Bestuurder-directeur-generaal en adjunct-directeur-generaal van de Maatschappij voor het Intercommunaal vervoer Brussel; ? De directeur-generaal van het Bestuur Uitrustingen en Verplaatsingen; ? De directeur-generaal en de adjunct- directeur-generaal van het IWOIB (INNOVIRIS); ? de directeur van ATRIUM; ? De operationeel directeur van het Brussels Agentschap voor de Onderneming.
Art. 2.Een 3e paragraaf wordt aan het artikel 2 toegevoegd, als volgt geformuleerd: « De Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Agenschap van de territoriale ontwikkeling en de Institut bruxellois francophone pour la formation professionnelle, worden uitgenodigd op de vergaderingen van de Raad in de hoedanigheid van waarnemers ».
Art. 3.Artikel 3 wordt als volgt vervangen : « Op basis van de suggesties van zijn leden, debatteert en beslist de Raad over concrete en gecoördineerde oplossingen die het mogelijk maken om te reageren op de moeilijkheden die bedrijven ondervinden om zich te vestigen, om te blijven of om zich uit te breiden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze oplossingen kunnen zowel de bedrijven in het bijzonder betreffen als de algemene problematiek. » « Om deze debatten gaande te houden, geeft de Raad aan het Brussels Agentschap voor de Onderneming de opdracht om jaarlijks een lijst voor te leggen met de voornaamste moeilijkheden waarmee de ondernemingen regelmatig geconfronteerd worden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het Brussels Agentschap voor de Onderneming is bovendien belast met het regelmatig informeren van de Minister van Economie over de opvolging van de beslissingen van de Raad en de dossiers die door deze worden behandeld. »
Art. 4.Aan artikel 4 wordt na « driemaandelijkse » de volgende zin toegevoegd : « De werkgroepen mogen gevormd worden buiten dit rooster, wanneer er een aantal dossiers dringend behandeld moeten worden of als er nood is om bepaalde problemen uit te diepen. »
Art. 5.Artikel 5 wordt als volgt vervangen: « De Minister van Economie of zijn vertegenwoordiger zit de vergaderingen van de Raad voor. »
Art. 6.Artikel 6 wordt als volgt vervangen : « Het secretariaat van de Raad en de coördinatie van haar werkgroepen worden verzekerd door het Brussels Agentschap voor de Onderneming. »
Art. 7.De Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, op 1 juni 2011.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel en Wetenschappelijk Onderzoek, B.CEREXHE