gepubliceerd op 22 december 2010
Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende uitvoering van artikel 25 van de ordonnantie van 26 maart 2009 tot bevordering van het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie
9 DECEMBER 2010. - Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende uitvoering van artikel 25 van de ordonnantie van 26 maart 2009 tot bevordering van het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie
De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, meer bepaald artikel 8, 1e lid;
Gelet op de ordonnantie van 26 juni 2003 houdende oprichting van het Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel, onder meer artikel 4, § 2;
Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, de artikelen 92 tot 95;
Gelet op de ordonnantie van 26 maart 2009 tot bevordering van het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie, onder meer artikelen 25 en 26;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 21 september 2010;
Gelet op het advies van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 4 oktober 2010;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 juli 2010;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 16 juli;
Gelet op het advies nr. 48.868/1 van de Raad van State, gegeven op 16 november 2010, bij toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Minister van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Wetenschappelijk Onderzoek, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « ordonnantie » : de ordonnantie van 26 maart 2009 tot bevordering van het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie;2° « steun » : de financiering toegekend aan een onderzoeksorganisatie voor de tijdelijke aanwerving van een onderzoeker zoals bedoeld in artikel 25 van de ordonnantie; 3° « I.W.O.I.B. » : Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel, opgericht door de ordonnantie van 26 juni 2003; 4° « overeenkomst » : de overeenkomst bedoeld in artikel 27 van de ordonnantie;5° « aanvrager » : de onderzoeksorganisatie in de betekenis van artikel 2, 3° van de ordonnantie, die ten minste een onderzoekspool heeft op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een aanvraag tot steun indient;6° « begunstigde » : de aanvrager aan wie de Regering steun heeft toegekend;7° « industriële partner » : de onderneming in de betekenis van artikel 2, 4° van de ordonnantie die over een hoog niveau van wetenschappelijke en technische expertise beschikt;8° « bedrijfsdoctoraat » : het project dat leidt tot het verdedigen van een doctoraatsthesis, uitgevoerd in samenwerking met een industriële partner;9° « onderzoeker » : de natuurlijke persoon die door de aanvrager wordt aangeworven voor een bedrijfsdoctoraat;10° « Minister » : de Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Wetenschappelijk Onderzoek. HOOFDSTUK II. - Criteria en voorwaarden van toekenning 1° de vernieuwende aard van het project waaraan de onderzoeker deelneemt in vergelijking met de staat van de kennis en/of de bestaande technieken;2° de wetenschappelijke en/of technologische risico's die moeten worden overwonnen om de doelstellingen te verwezenlijken die de aanvrager en de industriële partner samen vaststellen;3° de overeenstemming tussen de expertise van de onderzoeker en het project waaraan hij deelneemt;4° de vooruitzichten van industriële en commerciële valorisatie van de resultaten die de industriële partner verwacht;5° de potentiële impact van die valorisatie op de economie, de werkgelegenheid en het leefmilieu op het niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;6° de tijd die de onderzoeker doorbrengt op de Brusselse exploitatiezetel van de industriële partner, wetende dat die tijd niet korter mag zijn dan 50 % van de duur van het bedrijfsdoctoraat.
Art. 2.De onderzoeker mag niet worden aangeworven in het kader van deze steun vóór de datum van het ontvangstbewijs van de steunaanvraag, bedoeld in artikel 6, § 1, en door het I.W.O.I.B. afgegeven aan de begunstigde. Bij gebrek daaraan verliest de begunstigde zijn recht op het geheel van de steun die het voorwerp van de aanvraag is. HOOFDSTUK III. - Procedure van toekenning
Art. 3.§ 1. Ten minste eenmaal per jaar lanceert het I.W.O.I.B. een oproep tot kandidaten waarmee het de onderzoeksorganisaties met een onderzoekspool op het grondgebied van het Gewest uitnodigt om hun steunaanvragen in te dienen met het oog op het verwezenlijken van een bedrijfsdoctoraat.
De oproep tot kandidaten wordt met name gepubliceerd op de website van het I.W.O.I.B. § 2. De oproep tot kandidaten bevat meer bepaald : 1° het voorwerp van de oproep;2° de informatie die de kandidaten moeten verstrekken;3° de voorwaarden en de uiterste datum voor het indienen van de kandidaturen.
Art. 4.De kandidaturen worden bij het I.W.O.I.B. ingediend op een formulier waarvan de vorm, de inhoud en de bijlagen worden bepaald door het I.W.O.I.B. De aanvrager voegt daarbij de vereiste bijlagen, meer bepaald het ontwerp van contract dat met de industriële partner moet worden gesloten.
Art. 5.§ 1. Binnen de vijf werkdagen na ontvangst van het dossier stuurt het I.W.O.I.B. een bewijs van ontvangst van het dossier van kandidatuur, met de referenties van het dossier, naar de kandidaat.
Dit ontvangstbewijs wordt verzonden onverminderd de latere evaluatie van het dossier van kandidatuur. § 2. Het I.W.O.I.B. onderzoekt de ontvankelijkheid van het dossier.
Een dossier wordt geacht ontvankelijk te zijn wanneer het dossier volledig is, d.w.z. wanneer het alle informatie bevat die wordt gevraagd krachtens artikel 4, § 2, 2°. § 3. Indien het dossier van kandidatuur ontvankelijk is, brengt het I.W.O.I.B. de aanvrager daarvan op de hoogte. § 4. Is het dossier onvolledig, dan stuurt het I.W.O.I.B. een brief naar de aanvrager met vermelding van de ontbrekende elementen. De aanvrager beschikt vanaf de verzendingsdatum van dit schrijven over een termijn van vijftien werkdagen om zijn dossier te vervolledigen.
Blijft het dossier na het verstrijken van die termijn onvolledig, dan wordt de aanvraag afgewezen.
Indien de aanvrager zijn dossier correct aanvult binnen de termijn bedoeld in voorafgaand lid, meldt het I.W.O.I.B. aan deze aanvrager dat zijn dossier ontvankelijk is.
Indien, na het verstrijken van deze termijn, het dossier onvolledig blijft, wordt de aanvraag verworpen.
Art. 6.De dossiers van kandidatuur die ontvankelijk worden verklaard, worden verzonden naar een jury van onafhankelijke wetenschappelijke en economische experts; het I.W.O.I.B. is verantwoordelijk voor de samenstelling en organisatie van de jury en neemt ook het voorzitterschap van de jury waar.
Art. 7.Op basis van de analyse van de ontvankelijke dossiers en van het gesprek met de kandidaten evalueert en rangschikt de jury de kandidaturen, onder meer op basis van de criteria vermeld in artikel 2 van dit besluit.
Art. 8.§ 1. De jury stelt een omstandig proces-verbaal op ter rechtvaardiging van zijn rangschikking. § 2. Op basis van dit proces-verbaal brengt het I.W.O.I.B. verslag uit bij de Minister die, in voorkomend geval, een voorstel van beslissing formuleert voor de Regering. HOOFDSTUK IV. - Toekenning en uitkering van de steun
Art. 9.De Regering stelt, in voorkomend geval, de beslissing van toekenning van de steun vast. § 2. De Minister en de begunstigde sluiten de overeenkomst. Het I.W.O.I.B. is daarna belast met de administratieve en financiële opvolging van deze overeenkomst. § 3. Na goedkeuring door het I.W.O.I.B. is het contract tussen de begunstigde en de industriële partner een volwaardig onderdeel van de overeenkomst.
Art. 10.§ 1. De steun kan worden uitgekeerd in de vorm van opeenvolgende schijven in overeenstemming met artikel 95 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle. § 2. Alleen de uitgaven die worden opgelopen tijdens de periode die door de overeenkomst wordt gedekt, komen in aanmerking.
Art. 11.De modaliteiten van uitkering van de steun worden bepaald in de overeenkomst. HOOFDSTUK V. - Verplichtingen van de begunstigde
Art. 12.De begunstigde is gehouden : 1° te waken over de naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst en het contract bedoeld in artikelen 6 en 11, § 3 van dit besluit;2° de bewijsstukken van de toelaatbare uitgaven te bewaren gedurende zeven jaar na afsluiting van het project.
Art. 13.De voorwaarden van teruggave van de steun worden vastgelegd in de overeenkomst.
Art. 14.Indien de begunstigde zijn verplichtingen niet nakomt, kan het I.W.O.I.B. de uitbetaling van de steun opschorten zoals bepaald in artikel 28 van de ordonnantie.
Art. 15.In geval van opschorting of beëindiging van het contract met de industriële partner, om welke reden ook, behoudt het I.W.O.I.B. zich het recht voor de overeenkomst waarbij de steun wordt toegekend te beëindigen. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 16.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.
Art. 17.De Minister bevoegd voor Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 december 2010.
Vanwege de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Economie, Werkgelegenheid en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE