Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 09 december 2010
gepubliceerd op 22 december 2010

Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende uitvoering van artikel 22 van de ordonnantie van 26 maart 2009 tot bevordering van het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2010031580
pub.
22/12/2010
prom.
09/12/2010
ELI
eli/besluit/2010/12/09/2010031580/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 DECEMBER 2010. - Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende uitvoering van artikel 22 van de ordonnantie van 26 maart 2009 tot bevordering van het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie


De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Gelet op de Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening) (PB, L 214 van 9 augustus 2008, p. 3);

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, meer bepaald artikel 8, 1e lid;

Gelet op de ordonnantie van 26 juni 2003 houdende oprichting van het Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel, onder meer artikel 4, § 2;

Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, de artikelen 92 tot 95;

Gelet op de ordonnantie van 26 maart 2009 tot bevordering van het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie, onder meer artikelen 22 en 26;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 21 september 2010;

Gelet op het advies van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 4 oktober 2010;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 juli 2010;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 16 juli 2010;

Gelet op het advies nr. 48.867/1 van de Raad van State, gegeven op 16 november 2010, bij toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Wetenschappelijk Onderzoek, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « ordonnantie » : de ordonnantie van 26 maart 2009 tot bevordering van het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie;2° « diensten » : de diensten voor advies en ter ondersteuning van innovatie, zoals bedoeld in artikel 22, § 2 van de ordonnantie;3° « steun » : financiering toegekend om gebruik te maken van de diensten; 4° « I.W.O.I.B. » : Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel, opgericht door de ordonnantie van 26 juni 2003; 5° « overeenkomst » : de overeenkomst bedoeld in artikel 27 van de ordonnantie;6° « aanvrager » : de kleine of middelgrote onderneming zoals gedefinieerd in artikel 2, 5° en 6° van de ordonnantie, die een aanvraag tot steun indient;7° « begunstigde » : de aanvrager aan wie de Regering steun heeft toegekend;8° « dienstverstrekke » : de natuurlijke persoon of rechtspersoon die erkend en gespecialiseerd is op het betrokken gebied, die zijn activiteiten sinds ten minste twee jaar uitoefent en die het bewijs levert van een voldoende bekende bekwaamheid, gestaafd op basis van een referentielijst.Deze dienstverstrekker wordt door de begunstigde gekozen en moet onafhankelijk zijn van hem; 9° « Minister » : de Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Wetenschappelijk Onderzoek. HOOFDSTUK II. - Criteria en voorwaarden van toekenning

Art. 2.Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten, kan de Regering beslissen om aan kleine en middelgrote ondernemingen steun toe te kennen om gebruik te maken van diensten voor advies en ter ondersteuning van innovatie, in functie van de volgende criteria : 1° de bekwaamheid van de dienstverstrekker;2° de relevantie van de doelstellingen, het programma en de planning met betrekking tot de uitvoering van de diensten;3° de capaciteit van de aanvrager om zijn deel van de kosten met betrekking tot het leveren van diensten te financieren;4° de vooruitzichten van industriële en commerciële valorisatie van de verwachte resultaten;5° de potentiële impact van die valorisatie op de economie, de werkgelegenheid en het leefmilieu op het niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 3.§ 1. Steun kan enkel worden toegekend wanneer die een aansporend effect heeft. Hij moet ervoor zorgen dat de begunstigde zijn handelswijze wijzigt door hem ertoe aan te sporen zijn OOI-activiteiten op te voeren en door aanleiding te geven tot OOI-projecten die nooit het licht zouden gezien hebben zonder steun, of die minder groot uitgevallen zouden zijn § 2. De steun wordt geacht een aansporend effect te hebben vanaf het ogenblik waarop de aanvraag werd ingediend vóór het begin van de uitvoering van het project, d.w.z. vóór het afsluiten van het contract dat de juridische verplichting doet ontstaan om een beroep te doen op de dienstverstrekker. Bij gebrek daaraan verliest de begunstigde zijn recht op het geheel van de steun die het voorwerp van de aanvraag is.

Art. 4.De door onderhavig besluit bedoelde steun kan enkel worden toegekend wanneer de aanvrager zich houdt aan de voorheen gesloten overeenkomsten. HOOFDSTUK III. - Procedure van toekenning

Art. 5.De aanvragen voor steun kunnen gelijk wanneer worden ingediend bij het I.W.O.I.B. De vorm en de inhoud van het formulier en zijn bijlagen worden vastgesteld door het I.W.O.I.B. en zijn te vinden op de website van het Instituut.

De aanvrager voegt bij zijn aanvraag de vereiste bijlagen, meer bepaald : 1° het ontwerp van contract dat met de dienstverstrekker moet worden gesloten;2° het bewijs dat de diensten zullen worden geleverd tegen de marktprijs zoals bepaald in artikel 13, 4° van dit besluit;3° de lijst met de referenties tot rechtvaardiging van de keus van de dienstverstrekker.

Art. 6.§ 1. Onverminderd de latere evaluatie van de aanvraag tot steun stuurt het I.W.O.I.B. binnen de vijf werkdagen na ontvangst van het dossier een bewijs van ontvangst van de aanvraag naar de aanvrager. § 2. Het I.W.O.I.B. onderzoekt de ontvankelijkheid van de aanvraag. De aanvraag wordt geacht ontvankelijk te zijn wanneer het dossier volledig is, d.w.z. wanneer het typeformulier behoorlijk ingevuld, gedateerd en getekend is en wordt vergezeld van de vereiste bijlagen. § 3. Indien het aanvraagdossier ontvankelijk is, brengt het I.W.O.I.B. de aanvrager daarvan op de hoogte. § 4. Is het dossier onvolledig, dan stuurt het I.W.O.I.B. een brief naar de aanvrager met vermelding van de ontbrekende elementen. De aanvrager beschikt vanaf de verzendingsdatum van dit schrijven over een termijn van vijftien werkdagen om zijn dossier te vervolledigen.

Indien de aanvrager zijn dossier correct aanvult binnen de termijn bedoeld in voorafgaand lid, meldt het I.W.O.I.B. aan deze aanvrager dat zijn dossier ontvankelijk is.

Indien, na het verstrijken van deze termijn, het dossier onvolledig blijft, wordt de aanvraag verworpen.

Art. 7.§ 1. Het I.W.O.I.B. evalueert de aanvragen in het licht van de criteria en de voorwaarden die de ordonnantie en dit besluit vastleggen. Daartoe kan het de medewerking vragen van onafhankelijke externe experts die gebonden zijn door een vertrouwelijkheidsakkoord. § 2. Het I.W.O.I.B. stuurt zijn evaluatieverslag naar de Minister, die, in voorkomend geval, een voorstel van beslissing formuleert voor de Regering. HOOFDSTUK IV. - Toekenning en uitkering van de steun

Art. 8.§ 1. De Regering stelt, in voorkomend geval, de beslissing van toekenning van de steun vast. § 2. De Minister en de begunstigde sluiten de overeenkomst. Het I.W.O.I.B. is daarna belast met de administratieve en financiële opvolging van deze overeenkomst. § 3. Na goedkeuring door het I.W.O.I.B. is het contract tussen de begunstigde en de dienstverstrekker een volwaardig onderdeel van de overeenkomst.

Art. 9.§ 1. De steun kan worden uitgekeerd in de vorm van opeenvolgende schijven in overeenstemming met artikel 95 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle. § 2. Alleen de uitgaven die worden opgelopen tijdens de periode die door de overeenkomst wordt gedekt, komen in aanmerking.

Art. 10.De voorwaarden van uitkering van de steun worden bepaald in de overeenkomst. HOOFDSTUK V. - Opvolging en controle

Art. 11.Het I.W.O.I.B. controleert het goede verloop van het project, het goede gebruik van de steun door de begunstigde, van de middelen die tot zijn beschikking worden gesteld evenals de naleving van de overeenkomst.

Het analyseert de technische en financiële rapporten die de begunstigde van de steun indient in overeenstemming met de bepalingen van de overeenkomst en doet overgaan tot de vastlegging en de uitkering van de steun.

Zolang het project loopt en na de voltooiing ervan kan het I.W.O.I.B. de naleving door de begunstigde controleren van zijn verplichtingen, eventueel door een bezoek ter plaatse, volgens de voorwaarden die in de overeenkomst worden bepaald. HOOFDSTUK VI. - Verplichtingen van de begunstigde

Art. 12.De begunstigde is gehouden : 1° te waken over de naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst en het contract bedoeld in artikel 8, § 3, van dit besluit; 2° het I.W.O.I.B. kennis te geven van elke belangrijke wijziging van zijn juridische situatie (grootte, aandeelhouderschap, omzet of balanstotaal); 3° de bewijsstukken van de toelaatbare uitgaven te bewaren gedurende zeven jaar na afsluiting van het project;4° de steun te gebruiken om de diensten tegen de marktprijs te verwerven.Bij gebrek aan een marktprijs of indien de dienstverstrekker een vereniging zonder winstoogmerk is, moeten de diensten worden verworven voor een prijs die het totaal van de kosten weergeeft, verhoogd met een redelijke marge.

Art. 13.De voorwaarden van teruggave van de steun worden vastgelegd in de overeenkomst.

Art. 14.Indien de begunstigde zijn verplichtingen niet nakomt, kan het I.W.O.I.B. de uitbetaling van de steun en de overeenkomst waarbij de steun wordt toegekend opschorten of beëindigen.

Art. 15.In geval van opschorting of beëindiging van het contract van dienstverlening, om welke reden ook, behoudt het I.W.O.I.B. zich het recht voor de overeenkomst waarbij de steun wordt toegekend te beëindigen. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 16.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.

Art. 17.De Minister bevoegd voor Wetenschappelijk Onderzoek wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 december 2010.

Vanwege de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Economie, Werkgelegenheid en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE

^