Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 07 oktober 2010
gepubliceerd op 27 oktober 2010

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering waarbij besloten wordt een bijzonder bestemmingsplan op te maken dat een deel van het hefboomgebied nr. 13 « Delta » beslaat op het grondgebied van de gemeente Oudergem

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2010031480
pub.
27/10/2010
prom.
07/10/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 OKTOBER 2010. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering waarbij besloten wordt een bijzonder bestemmingsplan op te maken dat een deel van het hefboomgebied nr. 13 « Delta » beslaat op het grondgebied van de gemeente Oudergem


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Brussels Wetboek voor Ruimtelijke Ordening, inzonderheid op de artikelen 53 tot 57;

Gelet op het besluit van 12 september 2002 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (hierna GewOP genoemd);

Gelet op het besluit van 3 mei 2001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot goedkeuring van het Gewestelijk Bestemmingsplan (hierna GBP genoemd);

Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2007 betreffende de bestemming van een gedeelte van de gewestelijke grondreserves voor bepaalde uitrustingen;

Overwegende dat het voorliggende besluit betrekking heeft op een gebied dat gelegen is op het grondgebied van de gemeente Oudergem, zoals afgebakend op de hierbij gevoegde kaart;

Overwegende dat het betrokken gebied deel uitmaakt van het door het GewOP vastgestelde hefboomgebied nr. 13 « Delta »;

Overwegende dat het hefboomgebied nr. 13 « Delta » een « prioritair interventiegebied » vormt in de zin van artikel 17 van het BWRO;

Overwegende dat de preambule van het GewOP (p. 258) dit hefboomgebied als volgt rechtvaardigt : « Overwegende dat het hefboomgebied Delta dat grenst aan een belangrijke universiteitspool gelegen is op een van de belangrijke toegangswegen tot de stad en ook een spoorwegsite omvat die in de toekomst verder uitgebouwd zal worden;

Overwegende dat dit gebied veel problemen kent inzake mobiliteit, dat de site goed bereikbaar is (ring, metro, GEN) en goed zichtbaar is; »;

Overwegende dat een groot deel van de terreinen gelegen binnen de perimeter waar dit besluit betrekking op heeft, deel uitmaakte van de vroegere « valoriseerbare » vastgoedactiva van de NMBS, die op 1 januari 2005 overgedragen zijn aan het Fonds voor spoorweginfrastructuur dat voor 100 % in handen is van de Belgische Staat; dat krachtens een authentieke verkoopakte van 25 april 2006, deze terreinen verworven zijn door de Maatschappij voor Verwerving van Vastgoed (MVV), publiekrechtelijke naamloze vennootschap opgericht bij ordonnantie van 20 juli 2005 (BS van 1 augustus 2005) met als doel het vastgoedbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ten uitvoer te leggen;

Overwegende dat in een op 26 maart 2009 ondertekende kaderovereenkomst de MVV zich ertoe verbonden heeft een recht van erfpacht te vestigen op deze terreinen ten gunste van de vzw « Centre Hospitalier Interrégional Edith Cavell - les Cliniques et hôpitaux de la Basilique, de Braine l'Alleud - Waterloo, Edith Cavell, Lambermont et du Parc Léopold » (afgekort tot CHIREC) die vier ziekenhuizen uit Brussel en Waals-Brabant verenigt, waaronder de Kliniek Edith Cavell;

Overwegende immers dat met het oog op een optimaal langetermijnbeheer van de CHIREC-ziekenhuizen en van de kliniek in de Edith Cavellstraat in het bijzonder, het nodig is om op korte termijn over te gaan tot een hergroepering op een nieuwe site die de mogelijkheid biedt tot een volledige hernieuwing en een wezenlijke uitbreiding van de bestaande infrastructuren; dat gebleken is dat de terreinen waar dit besluit betrekking op heeft aan deze nood tot uitbreiding voldoen;

Overwegende dat het CHIREC zich in ruil ertoe verbonden heeft om het recht van erfpacht af te staan waar het van geniet op het ziekenhuiscomplex in de Edith Cavellstraat 32, op de hoek met de Marie Depagestraat, de Generaal Lotzstraat en de Vanderkinderestraat in Ukkel;

Overwegende dat de hoger vermelde overeenkomst van 26 maart 2009 in volgend vastgoedprogramma voorziet op de terreinen waar dit besluit betrekking op heeft : « 1.3. Vastgoedprogramma De vastgoedontwikkeling op het terrein Delta Oudergem met verschillende bestemmingen (ziekenhuisuitrusting van collectief belang, handel, hotel, ), welke het onder punt 1.4. beschreven ziekenhuisproject omvat en een minimale vloeroppervlakte van 125.000 m2 beslaat, de inrichtingen die noodzakelijk zijn om het terrein bouwrijp te maken daarbij niet inbegrepen (binnenwegen, diverse netwerken, aanplantingen, naaste omgeving, diverse uitrustingen, ).

Dit Programma moet ook de bouw en maximale exploitatie mogelijk maken van « middelhoge gebouwen » in de zin van het KB van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand, waarbij het niveau 0 dat als referentie geldt op het niveau van de Triomflaan is gelegen.

Tot slot moet dit Programma er ook in voorzien dat de lokalen die, omwille van de natuurlijke glooiing die het terrein Delta Oudergem op bepaalde plaatsen kenmerkt, beneden het hierboven vermelde niveau O gelegen zijn voldoende zonlicht zullen krijgen om er optimaal gebruik van te kunnen maken ».

Overwegende dat de Regering op 22 mei 2006 besloten heeft een richtschema op te stellen voor het hefboomgebied Delta; dat volgend op de aanstelling van een ontwerper op 20 december 2006 dit richtschema op dit ogenblik op het punt staat te worden afgerond;

Overwegende dat men er al in geslaagd is een aantal inrichtingskeuzes te maken; dat wat in het bijzonder de terreinen betreft waar dit besluit betrekking op heeft, het aangewezen lijkt deze voor het CHIREC-ziekenhuiscomplex te bestem-men;

Overwegende overigens dat er in het ontwerp van richtschema reeds is op gewezen dat er bij de ontwikkeling van de terreinen waar dit besluit betrekking op heeft rekening dient te worden gehouden met de glooiing van de betrokken terreinen; dat het aldus aangewezen zou zijn deze terreinen te verbinden met de terreinen die aan de overkant van de spoorweglijn gelegen zijn en eveneens aan de MVV toebehoren; dat het evenzeer aangewezen is dat deze terreinen kunnen worden overgestoken, zodat een verbinding mogelijk wordt tussen de Campus de La Plaine en de terreinen aan de overkant van de spoorweglijn die toebehoren aan de MVV;

Overwegende dat in het ontwerp van richtschema er ook is opgemerkt dat er voor het betrokken gebied in erfdienstbaarheden van doorgang zou moeten worden voorzien, zodat interventievoertuigen, maar ook voetgangers zich tussen de Triomflaan en de terreinen die ten zuiden van de spoorweglijn gelegen zijn, kunnen bewegen;

Overwegende bovendien dat de diverse akten van verkrijging en overeenkomsten waarvan hierboven sprake in erfdienstbaarheden voorzien waar het BBP dat het voorwerp uitmaakt van dit besluit rekening mee zal moeten houden;

Overwegende dat het ontwerp van richtschema op een veel uitgestrekter gebied slaat dan dat waar dit besluit betrekking op heeft; dat de belangrijkste uitdagingen de mobiliteit en meer bepaald de verbetering van de Triomflaan, de J. Cockxlaan en het einde van de E411 vormen, en dat zowel op het vlak van het autoverkeer, als op dat van het fiets- en voetgangersverkeer, het openbaar vervoer en parkeergelegenheid;

Overwegende dat rekening houdend met de omvang van het hefboomgebied en de belangen die op het spel staan, de uitwerking van het richtschema nog wat tijd zal vergen;

Overwegende echter de hierboven aangehaalde keuzes die reeds gemaakt zijn betreffende de terreinen waar dit besluit betrekking op heeft;

Overwegende dat de betrokken terreinen rechtstreeks toegankelijk zijn vanaf de Triomflaan; dat de ontginning ervan dus niet afhangt van de globale verbetering van de openbare ruimten van het hefboomgebied;

Overwegende dat het hefboomgebied Delta, rekening houdend met zijn omvang en het feit dat het op het grondgebied van meerdere gemeenten gelegen is, in elk geval het voorwerp uit zal moeten maken van meerdere BBP's;

Overwegende bijgevolg dat er nu al kan worden begonnen met de opmaak van een BBP voor het gebied waar dit besluit betrekking op heeft;

Overwegende dat dit BBP erin zal moeten voorzien dat het betrokken gebied bouwrijp wordt gemaakt, waarbij men rekening zal dienen te houden met de huidige situatie van de wegen (toegang uitsluitend via de Triomflaan) en tegelijk een verbinding tot stand zal moeten worden gebracht tussen het betrokken gebied en de terreinen aan de overkant van de spoorweglijn door een rechtstreekse toegang te creëren tot de ondergrondse parkings van het ziekencomplex;

Overwegende dat bij het bepalen van de perimeter van het BBP, aangegeven op het plan dat bij dit besluit wordt gevoegd, rekening is gehouden met natuurlijke (Triomflaan, spoorweglijn) en administratieve (gemeentegrens met de gemeente Elsene) barrières;

Overwegende evenwel dat een aantal terreinen die binnen deze grenzen gelegen en door het GBP bestemd zijn als administratiegebied vandaag reeds verstedelijkt zijn (gebouwen gelegen aan de Triomflaan 172, 173, 174); dat deze derhalve niet ingevoegd hoeven te worden in de perimeter van het BBP;

Overwegende dat het betrokken gebied, namelijk het terrein van de MVV, door het GBP deels bestemd wordt als administratiegebied, deels als gebied voor stedelijke industrie en voor nog een ander deel als spoorweggebied;

Overwegende dat mocht het geplande ziekenhuiscomplex zich beperken tot de verwezenlijking van een ziekenhuis-uitrusting van collectief belang, het toegelaten had kunnen worden in gebied voor stedelijke industrie; dat het voorschrift 5.3. in een gebied voor stedelijke industrie immers uitrustingen van collectief belang of van openbare dienst toestaat zonder beperking inzake oppervlakte; dat het voorschrift 0,7, bovendien uitrustingen van collectief belang of van openbare dienst toestaat in alle gebieden wanneer deze verzoend kunnen worden met de hoofdbestemming van het betrokken gebied en met de kenmerken van het omliggend stedelijk kader, in voorkomend geval gebruikmakend van bijzondere regelen van openbaarmaking;

Overwegende echter, dat zoals hierboven uiteengezet, het complex in kwestie de verwezenlijking inhoudt van een gemengd gebouwencomplex; dat dit geheel niet enkel zal bestaan uit een ziekenhuisuitrusting, maar ook uit handelszaken en een hotelinrichting die niet verenigbaar zijn met de bestemmingen die het GBP voorziet voor gebieden voor stedelijke industrie;

Overwegende dat het geplande gemengde gebouwencomplex evenmin verenigbaar is met de bestemmingen die het GBP toelaat in een spoorweggebied;

Overwegende dat de geplande activiteiten daarentegen wel verenigbaar zijn met de voorschriften die van toepassing zijn op een administratiegebied;

Overwegende dat de componenten horeca en handel van het project kaderen in een moderne en hedendaagse visie op een omvangrijk ziekenhuiscomplex;

Overwegende dat artikel 42 van het Brussels Wetboek voor Ruimtelijke Ordening (BWRO) in de mogelijkheid voorziet dat een BBP kan afwijken van het geldende GBP, mits er een motivatie wordt gegeven en er tegemoet wordt gekomen aan drie cumulatieve voorwaarden;

Overwegende dat in de eerste plaats « er geen afbreuk mag worden gedaan aan de wezenlijke elementen van het gewestelijk bestemmingsplan noch aan de bepalingen van dit plan die de aan de bijzondere bestemmingsplannen aan te brengen wijzigingen aanduiden »; dat deze voorwaarde als doel heeft te vermijden dat het lagere plan de opvatting over de goede plaatselijke ordening die ten grondslag lag aan de opmaak van het hogere plan ter discussie zou stellen;

Overwegende dat in dit geval, de afwijkingen die aangebracht zouden worden aan het gebied voor stedelijke industrie en aan het spoorweggebied niet van die aard zouden zijn dat zij de bestemmingen van deze gebieden ernstig in gedrang zouden brengen en de opvatting over de goede plaatselijke in vraag zouden stellen; dat een dergelijke conclusie zich opdringt, enerzijds omdat het bij de bestemmingen waarin het GBP thans voorziet reeds gaat om bebouwbare gebieden en anderzijds omdat het afwijkende BBP bestemmingen zal omvatten die niet speciaal in strijd zijn met de huidige bestemmingen; dat het hoofbestanddeel van het project (ziekenhuisinrichting) immers conform de huidige bestemmingen van het GBP is;

Overwegende dat de tweede voorwaarde erin voorziet dat de afwijking ten aanzien van het hogere plan « gegrond moet zijn op economische, sociale, culturele of milieubehoeften die niet bestonden op het ogenblik dat het gewestelijk bestemmingsplan werd vastgesteld of goedgekeurd »;

Overwegende dat in dit geval, de noodzaak om van het GBP af te wijken, veeleer voortkomt uit de economische en sociale behoefte om op één enkele plaats de zware ziekenhuisactiviteiten onder te brengen van drie ziekenhuizen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, namelijk de Kliniek Cavell, de Kliniek Park Leopold en de Kliniek van de Basiliek; dat aangezien deze drie ziekenhuiscentra in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen zijn, men in hetzelfde gewest op zoek is moeten gaan naar een site die groot genoeg en toegankelijk is om er een nieuw ziekenhuis, samen met de bijgebouwen die een dergelijk project vereist, te vestigen; dat dit ziekenhuiscomplex niet tegemoetkomt aan een individuele behoefte, maar aan een behoefte van algemeen belang;

Overwegende bovendien dat de bestemmingen waarin het GBP voor de betrokken site voorziet, thans achterhaald zijn door een nieuwe situatie die met name voortvloeit uit de verkoop van de betrokken terreinen door de NMBS; dat de site inderdaad aanvankelijk deel uitmaakte van het onroerend erfgoed van de NMBS; dat het GBP precies omwille van de hoedanigheid van de eigenaar van de site in een aantal specifieke bestemmingen voorzag, namelijk deze eigen aan de activiteit van de NMBS (spoorweggebied en gebied voor stedelijke industrie aansluitend bij het spoorweggebied);

Overwegende dat de beslissing van de NMBS om de site aan te duiden als « bebouwbaar terrein » en het te verkopen aan een derde investeerder, erop duidt dat de NMBS besloten had de site niet langer te exploiteren voor de behoeften van haar activiteit, hetgeen bijgevolg ertoe geleid heeft dat er een nieuwe context is ontstaan waar geen rekening mee kon worden gehouden op het ogenblik dat het GBP werd goedgekeurd; dat deze nieuwe context de noodzaak rechtvaardigt af te wijken van de voorschriften van het GBP;

Overwegende dat de derde voorwaarde erin bestaat aan te tonen dat « de nieuwe bestemming beantwoordt aan de bestaande feitelijke mogelijkheden van aanleg »; dat in dit geval de feitelijke toestand van de site DELTA zich bijzonder goed leent voor de geplande bestemming; dat het immers net omwille van de configuratie van de plaats en de feitelijke toestand is dat de site DELTA gekozen werd om er het geplande ziekenhuiscomplex onder te brengen;

Overwegende de toekomstige ontwikkelingen van het volledige hefboomgebied « Delta »; dat het betaamt voorrang te geven aan de uitbouw van handelszaken die een aanvulling vormen op de ziekenhuisvoorziening, maar tevens te voldoen aan de toekomstige behoeften van de wijk;

Overwegende de nabijheid van de universiteitspool en het later te ontwikkelen spoorwegterrein; dat het in deze bijzondere omgeving nodig kan zijn voorzieningen tot stand te brengen die aansluiten op de huidige en toekomstige functies;

Overwegende dat het betaamt de ordonnantie van 19 juli 2007 betreffende de bestemming van een gedeelte van de gewestelijke grondreserves voor bepaalde uitrustingen toe te passen over het volledige hefboomgebied Delta; dat het er evenwel op aankomt in het BBP de mogelijkheden te onderzoeken om een deel van de woningen voor te behouden voor deze specifieke bevolkingsgroep evenals voor personen met beperkte mobiliteit;

Overwegende dat in het milieu-effectenrapport bestudeerd moet worden welke impact de verstedelijking van dit gebied teweegbrengt op het vlak van mobiliteit, voor de bestaande infrastructuren buiten de perimeter en inzonderheid de capaciteit van de Fraiteurbrug en de verbindingen naar het station van Etterbeek bestudeerd moeten worden, Besluit :

Artikel 1.De gemeenteraad van Oudergem wordt verzocht, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, over te gaan tot de uitwerking van een bijzonder bestemmingsplan dat afwijkt van het GBP voor het gedeelte van het hefboomgebied nr. 13 Delta dat begrensd wordt door de gemeentegrenzen, de spoorweglijn 26/bis en de oostelijke grens van het gebied voor stedelijke industrie, zoals aangegeven op bijgevoegd plan.

De gemeenteraad wordt verzocht binnen de maand na de betekening van dit besluit de beslissing om te beginnen met de uitwerking van een bijzonder bestemmingsplan over te maken aan de Regering en de administratieve procedure met het oog op de aanstelling van de ontwerper op te starten.

Het College zal binnen de zeven maanden na de betekening van dit besluit het ontwerp van bestek van het milieu-effectenrapport aan de Regering voorleggen.

Binnen de 13 maanden na de betekening van het regeringsbesluit tot vaststelling van de samenstelling van het begeleidingscomité dat de realisatie van het milieu-effectenrapport moet opvolgen, dient het definitief door de gemeenteraad goedgekeurde plan aan de Regering te worden voorgelegd.

Art. 2.Voormeld BBP legt, in verband met de bestemmingen, de volgende beginselen vast : Ontwikkeling van een gemengde wijk met uitrustingen van collectief belang, waaronder een ziekenhuis en de aanvullende bestemmingen (handelszaken, onderbrengen van families, technische uitrustingen, ...); stedelijke industrie; handelszaken; hotelinrichtingen; woningen.

Een deel van de woningen zal aangepast worden aan personen met een handicap en/of toegankelijk gemaakt worden voor personen met beperkte mobiliteit.

Bovengrondse vloeroppervlakten : minstens 125.000 m2, waarbij het gelijkvloerse niveau op het niveau is van de as van de Triomflaan Het ontwerp moet gericht zijn op de hoge energie- en milieuprestaties van het nieuwe complex (energie, materialen, water- en afvalbeheer, mobiliteit,...), de kwaliteit van de openbare en groene ruimten, de aanleg van een verbinding tussen de site La Plaine en het hart van de MVV-site.

De stedelijke structuur moet rekening houden met de gewestelijke doelstellingen inzake mobiliteit.

Art. 3.Het BBP zal rekening houden met de erfdienstbaarheden vervat in de akten en overeenkomsten die betrekking hebben op de terreinen in kwestie, het moet zodanig in de verbindingen en de oversteek voor voetgangers en zachte vervoersmiddelen voorzien dat de site niet wordt ingesloten en in verbinding kan treden met de toekomstige ontwikkelingen gepland aan de achterzijde van de site, onder meer op de site Oefenplein.

Art. 4.Krachtens het BBP zal het betrokken gebied bouwrijp moeten worden gemaakt, waarbij men rekening zal dienen te houden met de huidige situatie van de wegen (toegang uitsluitend via de Triomflaan) en tegelijk later een verbinding tot stand zal moeten worden gebracht tussen het betrokken gebied en de terreinen aan de overkant van de spoorweglijn.

Op het gelijkvloerse niveau, namelijk dat van de as van de Triomflaan, zal het BBP voorzien in een verbinding voor interventievoertuigen en voetgangers tussen de Triomflaan en een toekomstige openbare ruimte op de terreinen aan de overkant van de spoorweglijn.

Het BBP zal de noodzakelijke aanpassingen voorzien voor een optimale toegankelijkheid van alle functies die gecreëerd worden op de site voor gebruikers van openbaar vervoer, fietsers en voetgangers.

Op het ondergrondse niveau zal het BBP voorzien in een rechtstreekse toegang tot de ondergrondse parkings van het ziekenhuiscomplex.

Het parkeeraanbod zal rekening houden met de geoptimaliseerde toegankelijkheid voor gebruikers van openbaar vervoer, voetgangers en fietsers.

De modaliteiten voor het parkeren in de ziekenhuisvoorziening moeten afgestemd zijn op de specifieke kenmerken van de bezoekers en cliënten van deze inrichting, zodanig dat zij voor hen optimaal toegankelijk is.

Brussel, 7 oktober 2010.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^