gepubliceerd op 12 oktober 2009
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de erkenning en de subsidiëring van de verenigingen en de projecten ter verbetering van het stadsmilieu en het leefklimaat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
1 OKTOBER 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de erkenning en de subsidiëring van de verenigingen en de projecten ter verbetering van het stadsmilieu en het leefklimaat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 4 september 2008 met betrekking tot het subsidiëren van de verenigingen en de projecten ter verbetering van het stadsmilieu en het leefklimaat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid het artikel 4, lid 2 en 4, het artikel 6, laatste lid en artikel 8, laatste alinea.;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 januari 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 20 maart 2009;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad, gegeven op 23 april 2009;
Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu, gegeven op 8 april 2009;
Gelet op het advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud, gegeven op 24 maart 2009;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 juni 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de minister, bevoegd voor Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder : 1. Ordonnantie : de ordonnantie van 4 september 2008 met betrekking tot het subsidiëren van de verenigingen en de projecten ter verbetering van het stadsmilieu en het leefklimaat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2. Minister : de minister of de staatssecretaris die bevoegd is voor de belangrijkste activiteitensector van de betrokken vereniging;3. Overlegorganen : een of meerdere organen, opgericht bij besluit of bij ordonnantie, die belast zijn met een adviesbevoegdheid in de belangrijkste activiteitensector van de vereniging en die aangeduid zijn door de minister, of, bij gebrek aan een soortgelijk orgaan, het bevoegde bestuur.4. Bestuur : de diensten van de Regering die bevoegd zijn voor de belangrijkste activiteitensector van de betrokken vereniging. HOOFDSTUK II. - Erkenning
Art. 2.§ 1. De erkenning als vereniging in de zin van artikel 3 van de ordonnantie kan toegekend worden door de Regering op voorstel van elke minister. § 2. De erkenningsaanvraag wordt elk jaar tussen 1 en 31 oktober per aangetekend schrijven en vergezeld van de volgende documenten aan het bestuur gericht : 1° de laatste versie van de in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad gepubliceerde statuten;2° de lijst met de namen van de bestuurders en van de vaste leden die bij de griffie van de rechtbank van koophandel ingediend werd;3° het recentste beschikbare activiteitenverslag;4° de rekeningen en de balans van het recentste beschikbare jaar;5° het meerjarige actieprogramma;6° De meerderjarige begrotingsraming;7° Het verzekeringsbewijs bedoeld in artikel 4, 6° van de ordonnantie 8° Het bewijs dat de vereniging in orde is met de sociale wetgeving en met die inzake de rechten van de werknemers. § 3. Elke minister kan, voor wat hem of haar betreft, bij ministerieel besluit de ter ondersteuning van de aanvraag in te dienen documenten preciseren en aanvullen, binnen het strikte kader van de voorwaarden opgelegd in artikel 2, § 2.
Indien de erkenningsaanvraag onvolledig is, licht het bestuur de vereniging hierover uiterlijk op 15 november in. De vereniging overhandigt de ontbrekende documenten uiterlijk op 10 december; zo niet, dan kan de aanvraag niet in overweging worden genomen. § 4. Indien het dossier volledig is, vraagt het bestuur onverwijld het advies van de adviesorganen over de erkenningsaanvraag. De adviesorganen maken hun advies uiterlijk op 1 februari bekend. Bij het uitblijven van een antwoord op deze datum, wordt het advies gunstig geacht. § 5. De Regering betekent de toekenning of de weigering van de erkenning uiterlijk op 15 maart.
De erkenning wordt door de Regering toegekend in de vorm van een besluit waarvan een eensluidend afschrift aan de vereniging bezorgd wordt.
Ze wordt toegekend voor een duur van vijf jaar. HOOFDSTUK III. - Vijfjarige basissubsidies
Art. 3.Rekening houdend met de beschikbare begrotingskredieten, kent de Regering, op voorstel van elke Minister en in toepassing van artikel 6 van de ordonnantie, vijfjarige basissubsidies toe aan de erkende verenigingen die daartoe een aanvraag indienen.
Art. 4.§ 1. De subsidieaanvragen worden per aangetekend schrijven bij het bestuur ingediend : Bij de aanvragen worden de volgende documenten gevoegd : 1° de rekeningen en de balans van het recentste beschikbare jaar;2° de meerjarige begrotingsraming;3° het meerjarige actieprogramma;4° voor verenigingen die de sector Monumenten en Landschappen tot maatschappelijk doel hebben, het bewijs dat ten minste één bij de VZW aangesloten natuurlijke persoon houder is van een universitair diploma tweede cyclus in de richtingen geschiedenis, kunstgeschiedenis, archeologie of erfgoedpedagogie, of een toereikende kwalificatie en ervaring inzake erfgoed, in het beheer van erfgoed of erfgoedpedagogie kan voorleggen.Onder "toereikende kwalificatie en ervaring inzake erfgoed, in het beheer van erfgoed of erfgoedpedagogie" wordt verstaan : het verwerven van ten minste twee jaar ervaring in deze materie voorafgaand aan de indiening van de erkenningsaanvraag. § 2. Elke minister kan, voor wat hem of haar betreft, de vermeldingen en de ter ondersteuning van de aanvraag in te dienen documenten bij ministerieel besluit preciseren en aanvullen, binnen het strikte kader van de voorwaarden opgelegd in artikel 4, § 1.
Indien de subsidieaanvraag onvolledig is, licht het bestuur de vereniging hierover binnen de maand per aangetekend schrijven in. In dit geval wordt de in § 3 bepaalde termijn opgeschort totdat de ontbrekende documenten ontvangen worden. § 3. De Regering betekent de toekenning of de weigering van de subsidie binnen de twee maanden na ontvangst van de volledige aanvraag. Het besluit tot toekenning van de subsidie vermeldt de modaliteiten voor de uitbetaling en de jaarlijkse evaluatie. § 4. De documenten bedoeld in § 1 worden elk jaar door de vereniging aan het bestuur bezorgd.
Art. 5.Het bedrag van de basissubsidie wordt onder meer bepaald in functie van het actieprogramma. De basissubsidie is bedoeld om de personeelskosten en de algemene kosten verbonden aan de basisopdrachten geheel of gedeeltelijk te dekken.
Art. 6.Met de vereniging wordt een overeenkomst ondertekend waarin de gesubsidieerde acties, de na te streven doelstellingen, de omvang en de opvolging van die doelstellingen en de jaarlijkse evaluatiemodaliteiten vermeld worden. HOOFDSTUK IV. - Projectsubsidie
Art. 7.Rekening houdend met de beschikbare begrotingskredieten, kan de Regering, op voorstel van elke Minister en in toepassing van artikel 8 van de ordonnantie, meerjarige subsidies voor projecten toekennen.
Art. 8.§ 1. De subsidieaanvragen worden per aangetekend schrijven bij het bestuur ingediend : Bij de aanvragen worden de volgende documenten gevoegd : 1° de projectbeschrijving 2° de begrotingsraming van het project;3° de rekeningen en de balans van het recentste beschikbare jaar. § 2. Elke minister kan, voor wat hem of haar betreft, de vermeldingen en de ter ondersteuning van de aanvraag in te dienen documenten bij ministerieel besluit preciseren en aanvullen.
Indien de subsidieaanvraag onvolledig is, licht het bestuur de vereniging hierover binnen de maand per aangetekend schrijven in. In dit geval wordt de in § 3 bepaalde termijn opgeschort totdat de ontbrekende documenten ontvangen worden. § 3. De Regering betekent de toekenning of de weigering van de subsidie binnen de twee maanden na ontvangst van de volledige aanvraag. In het besluit tot toekenning van de subsidie worden de modaliteiten van de uitbetaling en van de jaarlijkse evaluatie vermeld. § 4. De documenten bedoeld in § 1 worden elk jaar door de vereniging aan het bestuur bezorgd.
Art. 9.Het subsidiebedrag is bedoeld om de projectkosten geheel of gedeeltelijk te dekken.
Er wordt een overeenkomst met de vereniging ondertekend, waarin volgende elementen worden overgenomen : het gedetailleerde meerjarige actieprogramma waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, de doelstellingen, de meting en opvolging van deze doelstellingen, evenals de modaliteiten voor de jaarlijkse evaluatie. HOOFDSTUK V. - Controle, intrekking en opschorting van de erkenning en van de vijfjarige subsidie
Art. 10.§ 1. Wanneer, op basis van meer bepaald de jaarlijkse evaluatie, de minister vaststelt dat een vereniging de bepalingen van de ordonnantie, die van dit besluit of die van de overeenkomst bedoeld in artikel 6 niet meer in acht neemt, of wanneer de activiteiten van de vereniging niet meer overeenstemmen met het door de ordonnantie bepaalde maatschappelijk doel, dan deelt hij aan de vereniging, na haar gehoord te hebben, een beslissing tot opschorting van de erkenning voor een duur van drie maanden mee. § 2. Wanneer de vereniging na het verloop van die termijn nog altijd niet aan de genoemde voorwaarden voldoet, dan beslist de Regering, na de vereniging gehoord te hebben, over de intrekking van de erkenning. § 3. De intrekking of de opschorting van de erkenning wordt per aangetekend schrijven aan de vereniging betekend.
Art. 11.§ 1. De intrekking of de opschorting van de erkenning leidt respectievelijk tot de intrekking of de opschorting van de vijfjarige subsidie. § 2. De verenigingen zijn onderworpen aan de verplichtingen die gedefinieerd zijn in de artikelen 92 tot 95 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, inzonderheid wat de intrekking, de opschorting en de terugbetaling van de vijfjarige subsidie betreft.
Art. 12.Elke minister is gemachtigd, voor wat hem of haar betreft, om de naleving van dit besluit te controleren. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 13.De in dit besluit vastgelegde termijnen worden opgeschort van 15 juli tot en met 15 augustus.
De dossiers voor de eerste erkenningsprocedure kunnen ingediend worden tot 30 november 2009.
Art. 14.Elke minister wordt, voor wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 15.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2009.
Brussel, 1 oktober 2009.
De Minister-voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke besturen, Ruimtelijke ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare netheid, Buitenlandse handel, Ontwikkelingssamenwerking en Gewestelijke statistiek, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, J.-L. VAN RAES De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Gewestelijke en gemeentelijke Informatica en Gelijkekansenbeleid, Mevr. B. GROUWELS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel en Wetenschappelijk Onderzoek B. CEREXHE