Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 september 2009
gepubliceerd op 18 september 2009

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Jette tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan « Nr. 3.02 van de grenswijk Jette-Ganshoren »

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2009031485
pub.
18/09/2009
prom.
10/09/2009
ELI
eli/besluit/2009/09/10/2009031485/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 SEPTEMBER 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Jette tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan « Nr. 3.02 van de grenswijk Jette-Ganshoren »


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, inzonderheid op de artikelen 58 tot 61;

Gelet op het gewestelijk bestemmingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001;

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;

Gelet het bijzonder bestemmingsplan (BBP) « nr. 3.02 van de Grenswijk Jette-Ganshoren », goedgekeurd bij koninklijk besluit van 7 september 1957 (BBP nr. 3, vergezeld van een onteigeningsplan), en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 januari 1960 (BBP nr. 3bis ), 14 december 1961 (BBP nrs. 3 en 3bis - aanvullende voorschriften), 17 mei 1968 (BBP nr. 3.02 - volledige wijziging);

Gelet het koninklijk besluit van 19 mei 1989, dat bepaalt dat het BBP nr. 3.02 dient te worden herzien vermits een deel van de BBP-perimeter in een voorlopige renovatieperimeter van het huizenblok lag;

Gelet op de renovatieperimeter van de centrumwijk, vastgelegd bij ministerieel besluit van 6 juli 1989;

Gelet op het regeringsbesluit van 14 maart 1996 dat bepaalt dat het BBP nr. 3.02 gedeeltelijk dient te worden gewijzigd om aanpassingswerken van openbaar nut mogelijk te maken in de Rivierendreef;

Gelet de stedenbouwkundige vergunningen die door de gemachtigde ambtenaar werden afgegeven aan de gemeente op 20 mei 1996 en 9 september 1997, ten behoeve van het openbaar nut met toepassing van artikel 152 van de ordonnantie houdende organisatie van de Planning en de Stedenbouw (huidige artikel 188 van het BWRO);

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 24 september 2008 waarbij de gemeente Jette haar goedkeuring hecht aan een ontwerpbeslissing om het bijzonder bestemmingplan « Nr. 3.02 van de Grenswijk Jette-Ganshoren » volledig op te heffen;

Gelet op het verslag dat dit ontwerp vergezelt, dat de volledige opheffing van het plan verantwoordt in plaats van de wijziging ervan;

Gelet op het advies van de Overlegcommissie van 14 november 2008;

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 17 décember 2008, waarbij de gemeente Jette de beslissing tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan « Nr. 3.02 van de Grenswijk Jette-Ganshoren » definitief goedkeurt;

Overwegende dat uit het bij deze beraadslaging gevoegde dossier blijkt dat de formaliteiten, voorgeschreven door de artikelen 59 en 60 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, vervuld zijn;

Overwegende dat het GBP de percelen in de BBP-perimeter hoofdzakelijk indeelt in woongebied met residentieel karakter en in typisch woongebied;

De gemeenteschool Nr. 3 is immers gelegen in gebied voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten;

Het huizenblok ten noorden van de spoorweg is bestemd voor gemengd gebied;

Een gebied van culturele, historische, esthetische waarde of voor stadsverfraaiing omvat het huizenblok tussen de spoorweg, de Wemmelse Steenweg, de A. Baeckstraat en de E. Toussaintstraat, het deel van het huizenblok tussen de Rivierendreef, de E. Toussaintstraat, de spoorweg en de Wemmelse Steenweg en voor het gedeelte van het huizenblok tussen de Wemmelse Steenweg, de Wilgstraat en de Priester V. De Slooverstraat (plaats van de « Ferme du Wilg »);

Overwegende dat de bestemmingen die kunnen toegelaten worden door het GBP en het BBP sterke gelijkenis vertonen;

Overwegende dat haast de helft van de BBP-perimeter het voorwerp heeft uitgemaakt van verkavelingsvergunningen die de stedenbouwkundige voorschriften van het BBP nr. 3.02 overnemen;

Overwegende dat de nieuwe weg die in het BBP werd voorzien tussen de Wemmelse Steenweg en de E. Toussaintstraat, in het verlengde van de Sint-Pieterskerkstraat, en de openbare tuin rechts van de Rivierendreef, tussen de Wemmelse Steenweg en de E. Toussaintstraat, nooit kunnen worden aangelegd rekening houdende met de renovatie en het herstel van de bestaande gebouwen in dit stuk van de Rivierendreef, en de aan de gang zijnde renovatie van woningen en voorzieningen (opvang van jonge kinderen, culturele ruimte, ...);

Overwegende dat de « Ferme du Wilg » op de bewaarlijst werd geplaatst, en de BBP-intenties en -voorschriften met betrekking tot deze percelen dus niet te worden behouden;

Overwegende dat het BBP voor 1 januari 1981 werd goedgekeurd en dat de bijzondere maatregelen die door het GBP worden opgelegd, met toepassing van artikel 67 van het BWRO, dienen te worden georganiseerd;

Overwegende dat de toepassing van artikel 67 van het BWRO als gevolg heeft dat de procedures tot afgifte van vergunningen en attesten inzake stedenbouw niet kunnen worden versneld;

Overwegende dat het merendeel van de doelstellingen van het bijzonder bestemmingsplan werden gerealiseerd;

Overwegende dat de bedoelingen van de onteigeningen in het kader van het BBP nr. 3 werden bereikt, aangezien enerzijds de wegen die met het oog op deze nieuwe buurt nodig waren, werden aangelegd, en anderzijds de nieuwe rooilijnen werden uitgevoerd;

Overwegende dat al de wegen die in de buurt konden worden aangelegd, werden uitgevoerd;

Overwegende dat de volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan gerechtvaardigd is in plaats van de wijziging ervan;

Overwegende dat bij afwezigheid van een bijzonder bestemmingsplan, de mogelijke bestemmingsproblemen geregeld zullen worden door de bepalingen van de hogere plannen en dat deze aangaande de inplanting, het bouwprofiel en de esthetische aard zullen moeten voldoen aan de voorschriften van de gewestelijke en de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen, alsmede aan de regels inzake de goede plaatselijke aanleg;

Op voorstel van de minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Wordt goedgekeurd de beslissing van de gemeente Jette tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan « nr. 3.02 van de Grenswijk Jette-Ganshoren », goedgekeurd bij koninklijk besluit van 7 september 1957 (BBP nr. 3) en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 januari 1960 (BBP nr. 3 bis ), 14 december 1961 (BBP nrs. 3 en 3bis - aanvullende bepalingen), 17 mei 1968 (BBP nr. 3.02 - volledige wijziging), evenals de onteigeningen in het kader van het BBP nr. 3.

Art. 2.De Minister-President die bevoegd is voor Ruimtelijke Ordening, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 september 2009.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE

^