28 MEI 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van het onteigeningsplan nr. 01 van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 27 mei 1870 houdende vereenvoudiging der bestuurlijke pleegvormen in zaken van onteigening voor openbaar nut;

Gelet op de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij dringende omstandigheden inzake onteigening voor openbaar nut;

Gelet op de ordonnantie van 22 februari 1990 betreffende de onteigeningen voor openbaar nut doorgevoerd en toegestaan door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

Gelet op de ordonnantie van 7 oktober 1993 houdende organisatie van herwaardering van de wijken, inzonderheid op het artikel 6;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 december 2007 waarbij een subsidie wordt verleend aan de gemeente Sint-Jans-Molenbeek voor de verwezenlijking van het programma voor de herwaardering van de wijk Westoevers;

Gelet op het voorkooprecht dat op het perceel toegestaan wordt bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 november 2008 waarbij aan de gemeente Sint-Jans-Molenbeek een prioritair voorkooprecht op dit perceel toegekend wordt;

Gelet op de beraadslaging van 19 maart 2009 waarbij de gemeenteraad van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek het onteigeningsplan nr. 01 betreffende het als volgt gekadastreerd onroerend goed goedkeurt : Afdeling 3 sectie B nr. 770b gelegen op de hoek van de Oostende- en

Vanderdussenstraat Overwegende dat het perceel gekadastreerd afdeling 3 sectie B nr. 770b, gelegen op de hoek van de Oostende- en Vanderdussenstraat als prioritaire ingreep voorzien is in het programma van het wijkcontract Westoevers;

Overwegende dat het gebouw zich in een bouwvallige staat bevindt, maar wel als basis zou kunnen dienen voor de bouw van woningen die gelijkgesteld worden met sociale woningen, wat een prioritaire doelstelling vormt;

Overwegende de alsmaar toenemende vraag naar woningen;

Overwegende dat in het vierjarenplan gekozen wordt voor de noodzaak om minder bedeelde bevolkingsgroepen te huisvesten in voldoende verbeterde omstandigheden om een grote sociale en ruimtelijke dualisering te voorkomen; dat het hiertoe nodig is dat de private leefomgeving verbeterd wordt, met name door grote woningen op te trekken;

Overwegende dat dankzij de aankoop van dit goed een bijzonder storend krot - in die zin dat dit het imago van de wijk schaadt en een enorme stortplaats voor vuil verhult - kan verwijderd worden;

Overwegende dat er d.d. 6 april 2008 een brand heeft plaatsgevonden omwille van de verwaarloosde staat van het goed en sluikstorten op het terrein, en dat de brand heeft bijgedragen om de al erg slechte toestand van het goed nog te verslechteren;

Overwegende dat er zo spoedig mogelijk een constructieve oplossing moet worden gevonden voor deze situatie, en dat deze onteigening dus overwogen moet worden volgens de procedure bij hoogdringendheid;

Overwegende dat, aangezien de eigenaars hun wens geuit hebben om zelf de bouwwerken uit te voeren en dat geen enkele stap in die richting is genomen om het de gemeente mogelijk te maken die beweringen op hun echtheid te onderzoeken;

Overwegende dat, alvorens de onteigening te overwegen, de gemeente verscheidene contacten heeft gehad om de verwezenlijking van deze doelstelling te bevorderen, hetzij door de eigenaars hetzij via een minnelijke procedure, en dat deze stappen niet geleid hebben tot een beslissend resultaat;

Overwegende dat de termijn van het wijkcontract Westoevers afloopt op 16 december 2011;

Overwegende dat het daarom noodzakelijk is om, omwille van openbaar nut, tot de inbezitneming over te gaan van het perceel die voorkomt op het onteigeningsplan en dit in overeenkomst met de bepalingen van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij dringende omstandigheden inzake onteigening voor openbaar nut, Besluit :

Artikel 1.Goedgekeurd wordt het onteigeningsplan nr. 01 betreffende het onbebouwd onroerend goed gekadastreerd : Afdeling 3 sectie B Nummer 770b gelegen op de hoek van de Oostende- en

Vanderdussenstraat.

Art. 2.Het is noodzakelijk om, omwille van openbaar nut, de onmiddellijke inbezitneming van de percelen aangegeven op artikel 1 en die op het onteigeningsplan vermeld zijn te vorderen.

Art. 3.De gemeente Sint-Jans-Molenbeek wordt gemachtigd om over te gaan tot de onteigening.

Art. 4.De rechtspleging bij dringende omstandigheden, bepaald bij de wet van 26 juli 1962, kan op de onteigening worden toegepast.

Brussel, 28 mei 2009.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting en Openbare Netheid, Ch. PICQUE