gepubliceerd op 19 februari 2009
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van een gestandaardiseerd boekhoudplan van de watersector in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
22 JANUARI 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van een gestandaardiseerd boekhoudplan van de watersector in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Gelet op Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid;
Gelet op de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid, in het bijzonder op artikels 38 en 58;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 november 2008;
Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 12 november 2008;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 18 december 2008;
Gelet op het advies nr. 45.630/4 van de Raad van State, gegeven op 7 januari 2009, met toepassing van artikel 84, paragraaf 1, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende artikel 38, paragraaf 1 van de ordonnantie van 20 oktober 2006 waarin vastgelegd is dat de Regering zich uitrust met de nodige instrumenten om de reële kostprijs van het water te bepalen, met andere woorden de totaliteit van de kosten van de waterdiensten, ten einde rekening te kunnen houden met het beginsel van terugwinning van de kosten. Te dien einde stelt zij onder andere de vaststellings- en inwinningsmodaliteiten van de reële kostprijs van het water vast, rekening houdende met de beginselen die in het genoemde artikel worden opgesomd;
Overwegende dat het derhalve de taak van de Regering is om de boekhoudkundige regels voor het bepalen van de reële kostprijs van het water op te stellen;
Overwegende dat die reële kostprijs moet worden bepaald door de wateroperatoren, met toepassing van de boekhoudkundige regels die door de Regering zijn uitgewerkt;
Op voorstel van de minister bevoegd voor het Waterbeleid, Na beraadslaging, Besluit : Afdeling 1. - Definities
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : - ordonnantie : de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid; - wateroperatoren : de wateroperatoren aangeduid krachtens de artikelen 17 en 18 van de ordonnantie; - productie : de productie, de behandeling van drinkwater, het transport en de opslag van drinkwater bestemd voor menselijke consumptie, voor zover het geleverd is of bedoeld is om geleverd te worden door een openbaar distributienet. Het einde van de productieactiviteit wordt vastgesteld op de hoofdmeter van de distributie en valt samen met het begin van het distributienet; - distributie : de distributie van drinkwater bestemd voor menselijke consumptie evenals het operationeel geïntegreerd beheer van de infrastructuren voor die waterdistributie; - openbare sanering : het geheel van handelingen inzake afwatering, inzameling, bufferopslag en zuivering van stedelijk afvalwater; - gemeentelijke sanering : het concept, de opstelling en het beheer van de exploitatie van de infrastructuren voor de opvang van afvalwater, toevertrouwd door de gemeenten, overeenkomstig artikel 17, § 1, 5° van de ordonnantie; - gewestelijke sanering : het concept, de opstelling en het beheer van de exploitatie van de infrastructuren voor de opvang van afvalwater die niet bedoeld worden in 17, § 1, 5° van de ordonnantie evenals het concept, de opstelling en het beheer van de exploitatie van de infrastructuren voor de behandeling van afvalwater en stadsafvalwater; - evaluatieregels : de regels die gelden voor de evaluaties van de inventaris, bedoeld in artikel 9, § 1 van de wet van 17 juli 1975 betreffende de boekhouding van de ondernemingen en, onder meer, voor de vorming en de aanpassing van afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen voor risico's en kosten evenals voor de herwaarderingen; - koninklijk besluit van 30 januari 2001 : het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen; - watervoorzieningsnetwerk : geheel van watervoorzieningsinstallaties gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; - omzet : bedrag van de verkopen en de verlening van diensten aan derden, in het kader van de gebruikelijke bedrijfsuitoefening, na aftrek van de commerciële kortingen op de verkopen (teruggaven, reducties en prijsafslagen); - bedrijfsinvesteringen : vaste activa eigen aan elke activiteit buiten de activa bestemd voor functionele diensten die in het algemeen gemeenschappelijk zijn voor productie- en distributieactiviteiten; - exploitatiepersoneel : personeel bestemd voor de exploitatie tegenover het personeel van de functionele diensten werkend voor de produc-tie-, distributie- of saneringsactiviteiten; - gemeentedienst : gemeentedienst verant-woordelijk voor de gemeentelijke watersanering in de gemeente; - nieuwe gemeentelijke comptabiliteit : het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit; - productie-eenheid : geheel van installaties die horen bij eenzelfde productiecyclus die, voor eenzelfde waterwinningsgebied, de verschillende fasen van de bescherming van de waterwinning, wateraansluitpunten, waterbehandeling, eerste onderdrukzetting, opslaginstallaties en andere bestanddelen (interne toevoerleidingen,...) verenigen; - transportleiding : geheel van installaties met toevoerleidingen en andere transportdelen (overdrukstation, watertoren,...), met inbegrip van de beveiligingselementen van het watervoorzieningsnet, - Het Instituut : Het Brussels Instituut voor Milieubeheer. Afdeling 2. - Algemene beginselen
Art. 2.Het gestandaardiseerde boekhoudplan van de watersector in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beoogt de door wateroperatoren toe te passen regels vast te stellen, om de reële kostprijs van het water te bepalen, zoals vastgelegd in artikel 38 van de ordonnantie.
Art. 3.Dit besluit omschrijft de toe te passen regels voor de uitwerking van een boekhoudplan « Producent », een boekhoudplan « Distributeur », een boekhoudplan « Gemeentelijke sanering » en een boekhoudplan « Gewestelijke sanering » door het geheel van operatoren die een waterproductie- en/of een waterdistributie- en/of een saneringsactiviteit uitoefenen, overeenkomstig de artikelen 17 en 18 van de ordonnantie.
Art. 4.De kosten die gemeen zijn aan de productie-, de distributie-, de gemeentelijke sanerings-, de gewestelijke sanerings- en de overige activiteiten worden opgedeeld tussen deze activiteiten op basis van een algemene verdeelsleutel bepaald vanaf de volgende gewogen parameters : - omzet : 25 %; - bedrijfsinvesteringen (in nettowaarde) : 15 %; - door het rechtstreekse bedrijfspersoneel gepresteerde uren : 60 %. Afdeling 3. - Boekhoudplan van de watersector « Producent »
Onderafdeling 1. - Algemene beginselen
Art. 5.Elke producent maakt jaarlijks een exploitatierekening per productie-eenheid en per transportleiding op evenals een samenvattende exploitatierekening « Productie » overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de onderafdelingen 2, 3 en 4 van deze afdeling.
Onderafdeling 2. - Evaluatieregels
Art. 6.De evaluatieregels die de opstelling van het boekhoudplan « Producent » beheren, vloeien voort uit de toepassing van de geldende reglementaire bepalingen en stemmen overeen met de regels bepaald in de artikelen 7 en 8 van dit besluit.
Art. 7.§ 1. De wijze waarop de materiële vaste activa geboekt worden, wordt nader bepaald in bijlage P1 en stemt overeen met de regels van het geldende boekhoudkundig recht. § 2. De aflossingen van de materiële vaste activa moeten systematisch berekend worden op basis van de methodes die door de vennootschap vastgesteld zijn overeenkomstig bijlage P2. § 3. De materiële vaste activa worden niet systematisch gerevalueerd.
De revaluatie mag alleen worden verricht op basis van de regels van het geldende boekhoudkundig recht. Er wordt jaarlijks een bijlage ingevuld met het bedrag van de revaluaties, de verantwoording ervan en het effect op de resultatenrekening. § 4. Op 1 januari 2009 worden de in § 2 van dit artikel vastgestelde nieuwe aflossingsregels van toepassing op de vaste activa die bestaan tijdens de residuaire aflossingsduur op de bruto activawaarde zoals vastgesteld op 31 december 2008.
Art. 8.In de gevallen waarin een operator door zijn eigen personeel werken laat uitvoeren die tot de vaste productie behoren, wordt het bedrag van de rechtstreekse kosten verhoogd met een aandeel ter dekking van de onrechtstreekse kosten, bestaande uit studie-, coördinatie- en toezichtskosten. Die kosten worden toegerekend op basis van de reële prestaties van het studiebureau; beurtelings worden ze verdeeld door toevoeging van een forfaitair percentage van het bedrag van de inschrijvingen (studie 7,5 %) en/of van de verwezenlijkingen (coördinatie 2 % en toezicht 5,5 %). De toepassing van die tweede methode vereist dat de operator kan bewijzen dat het totaal van de standaardkosten niet aanzienlijk afwijkt van het totaalbedrag van de reële kosten. Die kosten worden geactiveerd en afgelost volgens dezelfde regels als de hoofdinvestering.
Onderafdeling 3. - Analytische exploitatierekening van een productie-eenheid en van een transportleiding
Art. 9.De analytische exploitatierekening van een productie-eenheid en van een transpor-tleiding wordt vastgesteld overeenkomstig het schema bedoeld in artikel 11. De inhoud van de posten van de exploitatierekening wordt nader bepaald in bijlage P3.
Art. 10.De verdeelsleutel van de gemeen-schappelijke kosten voor de productie-eenheden/transportleidingen is gebaseerd op de rechtstreekse kosten van de productie-eenheden/transportleidingen.
Art. 11.Het schema van de analytische exploi-tatierekening van een productie-eenheid en van een transportleiding ziet er als volgt uit :
Rubriques du compte d'exploitation
Rubrieken van de exploitatierekening
1
Prestations techniques (ventilées en) :
1
Technische prestaties (verdeeld in) :
1
Personnel
1
Personeel
2
Déplacement
2
Reizen
3
Matériaux mis en oeuvre
3
Gebruikte materialen
4
Utilisation engins génie civil
4
Gebruik van bouwkundemachines
5
Autres (factures de tiers)
5
Andere (facturen van derden)
2
Achats d'Eau brute
2
Aankoop van ruw water
3
Force motrice
3
Aandrijvingskracht
4
Réactifs et Boues
4
Reagentia en slib
1
Réactifs
1
Reagentia
2
Boues
2
Slib
5
Autres frais directs
5
Overige rechtstreekse kosten
1
Frais bâtiments spécifiques
1
Specifieke gebouwkosten
2
Autres (factures de tiers)
2
Andere (facturen van derden)
6
Amortissements directs des installations d'exploitation
6
Rechtstreekse aflossingen van bedrijfsinstallaties
7
Coût du service de protection
7
Kosten van de beschermingsdienst
8
Télégestion
8
Telebeheer
9
Frais de laboratoire
9
Laboratoriumkosten
10
Frais de structure (ventilé en) :
10
Structuurkosten (verdeeld in) :
1
Direction
1
Directie
2
Administration
2
Bestuur
3
Service juridique
3
Juridische dienst
4
Service clientèle & recouvrement
4
Klanten- en invorderingsdienst
5
Etudes/dessins
5
Studies/tekeningen
6
Service informatique
6
Informaticadienst
7
Frais généraux administratifs
7
Algemene administratieve kosten
8
Autres (à préciser)
8
Andere (nader te bepalen)
11
Charges financières
11
Financiële lasten
12
Provisions & charges exceptionnelles
12
Uitzonderlijke voorzieningen en lasten
1
Dotations et reprises de provisions
1
Dotaties en terugnemingen van voorzieningen
2
Charges exceptionnelles
2
Uitzonderlijke lasten
13
Ajustements des coûts (+/-)
13
Kostenaanpassingen (+/-)
14
COUT-VERITE DE L'UNITE DE PRODUCTION ou de la LIGNE DE TRANSPORT (sections 1re à 13)
14
REELE KOSTPRIJS VAN DE PRODUCTIEEENHEID/TRANSPORTLEIDING (afdelingen 1 tot 13)
Onderafdeling 4. - Samenvattende exploitatierekening « Productie »
Art. 12.De samenvattende exploitatierekening « Productie » wordt opgemaakt door de producent overeenkomstig het schema bedoeld in artikel 13. De inhoud van de posten van de samenvattende exploitatierekening « Productie » wordt nader bepaald in bijlage P4.
Art. 13.Schema van de samenvattende exploitatierekening « Productie » :
I. Ventes d'eau par la production
I. Waterverkoop door de productie
II.A Coût-vérité des Unités de production
II.A Reële kostprijs van de productie-eenheden
Unité XXX
Eenheid XXX
Unité UUU
Eenheid UUU
Unité YYY
Eenheid YYY
Total
Totaal
II.B Coût-vérité des Lignes de transport
II.B Reële kostprijs van de transportleidingen
Ligne AAA
Leiding AAA
Ligne BBB
Leiding BBB
Ligne CCC
Leiding CCC
Total
Totaal
II.C Achats d'Eau traitée
II.C Aankoop van behandeld water
II. Coût-vérité total de la production d'Eau (II.A + II.B + II.C
II. Totale reële kostprijs van de waterproductie (II.A + II.B + II.C)
III. Résultat net de la vente d'Eau (I-II)
III. Nettoresultaat van de waterverkoop (I-II)
IV. Résultat net sur les travaux nets facturés aux tiers
IV. Nettoresultaat op de aan derden
Travaux à charge des tiers
Gefactureerde nettowerken
Montants facturés aux tiers (-)
Werken ten laste van derden
...
Aan derden gefactureerde bedragen (-)
Autre frais non directement liés au coût-vérité de la production
Overige kosten niet rechtstreeks verbonden aan de reële productiekosten
Autres recettes diverses (-)
Overige diverse ontvangsten (-)
Total
Totaal
V. Résultat net de l'activité « production » (III + IV)
V. Nettoresultaat van de « Productieactiviteit » (III + IV)
Afdeling 4. - Boekhoudplan van de watersector « Distributeur »
Onderafdeling 1. - Algemene beginselen
Art. 14.§ 1. Elke distributeur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest maakt jaarlijks een exploitatierekening per distributienet op evenals een samenvattende exploitatierekening « Distributie » overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de onderafdelingen 2, 3 en 4 van deze afdeling.
Onderafdeling 2. - Evaluatieregels
Art. 15.De evaluatieregels die de opstelling van het boekhoudplan « Distributeur » beheren, vloeien voort uit de toepassing van de geldende reglementaire bepalingen en stemmen overeen met de regels bepaald in de artikelen 16 tot 19 van dit besluit.
Art. 16.§ 1. De wijze waarop de materiële vaste activa geboekt worden, wordt nader bepaald in bijlage D1 en stemt overeen met de regels van het geldende boekhoudkundig recht. § 2. De aflossingen van de materiële vaste activa moeten systematisch berekend worden op basis van de methodes die door de vennootschap vastgesteld zijn overeenkomstig bijlage D2. § 3. Paragrafen 3 en 4 van artikel 7 van dit besluit zijn van toepassing op de distributeurs die onderworpen zijn aan de bepalingen van deze afdeling.
Art. 17.Artikel 8 van dit besluit is van toepassing op de distributeurs die onderworpen zijn aan de bepalingen van deze afdeling.
Art. 18.Dubieuze vorderingen worden geïsoleerd van de overige commerciële vorderingen op maximaal één jaar en maken het voorwerp uit van een waardevermindering berekend op forfaitaire basis volgens de anterioriteit van de openstaande vorderingen : - na één jaar : 30 %; - na twee jaar : 75 %; - na drie jaar : 100 %.
Onderafdeling 3. - Analytische exploitatierekening van een distributienet
Art. 19.Voorzieningen voor bijzondere risico's en lasten kunnen onder andere worden opgericht om zich te beveiligen tegen risico's verbonden met slechte weersomstandigheden (bevriezing van leidingen,...). In dit geval wordt de valorisatie geraamd op basis van statistieken volgens de frequentie en het belang van de aangebrachte schade.
Art. 20.De analytische exploitatierekening van een distributienet wordt opgemaakt overeen-komstig het schema bedoeld in artikel 21 van dit besluit. De inhoud van de posten van de exploitatierekening wordt nader bepaald in bijlage D3.
Art. 21.Het schema van de analytische exploitatierekening van een distributienet ziet er als volgt uit :
Rubriques du compte d'exploitation
Rubrieken van de exploitatierekening
1
Prestations techniques entretien (ventilées en) :
1
Technische prestaties - onderhoud (verdeeld in) :
1
Personnel
1
Personeel
2
Déplacement
2
Reizen
3
Matériaux mis en oeuvre
3
Gebruikte materialen
4
Utilisation engins génie civil
4
Gebruik van bouwkundemachines
5
Autres (factures de tiers)
5
Andere (facturen van derden)
2
Coût des relevés (ventilé en) :
2
Opmetingskosten (verdeeld in) :
1
Personnel
1
Personeel
2
Déplacement
2
Reizen
3
Frais informatiques
3
Informaticakosten
4
Autres (factures de tiers)
4
Andere (facturen van derden)
3
Achats d'Eau
3
Aankoop van water
4
Autres frais directs (ventilés en) :
4
Overige rechtstreekse kosten (verdeeld in) :
1
Frais bâtiments spécifiquement affectés à ce réseau de distribution
1
Gebouwkosten specifiek bestemd voor dit distributienet
2
Autres (factures de tiers)
2
Andere (facturen van derden)
5
Amortissements des installations d'exploitation
5
Aflossingen van bedrijfsinstallaties
6
Redevance et/ou indemnité d'occupation publique
6
Heffing en/of vergoeding wegens openbaar gebruik
7
Frais de structure (ventilé en) :
7
Structuurkosten (verdeeld in) :
1
Direction
1
Directie
2
Administration
2
Bestuur
3
Service juridique
3
Juridische dienst
4
Service clientèle & recouvrement
4
KIanten- en invorderingsdienst
5
Etudes/dessins
5
Studies/tekeningen
6
Service informatique
6
Informaticadienst
7
Frais généraux administratifs
7
Algemene administratieve kosten
8
Autres (à préciser)
8
Andere (nader te bepalen)
8
Charges financières
8
Financiële lasten
9
Réductions de valeur & moins-values, provisions, charges exceptionnelles
9
Waardeverminderingen & minderwaarden, voorzieningen, uitzonderlijke lasten
1
Réductions de valeurs & moins-values
1
Waardeverminderingen & minderwaarden
2
Provisions
2
Voorzieningen
3
Charges exceptionnelles
3
Uitzonderlijke lasten
10
Ajustements des coûts (+/-)
10
Kostenaanpassingen (+/-)
11
COUT-VERITE DU RESEAU DE DISTRIBUTION (sections 1re à 10)
11
REELE KOSTPRIJS VAN HET DISTRIBUTIENETWERK (afdelingen 1 tot 10)
Onderafdeling 4. - Samenvattende exploitatierekening « Distributie »
Art. 22.De samenvattende exploitatierekening « Distributie » wordt opgemaakt door de distributeur overeenkomstig het schema bedoeld in artikel 23 van dit besluit. De inhoud van de posten van de samenvattende exploitatierekening « Distributie » wordt nader bepaald in bijlage D4.
Art. 23.Het schema van de samenvattende exploitatierekening « Distributie » ziet er als volgt uit :
I. Ventes d'Eau par la distribution
I. Waterverkoop door de distributie
II.A Coût-vérité des Réseaux de distribution
II.A Reële kostprijs van de distributie-eenheden
Réseau de distribution...
Distributienet...
Total
Totaal
II.B Autres charges incorporées au prix de ventes d'eau
II.B Andere lasten opgenomen in de waterverkoopprijs
II.C Fonds social
II.C Sociaal fonds
II.D Quote-part solidarité internationale
II.D Bijdrage internationale solidariteit
II. Coût-vérité total au consommateur
II. Totale reële kostprijs voor de verbruiker
(II.A + II.B + II.C + II.D )
(II.A + II.B + II.C + II.D )
III. Résultat net de la vente d'Eau (I-II)
III. Nettoresultaat van de waterverkoop (I-II)
IV. Résultat net sur les travaux nets facturés aux tiers
IV. Nettoresultaat op de aan derden gefactureerde nettowerken
Travaux à charge des tiers
Werken ten laste van derden
Montants facturés aux tiers (-)
Aan derden gefactureerde bedragen (-)
Autres frais non directement liés au coût-vérité de la distribution
Overige kosten niet rechtstreeks verbonden met de reële distributiekosten
Autres recettes diverses (-)
Overige diverse ontvangsten (-)
Total
Totaal
V. Résultat net de l'activité « distribution » (III + IV)
V. Nettoresultaat van de « Distributieactiviteit » (III + IV)
Afdeling 5. - Boekhoudplan van de watersector « Openbare sanering »
Onderafdeling 1. - Algemene beginselen
Art. 24.§ 1. Elke gemeentelijke sanerings-operator maakt jaarlijks een exploitatierekening per gemeentelijke saneringsnet op evenals een samenvattende exploitatierekening « Gemeen-telijke sanering » overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de onderafdelingen 2, 3 en 4 van deze afdeling. § 2. Elke gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die zijn gemeentelijke saneringsdiensten gedeeltelijk of niet aan de BIWD toevertrouwd heeft, maakt jaarlijks een exploitatierekening per gemeentelijke saneringsnet op evenals een samenvattende exploitatierekening « Gemeentelijke sanering » overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de onderafdelingen 2, 3 en 4 van deze afdeling. § 3. Elke gewestelijke saneringsoperator maakt jaarlijks een exploitatierekening per installatie op evenals een samenvattende exploitatierekening « Gewestelijke sanering » overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de onderafdelingen 2, 5 en 6 van deze afdeling.
Onderafdeling 2. - Evaluatieregels
Art. 25.De evaluatieregels die de opstelling van het boekhoudplan « Openbare sanering » beheren, vloeien voort uit de toepassing van de geldende reglementaire bepalingen en stemmen overeen met de regels bepaald in de artikelen 26 en 27 van dit besluit.
Art. 26.§ 1. De wijze waarop de materiële vaste activa geboekt worden, wordt nader bepaald in bijlage A1 en stemt overeen met de regels van het geldende boekhoudkundig recht. § 2. De aflossingen van de materiële vaste activa moeten systematisch berekend worden op basis van de methodes die door de vennootschap vastgesteld zijn overeenkomstig bijlage A2. § 3. Paragrafen 3 en 4 van artikel 7 van dit besluit zijn van toepassing op de openbare saneringsoperatoren die onderworpen zijn aan de bepalingen van deze afdeling.
Art. 27.Artikel 8 van dit besluit is van toepassing op de openbare saneringsoperatoren die onderworpen zijn aan de bepalingen van deze afdeling.
Onderafdeling 3. - Analytische exploitatierekening van een gemeentelijke saneringsnet
Art. 28.De analytische exploitatierekening van een gemeentelijke saneringsnet wordt opge-maakt overeenkomstig het schema bedoeld in artikel 29 van dit besluit. De inhoud van de posten van de exploitatierekening wordt nader bepaald in bijlage A3.
Art. 29.Het schema van de analytische exploitatierekening van een gemeentelijke saneringsnet ziet er als volgt uit :
Rubriques du compte d'exploitation
Rubrieken van de exploitatierekening
1
Prestations techniques entretien (ventilées en) :
1
Technische prestaties-onderhoud (verdeeld in) :
1
Personnel
1
Personeel
2
Déplacement
2
Reizen
3
Matériaux mis en oeuvre
3
Gebruikte materialen
4
Utilisation engins génie civil
4
Gebruik van bouwkundemachines
5
Autres (factures de tiers)
5
Andere (facturen van derden)
2
Autres frais directs (ventilés en) :
2
Overige rechtstreekse kosten (verdeeld in) :
1
Frais bâtiments spécifiquement affectés à ce réseau d'assainissement communal
1
Gebouwkosten specifiek bestemd voor dit gemeentelijke saneringsnet
2
Autres (factures de tiers)
2
Andere (facturen van derden)
3
Amortissements des installations d'exploitation
3
Aflossingen van bedrijfsinstallaties
4
Redevance et/ou indemnité d'occupation publique
4
Heffing en/of vergoeding wegens openbaar gebruik
5
Frais de structure (ventilé en) :
5
Structuurkosten (verdeeld in) :
1
Direction
1
Directie
2
Administration
2
Bestuur
3
Service juridique
3
Juridische dienst
4
Etudes/dessins
4
Studies/tekeningen
5
Service informatique
5
Informaticadienst
6
Frais généraux administratifs
6
Algemene administratieve kosten
7
Autres (à préciser)
7
Andere (nader te bepalen)
6
Charges financières
6
Financiële lasten
7
Réductions de valeur & moins-values, provisions, charges exceptionnelles
7
Waardeverminderingen & minderwaarden, voorzieningen, uitzonderlijke lasten
1
Réductions de valeurs & moins-values
1
Waardeverminderingen & minderwaarden
2
Provisions
2
Voorzieningen
3
Charges exceptionnelles
3
Uitzonderlijke lasten
8
Ajustements des coûts (+/-)
8
Kostenaanpassingen (+/-)
9
COUT-VERITE DU RESEAU D'EGOUTTAGE (sections 1re à 8)
9
REELE KOSTPRIJS VAN HET GEMEENTELIJKE SANERINGSNET (afdelingen 1 tot 8)
Onderafdeling 4. - Samenvattende exploitatierekening « Gemeentelijke sanering »
Art. 30.De samenvattende exploitatierekening « Gemeentelijke sanering » wordt opgemaakt overeenkomstig het schema bedoeld in artikel 31 van dit besluit. De inhoud van de posten van de samenvattende exploitatierekening « Gemeente-lijke sanering » wordt nader bepaald in bijlage A4.
Art. 31.Het schema van de samenvattende exploitatierekening « Gemeentelijke sanering » ziet er als volgt uit :
I. Ventes et prestation de services d'assainissement communal
I. Verkoop en levering van gemeentelijke saneringsdiensten
II.A Coût-vérité des Réseaux d'assainissement communal
II.A Reële kostprijs van de gemeentelijke saneringsnetten
Réseau d'assainissement communal...
Gemeentelijke saneringsnet...
Total
Totaal
II.B Autres charges incorporées au service d'assainissement communal
II.B Andere lasten opgenomen in de gemeentelijke saneringsdienst
II. Coût-vérité total aux consommateurs (II.A + II.B )
II. Totale reële kostprijs voor de verbruiker (II.A + II.B )
III. Résultat net du service d'assainissement communal (I-II)
III. Nettoresultaat van de gemeentelijke saneringsdienst (I-II)
IV. Résultat net sur les travaux nets facturés aux tiers
IV. Nettoresultaat op de aan derden gefactureerde nettowerken
Travaux à charge des tiers
Werken ten laste van derden
Montants facturés aux tiers (-)
Aan derden gefactureerde bedragen (-)
Autres frais non directement liés au coût-vérité de l'assainissement communal
Overige kosten niet rechtstreeks verbonden met de reële gemeentelijke saneringskosten
Autres recettes diverses (-)
Overige diverse ontvangsten (-)
Total
Totaal
V. Résultat net de l'activité « assainissement communal » (III + IV)
V. Nettoresultaat van de « Gemeentelijke saneringsactiviteit » (III + IV)
Onderafdeling 5. - Analytische exploitatierekening van een gewestelijk saneringsnet
Art. 32.De analytische exploitatierekening van een gewestelijke saneringsinstallatie wordt opgemaakt overeenkomstig het schema bedoeld in artikel 33 van dit besluit. De inhoud van de posten van de exploitatierekening wordt nader bepaald in bijlage A5.
Art. 33.Het schema van de analytische exploitatierekening van een gewestelijke saneringsinstallatie ziet er als volgt uit :
Rubriques du compte d'exploitation
Rubrieken van de exploitatierekening
1
Prestations techniques entretien (ventilées en) :
1
Technische prestaties - onderhoud (verdeeld in) :
1
Personnel
1
Personeel
2
Déplacement
2
Reizen
3
Energie
3
Energie
4
Eau
4
Water
5
Matériaux mis en oeuvre (matériel et outillage)
5
Gebruikte materialen (materiaal en gereedschap)
6
Utilisation engins génie civil
6
Gebruik van bouwkundemachines
7
Frais de réactifs (hors traitement boues)
7
Reagentiakosten (uitgezonderd slibverwerking)
8
Déchets (hors boues)
8
Afval (uitgezonderd slib)
9
Autres (factures de tiers
9
Andere (facturen van derden)
9.1
Stockage tampon
9.1
Bufferopslag
9.2
Collecteurs
9.2
Collectoren
9.3
Stations d'épuration
9.3
Zuiveringsinstallaties
2
Traitement des boues
2
Slibverwerking
1
Réactifs
1
Reagentia
2
Transport
2
Transport
3
Traitement
3
Behandeling
4
Valorisation
4
Valorisatie
5
Elimination
5
Verwijdering
6
Analyses
6
Analyses
3
Laboratoires
3
Laboratoria
4
Autres frais directs (ventilés en) :
4
Overige rechtstreekse kosten (verdeeld in) :
1
Frais de bâtiments
1
Gebouwkosten
2
Autres (factures de tiers)
2
Andere (facturen van derden)
5
Amortissements des installations d'exploitation
5
Aflossingen van bedrijfsinstallaties
6
Redevance et/ou indemnité d'occupation publique
6
Heffing en/of vergoeding wegens openbaar gebruik
7
Frais de structure (ventilé en) :
7
Structuurkosten (verdeeld in) :
1
Direction
1
Directie
2
Administration
2
Bestuur
3
Service juridique
3
Juridische dienst
4
Etudes/dessins
4
Studies/tekeningen
5
Service informatique
5
Informaticadienst
6
Frais Généraux Administratifs
6
Algemene administratieve kosten
7
autres (à préciser)
7
Andere (nader te bepalen)
8
Charges financières
8
Financiële lasten
9
Réductions de valeur & moins-values, provisions, charges exceptionnelles
9
Waardeverminderingen & minderwaarden, voorzieningen, uitzonderlijke lasten
1
Réductions de valeurs & moins-values
1
Waardeverminderingen & minderwaarden
2
Provisions
2
Voorzieningen
3
Charges exceptionnelles
3
Uitzonderlijke lasten
10
Ajustements des coûts (+/-)
10
Kostenaanpassingen (+/-)
11
COUT-VERITE DE L'OUVRAGE D'ASSAINISSEMENT REGIONAL (sections 1re à 10)
11
REELE KOSTPRIJS VAN DE GEWESTELIJKE SANERINGSINSTALLATIE (afdelingen 1 tot 10)
Onderafdeling 6. - Samenvattende exploitatierekening « Gewestelijke sanering »
Art. 34.De samenvattende exploitatierekening « Gewestelijke sanering » wordt opgemaakt door de gewestelijke saneringsoperator overeen-komstig het schema bedoeld in artikel 35 van dit besluit. De inhoud van de posten van de samenvattende exploitatierekening « Gewestelijke sanering » wordt nader bepaald in bijlage A6.
Art. 35.Het schema van de samenvattende exploitatierekening « Gewestelijke sanering » ziet er als volgt uit :
I. Ventes et prestations du service d'assainissement régional
I. Verkoop en levering van de gewestelijke saneringsdienst
II. Coût-vérité des Ouvrages
II. Reële kostprijs van de installaties
Ouvrage XXX
Installatie XXX
Ouvrage UUU
Installatie UUU
Ouvrage YYY
Installatie YYY
Total
Totaal
III. Résultat net du service d'assainissement régional (I-II)
III. Nettoresultaat van de gewestelijke saneringsdienst (I-II)
IV. Résultat net sur les travaux nets facturés aux tiers
IV. Nettoresultaat op de aan derden gefactureerde nettowerken
Travaux à charge des tiers
Werken ten laste van derden
Montants facturés aux tiers (-)
Aan derden gefactureerde bedragen (-)
Autre frais non directement liés au coût-vérité de l'assainissement
Overige kosten niet rechtstreeks verbonden met de reële saneringskosten
Autres recettes diverses (-)
Overige diverse ontvangsten (-)
Total
Totaal
V. Résultat net de l'activité « assainissement régional » (III + IV)
V. Nettoresultaat van de « Gewestelijke saneringsactiviteit » (III + IV)
Afdeling 5. - Uitvoering, bekendmaking, voorlichting
Art. 36.Elk jaar dienen de aan de bepalingen van dit hoofdstuk onderworpen operatoren ten laatste op 30 juni van het volgende jaar bij het Instituut de samenvattende exploitatierekeningen van de productie-, distributie-, gemeentelijke sanerings- en gewestelijke saneringsactiviteiten in, volgens de schema's bedoeld in dit besluit.
De analytische exploitatierekeningen van de productie-eenheden en transportleidingen, de distributienetten, het gemeentelijke saneringsnet en de saneringseenheden moeten als bijlage bij de samenvattende exploitatierekeningen aan het Instituut.
De modaliteiten voor de overdracht van die informatie worden vastgesteld door het Instituut in samenspraak met de wateroperatoren.
Zonodig worden de vorm en de voorstellingswijze van die informatie nader bepaald door het Instituut.
Vervolgens worden de exploitatierekeningen door het Instituut onderworpen aan een externe audit ter bepaling van onder meer de prestaties en het niveau van de diensten van de operatoren. De besluiten van die audit worden door de minister bevoegd voor Waterbeleid ter informatie aan de Regering overgemaakt. Afdeling 6. - Overgangsmaatregel
Art. 37.Om de wateroperatoren de kans te geven hun boekhoudsysteem aan de analytische rubrieken aan te passen en hun informatiesysteem op dit besluit af te stemmen, mogen de analytische exploitatierekeningen betreffende de distributie en de gemeentelijke sanering voor het jaar 2009 - dus op te stellen vóór juni 2010 - vereenvoudigd worden. Deze vereenvoudigde analytische exploitatiereke-ningen moeten echter de structuur van de hierboven vastgelegde rubrieken respecteren, maar moeten niet noodzakelijk alle subrubrieken bevatten.
Deze vereenvoudigde vorm betreft alleen de analytische exploitatierekeningen en niet de samenvattende exploitatierekening.
De wateroperatoren die voor « vereenvoudigde » exploitatierekeningen kiezen, moeten hun keuze verantwoorden en de gebruikte subrubrieken toelichten evenals de berekeningswijzen om tot de samenvattende rekeningen te komen.
Art. 38.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009.
Art. 39.De minister bevoegd voor Waterbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 januari 2009.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister belast met leefmilieu, Energie, Waterbeleid, E. HUYTEBROECK
Bijlagen : - Bijlage P1 - Bijlage P2 - Bijlage P3 - Bijlage P4 - Bijlage D1 - Bijlage D2 - Bijlage D3 - Bijlage D4 - Bijlage A1 - Bijlage A2 - Bijlage A3 - Bijlage A4 - Bijlage A5 - Bijlage A6
Bijlage P1 - Productie - Materiële vaste activa Rangschikking in algemene boekhouding.
Klasse 22 : - Terreinen. - Gebouwen (duurzame gebouwen (volgens bouwtype) - lichte gebouwen, schuilplaatsen,...). - Bebouwde terreinen. - Andere zakelijke rechten op onroerende goederen. - Technische burgerlijke bouwkunde : installaties voor winning, vervoer en behandeling van drinkwater.
Klasse 23 : - Installaties, machines en gereedschap, toevoerleidingen. - Elektromechanische installaties : installaties voor de behandeling van drinkwater (uitgezonderd burgerlijke bouwkunde en regulering), pompen, elektromechanische apparatuur,... - Reguleringsorganen (elektronisch, sensoren,...).
Klasse 24 : - Meubilair en rollend materieel. - Technisch meubilair (laboratoriumapparatuur,...) en technisch materiaal (machines voor openbare werken,...).
Klasse 25 : - Terreinen en bouwwerken in leasing. - Installaties, machines en gereedschap in leasing. - Meubilair en rollend materieel in leasing. - Technische burgerlijke bouwkunde in leasing : installaties voor winning, vervoer, behandeling van drinkwater, toevoerleidingen. - Elektromechanische installaties in leasing : installaties voor behandeling van drinkwater (uitgezonderd burgerlijke bouwkunde en regulering), pompen, elektromechanische apparatuur,... - Reguleringsorganen in leasing (elektronisch, sensoren,...). - Technisch meubilair (laboratoriumapparatuur,...) en technisch materiaal (machines voor openbare werken,...) in leasing.
Klasse 26 : - Andere materiële vaste activa.
Alle vaste activa worden voorzien van een enig nummer en zijn verbonden met een productie-eenheid (met waterwinning, behandeling en onderdrukzetting, tank,...) of met een transportleiding (toevoerleidingen, feeder, knooppunt, tank en heffingseenheid,...).
Bijlage P2 - Productie
Min.
Max.
Min.
Max.
Ouvrages de génie civil pour le captage et le traitement de l'eau potable
20
40
Burgerlijke bouwwerken voor winning en behandeling van drinkwater
20
40
Canalisations d'adduction
20
50
Toevoerleidingen
20
50
Compteurs
5
10
Meters
5
10
Installations de traitement de l'eau potable (sauf génie civil et régulation)
20
50
Installaties voor behandeling van drinkwater (uitgezonderd burgerlijke bouwkunde en regulering)
20
50
Grosses installations électriques, appareils électromécaniques, installations de chaudière, installations de ventilation et appareillages divers
10
20
Grote elektrische installaties, elektromechanische apparatuur, verwarmingsinstallaties, verluchtingsinstallaties en diverse apparatuur
10
20
Pompes et petites installations électriques
5
10
Pompen en kleine elektrische installaties
5
10
Organes de régulation (électronique, capteurs, télégestion,...)
4
8
Reguleringsorganen (elektronisch, sensoren, telebeheer,...)
4
8
Bâtiments durables (selon type de construction)
20
50
Duurzame gebouwen (volgens bouwtype)
20
50
Bâtiments légers, abris,...
10
15
Lichte gebouwen, schuilplaatsen,...
10
15
Agencements et aménagements de bâtiments
10
20
Inrichting van gebouwen
10
20
Mobilier de bureau
Kantoormeubilair
10
15
Appareils de laboratoires, matériel de bureau (sauf informatique), outillages,...
5
10
Laboratoriumapparatuur, kantoormateriaal (uitgezonderd informatica), gereedschap,...
5
10
Matériel informatique
2
10
Informaticamateriaal
2
10
Engins de travaux publics, véhicules,...
3
10
Machines voor openbare werken, voertuigen,...
3
10
Installations électriques
5
10
Elektrische installaties
5
10
Installations téléphoniques
2
10
Telefooninstallaties
2
10
Bijlage P3 - Productie - Definitie van de rubrieken van de analytische exploitatierekening van een productie-eenheid en een transportleiding De kosten van de productieactiviteit (klein materiaal, diverse goederen en diensten, personeel, aflossing, voorziening en waardevermindering, uitzonderlijke kosten,...) worden toegerekend op de verschillende eindkostencentra.
De kosten worden berekend in nettowaarde, dit wil zeggen na aftrek van eventuele herfactureringen.
Er zijn dertien eindkostencentra. Ze zijn verdeeld als volgt : 1. Technische prestaties.2. Aankoop ruw water.3. Aandrijvingskracht.4. Reagentia en slib.5. Overige rechtstreekse kosten.6. Aflossingen van bedrijfsinstallaties.7. Kosten beschermingsdienst.8. Telebeheer.9. Laboratoriumkosten.10. Structuurkosten.11. Financiële lasten.12. Uitzonderlijke voorzieningen en lasten.13. Kostenaanpassingen. I. EINDKOSTENCENTRA (afdelingen 1 tot 13). 1. Technische prestaties. Deze prestaties bestaan uit de volgende taken : ? werking van de installaties. ? controle van de installaties. ? herstel van de installaties.
Deze werken worden uitgevoerd door eigen personeel of door onderaannemers. In het eerste geval worden de werken vermeld op een werkbon die de personeelsprestaties bevat evenals de reizen, de gebruikte materialen, de gebruiksduur van bouwkundemachines en de eventuele overige kosten. In het tweede geval wordt het geheel van de kosten gefactureerd door de onderaannemer.
De personeelskosten betreffende de technische prestaties worden berekend op basis van de rechtstreekse reële of standaardkosten (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten), verhoogd met een aandeel ter dekking van de algemene technische kosten.
De reiskosten betreffen de bedrijfsvoertuigen (vracht- en bestelwagens) en bevatten de rechtstreekse reële of standaardkosten (aflossing, financiële lasten, leasing, onderhoud, herstel, brandstof, verzekeringen,...), verhoogd met een aandeel ter dekking van de garagekosten.
De kosten van de gebruikte materialen bestaan uit de aankoopkost (tegen de gewogen gemiddelde prijs of volgens een andere waarderingswijze in overeenstemming met de Belgische boekhoudkundige regels) van de geplaatste onderdelen, verhoogd met een aandeel ter dekking van de winkelkosten.
De gebruikskosten van bouwkundemachines worden gevaloriseerd op basis van een uurkost per bouwkundemachine berekend door een quotiteit ter dekking van de garagekosten op te nemen in de rechtstreekse kosten (aflossing, financiële lasten, onderhoud, brandstof,...).
De overige kosten betreffen prestaties door derden, het huren van machines of andere en worden geboekt op basis van de nominale waarde van de facturen. 2. Aankoop ruw water. Ruw water is het water dat bestemd is om behandeld te worden in een installatie van een productie-eenheid.
De aankoop van al behandeld water staat apart vermeld in de samenvattende exploitatierekening van de productieactiviteit. Elke aankoop van behandeld water transiteert via de exploitatierekening van de productieactiviteit.
De aankoop van ruw water wordt gevaloriseerd tegen de aankoopprijs. 3. Aandrijvingskracht. De kosten verbonden met de aandrijvingskracht betreffen voornamelijk de elektriciteitskosten en de belastingen verbonden met de installaties.
De kosten stemmen in het algemeen overeen met de nominale waarde van de facturen of van de borderellen. 4. Reagentia en slib. De reagentiakosten betreffen de kosten van de in de bedrijfsinstallaties gebruikte reagentia. De aankopen worden rechtstreeks toegerekend op de installatie op basis van de factuur of het verbruik wordt verdeeld tussen de installaties en gevaloriseerd tegen de gewogen gemiddelde prijs of volgens een andere waarderingswijze die algemeen aanvaard wordt in de algemene boekhouding. 5. Overige rechtstreekse kosten. Deze kosten bevatten met name de werkingskosten van de gebouwen en de installaties die eigen zijn aan de productieactiviteit evenals overige rechtstreekse kosten.
De werkingskosten van de gebouwen en de installaties die eigen zijn aan de productieactiviteit bevatten : ? de werkingskosten van de eigenlijke gebouwen en installaties, hetzij de onderhouds- en verzorgingskosten met inbegrip van de onmiddellijke omgeving, de elektriciteits-, verwarmings-, water-, gas- en verzekeringskosten, de aflossingslasten,... ? de kosten van de voor de gebouwen en installaties aangestelde personeelsleden die geen technische prestaties verrichten, worden vastgesteld op basis van de rechtstreekse reële of standaardkosten (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten).
De overige kosten hangen af van elke operator en moeten geval per geval worden vastgesteld. De interne kosten worden vastgesteld door toepassing van de zogenaamde volledige kostenberekening. De externe kosten stemmen in het algemeen overeen met de nominale waarde van de facturen. 6. Aflossingen van bedrijfsinstallaties. De bedrijfsinstallaties betreffen de installaties (winningseenheid, behandelingseenheid, watertoren,...), de toevoerleidingen (leidingen, afsluiters, aansluitingen), de meters,...
De aflossingslasten volgen de in het gestandaardiseerd boekhoudplan van de watersector vastgelegde evaluatieregels. 7. Kosten beschermingsdienst. De beschermingskosten zijn de kosten rechtstreeks verbonden met de bescherming van de winningen, zowel wanneer deze activiteit zelf als in onderaanneming uitgeoefend wordt. 8. Telebeheer. De telebeheerkosten worden geaccumuleerd in een kostencentrum en bevatten : ? de kosten verbonden met specifiek informaticamateriaal (hardware en software) die aflossingen, onderhoudskosten,... bevatten; ? de rechtstreekse reële of standaardkosten van de voor die dienst aangestelde personeelsleden (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten), verhoogd met een aandeel ter dekking van de lokaalkosten; ? de reiskosten die de rechtstreekse reële of standaardkosten bevatten (aflossing, financiële lasten, leasing, onderhoud, herstel, brandstof, verzekeringen,...), verhoogd met een aandeel ter dekking van de garagekosten; ? de overige aankopen (klein materiaal,...) die gevaloriseerd zijn op basis van de nominale waarde van de factuur of op basis van het verbruik gevaloriseerd tegen de gewogen gemiddelde prijs of volgens een andere waarderingswijze in overeenstemming met de Belgische boekhoudkundige regels; ? overige kosten (nader te bepalen). 9. Laboratoriumkosten. De activiteit gebeurt intern of wordt uitbesteed. In het eerste geval worden de kosten berekend op basis van een volledige kost; in het tweede geval bestaan de kosten uit de laboratoriumfacturen.
De interne laboratoriumkosten worden geaccumuleerd in een kostencentrum en bevatten : ? de rechtstreekse reële of standaardkosten van het laboratoriumpersoneel (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten), verhoogd met een aandeel ter dekking van de lokaalkosten; ? de kosten verbonden met specifiek materiaal en uitrusting, met inbegrip van aflossingen, onderhoudskosten,... ? de overige aankopen (klein materiaal,...) die gevaloriseerd zijn op basis van de nominale waarde van de factuur of op basis van het verbruik gevaloriseerd tegen de gewogen gemiddelde prijs of volgens een andere waarderingswijze in overeenstemming met de Belgische boekhoudkundige regels; ? overige kosten (nader te bepalen) 10. Structuurkosten. Deze kosten zijn in het algemeen gemeenschappelijk aan de productie-, distributie- en openbare saneringsactiviteiten. Ze bevatten de kosten van verschillende functionele diensten die niet rechtstreeks worden toegerekend via de kosten van technische prestaties of meteropnemingen. De algemene administratieve kosten evenals de overige kosten worden ook opgenomen.
De kosten van de functionele diensten hebben betrekking op de kosten van de directie (directoraat-generaal, andere directies, secretaris-generaal, beheerorganen,...), het bestuur (boekhouding, human resources, andere administratieve diensten,...), de juridische dienst, de klanten- en invorderingsdienst (facturering, geschillen, ombudsman, ...), de dienst studies en tekeningen, de informaticadienst. De kosten worden bepaald volgens de volledige kostenberekening, dit wil zeggen dat ze de volgende elementen opnemen : ? de rechtstreekse kosten van het dienstpersoneel (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten); ? de overige rechtstreekse kosten van de dienst (aankopen, verbruik, erelonen,...); ? een aandeel van de gebouwkosten op basis van het werkelijk gebruik.
De kosten zijn vrij van de bedragen die aan andere diensten gefactureerd zijn of die toegerekend zijn op de technische prestaties.
De administratieve algemene kosten bevatten de overige kosten die niet opgenomen zijn in de bovenvermelde functionele afdelingen en die verbonden zijn met het economaat, het meubilair, het kantoormateriaal, de documentatie (niet eigen aan een dienst,...) In de overige kosten worden onder meer opgenomen de voorzieningen voor risico's en lasten, de financiële lasten evenals de uitzonderlijke lasten die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productieactiviteit evenals (nader te bepalen) andere kosten dan die welke verbonden zijn met de functionele diensten of met de algemene administratieve kosten. 11. Financiële lasten. De financiële lasten verbonden met de leningen aangegaan voor de verwerving van installaties van een productie-eenheid of van een transportleiding staan apart vermeld onder deze rubriek.
De financiële lasten worden toegerekend op basis van de reëel gedragen kosten. 12. Voorzieningen voor risico's en lasten en uitzonderlijke lasten. De dotaties en terugnemingen van voorzieningen evenals de uitzonderlijke lasten worden geboekt in overeenstemming met de regels van het boekhoudkundig recht.
De dotaties en terugnemingen van voorzieningen voor risico's en lasten evenals de uitzonderlijke lasten worden opgenomen onder deze rubriek voor zover ze eigen zijn aan de productieactiviteit. Zoals hierboven vermeld, worden de dotaties/terugnemingen en andere niet-specifieke lasten opgenomen onder de structuurkosten. 13. Kostenaanpassingen. Onder de rubriek « Kostenaanpassingen » worden onder meer opgenomen : ? de door derden gedragen kosten voor rekening van de productieoperator maar die niet gefactureerd zijn; ? de verschillen tussen de reële kosten en de standaardkosten indien die verschillen niet toegerekend zijn op de overeenstemmende afdelingen.
Bijlage P4 - Productie - Definitie van de rubrieken van de samenvattende exploitatierekening van de producent in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Door de samenvattende exploitatierekening kunnen voor een gegeven producent de totale reële kostprijs van de waterproductie evenals het nettoresultaat van de waterverkoop en van de « Productieactiviteit » worden berekend.
Elke rubriek wordt kort uitgelegd.
I. Waterverkoop.
De omzet van de producent betreffende de waterverkoop wordt vermeld en berekend volgens de gebruikelijke boekhoudkundige regels van bedrijven.
II. Totale reële kostprijs van de productie.
De totale reële kostprijs van de productie bestaat uit de som van de reële kostprijs van de productie-eenheden, de reële kostprijs van de transportleidingen en de aankoop van behandeld water.
II.A Productie-eenheden.
De reële kostprijs van het geheel van de productie-eenheden voor het boekjaar wordt vermeld.
II.B Transportleidingen.
Deze rubriek bestaat uit de reële kostprijs van het geheel van de transportleidingen voor het boekjaar.
II.C Aankoop van behandeld water.
Deze rubriek bestaat uit de aankoopkosten van behandeld water voor het verbruik van het boekjaar.
III. Nettoresultaat van de waterverkoop.
Het nettoresultaat van het boekjaar is het verschil tussen de waterverkoop (rubriek I) en de totale reële kostprijs van de waterproductie (rubriek II).
IV. Nettoresultaat van de aan derden gefactureerde werken.
Het gaat om de kosten van de (technische) operationele diensten voor rekening en ten laste van derden.
De kosten van de werken die door de producent ten laste genomen worden, staan vermeld in deze afdeling.
De overeenstemmende inkomsten staan vermeld tegenover die lasten in de vorm van een facturering aan derden.
V. Nettoresultaat van de « Productieactiviteit ».
Het nettoresultaat van de « Productieactiviteit » bestaat uit de som van het nettoresultaat van de waterverkoop (rubriek III) en van het nettoresultaat van de aan derden gefactureerde nettowerken (rubriek IV).
Bijlage D1 - Distributie - Materiële vaste activa Rangschikking in algemene boekhouding.
Klasse 22 : - Terreinen. - Gebouwen (duurzame gebouwen (volgens bouwtype) - lichte gebouwen, schuilplaatsen,...). - Bebouwde terreinen. - Andere zakelijke rechten op onroerende goederen. - Technische burgerlijke bouwkunde : installaties voor winning, vervoer en behandeling van drinkwater.
Klasse 23 : - Installaties, machines en gereedschap, toevoerleidingen. - leidingnet, aansluitingen,... - elektromechanische installaties : pompen, elektromechanische apparatuur, ... - reguleringsorganen (elektronisch, sensoren,...). - meters.
Klasse 24 : - Meubilair en rollend materieel. - Technisch meubilair (laboratoriumapparatuur,...) en technisch materiaal (machines voor openbare werken,...).
Klasse 25 : - Terreinen en bouwwerken in leasing. - Installaties, machines en gereedschap in leasing. - Meubilair en rollend materieel in leasing. - Technische burgerlijke bouwkunde in leasing : installaties voor distributie, leidingnet, aansluitingen, ... - Elektromechanische installaties in leasing : pompen, elektromechanische apparatuur,... - Reguleringsorganen in leasing (elektronisch, sensoren,...). - Meters - Technisch meubilair (laboratoriumapparatuur,...) en technisch materiaal (machines voor openbare werken,...) in leasing.
Bijlage D2 - Distributie - Aflossingsregels
Min.
Max.
Min.
Max.
Conduites et protection cathodiques (stations spéciales) Fonte ductile PVC ......
20
50
Kathodische leidingen en bescherming (bijzondere stations) Rekbaar gietijzer PVC ...
20
50
Raccordements
20
30
Aansluitingen
20
30
Compteurs particuliers
8
8
Eigen meters
8
8
Compteurs de tête
8
16
Hoofdmeters
8
16
Pompes et petites installations électriques
5
10
Pompen en kleine elektrische installaties
5
10
Grosses Installations électriques (tableaux,...), appareils électromécaniques, installations de chaudière, installations de ventilation
10
20
Grote elektrische installaties (borden,...), elektromechanische apparatuur, verwarmingsinstallaties, verluchtingsinstallaties
10
20
Organes de régulation (électronique, capteurs, télégestion,...)
4
10
Reguleringsorganen (elektronisch, sensoren, telebeheer,...)
4
10
Bâtiments durables (selon type de construction)
20
50
Duurzame gebouwen (volgens bouwtype)
20
50
Bâtiments légers, abris,...
10
15
Lichte gebouwen, schuilplaatsen,...
10
15
Agencements et aménagements de bâtiments
10
20
Inrichting van gebouwen
10
20
Mobilier de bureau
10
15
Kantoormeubilair
10
15
Appareils de laboratoires, matériel de bureau (sauf informatique), outillages,...
5
10
Laboratoriumapparatuur, kantoormateriaal (uitgezonderd informatica), gereedschap,...
5
10
Matériel informatique
2
10
Informaticamateriaal
2
10
Engins de travaux publics, véhicules,...
3
10
Machines voor openbare werken, voertuigen,...
3
10
Installations électriques
5
10
Elektrische installaties
5
10
Installations téléphoniques
2
10
Telefooninstallaties
2
10
De aflossingsduur van de meters wordt bepaald op basis van de voorschriften van de Federale Overheidsdienst Economische Zaken - Afdeling Metrologie.
Bijlage D3 - Distributie - Definitie van de rubrieken van de analytische exploitatierekening van een distributienet De kosten van de distributieactiviteit (klein materiaal, diverse goederen en diensten, personeel, aflossing, voorziening en waardevermindering, uitzonderlijke kosten, ...) worden toegerekend op de verschillende eindkostencentra.
De kosten worden berekend in nettowaarde, dit wil zeggen na aftrek van eventuele herfactureringen.
Er zijn tien eindkostencentra. Ze zijn verdeeld als volgt : 1. Technische prestaties - onderhoud.2. Opmetingskosten.3. Aankoop water.4. Overige rechtstreekse kosten.5. Aflossingen van bedrijfsinstallaties.6. Heffing en/of vergoeding wegens openbaar gebruik.7. Structuurkosten.8. Financiële lasten.9. Waardeverminderingen en minderwaarden, voorzieningen en uitzonderlijke lasten.10. Kostenaanpassingen. I. EINDKOSTENCENTRA (afdelingen 1 tot 10). 1. Technische prestaties - onderhoud. Deze prestaties bestaan uit de volgende taken : ? controle op het netwerk (opsporen van lekken,...); ? onderhoud van het netwerk (en van de daarop geïnstalleerde apparatuur); ? herstel van het netwerk (herstel van lekken op leidingen en/of aansluitingen).
Deze werken worden uitgevoerd door eigen personeel of door onderaannemers. In het eerste geval worden de werken vermeld op een werkbon die de personeelsprestaties bevat evenals de reizen, de gebruikte materialen, de gebruiksduur van bouwkundemachines en de eventuele overige kosten. In het tweede geval wordt het geheel van de kosten gefactureerd door de onderaannemer.
De personeelskosten betreffende de technische onderhoudsprestaties worden berekend op basis van de rechtstreekse reële of standaardkosten (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten), verhoogd met een aandeel ter dekking van de algemene technische kosten.
De reiskosten betreffen de bedrijfsvoertuigen (vracht- en bestelwagens) en bevatten de rechtstreekse reële of standaardkosten (aflossing, financiële lasten, leasing, onderhoud, herstel, brandstof, verzekeringen,...), verhoogd met een aandeel ter dekking van de garagekosten.
De kosten van de gebruikte materialen bestaan uit de aankoopkost (tegen de gewogen gemiddelde prijs of volgens een andere waarderingswijze in overeenstemming met de Belgische boekhoudkundige regels) van de geplaatste onderdelen, verhoogd met een aandeel ter dekking van de winkelkosten.
De gebruikskosten van bouwkundemachines worden gevaloriseerd op basis van een uurkost per bouwkundemachine berekend door een quotiteit ter dekking van de garagekosten op te nemen in de rechtstreekse kosten (aflossing, financiële lasten, onderhoud, brandstof,...).
De overige kosten betreffen prestaties door derden, het huren van machines of andere en worden geboekt op basis van de nominale waarde van de facturen. 2. Opmetingskosten. Deze werken worden uitgevoerd door eigen personeel of door onderaannemers. In het eerste geval worden de personeelsleden duidelijk aangesteld voor die taak; hun kosten bevatten de rechtstreekse kosten (personeelsprestaties, reizen en overige eventuele kosten). In het tweede geval wordt het geheel van de kosten gefactureerd door de onderaannemer.
De personeelskosten betreffende de meteropnemingen worden berekend op basis van de rechtstreekse reële of standaardkosten (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten).
De reiskosten betreffen de voertuigen (bestelwagens) die door het personeel belast met de meteropneming gebruikt worden en bevatten de rechtstreekse reële of standaardkosten (aflossing, financiële lasten, leasing, onderhoud, herstel, brandstof, verzekeringen,...), verhoogd met een aandeel ter dekking van de garage kosten.
De overige kosten hebben betrekking op prestaties van derden belast met de meteropnemingen en worden geboekt op basis van de nominale waarde van de facturen evenals op de andere kosten eigen aan de activiteit zoals de informaticakosten (aflossing, onderhoud, financiële lasten,...) van de bij de meteropnemingen gebruikte hardware en software, de met die activiteit rechtstreeks verbonden postkosten,... 3. Aankoop water. De wateraankopen zijn afkomstig van de eigen productie ofwel van die van andere producenten. Behalve de gevallen waarin de distributeur geen productieactiviteit uitoefent, transiteren de wateraankopen bij andere producenten via de productieactiviteit.
De wateraankopen worden uitgevoerd tegen de gemiddelde productiekost (eigen productie) en/of tegen de aankoopkost (productie van derden). 4. Overige rechtstreekse kosten. Deze kosten bevatten met name de werkingskosten van de gebouwen en de installaties die eigen zijn aan de distributieactiviteit evenals overige rechtstreekse kosten.
De werkingskosten van de gebouwen en de installaties die eigen zijn aan de distributieactiviteit bevatten : De werkingskosten van de eigenlijke gebouwen en installaties, hetzij de onderhouds- en verzorgingskosten met inbegrip van de onmiddellijke omgeving, de elektriciteits-, verwarmings-, water-, gas- en verzekeringskosten, de aflossingslasten,...
De kosten van de voor de gebouwen en installaties aangestelde personeelsleden die geen prestaties verrichten voor één van de andere twee activiteiten (technische prestaties en meteropneming), worden vastgesteld op basis van de rechtstreekse reële of standaardkosten (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten).
De overige kosten hangen af van elke operator en betreffen bijvoorbeeld het telebeheer, de dienst metrologie, de N.M.B.S.-doorgangsheffing,...
De interne kosten worden vastgesteld door de zogenaamde volledige kostenberekening toe te passen (bijvoorbeeld : telebeheer met inbegrip van materiaalkosten - aflossing, financiële lasten, onderhoud,.. - de kosten van de voor die activiteit aangestelde personeelsleden,...). 5. Aflossingen van bedrijfsinstallaties. De bedrijfsinstallaties betreffen de netwerken (leidingen, afsluiters, aansluitingen) en de meters.
De aflossingslasten volgen de in het boekhoudplan van de watersector vastgestelde evaluatieregels. 6. Heffing en/of vergoeding wegens openbaar gebruik. Dit betreft de heffing en/of de vergoeding wegens openbaar gebruik verleend door de gemeenten op het grondgebied waarvan het distributienet geïnstalleerd is.
De last stemt overeen met de nominale waarde van de heffing en/of van de vergoeding. 7. Structuurkosten. Deze kosten zijn in het algemeen gemeenschappelijk aan de productie-, distributie- en openbare saneringsactiviteiten. Ze bevatten de kosten van verschillende functionele diensten die niet rechtstreeks worden toegerekend via de kosten van technische prestaties of meteropnemingen. De algemene administratieve kosten evenals de overige kosten worden ook opgenomen.
De kosten van de functionele diensten hebben betrekking op de kosten van de directie (directoraat-generaal, andere directies, secretaris-generaal, beheerorganen,...), het bestuur (boekhouding, human resources, andere administratieve diensten,...), de juridische dienst, de klanten- en invorderingsdienst (facturering, geschillen, ombudsman, ...), de dienst studies en tekeningen, de informaticadienst. De kosten worden bepaald volgens de volledige kostenberekening, dit wil zeggen dat ze de volgende elementen opnemen : ? de rechtstreekse kosten van het dienstpersoneel (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten); ? de overige rechtstreekse kosten van de dienst (aankopen, verbruik, erelonen,...); ? een aandeel van de gebouwkosten op basis van het werkelijk gebruik.
De kosten zijn vrij van de bedragen die aan andere diensten gefactureerd zijn of die toegerekend zijn op de technische prestaties/meteropnemingen.
De administratieve algemene kosten bevatten de overige kosten die niet opgenomen zijn in de bovenvermelde functionele afdelingen en die verbonden zijn met het economaat, het meubilair, het kantoormateriaal, de documentatie (niet eigen aan een dienst), de niet met de meteropneming verbonden postkosten,...
In de overige kosten worden onder meer opgenomen de voorzieningen voor risico's en lasten, de financiële lasten evenals de uitzonderlijke lasten die niet rechtstreeks verbonden zijn met de distributieactiviteit evenals (nader te bepalen) andere kosten dan die welke verbonden zijn met de functionele diensten of met de algemene administratieve kosten. 8. Financiële lasten. De financiële lasten verbonden met de leningen aangegaan voor de verwerving van installaties van een distributienet staan apart vermeld onder deze rubriek.
De financiële lasten worden toegerekend op basis van de reëel gedragen kosten. 9. Waardeverminderingen en minderwaarden, voorzieningen en uitzonderlijke lasten. De waardeverminderingen op dubieuze vorderingen worden vastgesteld overeenkomstig de voorschriften van het boekhoudplan in de watersector. De dotaties en terugnemingen van voorzieningen evenals de uitzonderlijke lasten worden geboekt in overeenstemming met de regels van het boekhoudkundig recht.
De dotaties en terugnemingen van voorzieningen voor risico's en lasten evenals de uitzonderlijke lasten worden opgenomen onder deze rubriek voor zover ze eigen zijn aan de distributieactiviteit. Zoals hierboven vermeld, worden de dotaties/terugnemingen en andere niet-specifieke lasten opgenomen onder de structuurkosten. 10. Kostenaanpassingen Onder de rubriek « Kostenaanpassingen » worden onder meer opgenomen : ? de door derden gedragen kosten voor rekening van de distributieoperator maar die niet gefactureerd zijn; ? de verschillen tussen reële kosten en standaardkosten indien die verschillen niet toegerekend zijn op de overeenstemmende afdelingen.
Bijlage D4 - Distributie - Definitie van de rubrieken van de samenvattende exploitatierekening van de distributeur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Door de samenvattende exploitatierekening kunnen voor een gegeven distributeur de totale reële kostprijs van de waterdistributie voor de verbruikers evenals het nettoresultaat van de waterverkoop en van de « Distributieactiviteit » worden berekend.
Elke rubriek wordt kort uitgelegd.
I. Waterverkoop.
Vermeld staan de omzetcijfers van de distributeur betreffende de waterverkoop en de heffing die berekend zijn volgens de gebruikelijke boekhoudkundige regels voor bedrijven, met inbegrip van de in hoofde van het Sociaal fonds gefactureerde quotiteit.
II. Totale reële kostprijs voor verbruikers.
De totale reële kostprijs voor de verbruikers bestaat uit de som van de kosten van de distributienetten en van sommige specifieke bijkomende lasten die opgenomen zijn.
II.A. Distributienetten.
Deze rubriek bestaat uit de reële kostprijs van het geheel van de distributienetten voor het boekjaar.
II.B. Andere lasten opgenomen in de reële kostprijs van het water.
Deze rubriek bestaat uit verschillende lasten zoals : ? de opportuniteitskosten gevormd door de heffing op de ontvangsten van een quotiteit bestemd om de vernieuwing van het netwerk te financieren, verplicht tijdens de periode waarin de aflossingslasten onvoldoende zijn om de zelffinanciering daarvan te verzekeren; deze kosten worden vastgesteld als het verschil tussen de renovatiekosten van het distributienet ten belope van maximum 1,5 % en de werkelijk geboekte aflossingslasten van het net; ? de facturering van de terugbetaling van de schuld (kapitaalbedrag) als tegenprestatie voor de aandelen in de waterdistributie-entiteit.
II.C. Sociaal fonds.
Het Sociaal fonds stemt overeen met de bijdrage ten laste van de distributeurs die vastgesteld is op grond van de gefactureerde m3 water overeenkomstig het besluit van 28 februari 2008 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het deel van de inkomsten afkomstig van de tarifering van water voor-behouden voor maatschappelijke doeleinden.
II.D. Bijdrage internationale solidariteit Het deel van de ontvangsten uit de watertarifering die de distributeur moet bestemmen voor doeleinden inzake internationale solidariteit overeenkomstig artikel 38, § 5, van de ordonnantie en de besluiten genomen ter uitvoering van deze bepaling.
III. Nettoresultaat van de waterverkoop.
Het nettoresultaat van het boekjaar is het verschil tussen de waterverkoop (rubriek I) en de totale reële kostprijs voor de verbruikers (rubriek II).
IV. Nettoresultaat van de aan derden gefactureerde werken.
Het gaat om de kosten van de (technische) operationele diensten voor rekening van derden.
Overeenstemmende inkomsten staan vermeld tegenover die lasten in de vorm van een facturering aan derden (bijvoorbeeld voor aansluitingskosten).
V. Nettoresultaat van de « Distributieactiviteit ».
Het nettoresultaat van de « Distributieactiviteit » bestaat uit de som van het nettoresultaat van de waterverkoop (rubriek III) en van het nettoresultaat van de aan derden gefactureerde nettowerken (rubriek IV).
VI. Aanvullende informatie.
De kosten van de voor eigen rekening uitgevoerde werken (de zogenaamde « vaste productie ») staat vermeld bij wijze van aanvullende informatie. De vaste productie bevat het geheel van de door de diensten van de distributeur uitgevoerde werken.
Bijlage A1 - Openbare sanering - Materiële vaste activa Rangschikking in algemene boekhouding.
Klasse 22 : - Terreinen. - Gebouwen (duurzame gebouwen (volgens bouwtype) - lichte gebouwen, schuilplaatsen,...). - Bebouwde terreinen. - Andere zakelijke rechten op onroerende goederen. - Leidingnet, aansluitingen,... - Technische burgerlijke bouwkunde : installaties voor winning, bufferopslag en waterzuivering.
Klasse 23 : - Installaties, machines en gereedschap, toevoerleidingen. - elektromechanische installaties : pompen, elektromechanische apparatuur, ... - reguleringsorganen (elektronisch, sensoren,...). - meters.
Klasse 24 : - Meubilair en rollend materieel. - Technisch meubilair (laboratoriumapparatuur,...) en technisch materiaal (machines voor openbare werken,...).
Klasse 25 : - Terreinen en bouwwerken in leasing. - Installaties, machines en gereedschap in leasing. - Meubilair en rollend materieel in leasing. - Technische burgerlijke bouwkunde in leasing : installaties voor distributie, leidingnet, aansluitingen,... - Elektromechanische installaties in leasing : pompen, elektromechanische apparatuur,... - Reguleringsorganen in leasing (elektronisch, sensoren,...). - Meters - Technisch meubilair (laboratoriumapparatuur,...) en technisch materiaal (machines voor openbare werken,...) in leasing.
Klasse 26 : - Andere materiële vaste activa.
Bijlage A2 - Openbare sanering - Aflossingsregels
Min.
Max.
Min.
Max.
Conduites
20
50
Leidingen
20
50
Raccordements
20
30
Aansluitingen
20
30
Compteurs
8
16
Meters
8
16
Pompes et petites installations électriques
5
10
Pompen en kleine elektrische installaties
5
10
Grosses Installations électriques (tableaux,...), appareils électromécaniques, installations de chaudière, installations de ventilation
10
20
Grote elektrische installaties (borden,...), elektromechanische apparatuur, verwarmingsinstallaties, verluchtingsinstallaties
10
20
Organes de régulation (électronique, capteurs, télégestion,...)
4
10
Reguleringsorganen (elektronisch, sensoren, telebeheer,...)
4
10
Bâtiments durables (selon type de construction)
20
50
Duurzame gebouwen (volgens bouwtype)
20
50
Bâtiments légers, abris,...
10
15
Lichte gebouwen, schuilplaatsen,...
10
15
Agencements et aménagements de bâtiments
10
20
Inrichting van gebouwen
10
20
Mobilier de bureau
10
15
Kantoormeubilair
10
15
Appareils de laboratoires, matériel de bureau (sauf informatique), outillages,...
5
10
Laboratoriumapparatuur, kantoormateriaal (uitgezonderd informatica), gereedschap,...
5
10
Matériel informatique
2
10
Informaticamateriaal
2
10
Engins de travaux publics, véhicules,...
3
10
Machines voor openbare werken, voertuigen,...
3
10
Installations électriques
5
10
Elektrische installaties
5
10
Installations téléphoniques
2
10
Telefooninstallaties
2
10
Bijlage A3 - Gemeentelijke sanering - Definitie van de rubrieken van de analytische exploitatierekening van een Gemeentelijke saneringsinstallatie De kosten van de Gemeentelijke saneringsactiviteit (klein materiaal, diverse goederen en diensten, personeel, aflossing, voorziening en waardevermindering, uitzonderlijke kosten,...) worden toegerekend op de verschillende eindkostencentra.
De kosten worden berekend in nettowaarde, dit wil zeggen na aftrek van eventuele herfactureringen.
Er zijn 10 eindkostencentra. Ze zijn verdeeld als volgt : 1. Technische prestaties - onderhoud.2. Overige rechtstreekse kosten.3. Aflossingen van bedrijfsinstallaties.4. Heffing en/of vergoeding wegens openbaar gebruik.5. Structuurkosten.6. Financiële lasten.7. Waardeverminderingen en minderwaarden, voorzieningen en uitzonderlijke lasten.8. Kostenaanpassingen 9.Waardeverminderingen en minderwaarden, voorzieningen en uitzonderlijke lasten. 10. Kostenaanpassingen. I. EINDKOSTENCENTRA (afdelingen 1 tot 10. 1. Technische prestaties - onderhoud. Deze prestaties bestaan uit de volgende taken : ? controle op het netwerk (opsporen van lekken,...); ? onderhoud van het netwerk (en van de daarop geïnstalleerde apparatuur); ? herstel van het netwerk (herstel van lekken op leidingen en/of aansluitingen).
Deze werken worden uitgevoerd door eigen personeel of door onderaannemers. In het eerste geval worden de werken vermeld op een werkbon die de personeelsprestaties bevat evenals de reizen, de gebruikte materialen, de gebruiksduur van bouwkundemachines en de eventuele overige kosten. In het tweede geval wordt het geheel van de kosten gefactureerd door de onderaannemer.
De personeelskosten betreffende de technische onderhoudsprestaties worden berekend op basis van de rechtstreekse reële of standaardkosten (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten), verhoogd met een aandeel ter dekking van de algemene technische kosten.
De reiskosten betreffen de bedrijfsvoertuigen (vracht- en bestelwagens) en bevatten de rechtstreekse reële of standaardkosten (aflossing, financiële lasten, leasing, onderhoud, herstel, brandstof, verzekeringen,...), verhoogd met een aandeel ter dekking van de garagekosten.
De kosten van de gebruikte materialen bestaan uit de aankoopkost (tegen de gewogen gemiddelde prijs of volgens een andere waarderingswijze in overeenstemming met de Belgische boekhoudkundige regels) van de geplaatste onderdelen, verhoogd met een aandeel ter dekking van de winkelkosten.
De gebruikskosten van bouwkundemachines worden gevaloriseerd op basis van een uurkost per bouwkundemachine berekend door een quotiteit ter dekking van de garagekosten op te nemen in de rechtstreekse kosten (aflossing, financiële lasten, onderhoud, brandstof,...).
De overige kosten betreffen prestaties door derden, het huren van machines of andere en worden geboekt op basis van de nominale waarde van de facturen. 2. Overige rechtstreekse kosten. Deze kosten bevatten met name de werkingskosten van de gebouwen en de installaties die eigen zijn aan de Gemeentelijke saneringsactiviteit evenals overige rechtstreekse kosten.
De werkingskosten van de gebouwen en de installaties die eigen zijn aan de Gemeentelijke saneringsactiviteit bevatten : ? de werkingskosten van de eigenlijke gebouwen en installaties, hetzij de onderhouds- en verzorgingskosten met inbegrip van de onmiddellijke omgeving, de elektriciteits-, verwarmings-, water-, gas- en verzekeringskosten, de aflossingslasten,... ? de kosten van de voor de gebouwen en installaties aangestelde personeelsleden die geen prestaties verrichten voor één van de andere twee activiteiten (technische prestaties en meteropneming), worden vastgesteld op basis van de rechtstreekse reële of standaardkosten (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten).
De overige kosten hangen af van elke operator en betreffen bijvoorbeeld het telebeheer, de N.M.B.S.-doorgangsheffing,...
De interne kosten worden vastgesteld door de zogenaamde volledige kostenberekening toe te passen (bijvoorbeeld : telebeheer met inbegrip van materiaalkosten - aflossing, financiële lasten, onderhoud,.. - de kosten van de voor die activiteit aangestelde personeelsleden,...).
De externe kosten stemmen in het algemeen overeen met de nominale waarde van de facturen. 3. Aflossingen van bedrijfsinstallaties. De bedrijfsinstallaties betreffen de netwerken (leidingen, afsluiters, aansluitingen) en de meters.
De aflossingslasten volgen de in het boekhoudplan van de watersector vastgestelde evaluatieregels. 4. Heffing en/of vergoeding wegens openbaar gebruik. Dit betreft de heffing en/of de vergoeding wegens openbaar gebruik verleend door de gemeenten op het grondgebied waarvan het Gemeentelijke saneringsnet geïnstalleerd is.
De last stemt overeen met de nominale waarde van de heffing en/of van de vergoeding. 5. Structuurkosten. Deze kosten zijn in het algemeen gemeenschappelijk aan de productie-, distributie- en openbare saneringsactiviteiten. Ze bevatten de kosten van verschillende functionele diensten die niet rechtstreeks worden toegerekend via de kosten van technische prestaties. De algemene administratieve kosten evenals de overige kosten worden ook opgenomen.
De kosten van de functionele diensten hebben betrekking op de kosten van de directie (directoraat-generaal, andere directies, secretaris-generaal, beheerorganen,...), het bestuur (boekhouding, human resources, andere administratieve diensten,...), de juridische dienst, de klanten- en invorderingsdienst (facturering, geschillen, ombudsman, ...), de dienst studies en tekeningen, de informaticadienst. De kosten worden bepaald volgens de volledige kostenberekening, dit wil zeggen dat ze de volgende elementen opnemen : ? de rechtstreekse kosten van het dienstpersoneel (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten); ? de overige rechtstreekse kosten van de dienst (aankopen, verbruik, erelonen,...); ? een aandeel van de gebouwkosten op basis van het werkelijk gebruik.
De administratieve algemene kosten bevatten de overige kosten die niet opgenomen zijn in de bovenvermelde functionele afdelingen en die verbonden zijn met het economaat, het meubilair, het kantoormateriaal, de documentatie (niet eigen aan een dienst), de niet met de meteropneming verbonden postkosten,...
In de overige kosten worden onder meer opgenomen de voorzieningen voor risico's en lasten, de financiële lasten evenals de uitzonderlijke lasten die niet rechtstreeks verbonden zijn met de Gemeentelijke saneringsactiviteit evenals (nader te bepalen) andere kosten dan die welke verbonden zijn met de functionele diensten of met de algemene administratieve kosten. 6. Financiële lasten. De financiële lasten verbonden met de leningen aangegaan voor de verwerving van installaties van een Gemeentelijke saneringsnet staan apart vermeld onder deze rubriek.
De financiële lasten worden toegerekend op basis van de reëel gedragen kosten. 7. Waardeverminderingen en minderwaarden, voorzieningen en uitzonderlijke lasten. De waardeverminderingen worden vastgesteld overeenkomstig de voorschriften van het boekhoudplan in de watersector. De dotaties en terugnemingen van voorzieningen evenals de uitzonderlijke lasten worden geboekt in overeenstemming met de regels van het boekhoudkundig recht.
De dotaties en terugnemingen van voorzieningen voor risico's en lasten evenals de uitzonderlijke lasten worden opgenomen onder deze rubriek voor zover ze eigen zijn aan de Gemeentelijke saneringsactiviteit.
Zoals hierboven vermeld, worden de dotaties/terugnemingen en andere niet-specifieke lasten opgenomen onder de structuurkosten. 8. Kostenaanpassingen Onder de rubriek « Kostenaanpassingen » worden onder meer opgenomen : ? de door derden gedragen kosten voor rekening van de Gemeentelijke saneringsoperator maar die niet gefactureerd zijn; ? de verschillen tussen reële kosten en standaardkosten indien die verschillen niet toegerekend zijn op de overeenstemmende afdelingen.
Bijlage A4 - Gemeentelijke sanering - Definitie van de rubrieken van de samenvattende exploitatierekening van de Gemeentelijke sanering in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Door de samenvattende exploitatierekening kunnen voor een gegeven Gemeentelijke saneringsoperateur de totale reële kostprijs van de Gemeentelijke saneringsdiensten evenals het nettoresultaat van de verkoop van Gemeentelijke saneringsdiensten en het nettoresultaat van de « Gemeentelijke saneringsactiviteit » worden berekend.
Elke rubriek wordt kort uitgelegd.
I. Verkoop en prestaties Gemeentelijke saneringsdiensten.
Vermeld staan de omzetcijfers van de Gemeentelijke sanering betreffende de Gemeentelijke saneringsdiensten en de heffing die berekend zijn volgens de gebruikelijke boekhoudkundige regels voor bedrijven, met inbegrip van de in hoofde van het Sociaal fonds gefactureerde quotiteit.
II. Totale reële kostprijs van Gemeentelijke saneringsnetten.
De totale reële kostprijs voor de verbruikers bestaat uit de som van de kosten van de Gemeentelijke saneringsnetten en van sommige specifieke bijkomende lasten die opgenomen zijn.
II.A. Gemeentelijke saneringsnetten.
Deze rubriek bestaat uit de reële kostprijs van het geheel van de Gemeentelijke saneringsnetten voor het boekjaar.
II.B. Andere lasten opgenomen in de Gemeentelijke saneringsdiensten.
Deze rubriek bestaat uit verschillende lasten zoals : ? de opportuniteitskosten gevormd door de heffing op de ontvangsten van een quotiteit bestemd om de vernieuwing van het netwerk te financieren, verplicht tijdens de periode waarin de aflossingslasten onvoldoende zijn om de zelffinanciering daarvan te verzekeren; deze kosten worden vastgesteld als het verschil tussen de renovatiekosten van het distributienet ten belope van maximum 1,5 % en de werkelijk geboekte aflossingslasten van het net; ? de facturering van de terugbetaling van de schuld (kapitaalbedrag) als tegenprestatie voor de aandelen in de Gemeentelijke saneringsentiteit.
III. Nettoresultaat van de Gemeentelijke saneringsdienst.
Het nettoresultaat van het boekjaar is het verschil tussen de verkoop van Gemeentelijke saneringsdiensten (rubriek I) en de totale reële kostprijs van de Gemeentelijke saneringsnetten (rubriek II).
IV. Nettoresultaat van de aan derden gefactureerde werken.
Het gaat om de kosten van de (technische) operationele diensten voor rekening van derden.
Overeenstemmende inkomsten staan vermeld tegenover die lasten in de vorm van een facturering aan derden.
V. Nettoresultaat van de « Gemeentelijke saneringsactiviteit ».
Het nettoresultaat van de « Gemeentelijke saneringsactiviteit » bestaat uit de som van het nettoresultaat van de verkoop van Gemeentelijke saneringsdiensten (rubriek III) en van het nettoresultaat van de aan derden gefactureerde nettowerken (rubriek IV).
Bijlage A5 - Gewestelijke sanering - Definitie van de rubrieken van de analytische exploitatierekening van een gewestelijke saneringsinstallatie De kosten van de gewestelijke saneringsactiviteit (klein materiaal, diverse goederen en diensten, personeel, aflossing, voorziening en waardevermindering, uitzonderlijke kosten, ...) worden toegerekend op de verschillende eindkostencentra.
De kosten worden berekend in nettowaarde, dit wil zeggen na aftrek van eventuele herfactureringen.
Er zijn tien eindkostencentra. Ze zijn verdeeld als volgt : 1. Technische prestaties - onderhoud.2. Slibverwerking.3. Laboratoriumkosten.4. Overige rechtstreekse kosten.5. Aflossingen van bedrijfsinstallaties.6. Heffing en/of vergoeding wegens openbaar gebruik.7. Structuurkosten.8. Financiële lasten.9. Waardeverminderingen en minderwaarden, voorzieningen en uitzonderlijke lasten.10. Kostenaanpassingen. I. EINDKOSTENCENTRA (afdelingen 1 tot 10). 1. Technische prestaties - onderhoud. Deze prestaties bestaan uit de volgende taken : ? controle van de installaties. ? onderhoud van de installaties. ? herstel van de installaties.
Deze werken worden uitgevoerd door eigen personeel of door onderaannemers. In het eerste geval worden de werken vermeld op een werkbon die de personeelsprestaties bevat evenals de reizen, de gebruikte materialen, de gebruiksduur van bouwkundemachines en de eventuele overige kosten. In het tweede geval wordt het geheel van de kosten gefactureerd door de onderaannemer.
De personeelskosten betreffende de technische onderhoudsprestaties worden berekend op basis van de rechtstreekse reële of standaardkosten (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten), verhoogd met een aandeel ter dekking van de algemene technische kosten.
De reiskosten betreffen de bedrijfsvoertuigen (vracht- en bestelwagens) en bevatten de rechtstreekse reële of standaardkosten (aflossing, financiële lasten, leasing, onderhoud, herstel, brandstof, verzekeringen,...), verhoogd met een aandeel ter dekking van de garagekosten.
De kosten van de gebruikte materialen bestaan uit de aankoopkost (tegen de gewogen gemiddelde prijs of volgens een andere waarderingswijze in overeenstemming met de Belgische boekhoudkundige regels) van de geplaatste onderdelen, verhoogd met een aandeel ter dekking van de winkelkosten.
De gebruikskosten van bouwkundemachines worden gevaloriseerd op basis van een uurkost per bouwkundemachine berekend door een quotiteit ter dekking van de garagekosten op te nemen in de rechtstreekse kosten (aflossing, financiële lasten, onderhoud, brandstof,...).
De overige kosten betreffen prestaties door derden, het huren van machines of andere en worden geboekt op basis van de nominale waarde van de facturen. 2. Slibverwerking De activiteit gebeurt intern of wordt uitbesteed.In het eerste geval worden de kosten berekend op basis van een volledige kost; in het tweede geval bestaan de kosten uit de facturen van de slibverwerkende bedrijven. De interne slibverwerkingskosten worden geaccumuleerd in een kostencentrum en bevatten : de reagentiakosten gevaloriseerd op basis van de nominale waarde van de factuur of op basis van het verbruik gevaloriseerd tegen de gewogen gemiddelde prijs of volgens een andere waarderingswijze in overeenstemming met de Belgische boekhoudkundige regels; de reële of standaardkosten voor het vervoer van het slib; de rechtstreekse reële of standaardkosten verbonden met de slibverwerking; de reële of standaardkosten verbonden met de valorisatie van het slib; de rechtstreekse reële of standaardkosten van de slibanalyses. 3. Laboratoriumkosten. De activiteit gebeurt intern of wordt uitbesteed. In het eerste geval worden de kosten berekend op basis van een volledige kost; in het tweede geval bestaan de kosten uit de laboratoriumfacturen.
De interne laboratoriumkosten worden geaccumuleerd in een kostencentrum en bevatten : ? de rechtstreekse reële of standaardkosten van het laboratoriumpersoneel (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten), verhoogd met een aandeel ter dekking van de lokaalkosten; ? de kosten verbonden met specifiek materiaal en uitrusting, met inbegrip van aflossingen, onderhoudskosten,... ? de overige aankopen (klein materiaal,...) die gevaloriseerd zijn op basis van de nominale waarde van de factuur of op basis van het verbruik gevaloriseerd tegen de gewogen gemiddelde prijs of volgens een andere waarderingswijze in overeenstemming met de Belgische boekhoudkundige regels; ? overige kosten (nader te bepalen). 4. Overige rechtstreekse kosten. Deze kosten bevatten met name de werkingskosten van de gebouwen en de installaties die eigen zijn aan de gewestelijke saneringsactiviteit evenals overige rechtstreekse kosten.
De werkingskosten van de gebouwen en de installaties die eigen zijn aan de gewestelijke saneringsactiviteit bevatten : De werkingskosten van de eigenlijke gebouwen en installaties, hetzij de onderhouds- en verzorgingskosten met inbegrip van de onmiddellijke omgeving, de elektriciteits-, verwarmings-, water-, gas- en verzekeringskosten, de aflossingslasten,...
De kosten van de voor de gebouwen en installaties aangestelde personeelsleden die geen prestaties verrichten voor één van de andere twee activiteiten (technische prestaties en meteropneming), worden vastgesteld op basis van de rechtstreekse reële of standaardkosten (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten).
De overige kosten hangen af van elke operator en betreffen bijvoorbeeld het telebeheer, ...
De interne kosten worden vastgesteld door de zogenaamde volledige kostenberekening toe te passen (bijvoorbeeld : telebeheer met inbegrip van materiaalkosten - aflossing, financiële lasten, onderhoud,.. - de kosten van de voor die activiteit aangestelde personeelsleden,...).
De externe kosten stemmen in het algemeen overeen met de nominale waarde van de facturen. 5. Aflossingen van bedrijfsinstallaties. De aflossingslasten volgen de in het boekhoud-plan van de watersector vastgestelde evaluatieregels. 6. Heffing en/of vergoeding wegens openbaar gebruik. Dit betreft de heffing en/of de vergoeding wegens openbaar gebruik verleend door de gemeenten op het grondgebied waarvan de gewestelijke saneringsinstallatie gelegen is.
De last stemt overeen met de nominale waarde van de heffing en/of van de vergoeding. 7. Structuurkosten. Deze kosten zijn in het algemeen gemeenschappelijk aan de productie-, distributie- en openbare saneringsactiviteiten. Ze bevatten de kosten van verschillende functionele diensten die niet rechtstreeks worden toegerekend via de kosten van technische prestaties. De algemene administratieve kosten evenals de overige kosten worden ook opgenomen.
De kosten van de functionele diensten hebben betrekking op de kosten van de directie (directoraat-generaal, andere directies, secretaris-generaal, beheerorganen,...), het bestuur (boekhouding, human resources, andere administratieve diensten,...), de juridische dienst, de klanten- en invorderingsdienst (facturering, geschillen, ombudsman, ...), de dienst studies en tekeningen, de informaticadienst. De kosten worden bepaald volgens de volledige kostenberekening, dit wil zeggen dat ze de volgende elementen opnemen : ? de rechtstreekse kosten van het dienst-personeel (salaris, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten); ? de overige rechtstreekse kosten van de dienst (aankopen, verbruik, erelonen,...); ? een aandeel van de gebouwkosten op basis van het werkelijk gebruik.
De kosten zijn vrij van de bedragen die aan andere diensten gefactureerd zijn of die toegerekend zijn op de technische prestaties/meteropnemingen.
De administratieve algemene kosten bevatten de overige kosten die niet opgenomen zijn in de bovenvermelde functionele afdelingen en die verbonden zijn met het economaat, het meubilair, het kantoormateriaal, de documentatie (niet eigen aan een dienst),...
In de overige kosten worden onder meer opgenomen de voorzieningen voor risico's en lasten, de financiële lasten evenals de uitzonderlijke lasten die niet rechtstreeks verbonden zijn met de gewestelijke saneringsactiviteit evenals (nader te bepalen) andere kosten dan die welke verbonden zijn met de functionele diensten of met de algemene administratieve kosten. 8. Financiële lasten. De financiële lasten verbonden met de leningen aangegaan voor de verwerving van inrichtingen van een gewestelijke saneringsinstallatie staan apart vermeld onder deze rubriek De financiële lasten worden toegerekend op basis van de reëel gedragen kosten. 9. Waardeverminderingen en minderwaarden, voorzieningen en uitzonderlijke lasten. De waardeverminderingen op dubieuze vorderingen worden vastgesteld overeenkomstig de voorschriften van het boekhoudplan in de watersector. De dotaties en terugnemingen van voorzieningen evenals de uitzonderlijke lasten worden geboekt in overeenstemming met de regels van het boekhoudkundig recht.
De dotaties en terugnemingen van voorzieningen voor risico's en lasten evenals de uitzonderlijke lasten worden opgenomen onder deze rubriek voor zover ze eigen zijn aan de gewestelijke saneringsactiviteit.
Zoals hierboven vermeld, worden de dotaties/terugnemingen en andere niet-specifieke lasten opgenomen onder de structuurkosten 10. Kostenaanpassingen. Onder de rubriek « Kostenaanpassingen » worden onder meer opgenomen : ? de door derden gedragen kosten voor rekening van de gewestelijke saneringsoperator maar die niet gefactureerd zijn; ? de verschillen tussen reële kosten en standaardkosten indien die verschillen niet toegerekend zijn op de overeenstemmende afdelingen.
Bijlage A6 - Gewestelijke sanering - Definitie van de rubrieken van de samenvattende exploitatierekening van de gewestelijke sanering in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Door de samenvattende exploitatierekening kunnen voor een gegeven gewestelijke saneringsoperator de totale reële kostprijs van de gewestelijke saneringsdienst evenals het nettoresultaat van de « Gewestelijke saneringsactiviteit » worden berekend.
Elke rubriek wordt kort uitgelegd.
I. Verkoop van gewestelijke sanerings-iensten.
Vermeld staan de omzetcijfers van de gewestelijke saneringsoperator betreffende de verkoop van gewestelijke saneringsdiensten en de heffing die berekend zijn volgens de gebruikelijke boekhoudkundige regels voor bedrijven.
II. Totale reële kostprijs van de gewestelijke saneringsdiensten.
De totale reële kostprijs van de gewestelijke saneringsdiensten bestaat uit het geheel van de kosten van de gewestelijke saneringsinstallaties voor het boekjaar.
III. Nettoresultaat van de gewestelijke saneringsdiensten.
Het nettoresultaat van het boekjaar is het verschil tussen rubriek I en rubriek II. IV. Nettoresultaat van de aan derden gefactureerde werken.
Het gaat om de kosten van de (technische) operationele diensten voor rekening van derden.
Overeenstemmende inkomsten staan vermeld tegenover die lasten in de vorm van een facturering aan derden (bijvoorbeeld voor aansluitingskosten).
V. Nettoresultaat van de « Gewestelijke saneringsactiviteit ».
Het nettoresultaat van de « Gewestelijke saneringsactiviteit » bestaat uit de som van rubriek III en rubriek IV. Brussel, 22 januari 2009.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE, De minister belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK