gepubliceerd op 01 april 2008
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de stad Brussel tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 10 « Herleving », goedgekeurd bij koninklijk besluit van 4 december 1967
20 MAART 2008. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de stad Brussel tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 10 « Herleving », goedgekeurd bij koninklijk besluit van 4 december 1967
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Brussels Wetboek van de Ruimtelijke Ordening, voornamelijk op de artikelen 58 tot 61;
Gelet op het gewestelijk bestemmingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001;
Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;
Gelet op het bijzonder bestemmingsplan nr. 10 « Herleving » (begrensd door de Ed. Dekosterstraat, de Fonsonstraat, de Sint-Vincentiusstraat, de Van Leeuwlaan, de Vliegpleinstraat en de Parijsstraat) van de gemeente Evere goedgekeurd bij koninklijk besluit van 4 december 1967;
Gelet op het overleg van de gemeenteraad van 26 september 2007, waarbij de gemeente Evere het ontwerp tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 10 « Herleving » heeft goedgekeurd;
Gelet op het verslag dat dit ontwerp vergezeld dat tevens de volledige opheffing van het plan rechtvaardigt in plaats van de wijziging ervan;
Gelet op het gunstig advies van de overlegcommissie tijdens haar zitting van 22 november 2007;
Gelet op het overleg van de gemeenteraad van 13 december 2007 waarbij de gemeente Evere definitief de beslissing goedkeurt tot volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 10 « Herleving »;
Overwegende dat de totale opheffing van een bijzonder bestemmingsplan leidt tot de verwijdering van de rooilijnen, maar dat de gemeente op hetzelfde ogenblik nieuwe rooilijnplannen zal opstellen in overeenkomst met de bestaande tracés, met uitzondering van de Dekosterstraat, waarvoor de rooilijnen van 1929 terug worden ingevoerd (deze stemt overigens overeen met de bestaande toestand), behalve voor het gedeelte langsheen het openbaar plein;
Overwegende dat dit bijzonder bestemmingsplan grotendeels werd uitgevoerd en haar hoofddoel heeft bereikt, maar dat de opties die werden genomen bij de opmaak van het bijzonder bestemmingsplan, zoals de bouw van woontorens, ambachtszones en garageboxen in het binnenterrein van het huizenblok, evenals de geschreven voorschriften niet meer actueel zijn en de goede plaatselijke aanleg aantasten en het plan van de gemeente om een woonwijk in te richten hindert;
Overwegende dat de voorschriften van het bijzonder bestemmingsplan van toepassing blijven ten aanzien van de niet vervallen verkavelingvergunningen welke specifiek naar het plan zouden verwijzen;
Overwegende dat de volledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan gerechtvaardigd is in plaats van de wijziging ervan;
Overwegende dat de eventuele problemen inzake bestemming zullen geregeld worden door de bepalingen van de hogere plannen en dat deze inzake ligging, afmetingen en esthetiek moeten beantwoorden aan de voorschriften van de gewestelijke en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen, evenals aan de goede plaatselijke aanleg;
Op voorstel van de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking;
Na overleg, Besluit :
Artikel 1.Wordt goedgekeurd de beslissing van de gemeente Evere voorvolledige opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 10 « Herleving » (begrensd door de Ed. Dekosterstraat, de Fonsonstraat, de Sint-Vincentiusstraat, de Van Leeuwlaan en deVliegpleinstraat en de Parijsstraat) van de gemeente Evere goedgekeurd bij koninklijk besluit van 4 december 1967.
Art. 2.De Minister die bevoegd is voor Stedenbouw wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 maart 2008.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE