gepubliceerd op 03 mei 2007
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Gewestelijke tuchtraad betreffende taxichauffeurs
29 MAART 2007. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Gewestelijke tuchtraad betreffende taxichauffeurs
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur zoals gewijzigd bij het besluit van de Brussels Hoofdstedelijke Regering van 13 december 2001, de ordonnantie van 11 juli 2002 en de ordonnantie van 20 juli 2006, met name het artikel 28bis ;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 27 februari 2007;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 5 maart 2007;
Gelet op de met redenen omklede dringende noodzakelijkheid als gevolg van de inwerkingtreding op 1 november 2006 van het artikel 28bis van de voornoemde ordonnantie van 27 april 1995, dat impliceert dat een procedure voor de opschorting of intrekking van een bekwaamheidsattest van een taxichauffeur slechts kan opgestart worden na de goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de regionale tuchtraad betreffende taxichauffeurs; dat er bijgevolg dringend werk gemaakt moet worden van de goedkeuring van de voorschriften betreffende de samenstelling en de werking van de Raad om het huidige juridische vacuüm op te vullen en de Raad in staat te stellen om, zo spoedig mogelijk, in functie te treden;
Gelet op het advies van de Raad van State (nr. 42.429/4) gegeven op 12 maart 2007 ingevolge een aanvraag tot advies binnen een termijn van vijf werkdagen in toepassing van artikel 84 § 1, lid 1, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Minister van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Mobiliteit en Openbare Werken;
Na erover beraadslaagd te hebben, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de Minister : de Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot wiens bevoegdheid de taxidiensten behoren;2° de Administratie : de directie Taxi's van het Bestuur Uitrusting en Vervoer van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. HOOFDSTUK I. - De samenstelling van de tuchtraad
Art. 2.§ 1. De tuchtraad wordt samengesteld volgens de bepalingen van art. 28bis van de Ordonnantie van 27 april 1995.
Het secretariaat wordt waargenomen door de ambtenaren van de Administratie. Het secretariaat zorgt met name voor de voorbereiding van de dossiers en de opstelling van de notulen van de vergaderingen. § 2. De Minister wijst voor het voorzitterschap een gewoon lid en een plaatsvervangend lid aan. § 3. De vertegenwoordiger van de Administratie wordt aangewezen door de Minister onder de personeelsleden van de directie taxi's, van minstens niveau B en met minstens twee jaar anciënniteit in de dienst.
De Minister wijst een effectief lid en een plaatsvervangend lid aan. § 4. De vertegenwoordiger van de exploitanten van taxidiensten wordt aangewezen door de Minister, na een openbare oproep, onder de vroegere exploitanten van taxidiensten die hun werkzaamheden in die sector hebben stopgezet, niet meer rechtstreeks of onrechtstreeks, via zichzelf, hun partner, ascendenten of descendenten, betrokken zijn bij het beheer van een exploitatie van een taxidienst in België of het buitenland en geen sanctie hebben opgelopen in de hoedanigheid van exploitant of zaakvoerder van een exploiterende rechtspersoon tijdens de tien kalenderjaren voorafgaand aan deze oproep.
De Minister wijst een gewoon lid en een plaatsvervangend lid aan. § 5. De representatieve vakbondsorganisaties van de taxichauffeurs delen aan de Minister de naam mee van de gewone vertegenwoordiger en die van de plaatsvervangende vertegenwoordiger van de taxibestuurders bedoeld in artikel 28bis van de ordonnantie van 27 april 1995 binnen een maand nadat hen deze gevraagd werd. Na deze termijn komt de tuchtraad geldig samen in aanwezigheid van enkel de leden bedoeld in § 1, 1° tot 3° tot aan de Minister de aanwijzingen worden meegedeeld die geschieden door de vakbondsorganisaties.
Art. 3.Kunnen niet worden aangewezen als leden van de tuchtraad, personen wiens bewijs van goed zedelijk gedrag melding maakt van een in kracht van gewijsde gegane strafrechtelijke veroordeling.
Art. 4.De leden van de tuchtraad kunnen door de Minister worden afgezet in geval van kennelijk wangedrag dat afbreuk doet aan de waardigheid van hun functie of in geval van ernstige tekortkomingen bij de uitoefening van hun functie.
Art. 5.Wanneer een lid van de tuchtraad vervangen wordt vóór het verstrijken van zijn mandaat, dan voltooit degene die hem vervangt dit mandaat. Het besluit tot aanwijzing van het vervangend lid vermeldt de naam van het vervangend lid.
In afwachting van de vervanging van een ontslagnemend lid blijft dit laatste in functie tot zijn vervanging. HOOFDSTUK II. - Werking van de tuchtraad
Art. 6.De tuchtraad is bevoegd om te beslissen over de dossiers die hem worden overgemaakt door de Administratie ingevolge een controle of een klacht ingediend door een klant of een derde met betrekking tot feiten die aanleiding geven tot de opschorting of de intrekking van een bekwaamheidsattest van taxichauffeur.
Art. 7.De voorzitter van de tuchtraad stelt de agenda van de vergaderingen vast, roept de leden van de Raad bijeen, leidt de debatten, vat ze samen en ondertekent samen met de secretaris de notulen en de verslagen evenals de aan de Minister geformuleerde voorstellen.
Art. 8.De tuchtraad vergadert minstens één keer per maand behoudens beslissing van de voorzitter om de leden van de Raad niet samen te roepen met als reden dat sinds de laatste vergadering door de Administratie geen enkel dossier werd overgemaakt.
Art. 9.De vergaderingen van de tuchtraad worden gehouden achter gesloten deuren.
De tuchtraad kan alleen geldig beraadslagen indien minstens drie van zijn vier leden aanwezig zijn. Na een tweede bijeenroeping met betrekking tot dezelfde agenda kan de tuchtraad echter geldig beraadslagen ongeacht het aantal aanwezige leden.
Art. 10.De betrokken taxichauffeur wordt met een aangetekend schrijven opgeroepen om vóór de tuchtraad te verschijnen, minstens vijftien kalenderdagen vóór de dag van het verhoor.
Tijdens deze periode, mag de chauffeur, eventueel vergezeld of vertegenwoordigd door een advocaat, zijn dossier inkijken om zijn verhoor voor te bereiden.
Art. 11.De dag van het verhoor moet de betrokken taxichauffeur persoonlijk verschijnen en kan hij zich laten vergezellen en verdedigen door een advocaat of een hiertoe gemandateerd vakbondsafgevaardigde.
In geval van afwezigheid wordt dit vermeld in het proces-verbaal en wordt de procedure voortgezet.
Na verslag over de zaak door de vertegenwoordiger van de Administratie worden de taxichauffeur indien hij geantwoord heeft op de oproep en eventueel zijn raadsman, gehoord, waarbij elk lid van de tuchtraad aan de taxichauffeur om de ophelderingen mag vragen die dit lid nodig acht.
Art. 12.De tuchtraad beraadslaagt buiten de aanwezigheid van de chauffeur en formuleert aan de Minister, en binnen een maand na het verhoor van de chauffeur, een met redenen omkleed voorstel om ofwel de zaak zonder gevolg te rangschikken ofwel een maatregel te nemen voor de opschorting of intrekking van het bekwaamheidsattest.
In het tweede geval motiveert de tuchtraad de voorgestelde duur van de opschortingsmaatregel of de reden waarom hij een definitieve intrekking van het bekwaamheidsattest voorstelt.
Art. 13.Het voorstel aan de Minister wordt door de tuchtraad goedgekeurd bij meerderheid van stemmen, waarbij indien nodig de stem van de voorzitter doorslaggevend is.
Art. 14.Er worden notulen van de vergaderingen opgesteld.
Art. 15.De leden van de tuchtraad zijn gehouden tot zwijg- en discretieplicht in verband met de onderzochte dossiers, met name in verband met het gedane voorstel en met de eraan voorafgaande debatten.
Zij kunnen de tuchtraad niet persoonlijk verbinden.
Art. 16.Met uitzondering van de vertegenwoordiger van de Administratie ontvangen de leden van de tuchtraad presentiegeld telkens als zij aan een vergadering van deze Raad deelnemen. Het bedrag is door de Minister vastgesteld op maximum euro 375 voor de voorzitter en op maximum euro 250 voor de andere leden van de Raad.
Art. 17.De Minister tot wiens bevoegdheid de Taxidiensten behoren en eventueel, de Staatssecretaris die hem is toegevoegd, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 18.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 29 maart 2007.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET