Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 08 februari 2007
gepubliceerd op 07 maart 2007

Besluit van de Brusselse Hoofdstedeiijke Regering houdende een overgangsregeling betreffende het stageverloop bij het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2007031097
pub.
07/03/2007
prom.
08/02/2007
ELI
eli/besluit/2007/02/08/2007031097/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 FEBRUARI 2007. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedeiijke Regering houdende een overgangsregeling betreffende het stageverloop bij het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1;

Gelet op de ordonnantie van 26 juni 2003 houdende oprichting van het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 september 2006;

Gelet op het akkoord van de Minister van Openbaar Ambt van 28 september 2006;

Gelet op het protocol nr. 2006/17 van het sectorcomité XV van 7 november 2006;

Gelet op het advies nr. 41.966/4 van de Raad van State, gegeven op 15 januari 2007, in toepassing van artikel 84, eerste lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister belast met het Wetenschappelijk Onderzoek;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In afwijking van artikel 37 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 septembre 2002 houdende het statuut van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (afgekort "statuut ION") kan de functioneel bevoegde minister, in akkoord met de Minister van Openbaar Ambt, teneinde de leiding van de stage bij het IWOIB te waarborgen, ambtenaren van tenminste rang A2 aanwijzen die afhangen van het Ministerie of van de ION die opgenomen zijn in de in artikel 2 van het ION-statuut bepaalde lijst van de instellingen van openbaar nut.

Art. 2.In afwijking van artikel 38 van het ION-statuut heeft de vorming van de stagiair plaats onder de verantwoordelijkheid van de met de stageleiding belaste ambtenaar.

Deze laatste bepaalt de vormingsactiviteiten in overleg met het Instituut.

Art. 3.In afwijking van artikel 44, lid 2, van het ION-statuut wordt het in lid 1 van dezelfde bepaling bedoeld verslag verzonden naar de functioneel bevoegde Minister.

Art. 4.In afwijking van artikel 47 van het ION-statuut geeft de met de stageleiding belaste ambtenaar het eindverslag door aan de functioneel bevoegde minister.

Indien het eindverslag gunstig is, gaat de functioneel bevoegde Minister over tot de benoeming van de ambtenaren van niveau C; voor de benoeming van de ambtenaren van niveau A en B doet de minister een voorstel aan de regering.

Indien het eindverslag ongunstig is, of indien een voorbehoud wordt gemaakt wat betreft het verloop van de stage, stelt de functioneel bevoegde minister de afdanking voor wegens ongeschiktheid voor de uitoefening van een functie in de instelling, of de verlenging van de stage.

Art. 5.In afwijking van artikel 48 van het ION-statuut, in de in artikel 5, derde lid van onderhavig besluit bedoelde gevallen, legt de functioneel bevoegde Minister het dossier voor aan de in artikel 17 van het ION-statuut bedoelde commissie. Hij voegt er het voorstel van beslissing aan toe.

Hij betekent deze voorlegging aan de stagiair. De datum van de betekening doet de in artikel 51, tweede lid, van het ION-statuut bedoelde termijn ingaan.

Art. 6.In afwijking van artikel 50, lid 2, van het ION-statuut worden een vertegenwoordiger van het Instituut evenals de met de stageleiding belaste ambtenaar gehoord.

Art. 7.De in onderhavig besluit bepaalde regels zijn niet meer van toepassing zodra de hierna vermelde betrekkingen gelijktijdig worden ingenomen door hun titularissen : - de betrekkingen van directeur-generaal en van adjunct-directeur-generaal; - een van de betrekkingen van tenminste rang A2 in elke taalrol.

De stageprocedures, die werden aangevat overeenkomstig de in onderhavig besluit. bepaalde regels, blijven onderworpen aan de genoemde regels tot aan hun vervaldatum.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking op 1 augustus 2006.

Art. 9.De Minister bevoegd voor het Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van onderhavig besluit.

Brussel, 8 ferbruari 2007.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE

^