Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 07 december 2006
gepubliceerd op 10 januari 2007

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2006031652
pub.
10/01/2007
prom.
07/12/2006
ELI
eli/besluit/2006/12/07/2006031652/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 DECEMBER 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op artikel 2, § 1, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 november 1971 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal van wijnstokken gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 november 1982;

Overwegende dat Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken laatst gewijzigd werd bij Richtlijn 2005/43/EG van de Commissie van 23 juni 2005, en dat die richtlijnen een verplichting inhouden om er zich binnen de voorgeschreven termijn naar te schikken;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 september 2006;

Gelet op het overleg tussen de gewesten en de federale overheid op 15 september 2006, bekrachtigd door de Interministeriële Conferentie Landbouwbeleid op 15 september 2006;

Gelet op advies nr. 41.491/3 van de Raad van State, gegeven op 7 novembre 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Minister van tot wiens bevoegdheid Landbouwbeleid behoort;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit heeft betrekking op vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken, hierna "teeltmateriaal" te noemen, dat binnen de Europese Unie is verkregen en in de handel wordt gebracht.

Dit besluit geldt niet voor teeltmateriaal waarvan is aangetoond dat het is bestemd voor de uitvoer naar derde landen.

Art. 2.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Wijnstokrassen : planten van het geslacht Vitis (L.), bestemd voor de voortbrenging van druiven of het gebruik als teeltmateriaal voor dezelfde planten. 2° ras : een plantengroep van één enkele botanische taxon, van de laagste bekende rang, die aan de drie volgende voorwaarden voldoet : a) kan worden omschreven met de kenmerken die verband houden met een bepaald genotype of een bepaalde combinatie van genotypen;b) van elke andere plantengroep kan worden onderscheiden met ten minste één van de genoemde kenmerken;c) kan worden beschouwd als een éénheid, op grond van zijn geschiktheid voor vermeerdering zonder veranderingen;3° kloon : een vegetatieve afstamming van een ras, overeenstemmend met een wijnstok die op grond van de identiteit van de plantengroep, de fenotypische kenmerken en zijn fytosanitaire toestand is geselecteerd;4° teeltmateriaal : a) wijnstokken, gereed voor het planten : 1) met wortels : delen van stekken of loten van de wijnstok;met wortels en niet-geënt, bestemd voor het planten of voor gebruik als entmateriaal; 2) entwijnstokken : door enting verbonden delen van stekken of loten van de wijnstok, waarvan het deel onder de grond wortels heeft;b) delen van de wijnstok : 1) stekken : eenjarige delen;2) loten : niet-verhoute stengeldelen;3) delen van de wijnstok onder de grond, bestemd voor de veredeling : delen van stekken of loten van de wijnstok, die bij de teelt van entwijnstokken bestemd zijn voor de kweek van delen onder de grond;4) entrijs : delen van stekken of loten van de wijnstok, die bij de teelt van entwijnstokken en bij veredeling bestemd zijn voor de delen boven de grond;5) blindhout : delen van stekken of loten van de wijnstok, bestemd voor de teelt van wijnstokken met wortels;5° moederplanten : opstanden van wijnstokken, bestemd voor de teelt van voor veredeling in aanmerking komende delen van de wijnstok onder de grond, van blindhout of van entrijs;6° kweekwijnstokken : opstanden van wijnstokken, bestemd voor de teelt van wijnstokken met wortels of van entwijnstokken;7° oorspronkelijk teeltmateriaal : teeltmateriaal : a) dat onder verantwoordelijkheid van de kweker is voortgebracht volgens algemeen erkende methoden voor de instandhouding van de identiteit van het ras en, in voorkomend geval, van de kloon, en voor de preventie van ziekten;b) dat bestemd is voor voortbrenging van basisteeltmateriaal of van gecertificeerd teeltmateriaal;c) dat voldoet aan de in de bijlagen I en II voor basisteeltmateriaal opgenomen voorwaarden;d) waarvan bij een officieel onderzoek is gebleken dat bovenbedoelde voorwaarden zijn vervuld;8° basisteeltmateriaal : teeltmateriaal : a) dat onder de verantwoordelijkheid van de kweker is voortgebracht volgens algemeen erkende methoden voor de instandhouding van de identiteit van het ras en, in voorkomend geval, van de kloon, en voor de preventie van ziekten, en dat direct afkomstig is van oorspronkelijk teeltmateriaal door vegetatieve voortplanting;b) dat bestemd is voor de voortbrenging van gecertificeerd teeltmateriaal;c) dat voldoet aan de in de bijlagen I en II voor basisteeltmateriaal opgesomde voorwaarden;d) waarvan bij een officieel onderzoek is gebleken dat bovenbedoelde voorwaarden zijn vervuld;9° gecertificeerd teeltmateriaal : teeltmateriaal : a) dat rechtstreeks afkomstig is van basisteeltmateriaal of van oorspronkelijk teeltmateriaal;b) dat bestemd is voor een van de volgende teelten : 1.de teelt van pootgoed of plantendelen die dienen voor de voortbrenging van druiven; 2. de voortbrenging van druiven;c) dat voldoet aan de in de bijlagen I en II voor gecertificeerd teeltmateriaal opgesomde voorwaarden;d) waarvan bij een officieel onderzoek is gebleken dat bovenbedoelde voorwaarden zijn vervuld;10° standaardteeltmateriaal : teeltmateriaal : a) dat rasecht en raszuiver is;b) dat bestemd is voor een van de volgende teelten : 1.de teelt van pootgoed of plantendelen die dienen voor de voortbrenging van druiven; 2. de voortbrenging van druiven;c) dat voldoet aan de in de bijlagen I en II voor standaardteeltmateriaal opgesomde voorwaarden;d) waarvan bij een officieel onderzoek is gebleken dat bovenbedoelde voorwaarden zijn vervuld;11° Minister : de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor het Landbouwbeleid;12° dienst : de dienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor het toezicht op het in de handel brengen en op de kwaliteit van vegetatief teeltmateriaal van wijnstokken;13° officiële maatregelen : maatregelen die genomen zijn door een van de volgende instanties : a) de autoriteiten van een staat;b) onder de verantwoordelijkheid van een staat door publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen die geen bijzonder voordeel hebben bij het resultaat van de maatregelen;c) voor hulpwerkzaamheden, eveneens onder toezicht van een staat, door beëdigde natuurlijke personen die geen bijzonder voordeel hebben bij het resultaat van de maatregelen;14° afzet : De verkoop, het bezit met het oog op de verkoop, het aanbieden voor verkoop en iedere beschikbaarstelling, levering of overdracht van teeltmateriaal aan derden, al dan niet tegen vergoeding, met het oog op commercieel gebruik.Onder afzet wordt niet verstaan, de uitwisseling van teeltmateriaal dat niet bestemd is voor commercieel gebruik van het ras, zoals : a) het leveren van teeltmateriaal aan experimenterende en controlerende instanties;b) het leveren van teeltmateriaal aan dienstverleners met het oog op de verwerking en verpakking, mits de dienstverlener geen aanspraak op het geleverde product verwerft. § 2. De Minister kan als overgangsmaatregel bepalen dat het teeltmateriaal dat gebruikt is voor de teelt van moederplanten of kweekwijnstokken, gelijkwaardig is aan het teeltmateriaal dat is goedgekeurd of gecontroleerd volgens de bepalingen van dit besluit, als dat teeltmateriaal vóór het gebruik dezelfde waarborgen bood als het overeenkomstig de bepalingen van dit besluit goedgekeurde of gecontroleerde teeltmateriaal.

Art. 3.§ 1. Teeltmateriaal voor wijnstokken mag alleen in de handel worden gebracht indien aan de volgende twee voorwaarden is voldaan : 1° het officieel goedgekeurd is als "oorspronkelijk teeltmateriaal", "basisteeltmateriaal" of "gecertificeerd teeltmateriaal", dan wel, in het geval van ander teeltmateriaal dan dat wat is bestemd om te worden gebruikt als wijnstokken onder de grond, als het officieel gecontroleerd standaardmateriaal betreft;2° het voldoet aan de voorwaarden, opgenomen in bijlage II van dit besluit. § 2 Bij iedere levering van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken, zoals omschreven in artikel 2, § 1, 4°, van dit besluit, dat geproduceerd is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt een begeleidend document gevoegd waarvan de voorwaarden en de te vermelden informatie worden bepaald bijlage IV van dit besluit. § 3. Voor met behulp van in vitro teelttechnieken geproduceerd teeltmateriaal kan de Minister de volgende voorschriften vaststellen overeenkomstig de beslissingen van de Europese Unie : 1° afwijking van de specifieke bepalingen van dit besluit;2° de voor dergelijk teeltmateriaal geldende voorwaarden;3° de voor dergelijk teeltmateriaal geldende benamingen;4° voorwaarden inzake de waarborg dat in de eerste plaats de authenticiteit van de rassen wordt getoetst.

Art. 4.De Minister kan, wat de productie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, ten aanzien van de in bijlagen I en II opgesomde voorwaarden, aanvullende of strengere voorwaarden vaststellen voor de goedkeuring en voor de controle van standaardteeltmateriaal. In geval van enting is deze bepaling niet van toepassing op teeltmateriaal dat is geproduceerd in de andere Gewesten, of in een andere lidstaat of in een derde land dat als gelijkwaardig is erkend overeenkomstig artikel 24. HOOFDSTUK II. - Opstellen van een lijst van wijnstokrassen.

Art. 5.§ 1. De Minister stelt een lijst op van de wijnstokrassen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest officieel voor certificering en controle van standaardmateriaal worden toegelaten. Deze lijst mag door iedereen geraadpleegd worden en wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De lijst bevat een omschrijving van de belangrijkste morfologische en fysiologische kenmerken aan de hand waarvan de rassen van elkaar onderscheiden kunnen worden. Voor de rassen die reeds op 31 december 1971 toegelaten waren, kan verwezen worden naar de omschrijving in de officiële publicaties op wijnstokgebied. § 2. De Minister ziet erop toe dat de in de lijsten van de andere Gewesten en lidstaten opgenomen rassen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor goedkeuring en voor controle van standaardmateriaal worden toegelaten, onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen in Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt. § 3. De Minister stelt in voorkomend geval een lijst op van de klonen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest officieel voor certificering zijn toegelaten.

De Minister ziet erop toe dat klonen die in een ander gewest of een andere lidstaat voor certificering zijn toegelaten, ook op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest daarvoor worden toegelaten.

Art. 6.Een ras wordt alleen toegelaten als het onderscheidbaar, bestendig en voldoende homogeen is.

Art. 7.§ 1. Een ras wordt als onderscheidbaar beschouwd als het zich, door kenmerken die verband houden met een genotype of een combinatie van bepaalde genotypes, duidelijk onderscheidt van elk ander ras waarvan het bestaan algemeen bekend is in de Europese Gemeenschap.

Als in de Europese Gemeenschap bekend ras wordt beschouwd, ieder ras dat, op het moment waarop de aanvraag tot toelating van dat ras volgens de voorschriften wordt ingediend, opgenomen is op de lijst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of van een andere Gewest of een andere lidstaat, of het voorwerp is van een aanvraag tot toelating in het betrokken gewest, of in ander gewest of in een andere lidstaat, tenzij voor het besluit inzake de aanvraag tot toelating van het te beoordelen ras niet meer in alle betrokken lidstaten aan de in de eerste zin genoemde voorwaarden wordt voldaan. § 2. Een ras wordt als bestendig beschouwd als de kenmerken die in het onderzoek naar de onderscheidbaarheid worden betrokken alsmede alle andere kenmerken die voor de beschrijving van het ras worden gebruikt, na opeenvolgende vermeerderingen ongewijzigd blijven. § 3. Een ras wordt als homogeen beschouwd als het, behoudens veranderingen die verband kunnen houden met de specifieke bijzonderheden van de vermeerdering ervan, voldoende homogeen is wat betreft de kenmerken die worden betrokken in het onderzoek naar de onderscheidbaarheid en alle andere kenmerken die voor de beschrijving van het ras worden gebruikt.

Art. 8.§ 1. In het geval van een genetisch gemodificeerd wijnstokras- een organisme zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 21 februari 2005, tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of producten die er bevatten - mag dit alleen worden toegelaten als alle passende maatregelen zijn genomen ter voorkoming van negatieve effecten voor de volksgezondheid en het milieu, zoals voorzien in het koninklijk besluit van 21 februari 2005. § 2. Als producten die afkomstig zijn van teeltmateriaal voor wijnstokrassen bestemd zijn om te worden gebruikt als voedingsmiddel of voedselingrediënt dat binnen de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten valt, moet, voordat de genetisch gemodificeerde wijnstokrassen worden geaccepteerd, erop worden toegezien dat de daarvan afgeleide voedingsmiddelen of voedselingrediënten; 1° geen gevaar opleveren voor de consument;2° de consument niet misleiden;3° niet zodanig verschillen van de voedingsmiddelen en voedselingrediënten ter vervanging waarvan zij zijn bedoeld, dat de normale consumptie ervan uit voedingsoogpunt nadelig zou zijn voor de consument.Wanneer teeltmateriaal dat van een van de in dit besluit bedoelde rassen afkomstig is, bestemd is om te worden gebruikt als voedingsmiddel of voedselingrediënt waarop de Verordening (EG) nr. 258/97 van toepassing is, wordt het ras alleen toegelaten als voor het voedingsmiddel of voedselingrediënt al een vergunning is afgegeven overeenkomstig genoemde verordening.

Art. 9.De Minister draagt er zorg voor dat uit andere lidstaten afkomstige rassen en klonen met name wat de procedure van toelating betreft, onderworpen worden aan dezelfde voorwaarden als die welke voor de binnenlandse rassen gelden.

Art. 10.§ 1. Een ras kan slechts worden toegelaten na officieel onderzoek door de dienst, dat in het bijzonder op het veld is verricht en betrekking heeft op een voldoende groot aantal kenmerken om het ras te kunnen beschrijven. Voor het vaststellen van deze kenmerken moeten nauwkeurige en betrouwbare methoden worden gebruikt. § 2. Worden vastgesteld door de Minister overeenkomstig de voorwaarden vastgelegd door de Europese Commissie : 1° de kenmerken waarop het onderzoek tenminste betrekking moet hebben;2° de minimumeisen betreffende het verrichten van het onderzoek. § 3. Indien bekend is dat het teeltmateriaal van een bepaald ras in een ander land onder een andere benaming in de handel is, wordt ook deze benaming in de lijst opgenomen.

Art. 11.§ 1. De toegelaten rassen worden regelmatig officieel gecontroleerd door de dienst. Als aan één van de voorwaarden voor toelating tot goedkeuring of tot controle niet meer wordt voldaan, wordt de toelating ingetrokken en wordt het ras van de lijst geschrapt. § 2. Aanvragen tot toelating van een ras of intrekkingen van dergelijke aanvragen, opnemingen in een rassenlijst, alsmede de verschillende wijzigingen ervan worden onverwijld ter kennis gebracht van de andere lidstaten en van de Commissie.

Art. 12.De toegelaten genetisch gemodificeerde rassen worden duidelijk als zodanig in de rassenlijst vermeld. Eenieder die een dergelijk ras in de handel brengt, moet duidelijk in zijn verkoopcatalogus vermelden dat het een genetisch gemodificeerd ras betreft, en moet het doel van de modificatie omschrijven. HOOFDSTUK III. - Toezicht op de handel en de productie van teeltmateriaal

Art. 13.§ 1. De rassen of, in voorkomend geval, klonen die in de lijst opgenomen zijn, moeten stelselmatig in stand worden gehouden. § 2. De stelselmatige instandhouding moet altijd kunnen worden gecontroleerd aan de hand van registraties verricht door de personen die verantwoordelijk zijn voor de instandhouding van het ras of de kloon. § 3. Aan de persoon die verantwoordelijk is voor de instandhouding van het ras kan de dienst vragen monsters ter beschikking te stellen voor de verificatie van de rasechtheid. Indien nodig kan de bemonstering langs officiële weg door de dienst gebeuren. § 4. Als de instandhouding in een andere lidstaat verwezenlijkt is dan de lidstaat waar het ras is toegelaten, verlenen de betrokken lidstaten elkaar administratieve bijstand bij de controle.

Art. 14.Het teeltmateriaal moet tijdens de oogst, de bewerking, de opslag, het vervoer en de teelt in partijen gescheiden worden gehouden en worden aangeduid volgens het ras en, in voorkomend geval voor basisteeltmateriaal, oorspronkelijk teeltmateriaal, en gecertificeerd teeltmateriaal, volgens de kloon.

Art. 15.Teeltmateriaal mag alleen in de handel worden gebracht in voldoende homogene partijen en in gesloten verpakkingen of bundels, die overeenkomstig artikelen 16 en 17 zijn voorzien van een sluitingssysteem en een aanduiding. De bewerking gebeurt overeenkomstig de bepalingen van bijlage III.

Art. 16.Verpakkingen en bundels van teeltmateriaal worden officieel of onder officieel toezicht zodanig gesloten dat ze niet kunnen worden geopend zonder dat het sluitingssysteem wordt beschadigd, of dat het in artikel 17, § 1, bedoelde officiële etiket of - bij verpakkingen - de verpakking sporen van manipulatie vertoont. Ter wille van een goede sluiting wordt tenminste gebruikgemaakt van een officieel etiket dan wel van een officiële verzegeling. Een eventuele herhaalde, nieuwe sluiting mag uitsluitend officieel of onder officieel toezicht gebeuren.

Art. 17.§ 1. Verpakkingen en bundels van teeltmateriaal worden aan de buitenkant voorzien van een officieel etiket dat beantwoordt aan de vereisten van bijlage IV en dat gesteld is in een van de officiële talen van de Europese Gemeenschap. Dit etiket wordt vastgehecht door middel van de sluiting. De kleur van het etiket is wit met een diagonale paarse streep voor oorspronkelijk teeltmateriaal, wit voor basisteeltmateriaal, blauw voor gecertificeerd teeltmateriaal en donkergeel voor standaardteeltmateriaal. § 2. De Minister kan echter toestaan dat de producenten, gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, verschillende verpakkingen of bundels entwijnstokken of wortelwijnstokken met dezelfde eigenschappen, die met één enkel etiket worden aangeduid als bedoeld in bijlage IV, in de handel brengen. In dat geval worden de verpakkingen of bundels in kwestie zodanig met elkaar verbonden dat de band bij de eventuele scheiding wordt verbroken en niet opnieuw kan worden gebruikt. Het etiket wordt door middel van deze band bevestigd.

Er mag geen nieuwe sluiting worden aangebracht. § 3. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 23, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 1493/1999, kan de Minister voorschrijven dat iedere levering van materiaal geproduceerd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tevens wordt begeleid door een uniform document waarin de volgende vermeldingen staan : aard van de goederen, het ras en eventueel de kloon, de categorie, de hoeveelheid, de verzender en de ontvanger overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld door de Europese Commissie. § 4. Het officiële etiket bedoeld in § 1, kan ook de begeleidende fytosanitaire documenten bevatten, die bedoeld worden in het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen. Alle voorwaarden die toepasselijk zijn op de officiële etikettering en op de plantenpaspoorten worden vastgesteld en moeten worden erkend als gelijkwaardig. § 5. De ontvanger van het vegetatieve teeltmateriaal voor wijnstokken moet de officiële etiketten gedurende ten minste één jaar bewaren en ter beschikking houden van de officiële controledienst.

Art. 18.Bij teeltmateriaal van een genetisch gemodificeerd ras moet op alle etiketten die aangebracht zijn op de partijen teeltmateriaal en op de begeleidende documenten die in het kader van dit besluit bij de partijen teeltmateriaal gevoegd zijn, officieel of niet-officieel, duidelijk worden vermeld dat het een genetisch gemodificeerd ras betreft en moet de naam van de genetisch gemodificeerde organismen worden genoemd.

Art. 19.§ 1. De Minister draagt er zorg voor dat van de oogst tot de aflevering aan de laatste gebruiker de identiteit van het teeltmateriaal wordt verzekerd met behulp van een door hem voorgeschreven of erkende officiële controleregeling. Hij treft alle dienstige maatregelen om ten minste door steekproeven officieel te kunnen nagaan of het in de handel gebrachte teeltmateriaal beantwoordt aan de in dit besluit gestelde voorwaarden. § 2. Onverminderd het vrije verkeer van materiaal in de Europese Gemeenschap neemt de Minister de nodige maatregelen zodat de volgende gegevens aan de bevoegde dienst verstrekt worden als teeltmateriaal uit een derde land in de handel wordt gebracht : 1° soort (botanische naam); 2° ras c.q. kloon : voor entwijnstokken is dat op de onderstam en op de entrijs van toepassing; 3° categorie;4° aard van het teeltmateriaal;5° land van productie en officiële controledienst;6° land van verzending, als dat niet het land van productie is;7° importeur;8° hoeveelheid materiaal.

Art. 20.Het teeltmateriaal dat overeenkomstig dit besluit in de handel wordt gebracht, op grond van verplichte of facultatieve maatregelen, kan alleen worden onderworpen aan de beperkingen voor het in de handel brengen die bij dit besluit zijn vastgesteld met betrekking tot eigenschappen, onderzoek, aanduiding en sluiting.

Art. 21.Voor teeltmateriaal van wijnstokrassen en, in voorkomend geval, van wijnstokklonen die in een van de lidstaten officieel zijn toegelaten voor de goedkeuring en voor de controle op het standaardmateriaal overeenkomstig het bepaalde in dit besluit, gelden op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geen handelsbeperkingen die het ras c) q. de kloon betreffen, onder voorbehoud van toepassing van Verordening (EG) nr. 1493/1999.

Art. 22.Teeltmateriaal dat rechtstreeks afkomstig is van basisteeltmateriaal dat goedgekeurd is in een bepaalde lidstaat en in een andere lidstaat is geoogst, kan worden goedgekeurd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die het basisteeltmateriaal produceert, als het op het vermeerderingsperceel werd onderworpen aan een veldkeuring overeenkomstig de voorwaarden gesteld in bijlage I, en als bij een officieel onderzoek is geconstateerd dat aan voorwaarden, gesteld in bijlage II, is voldaan.

Art. 23.§ 1. Om tijdelijke moeilijkheden op te heffen die zich bij de voorziening met teeltmateriaal in de Europese Gemeenschap voordoen, en die niet anderszins kunnen worden overwonnen, kan voor een bepaalde periode toegestaan worden om de vereiste hoeveelheden teeltmateriaal van een categorie waaraan minder strengere eisen worden gesteld, in de handel worden gebracht overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld door de Europese Commissie. § 2. Als het een categorie teeltmateriaal van een bepaald ras betreft, is de kleur van het etiket die voor de overeenkomstige categorie is vastgesteld, en in alle andere gevallen bruin. In elk geval wordt op het etiket vermeld dat het teeltmateriaal betreft dat tot een categorie behoort waaraan minder strengere eisen zijn gesteld.

Art. 24.§ 1. Vegetatief teeltmateriaal van wijnstokken dat in een land is geproduceerd dat geen lid is van de Europese Gemeenschap, mag enkel in de handel gebracht worden indien de Raad vooraf heeft vastgesteld dat het in dit land geoogst materiaal wat de voorwaarden voor de toelating ervan en de maatregelen voor de productie met het oog op het in de handel brengen ervan betreft, dezelfde waarborgen biedt als vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken dat in de Europese Gemeenschap wordt geproduceerd en aan de bepalingen van dit besluit voldoet. § 2. Bovendien bepaalt de Raad ook welk typemateriaal en welke categorieën vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken uit hoofde van de bepalingen in § 1 van de Europese Gemeenschap in de handel mogen worden gebracht. § 3. Totdat de Raad op grond van de bepalingen in § 1 een besluit heeft genomen en onverminderd de naleving van de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 1994 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, kan de Minister zulke besluiten nemen. De Minister ziet er op toe dat het in te voeren materiaal garanties biedt die in alle opzichten gelijkwaardig zijn aan die van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken dat overeenkomstig dit besluit in de Europese Gemeenschap is geproduceerd. In het bijzonder moet het ingevoerde materiaal vergezeld gaan van een document waarin de gegevens, opgenomen in artikel 17, zijn vermeld.

Art. 25.De Minister kan een technisch controlereglement opstellen, op voorstel van de dienst. Dat reglement bepaalt het controlesysteem zodat het teeltmateriaal, afgeleid van de individuele toegelaten eenheden of partijen, duidelijk identificeerbaar blijft gedurende het hele proces van oogst tot aflevering aan de eindgebruiker. Hiertoe worden eveneens bij geregistreerde leveranciers geregeld inspecties verricht. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 26.Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt.

Art. 27.De Minister wordt gemachtigd om de bijlagen aan te passen overeenkomstig de wijzigingen die de Europese Commissie aanbrengt in de bijlagen bij Richtlijn 68/193/EEG als gevolg van de ontwikkeling van de technische en wetenschappelijke kennis.

Art. 28.Het koninklijk besluit van 8 november 1971, gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 november 1982 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal van wijnstokken, wordt opgeheven.

Art. 29.De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor het Landbouwbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 december 2006.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, C. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd Landbouwbeleid, B. CEREXHE

Bijlage I. - Voorwaarden voor het gewas 1. Het gewas is rasecht en raszuiver en, zo nodig, ook de kloon.2. De teeltomstandigheden en de ontwikkeling van het gewas maken een voldoende controle van de echtheid en zuiverheid van het gewas ten aanzien van het ras en, zo nodig, de kloon, alsook de gezondheidstoestand ervan mogelijk.3. Er zijn voldoende waarborgen dat de grond of, zo nodig, het voedingssubstraat niet besmet is met schadelijke organismen of de vectoren ervan, namelijk nematoden die virusziekten overbrengen.De moederplanten en de kweekwijnstokken worden op passende wijze geplaatst om ieder risico van besmetting door schadelijke organismen te vermijden. 4. De aanwezigheid van schadelijke organismen die de waarde van het teeltmateriaal nadelig beïnvloeden, is zo veel mogelijk beperkt. 5. Met name voor de volgende schadelijke organismen, vermeld in a), b) en c), gelden de in punt 5.1 tot en met 5.5 vermelde voorwaarden, behoudens punt 5.6 : a) het complex van besmettelijke degeneratie : grapevine fanleaf virus (GFLV), Arabis mosaic virus (ArMV);b) grapevine leafroll disease : grapevine leafroll-associated virus 1 (GLRaV-1) en grapevine leafroll-associated virus 3 (GLRaV-3);c) grapevine fleck virus (GFkV) (alleen voor wijnstokdelen onder de grond). 5.1. De voor de teelt van oorspronkelijk teeltmateriaal bestemde moederplanten zijn bij een officiële inspectie vrij bevonden van de in punt 5, in a), b) en c) vermelde schadelijke organismen. De inspectie berust op de resultaten van plantenziektekundige controles met behulp van indicatorplanten of een internationaal aanvaarde equivalente testmethode die verwijst naar alle planten. Die controles worden bevestigd door de resultaten van plantenziektekundige controles die elke vijf jaar bij alle planten op de in punt 5, in a) en b), vermelde organismen worden uitgevoerd.

Geïnfecteerde planten moeten worden vernietigd. De oorzaken van mislukkingen die toe te schrijven zijn aan de bovengenoemde schadelijke organismen of aan andere factoren, worden geregistreerd in het bestand met gegevens over de moederplanten. 5.2. De voor de teelt van basisteeltmateriaal bestemde moederplanten zijn bij een officiële inspectie vrij bevonden van de in punt 5, in a) en b) vermelde schadelijke organismen. De inspectie berust op de resultaten van fytosanitaire controles bij alle planten. Die controles worden minimaal elke zes jaar uitgevoerd, te beginnen bij driejarige moederplanten.

Als officiële jaarlijkse veldkeuringen op alle planten worden uitgevoerd, worden de plantenziektekundige controles minimaal elke zes jaar uitgevoerd, te beginnen bij zesjarige moederplanten.

Geïnfecteerde planten moeten worden vernietigd. De oorzaken van mislukkingen die toe te schrijven zijn aan de bovengenoemde schadelijke organismen of aan andere factoren, worden geregistreerd in het bestand met gegevens over de moederplanten. 5.3. De voor de teelt van gecertificeerd teeltmateriaal bestemde moederplanten zijn bij een officiële inspectie vrij bevonden van alle in punt 5, onder a) en b), vermelde schadelijke organismen. De inspectie berust op de resultaten van plantenziektekundige controles die steekproefsgewijs worden uitgevoerd volgens analysemethoden/controleprocedures die voldoen aan algemeen aanvaarde en gestandaardiseerde normen. Die controles worden minimaal elke tien jaar uitgevoerd, te beginnen bij vijfjarige moederplanten.

Als officiële jaarlijkse veldkeuringen op alle planten worden uitgevoerd, worden de plantenziektekundige controles minimaal elke tien jaar uitgevoerd, te beginnen bij tienjarige moederplanten.

Het percentage mislukkingen bij moederplanten dat toe te schrijven is aan de in punt 5, in a) en b), vermelde schadelijke organismen mag niet groter zijn dan 5. Geïnfecteerde planten moeten worden vernietigd. De oorzaken van mislukkingen die toe te schrijven zijn aan de bovengenomede schadelijke organismen of aan andere factoren, worden geregistreerd in het bestand met gegevens over de moederplanten. 5.4. Bij voor de teelt van standaardteeltmateriaal bestemde moederplanten mag het percentage mislukkingen dat toe te schrijven is aan de in punt 5, in a) en b), vermelde schadelijke organismen mag niet groter zijn dan 10 % Geïnfecteerde planten mogen niet voor de teelt worden gebruikt. De oorzaken van mislukkingen die toe te schrijven zijn aan de bovengenoemde schadelijke organismen of aan andere factoren, worden geregistreerd in het bestand met gegevens over de moederplanten. 5.5. De kweekwijnstokken zijn vrij bevonden van de in punt 5, in a) en b), vermelde schadelijke organismen bij een jaarlijkse officiële veldkeuring, gebaseerd op visuele methoden en, zo nodig, aangevuld met passende controles of een tweede veldkeuring. 6. De kweekwijnstokken worden niet in een wijngaard of tussen moederplanten geplaatst.De afstand tot een wijngaard of moederplanten bedraagt minimaal 3 m. 7. Het teeltmateriaal dat gebruikt wordt voor de kweek van delen van de wijnstok onder de grond die bestemd zijn voor de veredeling, entrijs, blindhout, wijnstokken met wortels en entwijnstokken, is afkomstig van moederplanten die zijn geïnspecteerd en goedgekeurd.8. Onverminderd de in punt 5 vermelde officiële inspectie wordt minimaal één officiële veldkeuring uitgevoerd.Aanvullende veldkeuringen worden uitgevoerd bij geschillen over zaken die kunnen worden beslecht zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van het teeltmateriaal.

Gezien om gevoegd te worden bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, C. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd Landbouwbeleid, B. CEREXHE

Bijlage II. - Voorwaarden voor het teeltmateriaal I. Algemene voorwaarden 1. Het teeltmateriaal is rasecht en raszuiver en zo nodig zuiver wat de kloon betreft;bij het in de handel brengen van het standaardteeltmateriaal is een tolerantie van 1 % toegestaan. 2. Het teeltmateriaal is voor ten minste 96 % mechanisch zuiver. Als mechanisch onzuiver wordt beschouwd : (a) teeltmateriaal dat geheel of gedeeltelijk verdord is, zelfs als het na de uitdroging in water gedompeld is;(b) vernield, kromgegroeid of beschadigd teeltmateriaal, met name door hagel of vorst beschadigd teeltmateriaal, en ineengedrukt of gebroken teeltmateriaal;(c) materiaal dat niet voldoet aan de eisen van onderdeel III.3. De stekken vertonen voldoende houtvorming.4. De aanwezigheid van schadelijke organismen die de waarde van het teeltmateriaal nadelig beïnvloeden, is zo veel mogelijk beperkt. Teeltmateriaal met duidelijke tekenen of symptomen die toe te schrijven zijn aan schadelijke organismen die niet doeltreffend kunnen worden behandeld, wordt vernietigd.

II. Bijzondere voorwaarden voor entwijnstokken Entwijnstokken die uit een combinatie van dezelfde categorie van teeltmateriaal bestaan, worden in deze categorie ingedeeld.

Entwijnstokken, die bestaan uit oorspronkelijk teeltmateriaal dat op basisteeltmateriaal is geënt, worden ingedeeld als oorspronkelijk teeltmateriaal.

Vanaf 31 juli 2010 worden entwijnstokken die bestaan uit een combinatie van verschillende categorieën teeltmateriaal bestaan, worden in de laagste van deze categorieën ingedeeld.

III. Sortering 1. Delen van de wijnstok onder de grond die bestemd zijn voor de veredeling, blindhout en entrijs Middellijn De grootste middellijn van de dwarsdoorsnede wordt gemeten.Dat geldt niet voor de loten. (a) Delen van de wijnstok onder de grond die bestemd zijn voor de veredeling en entrijs (aa) Middellijn aan het zwakkere einde : 6,5 tot 12 mm; (ab) Maximale middellijn aan het sterkere einde : 15 mm, behalve als het entrijs voor enting ter plaatse betreft. (b) Blindhout Minimumtop diameter : 3,5 mm 2.Wijnstokken met wortels A. Middellijn De middellijn, gemeten in het midden van het stengellid onder de bovenste loot en over de langste as, bedraagt ten minste 5 mm. Dat geldt niet voor wijnstokken die verkregen zijn uit loten.

B. Lengte De lengte vanaf het laagste punt waaruit wortels groeien tot het begin van de bovenste loot bedraagt ten minste : (a) 30 cm voor wijnstokken die bestemd zijn voor veredeling.Bij voor Sicilië bestemde wijnstokken bedraagt de lengte echter 20 cm; (b) 20 cm voor andere wijnstokken. Dat geldt niet voor wijnstokken die verkregen zijn uit loten.

C. Wortels Iedere plant heeft ten minste drie goed ontwikkelde en behoorlijk verdeelde wortels. Ras 420 A hoeft echter slechts twee goed ontwikkelde wortels te hebben, mits ze tegenover elkaar staan.

D. Hiel De snede is ver genoeg onder het diafragma aangebracht om dit het te beschadigen, maar niet verder dan 1 cm eronder. 3. Entwijnstokken A.Lengte De stam is ten minste 20 cm lang.

Dat geldt niet voor entwijnstokken die verkregen zijn uit loten.

B. Wortels Iedere plant heeft ten minste drie goed ontwikkelde en behoorlijk verdeelde wortels. Ras 420 A hoeft echter slechts twee goed ontwikkelde wortels te hebben, mits ze tegenover elkaar staan.

C. Entingsplaats Iedere plant heeft een toereikende, regelmatige en stevige entingsplaats.

D. Hiel De snede is ver genoeg onder het diafragma aangebracht om het niet te beschadigen, maar niet verder dan 1 cm eronder.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, C. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd Landbouwbeleid, B. CEREXHE

Bijlage III. - Verpakking Samenstelling van verpakkingen of bundels Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld BIJZONDERE VOORWAARDEN I. Kleine hoeveelheden Zo nodig mag de grootte (aantal planten) van verpakkingen en bundels van alle types en categorieën van het teeltmateriaal dat vermeld is in kolom 1 van de tabel, kleiner zijn dan de in kolom 2 vermelde minimale hoeveelheden.

II. Wijnstokken met wortels in substraat in potten, kisten en kartonnen dozen De bepalingen over het aantal planten en de maximale hoeveelheid zijn niet van toepassing.

Gezien om gevoegd te worden bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het in de handel brengen van vegetatief teelmateriaal voor wijnstokken.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, C. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd Landbouwbeleid, B. CEREXHE

Bijlage IV - Identificatie A. Etiket I. Vereiste informatie 1. EG-norm 2.Land van productie 3. Keurings- of controledienst en lidstaat (initialen toegestaan) 4.Voor- en achternaam en adres van de persoon die verantwoordelijk is voor de sluiting, of zijn identificatienummer 5. Soort 6.Type materiaal 7. Categorie 8.Ras en, in voorkomend geval, kloon. Voor entwijnstokken heeft die vermelding betrekking op de wijnstokdelen onder de grond en het entrijs 9. Referentienummer van de partij 10.Hoeveelheid 11. Lengte - slechts bij delen van de wijnstok onder de grond, bestemd voor de veredeling : de minimumlengte van de delen van de betrokken partij 12.Oogstjaar II. Minimumvoorwaarden Het etiket voldoet aan de volgende eisen : 1. Het etiket wordt in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters gedrukt 2.Het etiket wordt op een duidelijk zichtbare plaats aangebracht 3. De in onderdeel I vermelde informatie mag in geen geval door andere vermeldingen of afbeeldingen zijn verborgen, bedekt of gescheiden 4.De in onderdeel I vermelde informatie moet in hetzelfde gezichtsveld staan.

III. Afwijking wat kleine hoeveelheden voor de eindgebruiker betreft 1. Meer dan één eenheid De vereiste informatie voor het etiket in onderdeel I, punt 10, luidt : "Precieze aantal eenheden per verpakking of bundel".2. Slechts één eenheid De volgende informatie die vermeld wordt in onderdeel I is niet verplicht : - Type materiaal - Categorie - Referentienummer van de partij - Hoeveelheid - Lengte voor delen van de wijnstok onder de grond, bestemd voor de veredeling - Oogstjaar IV.Afwijking wat wijnstokken in potten, kisten of kartonnen dozen betreft Voor wijnstokken met wortels in substraat in potten, kisten en kartonnen dozen, waarbij de verpakkingen van dergelijk materiaal wegens de samenstelling daarvan niet aan de eisen voor de sluiting (waaronder de etikettering) kunnen voldoen : a) wordt het teeltmateriaal gescheiden gehouden in partijen die naar behoren worden ingedeeld volgens ras en, in voorkomend geval, volgens kloon en volgens aantal planten;b) is het officiële etiket niet verplicht;c) gaat het teeltmateriaal vergezeld van een begeleidend document, zoals vastgesteld in deel B. B. Begeleidend document I. Voorwaarden waaraan moet worden voldaan a) wordt het document afgegeven in ten minste twee exemplaren (afzender en ontvanger);b) vergezelt het document (exemplaar van de ontvanger) de levering vanaf de plaats van de afzender tot de plaats van de ontvanger;c) verstrekt het document alle informatie, zoals vermeld in onderdeel II, over de afzonderlijke partijen van de levering;d) wordt het document gedurende ten minste één jaar bewaard en ter beschikking gehouden van de officiële controleautoriteit. II. Lijst van te verstrekken informatie 1. EG-norm 2.Land van productie 3. Keurings- of controledienst en lidstaat (initialen toegestaan) 4.Volgnummer 5. Afzender (voor- en achternaam, adres, registratienummer) 6.Ontvanger (voor- en achternaam, adres) 7. Soort 8.Type(s) materiaal 9. Categorie(en).10. Ras(sen) en, in voorkomend geval, een of meer klonen.Voor entwijnstokken heeft die vermelding betrekking op de wijnstokdelen onder de grond en het entrijs. 11. Aantal stuks per partij 12.Totaal aantal partijen 13. Leveringsdatum Gezien om gevoegd te worden bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken. De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, C. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd Landbouwbeleid, B. CEREXHE

^