gepubliceerd op 12 april 2006
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reisvergoeding van de leden van de kiesbureaus voor de gemeenteraadsverkiezingen
30 MAART 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reisvergoeding van de leden van de kiesbureaus voor de gemeenteraadsverkiezingen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, vastgesteld bij ordonnantie van 16 februari 2006 tot wijziging van de gemeentekieswet, inzonderheid op de artikelen 20 en 38;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reiskosten voor de leden van de kiesbureaus, gewijzigd door het koninklijk besluit van 11 december 2001;
Gelet op de artikelen 1, § 2, en 2, § 2, van de koninklijk besluit van de 12 augustus 2000 houdende uitvoering van artikel 8, eerste lid, van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de Provincieraadsverkiezingen;
Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door het feit dat de gemeenten op hun begroting de nodige kredieten moeten voorzien voor de organisatie van de verkiezingen van 8 oktober 2006 inzonderheid deze nodig voor de uitbetaling van de zitpenningen van de leden van de kiesbureaus;
Gelet op het advies nr. 40.055/4 van de Raad van State, gegeven op 21 maart 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Het maximumbedrag van het presentiegeld voor de leden van de kiesbureaus voor de gemeenteraadsverkiezingen wordt vastgesteld als volgt : a) voor de voorzitter van het hoofdbureau : 150 euro;b) voor de secretaris van het hoofdbureau : 120 euro;c) voor de bijzitters van het hoofdbureau : 115 euro;d) voor de voorzitters van de stem- en stemopnemingsbureaus : 90 euro;e) voor de secretarissen, adjunct-secretarissen en bijzitters van van de stem- en stemopnemingsbureaus : 85 euros. § 2. Voor de betaling van dat presentiegeld aan de leden van de kiesbureaus staat de gemeente zelf in of sluit de gemeente met DE POST een overeenkomst houdende uitvoering van de betaling van het presentiegeld. De betaling van het presentiegeld gebeurt door middel van overschrijvingen op de financiële rekeningen van de leden van de kiesbureaus.
Art. 2.§ 1. De gemeenteraad mag bovendien presentiegeld aan de leden van het hoofdbureau toekennen voor elke vergadering, dat de dag van de verkiezing voorafgaat. Er mogen maximum acht voorbereidende vergaderingen in aanmerking genomen worden.
Het maximumbedrag van het presentiegeld voor elke vergadering wordt vastgesteld als volgt : a) voor de voorzitter : 80 euro;b) voor de secretaris : 70 euro;c) voor de bijzitters : 65 euro. § 2. Voor de betaling van dat presentiegeld aan de leden van de kiesbureaus staat de gemeente zelf in of sluit de gemeente met DE POST een overeenkomst houdende uitvoering van de betaling van het presentiegeld. De betaling van het presentiegeld gebeurt door middel van overschrijvingen op de financiële rekeningen van de leden van de kiesbureaus.
Art. 3.§ 1. De leden van de kiesbureaus hebben recht op een reisvergoeding wanneer zij zitting hebben in een gemeente waar zij niet in de bevolkingsregisters zijn ingeschreven.
De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, is vastgesteld op 0,15 euro per afgelegde kilometer. § 2. De aangifte van schuldvordering, gesteld op een formulier overeenkomstig het bij dit besluit gevoegde model, wordt ingediend binnen de drie maanden bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waar de aangever zitting heeft.
Art. 4.Het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reiskosten voor de leden van de kiesbureaus, gewijzigd door het koninklijk besluit van 11 december 2001, alsook de artikelen 1, § 2, en 2, § 2, van de koninklijk besluit van de 12 augustus 2000 houdende uitvoering van artikel 8, eerste lid, van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, worden opgegeven voor wat betreft de gemeenteraadsverkiezingen.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de tiende dag dat volgt op de publicatie van het Belgisch Staatsblad.
Art. 6.De Minister belast met Plaatselijke Besturen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 maart 2006.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, C. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, C. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK